Biologisch tuinieren - Volkstuinvereniging Vianen

Download Report

Transcript Biologisch tuinieren - Volkstuinvereniging Vianen

BIOLOGISCH TUINIEREN BIJ DE VOLKSTUINVERENIGING VIANEN INLEIDING

In de laatste algemene ledenvergadering is een commissie benoemd, welke tot taak heeft om het biologisch tuinieren bij de Volkstuinvereniging Vianen te bevorderen.

Voor het biologisch tuinieren geldt een aantal randvoorwaarden, waarvan de belangrijkste het terreinbeheer is. Daarnaast bestaat er nog veel onbekendheid met en over het biologisch tuinieren.

De commissie is dan ook van mening dat het met onmiddellijke ingang verplichten om biologisch te tuinieren geen optie is. De commissie gaat er daarbij vanuit dat het overgrote deel van de leden/tuinders al voor een groot deel biologisch tuinieren. Voor velen is de drijfveer immers om zelf onbespoten en onbehandelde groenten en fruit te telen. Wil het biologisch tuinieren gemeengoed worden, dan is het belangrijk dat de leden op de hoogte zijn van de mogelijkheden en dat er goede omstandigheden aanwezig zijn.

In deze notitie komt zowel het één als het ander aan de orde.

Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan:  Terreinbeheer  Meststoffen    Biologische bestrijdingsmiddelen Onkruidbestrijding Combinatieteelt

TERREINBEHEER BIJ BIOLOGISCH TUINIEREN

Voor succesvol biologisch tuinieren is een goed terreinbeheer van essentieel belang.

Te veel onkruiden en/of te hoge (dichte) begroeiing leiden tot overlast van zowel onkruid als plaagdieren en schimmels.

De commissie is dan ook van mening dat in eerste instantie aandacht moet worden besteed aan het terreinbeheer.

Hoofdpunten

De belangrijkste aandachtspunten zijn als volgt samen te vatten: De begroeiing moet laag en dicht zijn Goede drainage Verdichting van de bodem tegengaan Schadelijke onkruiden bestrijden Afvalbeheer

Begroeiing

Ter voorkoming van de verspreiding van onkruiden, moet de begroeiing van het terrein (grasvelden en –paden, slootkanten e.d.) laag en dicht zijn. Open stukken in de grasmat moeten zo nodig worden ingezaaid. In het groeiseizoen is frequent maaien noodzaak. Dat geldt ook voor de stroken aan de kanaalzijde.

Een lage begroeiing biedt roofvogels de mogelijkheid om plaagdieren (ratten, muizen en konijnen) te vangen.

Let op:

plaagdieren, hoe vervelend ook, mogen in geen geval met gif worden bestreden!

Verhogingen van de slootkanten door groenafval belemmert de waterafvoer.

Goede drainage

Een te nat terrein biedt schimmels volop kansen. Het is dus van belang te zorgen voor een goede drainage en waterafvoer.

Verdichting bodem

Door veel te belopen en/of over de paden te rijden met de auto, verdicht de grond. Ook dat biedt weer mogelijkheden voor schimmels en schadelijke insecten. Graspaden mogen daarom in principe niet met de auto worden bereden, andere paden alleen in uiterste noodzaak.

Berijden belemmert bovendien ook de waterafvoer.

Onkruidbestrijding

Onkruiden concurreren niet alleen voor wat betreft de voeding met andere planten, maar zijn ook een gastheer voor tal van schadelijke insecten. Zo voedt de luis zich in eerste instantie met onkruiden, alvorens over te stappen op andere planten. Ook bieden zij buiten het seizoen onderdak aan andere schadelijke insecten. Op het terrein kan onkruidbestrijding plaats vinden door middel van een dichte, korte, grasmat en het kort maaien van de slootkanten.

Giftige onkruiden, zoals berenklauw e.d. dienen zoveel mogelijk verwijderd te worden.

Ook de tuinders zelf moeten er zoveel mogelijk zorg voor dragen dat onkruiden geen overlast geven voor hun buren. Verder verdient het aanbeveling om ook (juist vooral) aan het einde van het teeltseizoen de tuin onkruidvrij te houden.

Afvalbeheer

Op het terrein mag alleen plantaardig afval worden achtergelaten.

Kort gezegd: alles wat in de grijze kliko hoort, mee naar huis nemen.

Ook niet achterlaten: bananenschillen en sinaasappelschillen e.d. (zeer moeilijk te composteren).

De huidige manier van composteren voldoet niet aan de eisen voor biologisch tuinieren.

Er wordt te weinig gekeerd en door gebrekkig beheer van de composthoop wordt de temperatuur daarvan niet hoog genoeg om schadelijke zaden en ziektekiemen te doden.

Daarom wordt geadviseerd een nieuwe composthoop te maken, de oude af te graven en te gebruiken voor terreinverhoging op plekken waar dat kan.

Maak een nieuwe composthoop die regelmatig gekeerd wordt en die verschillende jaren de tijd krijgt om voor goede en bruikbare compost te zorgen.

(U-bakken, bijvoorbeeld gebouwd van houtwallen, ten minste twee voor verschillende jaren en één voor afval van aardappelen, tomaten e.d.) Takken kunnen gecomposteerd worden, mits gehakseld. Maar takken kunnen ook gebruikt worden voor het maken van houtwallen, iets wat in de biologische tuin beslist thuis hoort.

Algemeen onderhoud

Aandacht behoeven de volgende punten: Onkruidvrij houden van groenstroken en kort maaien tussen beplantingen Herstellen van paden

Onderhoud fruitbomen op het voorterrein Onderhoud van mirabellen Voorstel kan zijn om leden in te roosteren voor bepaalde werkzaamheden.

Voorzieningen voor dieren

Bij biologisch tuinieren is het van belang om ook bepaalde diersoorten op en rond de tuin te hebben.

Vogels eten bijvoorbeeld ook schadelijke insecten en roofvogels vangen muizen, ratten en konijnen. Daarnaast zijn insecten van belang voor bestrijding van ongenode gasten (bijvoorbeeld luizen) en bestuiving.

Daarom moeten er op en rond het terrein voldoende voorzienigen zijn die nuttige dieren een onderkomen bieden.

Hierbij valt te denken aan: Houtrillen of –wallen op diverse plaatsen op het terrein Bij het water kunnen los gestapelde stenen dienen als schuilplaats voor amfibieën Speciale insectenhotels (ook op de tuinen zelf) Nestkasten voor roofvogels (uilen) Nestkastjes voor kleinere vogels

Let op:

Tijdens het broedseizoen (half maart tot half juni) geen bomen kappen of fors snoeien, houtstapels en –wallen ongemoeid laten. Bloeiende planten en bomen niet bespuiten met insecticide (ook niet biologisch!).

Terreinbeheer en de eigen tuin

Wat hiervoor is beschreven, geldt in meer of mindere mate ook voor het beheer van de eigen tuin.

Meer specifiek gericht op de eigen tuin, doet de commissie de volgende aanbevelingen.

Bodem: niet spitten met een spade, maar met spitvork. Onkruid verwijderen, niet onderspitten. Bodemlaag zoveel mogelijk in tact houden in verband met nuttig bodemleven.

Gebruik van stro om de bodem te verbeteren.

Bemesting: compost en organische mest. Denk aan het gebruik van alternatieven, zoals brandnetelgier Vrucht/teeltwisseling: tuin in 4 delen, elk jaar opschuiven van: – nachtschadeachtigen ( o.a. aardappels, tomaten, paprika) – vlinderbloemigen (o.a. erwten, bonen, kapucijners) – kruisbloemigen (o.a. allerlei kolen, maar ook radijs en meiknollen) – overige, zoals schermbloemigen (wortel, pastinaak) en komkommerachtigen (pompoen, courgette) Pas combinatieteelt toe ter voorkoming van ongedierte/ziektes. Ook bv. gebruik knoflook, afrikaantjes enz.

Bewuste biologische keuze bij bestrijding van onkruid en ongedierte Gebruik bij voorkeur biologische zaden Plaats ook op de eigen tuin voorziening en beplanting voor dieren als vogels, egels, padden, hommels, bijen en vlinders. Zij zorgen voor bestuiving, een natuurlijk evenwicht en zijn nuttig.

MESTSTOFFEN BIJ BIOLOGISCH TUINIEREN

Bij biologisch tuinieren gebruik je organische, 100 % natuurlijke meststoffen. Er zijn veel verschillende mogelijkheden: Compost, zelfgemaakt of gekocht (biologisch) (niet de gebruikelijke een tuincentrum!). Zie bijvoorbeeld de site van Makkelijke Moestuin) Organische mest als rundermest, paardenmest, enz.

Een combinatie van compost en dierlijke mest. Hieraan kunnen ook gesteentemelen als basaltmeel, bentoniet, edasil en lavameel toegevoegd worden.

Gedroogde koemest, koemestkorrels, bloedbeendeermeelkorrels

Stoffen voor bijbemesting

Bloedmeel of hoornmeel (stikstof) Natuurfosfaat en beendermeel (fosfaat) Vinasse (kalium) Kieseriet (magnesium) Olomiet, dolokai, bd-Maerl, schuimaarde en zeewierkalk (kalkmeststoffen)

Kant en klare organische meststoffen

bijvoorbeeld van DCM, Ecostyle, Asef of Culterra (zie hun sites)

Groenbemesters

Dit zijn planten die gebruikt worden om de grond te verbeteren. Voor kleigrond zijn bijvoorbeeld de volgende groenbemesters geschikt: Vlinderbloemigen als witte en rode klaver. Zaaien tot 31 augustus.

Kruisbloemigen als gele mosterd en bladrammenas. Zaaien tot uiterlijk half september Grassen als Italiaans raaigras en Engels raaigras. Zaaien voor augustus.

Overige planten: Phacelia (bijenvoer) en Borago (bernagie). Zaaien tot half augustus.

Tuinbonen (na de oogst; de wortel bevat stikstofknolletjes)

Brandnetelgier

Brandnetelgier bevordert het bodemleven en de groei van planten. Daarnaast verdrijft het bladluis, zwarteluis, rupsen, koolvlieg, selderijvlieg, wortelvlieg en wortelrol. Het is een perfecte en goedkope biologische meststof. Brandnetels bevatten veel stikstof en mineralen.

Hieronder staat hoe je het kunt maken: De verhouding brandnetels en water is altijd 1 op 10, dus bv. 1 kilo brandnetels (bladeren en stengels) op 10 liter water. Geen brandnetels die al zaad gevormd hebben!

Doe dat in een emmer of ton, geen metaal, en dek het af tegen vuil. Er moet wel lucht bij kunnen komen Roer het 1 tot 2x per dag Wacht 10 dagen tot het gistingsproces compleet is. Denk bij het kiezen van een plek aan je buren: het stinkt flink!

Zeef de gier en bewaar het Als je het gebruikt, 1x per week, verdun het dan met water, ook weer in de verhouding 1 op 10: 1 deel gier, 10 delen water Giet het op de grond of vernevel het op de bladeren

Het is, door de grote hoeveelheid stikstof, heel goed voor tomaten, komkommers, kool, selderie, prei, fruitbomen en bessenstruiken Gebruik het

niet

op uien en peulvruchten, zoals erwten en bonen.

Smeerwortelgier

Je maakt dit op dezelfde manier als brandnetelgier, dus in de verhouding 1 deel planten, 10 delen water.

Smeerwortel bevat o.a. heel veel kalium. Daarom is het een goede meststof voor tomaten

BIOLOGISCHE BESTRIJDINGSMIDDELEN.

Een aantal biologische bestrijdingsmiddelen die in de winkel te koop zijn is helaas zeer giftig voor bijen, regenwormen vissen en waterorganismen. Het gebruik van deze middelen wordt dan ook sterk ontraden. Deze middelen bevatten Spinosad of Bio-pyretrex.

Het nu volgende verhaal geeft een aantal middelen die u zelf kunt maken of dingen die u zelf kunt doen om een gezonde leefomgeving voor uw planten te maken, zodat u sterke en minder kwetsbare planten krijgt die minder vatbaar zijn voor insecten of door bepaalde planten bij uw groenten te zetten die insecten afschrikken.

Dit verhaal is zeker niet compleet. U kunt echter op internet voldoende informatie vinden om zelf middelen te maken die diervriendelijk zijn. Misschien is dit verhaal wel een stimulans voor u om zelf op onderzoek uit te gaan.

Planten sterker maken

Om de planten sterk en gezonder te maken kunt u gier maken van brandnetels.

1 kg brandnetel op 10 liter water. Tweemaal per dag omroeren. Na ongeveer 10 dagen kunt u dit middel verdund bij de wortels gieten.

Muizen

Om muizen af te schrikken kunt u knoflook planten op verschillende plaatsen om uw tuin.

Afrikaantjes tussen de wortelen voorkomt wortelvlieg.

Ook combinatie teelt kan veel insecten voorkomen. Zie hiervoor een apart verslag.

Middelen tegen luizen:

Bananenschillen tussen de planten de luizen gaan hierop zitten door de zoete geur. Gooi de schillen om de dag weg.

Vlierbessenblad, van afrikaatjes blad bloem of wortel, blad van zwarte bes, dragon. Dennenaalden om het mengsel olieachtig te maken. (eventueel brandnetel). Alles in een emmer met wat suiker, water erbij. Laten gisten in de zon. Na verstuiving krijgt het gewas een onbekende onaantrekkelijke geur.

Afrikaantjes trekken insecten aan die bladluis eten Geuren van lavendel, knoflook,dille en salie uien en knoflook weren luizen.

Rabarberblad extract: 1 kg blad in repen snijden en 20 minuten in twee liter water koken. Afkoelen, zeven en 2 eetlepels zachte zeep toevoegen. Verdunnen 1:4 vernevelen op bewolkte dagen.

Dit middel werkt ook tegen rupsen, witte- en koolvlieg.

Aftreksel van 25 gram shag op 5 liter water. Sproeien over tuinbonen Zaai of plant dille of bonenkruid tussen de bonen.

Overige insecten

Tegen wortelvlieg : uien, prei of afrikaantjes tussen de wortelen, of stinkende kamille op de wortels.

Rupsen: salie houdt rupsen weg bij kool.

Bladrandkever: bestuiven met basaltmeel of kalk.

Slakken: Thijm op groentebedden.

Schimmels e.d.

Loof van heermoes(dat we allemaal genoeg op de tuin hebben) enkele dagen laten drogen. 50 gram heermoesloof 20 minuten koken in 1,5 liter water. 24 uur afkoelen en laten trekken daarna zeven een eetlepel zachte zeep erbij. Daarna 1 op vier verdunnen. Vernevelen op bewolkte dagen. Dit ter voorkoming van alle schimmels.

Spuitzwavel: te koop bij tuincentra.

Meeldauw: Knoflookthee. Knoflookbol in stukken. 1 liet water. 24 uur laten trekken. 3 liter water erbij. Vernevelen.

Extract: 1 grote knoflookbol in stukken. In 1 liter water koken. 24 uur laten trekken. Onverdund vernevelen op bewolkte dagen.

Knoflook gier: 10 bollen in 2 liter water koken. Afkoelen en 5 liter water toevoegen. Ongeveer een week laten gisten zeven en op bewolkte dagen vernevelen.

Gier die in koolplanten, bonen en uien gebruikt kan worden tegen luizen en rupsen en andere insecten.

Spuiten kunt u het beste doen als de zon niet schijnt en het niet te warm is.

Let op: spuit nooit, ook met biologische middelen, op bloeiende bomen en gewassen als u insecten wilt bestrijden.

ONKRUIDBESTRIJDING (vet is veel voorkomend op het terrein)

Er zijn vele redenen om in onze tuinen aan onkruidbestrijding te doen: niet alleen maar omdat we de ruimte die ze in beslag nemen nodig hebben voor andere planten of omdat ze voedingsstoffen aan de bodem onttrekken; niet alleen maar omdat ze ‘de tuin een slordig aanzien geven, maar ook omdat ze ziekten en plagen kunnen herbergen, vooral gedurende herfst en winter.

Insecten

In de eerste plaats zijn er de schadelijke insecten. Een belangrijke groep daarin zijn de bladluizen. Deze voeden zich met onkruiden voordat ze naar andere planten in de sier- of moestuin trekken. De Zwarte luis bijvoorbeeld kan overwinteren op Melganzevoet en Zwarte nachtschade om dan in de zomer over te stappen op bonen, bieten en spinazie.

Myrus persicae, de perzik- en aardappelluis overwintert op Vogelmuur, Klein kruiskruid en Melganzevoet en tast sla en andere groenten aan. De Myrus ascalonius leeft op Weegbree en doet zich tegoed aan aardbeien en sjalotten. Volwassen bladluizen zuigen het celsap uit planten en belemmeren die daardoor in hun groei; ze maken dat bladeren zich oprollen of misvormd worden of dat er gallen ontstaan. Recent onderzoek heeft aangetoond dat ze ook virussen van de ene plant op de andere kunnen overbrengen.

Virussen

Tot de virusziekten behoort onder andere het slamozaïekvirus. Deze en andere mozaïekvirussen vinden een onderkomen in

Vogelmuur, Klein kruiskruid

, Melganzevoet en

Herderstasje

. Dan zijn er de nematoden en de schimmels. Nematoden worden ook wel bodemaaltjes genoemd; ze tasten vooral dingen aan als narcissenbollen, knoppen, bladeren en stengels. Ze worden als een secundaire aantasting beschouwd, omdat ze planten aantasten die al door andere organismen zijn beschadigd. Op die manier vergroten ze dus de aanvankelijke schade en kunnen de uiteindelijke ondergang van de aangetaste plant bewerkstellingen. U zult ze niet gemakkelijk te zien krijgen, want ze zijn microscopisch klein.

Sommige soorten leven in de grond rond wortels – vooral van grassen – en in deze wortels overwinteren ze dan, zelfs al is de plant zelf door de vorst gedood. Andere dringen droge zaden binnen. Ook hier zijn Vogelmuur,

Klein kruiskruid

en Melganzevoet de meest algemene gastheren, samen met Herderstasje,

Varkensgras en Straatgras

. Met elkaar zijn deze onkruiden verantwoordelijk voor het in leven blijven van nematoden die wortelgroenten, uien, sla, koolsoorten, aardbeien en zwarte bessen aantasten en in de bloementuin dahlia’s, riddersporen, phloxen, rozen, rudbeckia’s en ander kruidachtige planten.

Schimmels

Tenslotte zijn er dan de schadelijke schimmels, zoals die welke verantwoordelijk zijn voor de verwelkingsziekten, meeldauw in verschillende soorten, het vuur, verschillende roesten enzovoort. Klein kruiskruid kan voor al deze schimmels als gastheer optreden. Herik,

Knopherik

en andere kruisbloemigen en ook

Witbol

verlenen gastvrijheid aan de knolvoetschimmel, die koolsoorten en wortelgroenten aantast en sierplanten als muurbloemen en violieren.

Over verspreiding van ziekte en plagen is relatief nog maar weinig bekend. Vast staat wel dat er een samenhang is. Een meer algemene waarschuwing is dan ook op zijn plaats: onkruiden die ’s winters overblijven vormen een reële bedreiging voor de bloemen en groenten van de komende zomer.

Die onkruiden moeten daarom niet ondergespit worden

; wel kunnen ze zonder gevaar gecomposteerd worden.

Hardnekkige onkruiden

Bepaalde soorten onkruid zijn zeer hardnekkig. Veel voorkomend op het terrein zijn:

heermoes, zevenblad, distelsoorten

. Ze zijn moeilijk te bestrijden omdat het zogenaamde wortelplanten zijn: als er ook maar iets van hun wortels in de grond achterblijft, komt het weer op. Schoffelen zorgt eerder voor uitbreiding dan voor bestrijding, dus rest alleen verwijdering met de hand. Hel lukt bijna nooit de gehele wortel te verwijderen. Zo wortelt heermoes tot wel 5 á 6 meter diep! De

enige effectieve verwijdering geschiedt door chemische bestrijdingsmiddelen die het wortelstelsel aantasten. TIP: Hoe heermoes eruit ziet weten we allemaal wel uit ervaring en ook zevenblad is wel bekend. Minder bekende onkruiden herkennen is soms lastig, maar van alle hier genoemde onkruiden zijn de plaatsje op internet makkelijk te vinden door de naam in te tikken.

COMBINATIETEELT

Zoals jullie kunnen zien, staan er niet alleen groentegewassen maar ook van de kruiden is aangegeven wat wel en niet goed werkt. De kruiden heb ik aangegeven in een andere kleur,omdat nog lang niet iedereen ermee bekend is dat ze wel degelijk een grote rol spelen in de moestuin Wat verder nog handig is om te weten, als je ziet dat een bepaalde groente niet goed groeit of er slecht uitziet, dan kun je daar altijd een bosje kamille bij laten groeien. Zorg dat je kamille op voorraad hebt staan dan kun je die wanneer nodig meteen op de juiste plek planten. De kamille is een heelmeester niet allen voor ons maar zeker ook voor de planten.

Wat ook nog belangrijk is dat kruiden zo goed als niet voorkomen in het rijtje slechte buren, kruiden zijn er juist voor om goed te doen.

Gewas soort

Goede buren

(wat kan wel)

Slechte buren

(wat kan niet) Aardappels Aardbeien Andijvie Asperges Bieten Bloemkool

Afrikaantjes, bloemkool, bonen, dille, erwten,karwij, knoflook, koolrabi, koolsoorten, maïs, mierikswortel, munt, Oost-Indische kers, pepermunt, sluitkool, spinazie, spruiten, suikermaïs Framboos, komkommers,pompoenen , selderie, tomaten, ui zonnebloemen Borage, kropsla, knoflook, peterselie prei, radijsjes stambonen, spinazie, tijm,tomaat, ui, veldsla bloemkool, broccoli, komkommer, Koolsoorten, spruiten Koolsoorten, knolvenkel, prei, sluitkool, stokbonen, tomaat, venkel Komkommer, kropsla, peterselie, pluksla, tomaten Bonen, dille, oregano, selderij Knoflook, uien Dille, karwij, knoflook, komkommer, koolrabi, koolsoorten, koriander, uien Aardappels, spinazie, stokbonen Aardappels, aardbei,

Bonen Broccoli Courgettes Erwten

erwten,tomaat Aardappels, aardbei, erwten,tomaat, aubergine, bonenkruid, komkommer, selderij, sluitkool, pompoenen, rozemarijn, salie, suikermaïs Bieslook, knoflook, prei, sjalot, ui, venkel Dille, kamille, rozemarijn, salie, selderij Maïs,Oost-Indische kers, sla, stokbonen, uien Aardbei, Oost-Indische kers, oregano,tomaat Aardappels,komkommer Bieten, bonen, courgettes, Dille,knolvenkel, komkommer, koolrabi,koolsoorten, kropsla, radijs, wortel Aardappels, bonen, knoflook, prei,ui

Knoflook Knolvenkel Komkommer Koolrabi

Aardbeien, bieten, frambozen, lelies, rozen, tomaten, vruchtbomen, wortels Erwten, koolsoorten, stokbonen Dille, knolvenkel, komkommer, kool, koriander, kropsla pluksla, veldsla, witlof Bonen, tomaten Bonen, bieten, dille, erwten, knolvenkel, kool, koriander, kropsla, maïs, prei, selderie, uien Aardappel, radijsjes,tomaten Aardappel, asperges, bietjes, bonen, erwten, kropsla, schorseneren, selderie, spinazie

Koolsoorten Kropsla Maïs Mierikswortel

Aardappels, andijvie, bieten, dille, erwten, kamille,karwij, koriander, kropsla, pepermunt,pluksla prei, spinazie, tomaten Aardappels,vruchtbomen Aardbeien, mosterd, knoflook, uien Aardbeien, asperges, bieten, bonen, Aardappels, bonen, courgettes, komkommer,Kropsla, pompoenen, tomaten Bieten, selderie

Pluksla/snijsla

Asperges, bieten, dille, knolvenkel, koolsoorten, radijs,rammenas,schorseneren, tomaten

Prei

Erwten, koolrabi,koolsoorten, kropsla, Oost-Indische kers, schorseneren, selderie, uien, wortels Bonen,erwten

Radijsjes/ram menas

Bonen, erwten, koolrabi, koolsoorten, kropsla, Oost-Indische kers, snijbieten, spinazie, tomaten, Komkommers worteltjes

Schorseneren

koolrabi, kropsla, pluksla, prei

Selderei Snijbieten Spinazie Stambonen Uien Witlof Worteltjes Zonnebloem

Bloemkool, kamille, komkommers, koolrabi, koolsoorten, prei, stambonen, tomaten, Koolsoorten, radijs, rammenas, worteltjes Bieslook, dille, erwten, knoflook, pluksla, prei, radijs, rammenas, rozemarijn, salie, schorseneren, snijbieten, tomaten, uien, witlof Komkommers Aardappels, kropsla, maïs Aardappels, aardbeien, bieten, koolrabi, koolsoorten, radijs, rammenas, stokbonen, tomaten Aardappels, bieten, bonenkruid, komkommers, koolrabi, koolsoorten, kropsla, selderie, tomaten Erwten, knoflook,knolvenkel, prei, uien Aardbeien, bieten, bonenkruid, dille, kamille, komkommers, witlof, wortel Bonen, erwten,koolsoorten Bieten, knolvenkel, kropsla, stokbonen, tomaten, worteltjes Aardappels

OVERIGE AANBEVELINGEN

De commissie is zich er van bewust dat het terreinbeheer de nodige inspanningen vergt en dat dit niet alleen overgelaten mag worden aan enkele bestuursleden, maar dat alle leden daar een steentje in moeten bijdragen. Wij stellen voor dat dit nader geregeld wordt en de leden door middel van inroostering worden ingeschakeld.

Er moet meer voorlichting over alle aspecten van biologisch tuinieren worden gegeven. Dat kan door middel van bijeenkomsten en het (inter)actief maken van de website hiervoor.

SAMENSTELLING COMMISSIE

De commissie Biologisch tuinieren bestaat uit de volgende leden: Delia Nijenhuis Betty de Swart Kees van de Berg Hans Lankhaar Henk Knol