Brief - Meldpunt Vreemdelingendetentie

Download Report

Transcript Brief - Meldpunt Vreemdelingendetentie

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
De heer Fred Teeven
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag.
Datum
27 maart 2014
Onderwerp
Gezondheid en zorg in vreemdelingendetentie
Ons kenmerk
Dir/en/2014/129
Uw kenmerk
Geachte heer Teeven,
Amnesty International, Stichting LOS (Meldpunt Vreemdelingendetentie) en Dokters van de Wereld
maken zich zorgen over de gezondheidssituatie van mensen in vreemdelingendetentie. In 2013
ontving het Meldpunt Vreemdelingendetentie bijna 100 klachten over de medische zorg in detentie.
Ook Amnesty International en Dokters van de Wereld ontvingen klachten over de zorg. Daarnaast
spraken meerdere advocaten en maatschappelijke organisaties hun zorgen uit over de
(verslechtering van de) gezondheid van hun cliënten.
Om de achtergrond van deze klachten beter te begrijpen hebben onze organisaties kennis en
kwaliteiten gebundeld en de Werkgroep Medische Zorg in Vreemdelingendetentie (WMZV)
opgericht. In samenwerking met een aantal onafhankelijke artsen doet de WMZV nader onderzoek
naar de medische zorg in vreemdelingendetentie. Inmiddels zijn vijftien dossiers systematisch
bestudeerd en geanalyseerd. Veel van de zorgen die door advocaten en maatschappelijke
organisaties werden door de analyse onderbouwd.
In het afgelopen jaar is er veel politieke discussie geweest over de medische zorg in
vreemdelingendetentie. Daarbij heeft u aangegeven groot belang te hechten aan goede en
verantwoorde medische zorg. Recent heeft de WMZV kennisgenomen van het recente rapport van
de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) ‘Verantwoorde medische zorg in detentie en uitzetcentra’ en
de reactie van het kabinet hierop d.d. 19 februari jl. Om die reden willen wij u graag op de hoogte
stellen van onze voorlopige bevindingen en enkele kanttekeningen maken bij het IGZ-rapport. De
WMZV zal over enige tijd een uitgebreider rapport over de genoemde problematiek uitbrengen.
Uit de bestudeerde dossiers blijkt onder meer:



Mensen in vreemdelingendetentie lopen onevenredig risico op gezondheidsschade. Voor
kwetsbare mensen zijn deze (soms vermijdbare) risico’s groter. Een behandelplan gericht
op het voorkomen van dit vermijdbare gezondheidsverlies ontbreekt in alle onderzochte
dossiers.
Zorgverleners in vreemdelingendetentie hebben te maken met een dubbele loyaliteit,
richting patiënt en richting DJI. Dit plaatst hen in een bijzonder moeilijke positie. De
professionele autonomie van zorgverleners is onvoldoende gewaarborgd.
Isolatie kan ernstige gevolgen hebben voor de psychische gezondheid van de betrokken
patiënt. Hoewel er aandacht is voor het terugdringen van isolatie in de

vreemdelingendetentiecentra, werd in de onderzochte dossiers isolatie nog veelvuldig
toegepast. Daarbij ging het vaak om kwetsbare mensen.
In nagenoeg alle bestudeerde dossiers was sprake van tekortkomingen in de overdracht
tussen zorgverleners en de continuïteit van zorg. Deze bevindingen komen nadrukkelijk
niet overeen met die van het recente IGZ rapport.
Op basis van onze analyse komen wij tot de volgende aanbevelingen:





Leg wettelijk vast dat mensen met een bijzondere kwetsbaarheid niet in
vreemdelingendetentie komen.
Verruim de maatstaf voor detentieongeschiktheid. Onevenredige gezondheidsschade die
mensen (kunnen) oplopen door (voortzetting van) detentie moet worden meegewogen.
Waarborg de professionele autonomie van zorgverleners. Garandeer dat de DJI adviezen
van zorgverleners faciliteert en overneemt.
Integreer de monitoring in vreemdelingendetentie van isolatie op medische gronden met de
landelijke monitoring van isolatie binnen de GGZ, met als doelstelling het volledig
uitbannen hiervan.
Faciliteer zorgverleners zodanig dat zij de continuïteit van zorg conform hun professionele
mandaat kunnen waarborgen.
Wij hopen zeer dat u deze aanbevelingen zult gebruiken om de detentie van kwetsbare mensen te
voorkomen en een passend zorg- en behandelaanbod voor mensen in de uitzonderlijke en moeilijke
situatie die `vreemdelingendetentie´ is, te realiseren.
In de bijlage van deze brief treft u een uitgebreidere beschrijving van onze bevindingen en
aanbevelingen. Uiteraard lichten wij deze bevindingen en aanbevelingen, alsmede de casuïstiek
waarop deze zijn gebaseerd, graag verder aan u toe.
Hoogachtend,
Eduard Nazarski
Directeur Amnesty International, afdeling Nederland
Arianne de Jong
Directeur Dokters van de Wereld
Namens Trudy Timmer, Directeur Stichting LOS, Meldpunt Vreemdelingendetentie
Ariëtte Reijersen van Buuren
Bijlage: Voorlopige bevindingen van het onderzoek van de Werkgroep Medische
Zorg in Vreemdelingendetentie (WMZV)
Verantwoording
De WMZV heeft in de periode 2012–2013 klachten ontvangen over de toegang tot medische zorg in
vreemdelingendetentie. Om een beter inzicht te krijgen in de aard en oorzaken van de klachten zijn
de medische dossiers van vijftien patiënten, waarbij het vermoeden bestond dat het ging om
ernstige problemen, geselecteerd en nader onderzocht. Tien onafhankelijke artsen, waaronder een
psychiater en diverse specialisten, hebben de dossiers geanalyseerd volgens een vast format.
1. Gezondheidsschade door detentie en kwetsbare mensen
Gezondheidsschade
Internationale wetenschappelijke publicaties en onderzoeksrapporten wijzen op de risico's van
gezondheidsschade ten gevolge van vreemdelingendetentie.1 Onduidelijkheid over de duur van de
detentie, het detentieregime en de onzekerheid over de toekomst dragen bij aan een hoge
prevalentie van psychiatrische ziektebeelden. Ook bij kortdurende detentie, relatief goede
detentieomstandigheden en bij mensen die in goede gezondheid het detentiecentrum binnenkomen
treden gezondheidsproblemen frequent op.2
Diverse Nederlandse onderzoeken onderstrepen het ziekmakende karakter van detentie.
De Internationale Organisatie voor Migratie constateert dat voor de groep asielzoekers en mensen
die om veiligheidsredenen zijn gevlucht de negatieve gevolgen van de detentie voor het
welbevinden aanzienlijk zijn.3 In de kwantitatieve analyse van 460 vragenlijsten door het WODC
(2013) komt naar voren dat vreemdelingen vinden dat hun gezondheid achteruit is gegaan in
detentie.4
De IGZ schrijft in 2009: “het verblijf van mensen die geen strafrechtelijke veroordeling hebben en
die geen uitzicht hebben op een stabiel sociaal klimaat, leidt tot een hoge vraag naar medische en
psychologische zorg als uiting van een gemoedstoestand die in het Nederlands als ziek wordt
omschreven”.5 Zij wijst op eenzaamheid, sociale ontwrichting en de onmogelijkheid om inhoud aan
het eigen leven te geven. 6 De aanbeveling van de IGZ in 2014 om te komen tot een eenduidige en
systematische beoordeling van de psychische gesteldheid van ingeslotenen7 sluit aan bij
1
Coffey, G.J. et al. The Meaning and Mental Health Consequences of Long-Term Immigration Detention for
People Seeking Asylum (2010). Social Sience & Medicine 2070-2079; Jesuit Refugee Service-Europe (2010),
Becoming vulnerable in detention, Civil Society Report on the Detention of Vulnerable Asylum Seekers and
Irregular migrants in the European Union (The DEVAS Project). Brussels: Jesuit Refugee Service; Keller, A. et
al. (2003). Mental health of detained asylum seekers. Lancet, 362. Research Letters Nov ember 22, 17211723; Newman, L. et al (2008). Asylum, Detention, and Mental Health in Australia. Refugee Survey Quarterly,
27 (3): 110-127; Robjant, K. et al. (2009a). Mental Health Implications of detaining Asylum Seekers: a
Systematic Review. British Journal of Psychiatry, 194: 306-312; Robjant, K. et al. (2009b). Psychological
Distress amongst Immigration Detainees: A Cross-Sectional Questionaire Study. British Journal of Clinical
Psychology, 48: 275-286; Steel, Z. et al. (2006). Impact of Immigration Detention and Temporary Protection
on the Mental Health of Refugees. British Journal of Psychiatry, 188: 58-64.
2
Burnett, J. et al. (2010). ‘State Sponsored Cruelty’, Children in Immigration Detention. London: Medical
Justice; Cleveland J. &,Rousseau C.(2013). Psychiatric Symptoms associated with Brief Detention of Adult
Asylum Seekers in Canada. Canadian Journal of Psychiatry, 58(7):409-416; Coalitie Geen Kind in de Cel
(2014). “Papa, hebben we iets ergs gedaan?” Kinderen en ouders in vreemdelingendetentie. Coalitie Geen Kind
in de Cel; Jesuit Refugee Service (2010); Physicians for Human Rights and The Bellevue/NYU Program for
Survivors of Torture (2003. From Persecution to Prison: The Health Consequences of Detention for Asylum
Seekers. Boston and New York City: Physicians for Human Rights and The Bellevue/NYU Program for Survivors
of Torture. Tsangarides, N. &Grant, J. (2013). Expecting Change: The case for ending the Detention of Pregnant
Women. London: Medical Justice.
3
Mieke Kox (2011) Leaving detention: A study on the Influence of Immigration Detention on Migrants'
Decision-Making Processes regarding Return. Den Haag: International Organization for Migration. p. 58
4
Alphen van, B., Molleman, T., Leerkes, A. & Hoek van, J. (2013). Van bejegening tot vertrek. Een onderzoek
naar de werking van vreemdelingenbewaring. WODC-Cahier 308. Den Haag: WODC Onderzoek en beleid. p.
79-81
5
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) (2009). Begeleidende brief gericht aan Uitzetcentrum Rotterdam bij
aanbieding van het rapport Toezicht Medische Dienst Uitzetcentrum Rotterdam. ’s-Hertogenbosch: IGZ
6
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) (2009). Medische diensten in detentiecentra, verantwoorde zorg
maar nog niet geborgd. Den Haag: IGZ.
7
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) (2014). Verantwoorde medische zorg in detentie- en uitzetcentra.
Signaleren van psychische kwetsbaarheid moet systematischer. Utrecht: IGZ, p. 5
1
bovengenoemde onderzoeken en de bevindingen uit dit onderzoek. De IGZ focust daarbij op
suïcidepreventie. Echter: om gezondheidsschade door detentie te voorkomen is meer nodig en
moet het zorgaanbod recht doen aan de complexe zorgbehoefte van kwetsbare mensen.
Preventieve maatregelen zijn nodig om te voorkomen dat mensen ziek worden en in psychische
nood raken.
Kwetsbare personen
De potentieel ziekmakende aspecten van vreemdelingendetentie kunnen alle vreemdelingen raken,
ook degenen die bij inbewaringstelling geen medische klachten hebben. Kwetsbare mensen blijken
extra gevoelig voor deze schadelijke gezondheidseffecten.8 De Europese Terugkeerrichtlijn stelt
dat er bijzondere aandacht dient te zijn voor personen die behoren tot kwetsbare groepen. 9 De
UNHCR wijst op de vele mensenrechtenkwesties die bij de detentie van kwetsbare mensen een rol
spelen en de organisatie roept overheden op om de detentie van kwetsbare personen te
voorkomen.10 De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa stelt in resolutie 1707 dat
kwetsbare mensen in beginsel niet mogen worden gedetineerd: ‘Vulnerable people should not, as a
rule, be placed in detention and specifically unaccompanied minors should never be detained.’11
De Nationale ombudsman benoemt dat patiënten in een kwetsbare positie verkeren vanwege
traumatische ervaringen, een lange en inspannende reis, een leven in de illegaliteit en een
onzekere toekomst. Deze kwetsbaarheid brengt gezondheidsproblemen met zich mee, die worden
versterkt door de vrijheidsbeperking, verveling en het ontnemen van zelfregie in detentie. Vaak
nemen gedurende de detentie gezondheidsklachten toe, met als gevolg dat er een groot beroep
wordt gedaan op de medische zorg.12
Een groot deel van de meldingen die de WMZV heeft ontvangen, betrof mensen die vanwege
bijvoorbeeld hun hoge leeftijd, ernstige lichamelijke en/of psychische problematiek, zwangerschap
of doorgemaakt geweld bijzonder kwetsbaar zijn. Kwetsbare mensen doen veelal een groot beroep
op de medische zorg in detentie. Uit de onderzochte dossiers blijkt dat de medische dienst voor
veel gezondheidsproblemen een adequate behandeling kan bieden. Echter: ten aanzien van
bepaalde - kwetsbaarheid gerelateerde - zorgbehoeften kan er in een setting als
vreemdelingenbewaring geen passend zorgaanbod worden opgezet.
Uit het onderzoek van de WMZV blijkt dat in alle onderzochte dossiers (ook wanneer er sprake was
van complexe somatische of psychische problematiek) behandelplannen met diagnoses,
interventies en behandeldoelen ontbraken. Hierdoor was veelal geen sprake van een proactief
beleid met aandacht voor preventie en lange termijnzorg. In de volgende casus werd een complexe
zorgvraag bijvoorbeeld niet gesignaleerd. Pas na overplaatsing naar een ander detentiecentrum
werd adequate behandeling ingezet.
Casus 1: ‘Bij de medische intake bij binnenkomst in het detentiecentrum meldt patiënt
veel lichamelijke klachten, slapeloosheid en nachtmerries. De huisarts in het
detentiecentrum beschrijft dat de patiënt bekend is met diverse psychiatrische diagnosen.
Hij wordt besproken in het Psycho Medisch Overleg (PMO). Uit het medisch dossier blijken
geen medische of verpleegkundige interventies. Na enkele dagen verzoekt de patiënt om
een gesprek met de psycholoog. Uit het dossier blijkt dat dit pas na een maand
plaatsvindt, maar de psycholoog ziet geen noodzaak voor een vervolgafspraak. Tijdens een
PMO wordt besloten dat de psycholoog zijn klachten gaat inventariseren. In het dossier
ontbreekt daarvan elke rapportage. Na vier maanden wordt deze patiënt overgeplaatst
8
Jesuit Refugee Service (2010)
Richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over
gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen
die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU L 248/98), artikel 16 onder 3. Artikel 3.9 definieert “kwetsbare
personen” als: minderjarigen, niet-begeleide minderjarigen, personen met een handicap, bejaarden, zwangere
vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen en personen die gefolterd of verkracht zijn of andere
ernstige vormen van psychisch, fysiek of seksueel geweld hebben ondergaan
10
UNHCR (2011). Back to Basics: The Right to Liberty and Security of Person and ‘Alternatives to Detention’ of
Refugees, Asylum-Seekers, Stateless Persons and Other Migrants. PPLA/2011/01.p. 45-50
11
Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (2010). Resolutie 1707. Detention of Asylum Seekers
and Irregular Migrants in Europe.
12
Nationale ombudsman (2013). Medische zorg vreemdelingen. Over toegang en continuïteit van medische
zorg voor asielzoekers en uitgeprocedeerde asielzoekers. Rapportnummer 2013/125. Den Haag: de Nationale
ombudsman
9
2
naar een ander detentiecentrum. Daar wordt hij doorverwezen naar een psychiater. Deze
stelt ernstige psychiatrische problematiek vast en start behandeling.’13
Ook bij verdere maatregelen kan naar de mening van de WMZV in vreemdelingendetentie geen
adequate zorg kan worden geboden voor patiënten met een complexe zorgvraag. Voor een
passend zorgaanbod aan kwetsbare personen dient sprake te zijn van een stabiele, gestructureerde
leefomgeving, waarbij de structuur ten dienste staat van de gezondheid van de patiënt. In de
vreemdelingendetentie is dat niet het geval en ligt de nadruk op de beheersbaarheid van de
afdeling en op uitzetting. Bovendien kan van bewakend personeel niet verwacht worden dat zij
begeleiding kunnen bieden aan psychisch zieke mensen. Amnesty International, Dokters van de
Wereld en het Meldpunt Vreemdelingendetentie zijn dan ook van mening dat kwetsbare mensen
niet in vreemdelingendetentie geplaatst mogen worden.
Aanbevelingen
 Leg wettelijk vast dat mensen met een bijzondere kwetsbaarheid niet in
vreemdelingendetentie komen.
 Verruim de maatstaf voor detentieongeschiktheid. De huidige maatstaf: het niet kunnen
verrichten van algemene dagelijkse levensverrichtingen zonder hulp die niet in detentie
beschikbaar is, is volstrekt onvoldoende. De onevenredige gezondheidsschade die mensen
(kunnen) oplopen door (voortzetting van) detentie moet daarbij worden getoetst en
meegewogen. Beginselen van noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit dwingen
daartoe.
2. Loyaliteitsconflicten
Volgens de richtlijnen van de eigen beroepsgroep zijn artsen verplicht om te allen tijde passende
zorg te verlenen, gericht op de reële behoefte van zijn of haar patiënt.14 Een complicerende factor
in vreemdelingendetentie is dat zorgverleners een functie vervullen van zowel vertrouwenspersoon
en belangenbehartiger van de patiënt, als die van adviserend en controlerend arts in de
taakuitoefening van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan
over de verantwoordelijkheden van zorgverleners en hun rol ten opzichte van de patiënt en de DJI.
In haar meest recente rapport (2014) geeft de IGZ te kennen dat een professioneel statuut
ontbreekt, waarin het dagelijks handelen, de visie op zorgverlening binnen de sector Dienst
Bijzondere Voorzieningen, de professionele kernwaardes en de verantwoordelijkheden van
professionals worden beschreven.
Het moeten behartigen van verschillende en soms tegenstrijdige belangen - van de patiënt aan de
ene kant en de werkgever aan de andere kant - worden in de literatuur aangeduid als dual loyalty.
Loyaliteitsconflicten spelen een belangrijke rol bij de medische besluitvorming in een
detentiesetting en hebben een serieuze impact op de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg voor
patiënten in vreemdelingenbewaring.15 Uit meerdere dossiers bleek dat bij de afweging van
tegenstrijdige belangen concessies zijn gedaan aan de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg voor
de patiënt.16 Hieronder wordt in dit verband ingegaan op de verantwoordelijkheden van
zorgverleners enerzijds en van de DJI anderzijds.
Verantwoordelijkheden van zorgverleners
Zoals aangegeven vormt bij kwetsbare mensen de detentie zelf nogal eens de belemmering voor
het bieden van passende zorg. Het betreft patiënten met zware psychiatrische problematiek,
lichamelijke of geestelijke beperkingen, waaronder mogelijke dementie. In het belang van de
patiënt moet de zorgverlener zich hard kunnen maken voor adequate opvang, begeleiding en
behandeling in de reguliere zorg.
13
Citaat uit dossieranalyse WMZV
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) (2013). Gedragsregels voor
Artsen. KNMG, versie 3.1
15
Essex (2013). Human Rights, Dual Loyalties, and Clinical Independence. Journal of Bioethical Inquiry,11 (1),
75-83.
16
Physicians for Human Rights (PHR), (2011). Dual Loyalties: The Challenges of Providing Professional Health
Care to Immigration Detainees. Cambridge/Washongton:PHR. Geraadpleegd via
http://physiciansforhumanrights.org/library/reports/report-03-21-2011.html
14
3
Beheersmaatregelen, zoals plaatsing in een isoleercel of visitatie, kunnen ernstige
gezondheidsschade toebrengen aan (met name kwetsbare) patiënten. Uit verschillende medische
dossiers blijkt niet dat zorgverleners, die op de hoogte waren van de kwetsbaarheid van de
betrokken patiënten, geprobeerd hebben om de inzet van deze maatregelen te voorkomen of deze
achteraf te evalueren met de directie.
Uit het dossieronderzoek blijkt dat reeds in gang gezette behandelingen of medische afspraken bij
externe zorginstellingen door de medische dienst zijn geannuleerd nadat de patiënt in detentie
kwam dan wel bij vrijlating of uitzetting. Discontinuering van de zorg is niet in lijn met medische
richtlijnen.
Verantwoordelijkheden van de Dienst Justitiële Inrichtingen
Waar zorgverleners wel strikt in het belang van de patiënt adviseerden, werd in de onderzochte
dossiers desondanks niet altijd adequate actie ondernomen. In verschillende gevallen negeerde de
gevangenisdirectie het advies van de eigen zorgverleners. Uit de onderstaande casus blijkt
bijvoorbeeld hoe een vreemdeling tegen medisch advies in werd geïsoleerd. Hiermee ondermijnde
de gevangenisdirectie het gezondheidsbelang van de patiënt:
Casus 2: ‘Per order van de directie wordt besloten om het verblijf in isoleercel te
verlengen, ondanks het feit dat de psycholoog, die patiënt beoordeelde, adviseerde om
patiënt terug te laten keren naar de afdeling. De directie heeft patiënt niet beoordeeld,
noch de expertise van de psycholoog in acht genomen. Onduidelijk is, waarop de
verlenging gebaseerd is. Ook dit creëert gevoelens van verwarring en machteloosheid - uit
dossier blijkt “radeloosheid” - bij patiënt, wat suïcidaliteit kan versterken.’17
Aanbevelingen
 In het professioneel statuut moet aandacht worden besteed aan conflicterende belangen
en loyaliteiten. De professionele autonomie van zorgverleners dient te worden
gewaarborgd zodat zorgverleners volgens professionele medische richtlijnen kunnen
handelen.

De DJI dient het advies van de zorgverleners over te nemen en te faciliteren.
3. Zorgen over isolatie
In meerdere onderzochte dossiers werd een isoleercel ingezet. Naast een beheersmaatregel op
grond van orde en veiligheid blijkt dat isolatie ook als een belangrijk middel wordt gezien om
suïcidepogingen in detentie te voorkomen. Gezien de risico’s op gezondheidsschade moeten
vraagtekens worden geplaatst bij de noodzaak van de plaatsing. Hoe het gebruik van de isoleercel
als ultimum remedium wordt gemonitord en geëvalueerd, komt niet in de dossiervoering naar
voren. De onderstaande casussen illustreren dat isolatie werd ingezet in plaats van een adequate
behandeling.
Casus 3: ‘Opvallend is dat het ernstige stemmingsprobleem en de Post Traumatische
Stress Stoornis tijdens de bijna vier weken durende opsluiting in een isoleercel […]
helemaal niet worden betrokken bij de beoordeling van de gezondheidsklachten. Aan de
andere kant wordt patiënt wel in isolatie gehouden omdat hij mogelijk suïcidaal zou kunnen
zijn.’ 18
Casus 4: ‘Ten aanzien van de paniekaanvallen werd pas na één maand een helder beleid
opgesteld. Dit beleid was steeds onderhevig aan verandering, met als gevolg verwarring en
overbelasting van de bewaking en een celgenoot, en een isolatie die voorkomen had
kunnen worden.19
17
Citaat uit dossieranalyse WMZV.
Citaat uit dossieranalyse WMZV.
19
Citaat uit dossieranalyse WMZV.
18
4
Isolatie, ook al is dit kortdurend, kan desastreus zijn voor de psychische gezondheid.20 In de
reguliere geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is het ‘uitbannen van eenzame insluiting’, ofwel
isolatie, een breed gedragen uitgangspunt.21 De IGZ concludeerde in 2009 als volgt: ‘De medische
dienst aggregeert de registratie van de duur en de toepassing van insluiting in de isoleer niet.
Daardoor is er te weinig systematische aandacht voor de preventie van schade die mogelijk
veroorzaakt wordt door verblijf in de isoleercel, met name voor psychiatrische ontregeling ten
gevolge van isolatie.’22
Uit het inspectierapport Plaatsing in isolatie van de Inspectie Veiligheid en Justitie (IV&J, 2012)
blijkt dat er in detentiecentra veel aandacht is geweest voor isolatie. Volgens het rapport heeft dit
onder andere geleid tot een beduidende afname van het aantal plaatsingen en bestaat het
voornemen om de omstandigheden waaronder ingesloten vreemdelingen in straf- en
afzonderingscellen verblijven verder te verbeteren.23 In haar meest recente rapport (2014)
besteedt de IGZ echter geen aandacht aan deze ontwikkelingen.
De monitoring van isolatie in de reguliere GGZ vindt plaats middels het landelijke
registratiesysteem Argus, waarmee onder andere de incidentie en omstandigheden van
isolatieplaatsingen worden bijgehouden.24 Volgens het rapport van de IV&J25 wordt isolatie in
vreemdelingendetentie gemonitord door het bijhouden van de opgemaakte beschikkingen waarin
de isolatiemaatregel staat vermeld. De WMZV vraagt zich af waarom isolatie op medische gronden
in vreemdelingendetentie geen onderdeel is van de landelijke monitoring.
Aanbeveling
 Integreer de monitoring in vreemdelingendetentie van isolatie op medische gronden met
de landelijke monitoring van isolatie binnen de GGZ, met als doelstelling het volledig
uitbannen hiervan.
4. Onvoldoende continuïteit van zorg
In nagenoeg alle bestudeerde dossiers was sprake van tekortkomingen in de overdracht tussen
zorgverleners. De overdracht van medische informatie was afwezig, deficiënt of vertraagd. Het
betreft hier overdrachtsmomenten bij binnenkomst in een detentiecentrum, bij overplaatsing of bij
beëindigen van de detentie (invrijheidstelling of uitzetting). Dit draagt het risico in zich van onderof overdiagnostiek en –behandeling en uitstel van behandeling, wat kan leiden tot (vermijdbare)
gezondheidsschade.
In de meeste dossiers werd weinig tot niets gerapporteerd over de overdracht van medische zorg
na vrijlating of uitzetting. De WMZV heeft daarom, indien mogelijk, navraag gedaan bij de
betrokken patiënten en hun behandelaars buiten detentie. In het merendeel van de gevallen was
de continuïteit van zorg niet voldoende geregeld omdat er geen medicijnen en/of medisch paspoort
of dossier waren meegegeven en/of omdat er geen overdracht had plaatsgevonden naar een
behandelaar buiten detentie. In geen enkel geval is informatie rechtstreeks aan een behandelaar
buiten detentie overgedragen, ook niet wanneer sprake was van ernstige problematiek. Slechts in
één geval vermeldde het dossier dat de patiënt was voorgelicht over het recht op zorg buiten
detentie.
Eén van de patiënten is zonder medische overdracht vrijgelaten terwijl hij tijdens detentie
langdurig - meer dan een maand – was geïsoleerd. In de loop van zijn verblijf in detentie waren
zijn psychiatrische symptomen steeds ernstiger geworden. Een arts (betrokken bij de WMZV) is de
20
Méndez, J. (2011). Interim Report of the Special Rapporteur of the Human Rights Council on Torture and
Other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment. United Nations Doc. A/66/268 See also Stuart,
G. (2006). Psychiatric Effects of Solitary Confinement. Washington University Journal of Law and Policy 22:
325-383
21
Voorde, F.J.J. ten e.a.(2013). Vrijheidsbeperking in de GGZ: Veldnorm insluiting. Opdrachtgever Inspectie
voor de Gezondheidszorg. Soesterberg: TNO Behavioural and Societal Sciences
22
Inspectie voor de Gezondheidszorg (2009)
23
Inspectie Veiligheid en Justitie (IV&J) (2012) Plaatsing in isolatie. Inspectierapport. Themaonderzoek. Den
Haag: IV&J
24
Voorde, F.J.J. ten e.a.(2013).
25
Inspectie Veiligheid en Justitie (2012)
5
patiënt te hulp geschoten omdat hij geen begeleiding kreeg bij zijn overplaatsing. Hij rapporteerde
het volgende:
Casus 5: ‘Patiënt wordt na enkele weken in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum op last
van de rechter vrijgelaten. Hij wordt op een vrijdagmiddag op de trein gezet naar [een
asielzoekerscentrum] zonder medicatie, zonder dat nazorg geregeld is. Komt in het donker
aan. 48 uur na zijn vrijlating krijgt patiënt, alleen door tussenkomst van
belangenbehartiger, voor het eerst zijn medicatie. De medische dienst van het
asielzoekerscentrum weet van niets. Psychiatrische klachten zijn nog aanwezig, alsmede
invalidering door [een fysieke aandoening].’ 26
In tegenstelling tot de bovengenoemde bevindingen stelt de IGZ (2014) dat de continuïteit van
zorg in orde is:
‘Bij ontslag uit detentie- (en uitzet)centrum krijgt de ingeslotene medicatie en een medisch
paspoort mee met daarin medische gegevens. Indien van toepassing, krijgt de betrokkene
ook informatie mee over zorg voor illegalen. De justitieel verpleegkundige draagt
(schriftelijk) medische informatie over aan de nieuwe behandelaar.’27
De Nationale ombudsman ziet wél knelpunten in de overdracht en doet de aanbeveling om in het
belang van de continuïteit van zorg de medische dienst tijdig te informeren over een ophanden
zijnde uitzetting, overplaatsing of opheffing van bewaring. In de kabinetsreactie op dit rapport valt
te lezen dat overleg plaats vindt tussen de DJI en de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V). In geval
van medische bijzonderheden wordt voor twee weken medicatie, alsmede een overzicht van
actuele medicatie (medicijnpaspoort) en een medisch paspoort28 meegegeven.29
Echter: in de praktijk van het vreemdelingenbeleid zijn zorgverleners in veel gevallen niet op de
hoogte van de plek waar mensen na hun vrijlating of uitzetting zullen verblijven. 30 Overleg met de
medische dienst over vrijlating of uitzetting vindt lang niet altijd plaats.31 De tijd om een goede
medische overdracht te regelen is daardoor vaak erg beperkt. Hoewel veel vreemdelingen na
vrijlating de opdracht krijgen het land binnen 24 uur te verlaten, blijft een aanzienlijk deel van
deze mensen ook daarna in Nederland. In een aantal van deze gevallen is wel degelijk bekend wie
de zorgverleners buiten het detentiecentrum zijn. De WMZV meent dat het niet zo kan zijn dat de
behandelovereenkomst - zoals die in de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO)
wordt omschreven - eindigt op het moment dat de patiënt het detentiecentrum verlaat en uit het
blikveld verdwijnt. Volgens artikel II.5 van de KNMG-richtlijn ‘Gedragsregels voor artsen’ is de arts
er ‘verantwoordelijk voor dat continuïteit van de hulpverlening en een goede bereikbaarheid
verzekerd zijn, onverlet de verantwoordelijkheid die hiervoor bij de instelling ligt waar hij
werkzaam is.’32 Vanzelfsprekend moeten zorgverleners gefaciliteerd worden om de overdracht van
medische zorg verantwoord te kunnen doen en de bestaande logistieke bezwaren aan te pakken.
Aanbeveling
 DJI en DT&V moeten zorgverleners zodanig faciliteren dat zij de continuïteit van zorg
volgens hun professionele mandaat kunnen waarborgen. Dit geldt in het bijzonder
wanneer een vreemdeling uit detentie vertrekt omdat hij wordt uitgezet danwel
vrijgelaten.
26
Citaat uit dossieranalyse WMZV.
Inspectie voor de Gezondheidszorg (2014)
28
Met daarin de International Classification of Primary Care Codes
29
Directoraat-Generaal Vreemdelingenzaken (2013) Kabinetsreactie onderzoek Nationale ombudsman naar de
medische zorg voor vreemdelingen. Brief aan de Tweede Kamer 28 november 2013, p. 10
30
Inspectie voor de Gezondheidszorg (2014), p. 19
31
Ombudsman (2013), p. 43
32
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (2013)
27
6