Nieuwsbrief april 2014 - Veiligheidshuis IJsselland

Download Report

Transcript Nieuwsbrief april 2014 - Veiligheidshuis IJsselland

jaargang 6 nr 36 2014
Digitale Nieuwsbrief
Het Veiligheidshuis IJsselland verbindt waar mogelijk de bestaande netwerken tussen zorg, justitie en
bestuur. Om de samenwerking waar nodig een impuls te geven. Het Veiligheidshuis IJsselland staat
voor: verbinden, samenwerken en oplossen.
Digitale landkaart DJI
Heb je ook wel eens zitten zoeken naar het adres van de PI De Karelskamp in Almelo? Of heb je het
telefoonnummer van de PI Zwolle niet bij de hand? Daar is nu een oplossing voor. De Dienst Justitiële
Inrichtingen heeft een Digitale Landkaart gemaakt, waar alle info op te vinden is. De landkaart is te
vinden op: http://www.dji.nl/Perskamer/landkaart/
Stuurgroep Veiligheidshuis
Op 20 maart 2014 heeft de Stuurgroep Veiligheidshuis vergaderd. Op de agenda stonden o.a. het
vaststellen van het jaarverslag 2013 en de jaarrekening 2013. Het jaarverslag staat op onze website.
In de Stuurgroep heeft Judith Kollen, projectleider Persoongebonden Aanpak High Impact Crime politie regio
Oost Nederland, een presentatie gegeven over de wijze waarop de politie via haar adviserende en signalerende
rol een bijdrage kan leveren aan de selectie van de personen voor wie een integraal plan van aanpak wenselijk
is. Over hoe de PersoonsGebondenAanpak in IJsselland vorm kan krijgen is een discussienotitie opgesteld
ten behoeve van de Stuurgroep. De ideeën uit deze notitie zullen worden uitgewerkt in een praktische
werkwijze.
Samenwerken tussen SHG en BjZO in het screeningsoverleg
Bureau Jeugdzorg Overijssel (BjzO) en Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG)
werken sinds september 2014 samen in het screeningsoverleg. Vanuit hun
eigen expertise en zorg nemen zij dagelijks de meldingen (politiemutaties
met code Huiselijk Geweld) door die bij het SHG binnenkomen. Gekozen
is voor een eigen locatie in het gebouw van de GGD IJsselland, een kamer
op de gang bij het Veiligheidshuis IJsselland. “Een perfecte plek. Doordat
we fysiek ook echt bij elkaar zitten, kunnen we snel bij elkaar binnenlopen
om af te stemmen. Dat helpt! Om zo goed en snel mogelijk een plan uit
te zetten,”aldus Karen Makkinga, trekker van het screeningsoverleg
vanuit BjzO.
Karen vertelt, “We werken in een klein team Sanne Stoeten van BjzO, Karin Dillen trekker vanuit het SHG en ik.
Sanne gaat binnenkort met zwangerschapsverlof en dan zal Paulien ter Velde haar vervangen. Om te zorgen
voor een goede bezetting vanuit BjzO hebben we de dagen verdeeld, ikzelf ben er drie ochtenden in de week
en op de andere twee ochtenden is Sanne/Paulien aanwezig. Vanuit het SHG is er altijd iemand van het
basisteam aanwezig. We hebben korte lijnen met onze partners zoals met de politie en het OM. We krijgen één
keer per dag automatisch de mutaties ‘huiselijk geweld’ door van de politie. Elke ochtend draait het SHG de
mutaties uit. Gezamenlijk bekijken we de gegevens: Is het gezin bekend? Wat is het voor een melding? Wat
kunnen wij doen? Als we ook maar enige idee hebben dat de veiligheid van het kind in het geding is dan gaan
we er vanuit Bureau Jeugdzorg gelijk heen vaak samen met het SHG. We wegen de meldingen af en op basis
daarvan besluiten we om het ‘weg te zetten’ als een signaal of dat we direct actie ondernemen. Dit kan
telefonisch of face to face.”
“Wat lastig blijft is de privacy,” zegt Karen en ze legt uit, “Vanuit Bureau Jeugdzorg mogen we politiemutaties
niet gebruiken in verband met de privacy. Als we wel vinden dat er gehandeld moet worden vanuit BJzO dan
vragen wij de betrokken verbalisant om een formele zorgmelding op te maken. Deze samenwerking kan op
onderdelen beter. Het zit nog niet altijd in het systeem van de verbalisanten. Maar als Bureau Jeugdzorg op
huisbezoek gaat hebben we die zorgmelding nodig. Soms gaan we onverwachts. We stellen ouders niet altijd
op de hoogte. In sommige gevallen heeft dat met de veiligheid van het kind te maken. Om een goed beeld te
kunnen vormen hebben we (Bjzo) contact met de ouders, familie, scholen en professionals die om het gezin
heen staan.”Vanuit het SHG wordt er contact gelegd met de betrokkenen, gekeken wordt of zij hulp willen en
welke hulp dan passend is denk aan agressie regulatietherapie of relatiegesprekken.
De ervaringen tot nu zijn positief. “ Vanuit BjzO hebben we het gevoel minder te missen en door de
samenwerking met het SHG voorkomen we dat we langs elkaar werken. Politiemeldingen komen eerder in
beeld. Vooral éérder is belangrijk,” benadrukt Karen. “We kunnen hierdoor misschien erger voorkomen. We
gaan met het gezin in gesprek. Proberen erachter te komen wat het probleem is maar vooral ook: waar zit hun
kracht? We kijken naar het netwerk. Wat kan het netwerk zelf doen en kan het misschien beter ingezet worden
bijvoorbeeld dat een kind af en toe kan slapen bij opa en oma. Een netwerk is fijn, maar het moet wel werken.
Ze moeten weten wanneer er aan de bel getrokken moet worden. Het is aan ons om ze de weg te wijzen en
bewust te maken wat huiselijk geweld voor gevolgen heeft voor het gezin en voor het kind. Als voorbeeld geeft
ze aan: “We vragen een kind vaak drie huizen te tekenen. Eén met zorg, één waar de leuke dingen zijn en één
over de toekomst. We vragen wat gaat goed thuis en wat niet. Dan is het vaak ook dat een kind zegt, ‘mama
bakt lekkere koekjes of papa geeft mama een kusje’. Zo kan je een kind en de ouders laten zien dat het niet
alleen slecht is maar dat het thuis ook goed kan zijn en wat er beter kan. En daar kunnen wij dan weer mee
helpen.”
Karen geeft aan dat in de afgelopen tijd wel méér meldingen zijn gekomen. Mede doordat de mutaties elke dag
worden gescreend. De maatschappij verhardt steeds meer. Karen: “Wij merken dat door de aanhoudende
economische crisis mensen die bijvoorbeeld in scheiding liggen, verplicht zijn om bij elkaar te blijven wonen
omdat hun woning niet meer verkocht wordt en dat kan leiden tot extra spanning. Of dat mensen hun werk
verliezen en hierdoor in financiële nood komen. In sommige gevallen kan dit leiden tot huiselijk geweld. Wij zijn
ervoor samen met de partners om de gezinnen te helpen om hun leven weer op orde te krijgen.”
Samenwerking Veiligheidshuis
De samenwerking met het Veiligheidshuis IJsselland verloopt prima. Karen zegt, “We zitten bij elkaar op de
gang en dat is erg prettig. Als voorbeeld noemt ze, “Vanochtend kwam een mutatie binnen en ik wilde iets
meer weten over het gezin. Ik heb even aangeklopt bij Ton Schutte de veiligheidsmakelaar. We hebben vaak
dezelfde mensen in het bestand. Even schakelen. Vaak stemmen we ook even af met Carola Baggerman - de
informatiemakelaar - van het Veiligheidshuis. Zij kan ons ook extra informatie geven. Van belang om even een
extra check te doen om een besluit af te wegen over wat de beste optie is in een bepaalde situatie.”
Toekomst screeningsoverleg
“We proberen in te spelen op de komende veranderingen”, Karen doelt op de ontwikkeling rondom het sociaal
domein, transitie van de Jeugdzorg en de sociale wijkteams die daar een belangrijke rol in gaan spelen. Het
screeningsoverleg is een pilot en sorteert misschien al wat voor op de nieuwe manier van samenwerken tussen
de partners.”
Wilt u meer weten over het screeningsoverleg of contact met het team? Neem dan contact op met Karen
Makkinga, Sanne Stoeten/Paulien ter Velde of Karin Dillen.
Het mailadres is : [email protected]. Bellen kan ook naar 088 856 78 00 voor
Bureau jeugdzorg Overijssel of 038-422 24 95 voor het SHG.
Artikel 38v Wetboek van Strafrecht
Door hoger beroep is het vonnis in eerste aanleg niet onherroepelijk en wordt de zaak als het ware
‘bevroren’. Omdat een hoger beroepzitting een tijd op zich kan laten wachten (ongeveer 1 jaar) gaat er
dus geruime tijd over heen en moet een pas op de plaats gemaakt worden. Vooral in zaken waarbij de
kans op herhaling groot is c.q. het slachtoffer vrees voor de verdachte heeft, is dit een niet wenselijke
situatie (veelal situaties waarbij sprake is van geweld / huiselijk geweld). Inmiddels heeft de wetgever
een extra artikel aan het Wetboek van Strafrecht toegevoegd: 38v. Door dit artikel is het mogelijk dat de
rechter direct uitvoerbare vrijheidsbeperkende maatregelen oplegt aan de verdachte. Lees meer HH..
Adolescentenstrafrecht
Op 1 april 2014 is de Wet adolescentenstrafrecht in werking getreden. Het adolescentenstrafrecht is geen
nieuwe, aparte vorm van strafrecht. Het jeugdstrafrecht en het volwassenenstrafrecht blijven gewoon naast
elkaar bestaan. Maar de grens tussen beide wordt flexibeler. De kern van het adolescentenstrafrecht is dat de
rechter aan jongeren en jongvolwassenen die een strafbaar feit plegen op het moment dat ze tussen de 16 en
23 jaar oud zijn, meer dan voorheen een passende sanctie (straf of maatregel) kan opleggen. Dat komt doordat
zij zowel volgens het jeugdstrafrecht als volgens het volwassenenstrafrecht berecht kunnen worden. Bovendien
wordt het jeugdstrafrecht op onderdelen aangepast, zodat het beter aansluit op het volwassenenstrafrecht. Om
het adolescentenstrafrecht mogelijk te maken, zijn de wetgeving en de uitvoeringspraktijk op een groot aantal
punten gewijzigd. Jeugdreclassering, jeugddetentie, leerstraffen (gedragsinterventies), Gedragsbeïnvloedende
maatregel (GBM) en Plaatsing in inrichting voor jeugdigen (PIJ) komen beschikbaar voor 18- tot 23-jarigen.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
- Toepassing van het jeugdstrafrecht mogelijk voor verdachten van 18 tot 23 jaar. De volwassenreclassering
adviseert. Bij een voorgeleiding kan het OM al het voornemen tot vorderen jeugdstrafrecht aangeven. De
rechter-commissaris kan dan een jongvolwassene in JJI laten plaatsen. Bij veroordeling volgens
jeugdstrafrecht (16- tot 23-jarigen) kan de rechter toezicht en begeleiding opdragen aan de jeugdreclassering
of de volwassenreclassering;
- Opleggen van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) is alleen nog mogelijk bij
‘gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens’, vastgesteld een psychiater. De PIJ
kan op de einddatum worden omgezet naar TBS met dwangverpleging. Daarvoor is advies nodig vanuit de JJI,
plus een dubbelrapportage door in ieder geval een psychiater. Bij voorwaardelijke PIJ wordt bij niet naleven van
de voorwaarden of wanneer de veiligheid dit vereist een time-out opname mogelijk van maximaal 7 weken;
- De gedragsbeïnvloedende maatregel kan aangevuld worden met nachtdetentie of elektronische controle.
Bij onvoldoende medewerking aan GBM kan rechter maximaal 2 keer een time-out opname in een JJI bevelen,
voor 4 weken. Deze time-out schorst de looptijd van de GBM;
- Er mag geen taakstraf meer worden opgelegd igv een misdrijf met een strafbedreiging van meer dan zes jaar
met een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit ten gevolge. Een taakstraf kan echter nog wel in
combinatie met een andere straf worden opgelegd (dit mag ook voorwaardelijk zijn, dit is niet uitgesloten).
Indien een taakstraf mislukt volgt een vervangende jeugddetentie, tenzij er sprake is van uitzonderlijke
omstandigheden;
- Bijzondere voorwaarden zijn in de wet opgenomen. Nieuw is de bijzondere voorwaarde van volgen van
onderwijs. Aan een bijzondere voorwaarde kan elektronisch toezicht verbonden worden.
De wettelijke wijzigingen gelden alleen voor adolescenten die na 1 april 2014 een strafbaar feit plegen en op dat
moment nog geen 23 jaar oud zijn. Voor adolescenten die dat vóór die datum deden, maar pas daarna vervolgd
worden, gelden nog de oude regels. Voor meer informatie kunt u ook de brochure downloaden.
Monique Willemsen, beleidsmedewerker openbaar ministerie Oost Nederland
Colofon
Heeft u vragen of wilt u meer informatie over het Veiligheidshuis IJsselland neem dan contact op met Lourina
Poot, manager Veiligheidshuis IJsselland, telefoon 06 20402967 of stuur een e-mail naar
[email protected].
Als u wilt dat we uw naam van onze verzendlijst verwijderen, klikt u hier.
Vragen of opmerkingen? Stuur een e-mail naar [email protected]