Omgangskunde

Download Report

Transcript Omgangskunde

ASSOCIATE DEGREE
Omgangskunde
Informatie studiejaar 2009 – 2010
Instituut Archimedes
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Wat is een Associate Degree? ................................................................................................................ 3
Overeenkomsten en verschillen met de instructeursopleiding ................................................................ 3
Verder studeren na de AD-opleiding ....................................................................................................... 3
Toelatingseisen voor de opleiding ........................................................................................................... 4
Inschrijvingsprocedure ............................................................................................................................. 4
Instituut Archimedes ................................................................................................................................ 4
Het leerlijnenmodel .................................................................................................................................. 5
Studieloopbaanbegeleiding (SLB) ................................................................................................. 5
Werkervaringsreflectieleerlijn (WER) ............................................................................................. 5
Integrale leerlijn (projecten) ........................................................................................................... 5
Conceptuele en vaardighedenleerlijn (vaklijn) ............................................................................... 5
Studieloopbaanbegeleiding (SLB) ........................................................................................................... 6
Werkervaringsreflectieleerlijn (WER) ...................................................................................................... 7
Het studieprogramma Associate degree Omgangskunde ...................................................................... 9
Vrijstellingen ............................................................................................................................................ 9
2
Inleiding
Dit informatieboekje bevat de meest belangrijke informatie over de opleiding Associate degree
Omgangskunde.
Naast algemene gegevens vindt u hier het studieprogramma en informatie over het leerlijnenmodel, in
het bijzonder de studieloopbaanbegeleiding (SLB) en werkervaringsreflectieleerlijn (WER).
Dit boekje heeft niet de pretentie volledig te zijn. Algemene informatie over studeren aan de
Hogeschool Utrecht en organisatiegegevens kunt u vinden op de website www.hu.nl .
Voor verdere informatie over de Associate degree Omgangskunde opleiding kunt u zich richten tot
onderstaande personen
•
Anja van Vliet, teamleider Omgangskunde, [email protected]
•
Dick Bastiaanssen, opleidingscoördinator bacheloropleiding Omgangskunde,
[email protected]
Wat is een Associate Degree?
De opleiding Associate degree is een nieuwe landelijk erkende 2-jarige HBO-opleiding tot
leraarondersteuner niveau 2.
Het is een vakgerichte opleiding, d.w.z. dat naast het aanleren van pedagogische en didactische
vaardigheden ook vakinhoudelijke cursussen deel uitmaken van de opleiding.
Na afronding ontvangt u het diploma Associate degree. Dit is een diploma 2-jarige HBO.
Overeenkomsten en verschillen met de instructeursopleiding
De naam Leraarondersteuner niveau 2 leidt nogal eens tot verwarring, zeker met betrekking tot de
opleiding tot Leraarondersteuner niveau 1 (Instructeursopleiding).
Deze laatste is een 1-jarig professionaliseringstraject tot het behalen van het certificaat
Leraarondersteuner vmbo / Instructeur mbo.
Wat is het verschil?
De instructeur bezit vanuit zijn arbeidsverleden in het bedrijfsleven of bij de overheid specifieke
vakkennis en vakvaardigheden. Middels de instructeursopleiding heeft hij de benodigde pedagogische
en didactische competenties ontwikkeld. Hij ondersteunt de docent bij de praktische invulling van het
onderwijs. Kernbegrippen: geven van instructie, begeleiden van leerlingen, activerende didactiek en
de inrichting en onderhoud van de praktijkruimtes.
Met het diploma Associate degree bezit de leraarondersteuner niveau 2 een brede vakkennis en een
grotere bagage op het gebied van pedagogische en didactische vaardigheden. Hierdoor zal hij een
bijdrage kunnen leveren aan de vakinhoudelijke invulling van het onderwijs. Hij is in staat zelfstandig
lessen te verzorgen en leerlingen te begeleiden.
Uit het bovenstaande blijkt dat er enige overlap tussen beide opleidingen bestaat.
De gecertificeerd instructeur zal op grond hiervan vrijstellingen kunnen aanvragen bij de
examencommissie. De vrijstellingen kunnen ongeveer 50 à 60 ec’s omvatten. Dit is uiteraard
afhankelijk van de individuele kennis en ervaring. Tijdens een intakegesprek met de
opleidingscoördinator wordt een globale indicatie van het studietraject gegeven.
Verder studeren na de AD-opleiding
Het AD-programma is grotendeels opgebouwd uit cursussen die deel uitmaken van de
bacheloropleiding.
De te bestuderen vakliteratuur in het AD-programma is dan ook identiek aan de te bestuderen
literatuur in de bacheloropleiding.
3
De opleiding heeft een omvang van 120 EC’s, 60 EC's per studiejaar.
EC’s zijn studielasteenheden volgens het European Credit Transfer System en 1 EC komt overeen
met 28 studielasturen.
De totale bacheloropleiding heeft een omvang van 240 EC’s.
Derhalve is het mogelijk om na het behalen van het diploma Associate degree met een vervolgstudie
van 2 jaar het bachelor diploma te behalen.
Toelatingseisen voor de opleiding
Daar de AD-opleiding een HBO-opleiding is, gelden daarvoor dezelfde toelatingseisen als voor de
bacheloropleidingen, n.l. mbo (niveau 4) of havo/vwo-opleiding.
Als een student niet over de juiste vooropleiding beschikt en 21 jaar of ouder is, kan hij dispensatie
aanvragen via de 21+ regeling. De folder over de 21+ regeling kan aangevraagd worden bij het studieinformatiecentrum.
Telefoonnummer: 030-2368040
Email: [email protected]
Inschrijvingsprocedure
De student die zich voor de opleiding wil inschrijven moet zich eerst aanmelden bij de Informatie
Beheer Groep. De IB-groep geeft de aanmeldingsgegevens door aan het Bureau Inschrijvingen van
de Hogeschool Utrecht. Zodra deze gegevens binnen zijn ontvangt de student de benodigde
informatie en formulieren om zich in te schrijven.
De student wordt ingeschreven als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
• er is voldaan aan de toelatingseisen,
• het collegegeld is voldaan (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of
garantieverklaring),
• er is voldaan aan de overige vereisten zoals genoemd in de inschrijvingsregeling HU (zie
www.hu-sharepoint.nl/sites/reglementen .
Na inschrijving ontvangt de student een schriftelijk bewijs van inschrijving en de collegekaart.
Instituut Archimedes
Instituut Archimedes is onderdeel van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht.
Het aanbod van Instituut Archimedes omvat de volgende opleidingen:
• tweedegraads (bachelor) lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs,
• voor een aantal vakrichtingen een eerstegraads (master) lerarenopleiding,
• associate degree opleidingen, o.a. Omgangskunde.
Naast bovengenoemde HBO-opleidingen verzorgt Instituut Archimedes o.a. de volgende
professionaliseringstrajecten:
• opleiding tot lerarenondersteuner vmbo / instructeur mbo,
• opleiding tot technisch onderwijsassistent science/Omgangskunde.
Instituut Archimedes is gevestigd in het nieuwe gebouw van de Faculteit Educatie in de Uithof.
Adres: Padualaan 97, 3584 CH Utrecht.
Postadres: Postbus 14007, 3508 SB Utrecht.
Telefoon: 030-2547100 (receptie)
4
Het leerlijnenmodel
Opleidingen binnen Instituut Archimedes zijn competentiegericht en vormgegeven in het
leerlijnenmodel. Dit leerlijnenmodel bestaat uit:
Studieloopbaanbegeleiding (SLB)
Studenten leren zichzelf in het leerproces te sturen en daarop te reflecteren. Bij de
studieloopbaanbegeleiding spelen het persoonlijk ontwikkelingsplan en het portfolio een belangrijke
rol. In principe heeft een student gedurende zijn studie dezelfde studieloopbaanbegeleider (SLB’er).
Werkervaringsreflectieleerlijn (WER)
Studenten werken vanaf hun eerste jaar in de beroepspraktijk en hebben daar assisterende taken.
Zowel in het eerste als tweede jaar zijn voltijd studenten één dag per week op de school. Deeltijd
studenten hebben veelal een baan in het onderwijs. Op de opleidingschool wordt de student begeleid
door een werkplekbegeleider (WB), deze bepaalt in overleg met de student welke werkzaamheden de
student oppakt. Dit is afhankelijk van de leervragen van de student, zijn competenties, het
(jaar)rooster van de school, beschikbare begeleiding, et cetera. Reflectie op de werkervaringen vindt
plaats op de school of op de opleiding onder begeleiding van een begeleider van de opleiding
(instituutsbegeleider, IB).
Integrale leerlijn (projecten)
In de integrale leerlijn leren studenten hoe ze samen met anderen de onderwijsontwikkeling gestalte
kunnen geven. In eerste instantie (jaar 1) doen ze dat in een gesimuleerde situatie met medestudenten. In het tweede jaar werken ze binnen en voor de school aan nieuwe ontwikkelingen en dat
betekent vaak dat ze naast de dagen dat ze lesgeven nog een extra dag op de school zijn. Het
werken aan beroepsproducten die ook echt in de praktijk gebruikt gaan worden geeft een enorme
impuls aan het leren en het werken.
Binnen deze leerlijn werken studenten vooral aan algemene onderwijskundige thema’s zoals
leerlingenzorg, gespreksvaardigheid en didactiek.
Conceptuele en vaardighedenleerlijn (vaklijn)
In de andere leerlijnen wordt natuurlijk ook kennis vergaard, maar voor sommige kennis, met name die
op het vakgebied, is de begeleiding van een (vak)inhoudelijk expert nodig. In de conceptuele leerlijn
worden die experts ingezet. Naast vakinhoud wordt binnen deze leerlijn ook aan vakdidactiek gewerkt.
Vakdidactiek gaat over alles wat je nodig hebt om het vak aan anderen te leren.
Met conceptuele cursussen en vaardigheidstrainingen krijgt de student gereedschap in handen om
competent te leren handelen.
5
Studieloopbaanbegeleiding (SLB)
Leren is meer dan het verwerven van kennis alleen. Naast kennis vergaren op uiteenlopende
gebieden is het noodzakelijk dat je werkt aan een professionele beroepshouding. Deze
beroepshouding beperkt zich niet tot het handelen binnen de muren van onderwijsruimten. Je hebt te
maken met de collega’s op school, de opvoeders van de leerlingen en zorginstanties. Je helpt het
team het onderwijs zo vorm te geven dat de aanpak aansluit bij de leerlingen en recht doet aan
verschillen in ontwikkeling en achtergrond. Je leert zorg te dragen voor een gevarieerd leeraanbod,
rekening houdend met het feit dat leerlingen niet allemaal op dezelfde manier leren. Er zijn ook grote
verschillen tussen scholen. Er zijn scholen met een traditionele aanpak maar ook scholen waarin
leerlingen zelf een grotere inbreng hebben bij het bepalen van hun onderwijs. Om recht te doen aan
de complexiteit van het onderwijs kiest Archimedes voor een competentiegericht opleidingsmodel. In
die opleiding krijg je een gedegen kennisbasis mee. Daarnaast bepaal je voor een deel ook je eigen
ontwikkelingslijn. De studieloopbaanbegeleiding dient ervoor tussen deze elementen een goede
balans te vinden. In die zin is studieloopbaanbegeleiding (SLB) geen cursus.
Wat is je studieloopbaan?
Je loopbaan is een opeenvolging van opleidingen, studies, banen en functies.
Gedurende je loopbaan en dus ook gedurende je studieloopbaan maak je veel plannen en bewuste en
onbewuste keuzes. Er is veel te kiezen en zorgvuldig kiezen en plannen is een kunst apart. Dat heb je
bijvoorbeeld al ontdekt bij - een onderdeel van je loopbaan - op de middelbare school en bij je keus
voor het AD-traject. Je hebt daarbij (vaak onbewust) op allerlei lastige vragen een antwoord gezocht.
Vragen als ‘Wat vind ik nou leuk om te doen? Wat vind ik belangrijk? Waar ben ik eigenlijk goed in?
Wat kan ik er allemaal mee? Wat levert het me op?’
Hoe zelfbewuster je kiest, hoe groter de kans, dat je ‘goed en naar eigen tevredenheid’ je eigen
loopbaan bepaalt. Bij de Hogeschool Utrecht hechten we er waarde aan dat je leert om zorgvuldig en
zelfbewust te kiezen en te plannen. Niet alleen bij je studie bij Instituut Archimedes, ook bij het vervolg
van je loopbaan na de studie. Als je een baan hebt, zul je ook voortdurend bij jou passende keuzes
dienen te maken en een plan te maken om je keuzes te realiseren. Een Persoonlijk Ontwikkelingsplan
(POP) maken en kunnen presenteren, wordt inmiddels van elke professional op school verwacht. Op
die manier word je bewust van de drijfveren die aan je keuzes ten grondslag liggen.
Voorwaarde om studie- en loopbaankeuzes te kunnen maken is het besef van de
keuzemogelijkheden die je hebt en het besef van zelfverantwoordelijkheid en jezelf kunnen sturen.
Wat is Studieloopbaanbegeleiding (SLB)?
Studieloopbaanbegeleiding is ondersteuning die je krijgt gedurende je gehele studie om
zorgvuldige en zelfbewuste keuzes te (leren) maken. Het is goed om je bewust te worden van de
context waaruit de keuzes worden genomen. De lerarenopleiding bestaat uit 4 leerlijnen. SLB is daar
één van. Gestructureerd leren van je ervaringen tijdens je opleiding (reflecteren) doe je bij elke leerlijn
afzonderlijk. Bij SLB spreken we van metareflectie. Metareflectie in SLB kun je zien als een
navigatiesysteem dat alles wat je leert en ervaart in de andere 3 leerlijnen van de opleiding met elkaar
verbindt. In de SLB leerlijn maak je een pas op de plaats en overzie je het geheel van je opleiding en
stippel je de koers uit. Je trekt conclusies, maakt opnieuw keuzes en een plan van aanpak in je
Persoonlijk Ontwikkelingsplan. Samenvattend zou je kunnen zeggen dat je in je POP aan het begin
van een studiejaar vooruitblikt en dat je tijdens het bouwen van je portfolio terugblikt op die
leerervaringen.
In het onderstaande schema is te zien dat je in de SLB-leerlijn naar het assessment toewerkt. Het
assessment vindt plaats aan het einde van je opleiding. Op basis van een portfolio, gemaakt in
Winvision, toon je tijdens het assessment aan dat je een competente onderwijsondersteuner bent.
6
SLB
vaklijn
WER
Integrale
lijn
vaklijn
WER
Jaar 1
Integrale
lijn
Assessment
Externe ervaringen
Jaar 2
Afrondingseisen SLB jaar 1 (4 EC)
• Je hebt een POP en een deel van het portfolio gemaakt (competentie 1,2,3,7) en daarvoor
een voldoende behaald.
• Je hebt succesvol een peerassessment doorlopen en je hebt als peerassessor opgetreden
voor een andere student. Studenten met studieverkorting doorlopen dit peerassessment
vervroegd.
• Je bent aanwezig geweest op de SLB-bijeenkomsten.
• De groeps- en individuele opdrachten voldoen aan de criteria.
Afrondingseisen SLB jaar 2 (6 EC)
• Je hebt een POP en een portfolio gemaakt.
• Je bent aanwezig geweest op de SLB-bijeenkomsten
• Je hebt een voldoende voor het assessment.
Werkervaringsreflectieleerlijn (WER)
Een belangrijk onderdeel van de opleiding is het werken en leren in de school. Je werkt als
aankomend lerarenondersteuner niveau 2 onder begeleiding van een werkplekbegeleider (WB’er). Je
bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een leerwerkplek. Een school die een leerwerkplek
aanbiedt moet aan bepaalde eisen voldoen. Scholen die hiervoor in aanmerking komen zijn te vinden
in het Job- center van www.samenopleiden.nl. Wanneer je op een school werkt die aan die eisen
voldoet, kun je desgewenst ook een leerwerkplek regelen op je eigen school.
Vanuit Instituut Archimedes word je begeleid door een instituutsbegeleider die aan de school
verbonden is (een school-IB) of een instituutsbegeleider die een groep studenten met leerwerkplekken
op verschillende scholen begeleidt en die de wekelijkse WER-begeleidingsbijeenkomsten leidt op
Instituut Archimedes (WER-docent).
Het eerste jaar (de propedeusefase) begint met een voorbereidingsperiode om de school te leren
kennen en vast te stellen aan welke opdrachten gewerkt gaat worden. Vervolgens zul je in het eerste
jaar met name assisterende werkzaamheden verrichten in de school en je ervaringen gebruiken om
een begin te maken met de ontwikkeling van de benodigde competenties voor een
onderwijsondersteuner niveau 2. In het tweede jaar zul je zelfstandiger taken uitvoeren en meer
verantwoordelijkheid krijgen. Aan het einde van het tweede jaar functioneer je als startbekwame
docentondersteuner niveau 2 en kun je aantonen dat je over de bijbehorende competenties beschikt.
Of je gedurende de AD-opleiding het gehele WER-programma volgt, of deels vrijstelling krijgt wegens
eerder verworven competenties en/of een relevante vooropleiding, stel je vast in overleg met je
studieloopbaanbegeleider.
Tijdens het werken en leren in de school krijg je de mogelijkheid om ervaringen op te doen in echte
onderwijssituaties en om daarop te reflecteren. De werkomgeving biedt praktijksituaties waarin jij kunt
7
oefenen en experimenteren. Welke manier van handelen leidt tot het gewenste resultaat, wat heb je
nodig om adequaat te handelen (competent gedrag te vertonen)? Reflecteren op je werkervaringen is
dus van groot belang. Dit reflecteren doe je individueel door middel van reflectieverslagen, met je
werkplekbegeleider (begeleidingsgesprekken) of met andere studenten die ook in die betreffende
instelling werken (intervisie).
De instituutsbegeleider van opleiding Archimedes ondersteunt het leren reflecteren en het leren van
de ervaringen op de werkplek. Het ligt voor de hand dat de ervaringen die je opdoet op de werkplek
tot vragen en leerbehoeften leiden. Naarmate je meer werkervaring opdoet, zul je meer specifieke
eigen vragen hebben. Het onderwijsprogramma biedt je daarom steeds meer ruimte om zelf invulling
te geven aan je opleiding.
Van studenten wordt verwacht dat zij één dag per week op een school stage lopen. Bij studenten met
een baan in het onderwijs bepaalt de school in overleg met de student welke werkzaamheden hij
oppakt, afhankelijk van zijn leervragen en competenties, etc..
Integrale opdrachten/ beroepsproducten
Binnen de WER werk je ook aan een aantal beroepsproducten; complexe opdrachten die betrekking
hebben op een probleem/vraag uit de beroepspraktijk. Door het werken aan een beroepsproduct kun
je allerlei relevante competenties ontwikkelen en reeds aanwezige competenties, kennis en
vaardigheden benutten.
Je ontwikkelt producten voor de beroepspraktijk, zoals bijvoorbeeld een studiedag met workshops
voor docenten van een multiculturele school, lesmateriaal voor taalgericht vakonderwijs, een zorgplan
voor een brede school. Een beroepsproduct moet voldoen aan vooraf opgestelde criteria.
Het werken aan het beroepsproduct gebeurt projectmatig en in het begin van de opleiding in
groepsverband. Samen met je medestudenten analyseer je het probleem, maak je een plan van
aanpak (met afspraken over samenwerking, tijdsbesteding, uit te voeren werkzaamheden, planning),
ontwikkel je het product en bereid je een presentatie voor.
Bij de afronding geef je door middel van een persoonlijk verslag inzicht in jouw individuele bijdrage
aan het product, de samenwerking met anderen en het realiseren van je persoonlijke leerdoelen.
Na verloop van tijd werk je in toenemende mate zelfstandig aan beroepsproducten, doordat je dan
weet hoe je duidelijke werkafspraken maakt, een plan van aanpak opstelt, hoe je informatie
verzamelt, hoe je zelf kritisch reflecteert op je leeractiviteiten en het eindproduct.
Het werken aan het beroepsproduct vergt een deel van jaar extra tijdsinvestering op de stageschool.
Afronding en beoordeling
Bij de beoordeling van de WER en de schoolprojecten spelen de werkgever en de schoolopleider
(SO) een rol. De instituutsbegeleider is verantwoordelijk voor de totaalbeoordeling.
8
Het studieprogramma Associate degree Omgangskunde
De AD-opleiding is (vooralsnog) een deeltijdopleiding.
Naast het volgen van cursussen op de Hogeschool loopt u ook stage op een school. Deze school kan
natuurlijk ook de school zijn waar u reeds werkzaam bent als bv instructeur.
De cursussen zijn geroosterd op dinsdagen van 10.00 – 20.00u.
In onderstaande tabel staan de cursussen van de beide studiejaren.
Propedeuse
AD Omgangskunde
SLB 1A (2)
Tweede studiejaar
AD Omgangskunde
SLB 2A (3
SLB 1B (2)
SLB 2B (3)
WER 2A (6)
WER 2B (6)
Elementaire Gespreksvaardigheden
Waardenvol Handelen
Bemoei je er niet mee
Coachingsvaardigheden
Begeleiden in Moeilijke Situaties
To@l 1
To@l 2
Handelingsbekwaamheden
Schoolproject (4)
60 EC
WER 1A (4)
WER 1B (8)
Omgaan met Jongeren
Ik leer in een Veilige Groep
Kijk op leerlingen en leren (4)
Zorgverbreding (4)
Samenwerken leren door Interactie
Iedereen is anders behalve ik
Gezocht Toptalent voor Wereldklassen
Didactisch Vaardig
Docent Omgangskunde in de Praktijk
60 EC
Alle cursusbeschrijvingen kunt u vinden op www.omgangskunde.com
Vrijstellingen
Als u denkt op basis van uw vooropleiding en ervaring recht te hebben op vrijstellingen, stuur dan een
email met uw CV naar de deeltijdcoördinator, [email protected], hij kan een globale indicatie
geven van uw studietraject.
Na inschrijving vraagt u, met behulp van uw studieloopbaanbegeleider, zelf uw vrijstellingen aan bij de
examencommissie.
De 21+ toets is wettelijk verplicht als u geen voldoende vooropleiding (havo/vwo of mbo-4) heeft.
Hier kan geen vrijstelling voor worden verleend.
Vrijstellingen voor studenten met een certificaat Leraarondersteuner vmbo / Instructeur mbo
Studenten die in het bezit zijn van een certificaat Leraarondersteuner vmbo / Instructeur mbo en
voldoende relevante werkervaring hebben komen in aanmerking voor vrijstellingen voor onderstaande
opleidingsonderdelen.
Jaar 1:
• WER-1b, 8 EC's
• Didactisch Vaardig, 4 EC's
• Zorgverbreding, 4 EC's
Jaar 2:
• WER-2a, 6 EC's
• WER-2b, 6 EC's
Ook voor deze vrijstellingen geldt dat de student deze vrijstellingen, na overleg met de
studiecoördinator, zelf moet aanvragen bij de examencommissie.
9