PATIENT INFORMATIE OVER

Download Report

Transcript PATIENT INFORMATIE OVER

PATIENT INFORMATIE OVER NEUSCORRECTIES BIJ SCHISISPATIENTEN
SEPTUMCORRECTIE
Dr RML Poublon KNO-arts
Wat is het neusseptum
Het neusseptum of neustussenschot of kortweg het septum bevindt zich in het midden van de neus en
verdeelt de doorgang door de neus in twee helften. Het wordt begrensd door de neusrug aan de
bovenzijde, het gehemelte aan de onderzijde, de neuspunt aan de voorzijde en de neuskeelholte aan
de achterzijde. Het neustussenschot heeft een voorachterwaartse lengte van 7 tot 10 cm. Het bestaat
voor een deel uit kraakbeen en voor een deel uit bot. Het kraakbenige deel bevindt zich aan de
voorzijde waar de neus nog beweeglijk is en biedt steun aan de neuspunt en neusrug. Het gehele
neustussenschot is bedekt met slijmvlies dat vochtig is door produktie van neusslijm. Dit slijm wordt
door trilhaartjes op het neusslijmvlies naar achteren (neus-keelholte) getransporteerd en daar
ingeslikt.
Welke klacht kan iemand hebben met een scheef neusseptum
Hoewel de meeste mensen een recht septum hebben kan dit door een min of meer ernstige klap of
stoot tegen de neus scheef gaan staan en daarmee de doorgankelijkheid van de neus belemmeren
(neusverstopping). Soms is dit al bij uitwendige inspectie duidelijk (de neus staat scheef of de
neuspunt en/of neusrug zijn onvoldoende gesteund). Meestal is dit echter pas duidelijk na inspectie
door Uw behandelend arts. Daarbij heeft Uw arts de neus bekeken met een neusspeculum of een
neusendoscoop (zie ook folder neusendoscopie).
Bovendien kan een scheef neustussenschot ertoe leiden dat de verbinding tussen de neusbijholten en
de neus belemmerd wordt waardoor makkelijk een onderdruk in de neusbijholten kan ontstaan met
klachten van hoofdpijn tot gevolg. Tevens kan het slijm uit de neusbijholten minder makkelijk de neus
bereiken waardoor een ontsteking kan ontstaan (kaakholte-ontsteking of sinusitis) hetgeen ook kan
leiden tot hoofdpijn.
Doel operatie
Door het septum recht te zetten wordt de doorgankelijkheid van de neus verbeterd. Daarmee zal de
neusverstopping kunnen worden verminderd of zelfs opgeheven en de hoofdpijn kunnen verdwijnen.
Operatie neustussenschot (septumcorrectie)
Bij de operatie aan het septum wordt uitsluitend in het inwendige van de neus geopereerd en komt er
dus geen uitwendig zichtbaar litteken. De operatie vindt altijd plaats onder narcose (algehele
anaesthesie); meestal kunt U dezelfde dag weer naar huis.
Via een klein sneetje in het slijmvlies aan de binnenzijde van de neus wordt het slijmvlies van het
neustussenschot losgemaakt. Hierna kan het scheefstaande kraakbenige en benige deel worden
bereikt en rechtgezet, dwz uitstekende delen worden verwijderd terwijl kromme delen worden
gecorrigeerd.
Het op deze wijze herstelde neustussenschot wordt daarna tijdelijk op zijn plaats gehouden door in de
neus gebrachte gazen (tampons), zodat slijmvlies, kraakbeen en bot weer aan elkaar vast kunnen
groeien. Vaak worden aan de buitenzijde van de neus pleisters geplakt ter ondersteuning van de
neus.
Combinatie met andere operaties
Soms wordt een septumcorrectie gecombineerd met andere operaties aan de neus of neusbijholten.
Dit kunnen operaties zijn waarbij de nauwste plaats van de neus wordt verruimd (“spreader graft” ) of
waarbij een gat in het neustussenschot moet worden gesloten. Ook kan het nodig zijn de vorm van de
neus te veranderen na een trauma of als onderdeel van een aangeboren afwijking (schisis). Zie voor
het laatste in de patiënteninformatie folder septorhinoplastiek.
Complicaties
Iedere operatie kan tot problemen leiden ondanks dat de operatie goed is uitgevoerd (complicatie). Dit
kunnen bloedingen zijn maar ook een infectie of een gestoorde wondgenezing. De kans dat dergelijke
complicaties optreden na een septumcorrectie is uiterst gering. De kans hierop neemt echter toe
wanneer U bloedverdunnende medicijnen bent blijven gebruiken (aspirine, Ascal, Sintrom of
Marcoumar) of zich niet houdt aan de voorschriften van de behandelend arts.
Soms treedt een doof gevoel op van de boventanden doordat kleine gevoelszenuwen beschadigd zijn.
Dit verdwijnt vanzelf, het normale gevoel komt meestal binnen een paar weken terug.
Indien U pijn heeft in de neus in combinatie met koorts doet U er verstandig aan contact op te nemen
met de chirurg, die U heeft geopereerd.
Nazorg
De dagen na de operatie kunt U regelmatig last hebben van enig bloederig vocht dat door het
pleisterverband lekt. U hoeft hierover niet ongerust te zijn. Indien nodig kunt U altijd met de polikliniek
KNO.
Ook kunt U last hebben van niezen of niesbuien. Dit wordt veroorzaakt door prikkeling van het
neusslijmvlies door de tampons. Het best kan dit plaatsvinden door te niezen met een open mond. Het
niezen kan verder worden onderdrukt met medicijnen die door uw behandelend arts kunnen worden
voorgeschreven.
Na enkele dagen zullen de pleisters en neustampons poliklinisch worden verwijderd. Daarna dient U
Uw neus regelmatig (3 - 4 maal per dag) te spoelen met fysiologisch zout water (afgestreken theelepel
op een glas lauw water) en de neus niet te snuiten maar op te halen
gedurende minimaal 6 weken.
SEPTORHINOPLASTIEK
Algemeen
De neus is te onderscheiden in een uitwendig deel (neuspunt en neuspyramide) en een inwendig deel
(neustussenschot en zijkant van de neus). In de neuspunt of wel het onderste 1/3 deel van de neus
bevinden zich kraakbeentjes die aan de neuspunt de karakteristieke vorm geven (bv wipneus).
Bovendien omgeven deze kraakbeentjes de neusingang of neusgaten en kunnen zij daardoor de
neusdoorgankelijkheid beïnvloeden.
Tot de neuspyramide behoren het middelste en bovenste 1/3 deel van de neus. Het middelste 1/3
deel bestaat uit kraakbeen, terwijl het bovenste 1/3 deel uit bot bestaat.
Neuspunt en neuspyramide bepalen elk in belangrijke mate de vorm en de functie van de neus.
Doel operatie
Verbeteren doorgankelijkheid van de neus door het neustussenschot (septum) recht te zetten in
combinatie met het verbeteren van de vorm van de uitwendige neus (neuspunt symmetrisch maken en
recht zetten van de neuspyramide of de neusrug te verhogen of verlagen).
Operatie in- en uitwendige neus (septorhinoplastiek)
De operatie aan de in- en uitwendige neus kan geheel inwendig plaatsvinden zonder gebruik te
hoeven maken van een uitwendig litteken (gesloten benadering) of door een kleine toegang te maken
via de onderzijde van de neus in de huid van het neustussenschot (open benadering). Bij de
laatstgenoemde benadering is uw behandelend arts in staat de huid van de neuspunt los te maken
waarna een klein uitwendig litteken zichtbaar is. Dit litteken zit aan de onderzijde van de neus en zal
meestal slechts tijdelijk zichtbaar zijn. Dit wordt uiteraard voorafgaande aan de operatie met U
besproken. Vrijwel altijd zal de ingreep in narcose (algehele anaesthesie) plaatsvinden; meestal kunt
U dezelfde dag weer naar huis.
De operatie bestaat uit een correctie van het septum waarbij delen kraakbeen en/of bot verwijderd of
rechtgezet worden. Ook kan het nodig zijn dat kraakbeen en/of bot toegevoegd worden, van elders uit
de neus (“spreader graft”) of uit het lichaam (oorschelp- of ribkraakbeen of bot uit het bekken). Vaak
worden hiervoor beitels gebruikt waardoor gedurende enkele dagen na de operatie soms wat blauwe
plekken van de oogleden kunnen ontstaan.
De op deze wijze veranderde neusvorm wordt tijdelijk gesteund door gazen in de neus achter te laten
(tampons). Deze neustampons zullen na enkele dagen poliklinisch worden verwijderd. Tot dan zult U
niet door Uw neus kunnen ademen maar door de mond. Dit kan wat onaangenaam zijn omdat de
mond en keel dan zullen uitdrogen. Ook voelt U de neustampons bij iedere slikbeweging heen en
weer soppen. Altijd zullen aan de buitenzijde van de neus pleisters geplakt worden en soms wordt een
beschermkapje op de neus aangebracht. De neusspalk dient na verwijdering van de tampons nog
zeker één week te worden gedragen om te zorgen dat de botstukken in de goede stand aan elkaar
groeien.
Combinatie met andere operaties
Bij een septorhinoplastiek worden zowel het neusseptum als de uitwendige neus gecorrigeerd. Indien
een correctie van het septum niet nodig is, wordt de uitgevoerde operatie een rhinoplastiek genoemd.
Hieronder vallen een neuspuntcorrectie of neusdorsumcorrectie. Veel ziektekostenverzekeraars
vergoeden deze operatie, die geheel cosmetisch is, slechts gedeeltelijk of in het geheel niet.
Soms wordt bij schisispatienten naast de secundaire correctie van de neus ook de lip samen met de
plastisch chirurg gecorrigeerd.
Complicaties
Iedere operatie kan tot problemen leiden ondanks dat de operatie goed is uitgevoerd (complicatie). Dit
kunnen bloedingen zijn maar ook een infectie of een gestoorde wondgenezing. De kans dat dergelijke
complicaties optreden na een septorhinoplastiek is aanwezig. Dit kunnen bloedingen zijn waardoor
een bloeduitstorting van de oogleden optreedt (blauw oogleden). De kans hierop neemt toe indien U
kort voor de operatie of in de weken na de operatie bloedverdunners gebruikt heeft zoals aspirine,
Ascal, Sintrom of Marcoumar of zich niet houdt aan de voorschriften van de behandelend arts.
Soms treedt een doof gevoel op van de boventanden omdat kleine gevoelszenuwen beschadigd zijn.
Dit verdwijnt vanzelf, het normale gevoel komt meestal binnen een paar weken terug.
Indien U pijn heeft in de neus in combinatie met koorts doet U er verstandig aan contact op te nemen
met de polikliniek KNO.
Nazorg
De dagen na de operatie kunt U regelmatig last hebben van enig bloederig vocht dat door het
pleisterverband lekt. U hoeft hierover niet ongerust te zijn. Indien nodig kunt U altijd met de polikliniek
KNO.
Ook kunt U last hebben van niezen of niesbuien. Dit wordt veroorzaakt door prikkeling van het
neusslijmvlies door de tampons. Het best kan dit plaatsvinden door te niezen met een open mond. Het
niezen kan verder worden onderdrukt met medicijnen die door uw behandelend arts kunnen worden
voorgeschreven.
Na enkele dagen zullen de pleisters en neustampons poliklinisch worden verwijderd. Daarna dient U
Uw neus regelmatig (3 - 4 maal per dag) te spoelen met fysiologisch zout water (afgestreken theelepel
op een glas lauw water) en de neus niet te snuiten maar op te halen gedurende minimaal 6 weken.
Het beschermkapje wordt na detamponnade van de neus gedurende één week alleen nog ’s nachts
gedragen. Daarna is het beoefenen van contactsporten (judo, boksen) af te raden. Andere sporten
pas na 6 weken langzaam beginnen.