Transcript De kosten van het levensonderhoud berekenen

De kosten van het levensonderhoud berekenen∗
Wat is de gemiddelde consumptie onder de CPI?
In totaal zitten er 518 goederen in het mandje van de doorsnee-consument dat
dient om de Belgische consumentenprijzenindex te berekenen. Het mandje bevat
bijvoorbeeld (met het gewicht in het gezinsbudget in procenten):
Uurtarief schoonmaken
Personal computer (incl. laptops)
Bruin brood (800 g)
Universiteit: inschrijvingsgeld en examengeld
Jeansbroek
Consultatie tandarts
0,72
0,46
0,32
0,23
0,18
0,06
%
Het lijstje van wat er precies in het mandje zit vind je hier:
http://statbel.fgov.be/nl/binaries/cpibas2004-2010_nl_tcm325-34195.
pdf. De gewichten in dit document zijn in promille (h), en je moet dus vermenigvuldigen met 10 om percenten (%) te krijgen. Lees ook: Jan Bosteels
(2011, 19 maart), ‘Wat zit er in de index? Van luiers tot crematie,’ Jobat, p. 5
(http://www.jobat.be/extra/krant_archief/JobatFULL_20110319.pdf).
De Nationale Bank van Belgi¨e publiceert vier maal per jaar het Statistisch
Tijdschrift, dat de belangrijke macro-economische gegevens van Belgi¨e bevat. Je
kan het Statistisch Tijdschrift afhalen als een pdf-bestand: ga naar de webstek
van de Nationale Bank van Belgi¨e (nbb.be) en volg de koppeling “Publicaties.”
Tabel 24.1C vult afbeelding 24.1 in Mankiw and Taylor (2011, p. 511) aan,
en toont de wijze waarop een gemiddelde Belgische consument zijn bestedingen
verdeelt over de diverse categorie¨en goederen en diensten.
∗ Handreiking bij hoofdstuk 24 in Mankiw and Taylor (2011). Bijgewerkt op 6 februari
2014.
1
Tabel 24.1C. Een doorsneeconsumptie van goederen en diensten. Noot.
Gegevens uit Nationale Bank van Belgi¨e (2013), Statistisch Tijdschrift, nr.
2013/4, tabel 7.4 p. 71.
Voedingsmiddelen en dranken
Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen
Vervoer
Cultuur en ontspanning
Stoffering, huish. apparaten en dagelijks onderhoud van de woning
Hotels, caf´es en restaurants
Diverse goederen en diensten
Kleding en schoeisel
Gezondheidsuitgaven
Communicatie
Tabak
Onderwijs
Totaal
Wegingsco¨effici¨ent
19 %
16
16
12
7
7
7
6
4
4
1
1
100
Inflatie: bbp-deflator versus CPI
Afbeelding 24-4B toont de inflatie voor Belgi¨e (1996–2013) gemeten als de procentuele verandering in de bbp-deflator en in de consumentenprijzenindex (CPI).
Vergelijk met afbeelding 24.2 in Mankiw and Taylor (2011, p. 515).
Afbeelding 24.2B. Twee maatstaven voor de inflatie in Belgi¨e, 1996–2015. Noot.
Data van OECD, OECD Economic Outlook (diverse nummers), Annex Tables
16, 18. (oecd.org)
5
CPI
4
Procent per jaar
3
2
1
bbp-deflator
0
1995
2000
2005
2
2010
2015
Corrigeren voor inflatie: bedragen uit andere tijden
De gegevens voor de Amerikaanse consumentenprijzenindex (CPI) vanaf 1913
die ik gebruikte in het voorbeeld over Star Wars vind je hier:
http://research.stlouisfed.org/fred2/data/CPIAUCNS.txt
Corrigeren voor inflatie: re¨
ele en nominale rentevoet
Afbeelding 24.4B toont de re¨ele en nominale rentevoeten in Belgi¨e tussen 1950
en 2013. Vergelijk met afbeelding 24.4 in Mankiw and Taylor (2011, p. 519).
Verlopen de re¨ele en de nominale rentevoet volgens hetzelfde patroon?
Afbeelding 24.4B. Re¨ele en nominale rentevoeten in Belgi¨e, 1950–2013.
Noot. Nominale rentevoet is de rentevoet op de lange termijn van OECD, Country Statistical Profile (http://www.oecd.org/belgium/. Re¨ele rentevoet berekend aan de hand van de historische consumptieprijsindex van Statistics Belgium
(http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/consumptieprijzen/).
15
Procent per jaar
10
Nominale
rentepercentage
5
Reële
rentepercentage
0
-5
1960
1970
1980
1990
2000
2010
Referenties
Mankiw, N. G. and Taylor, M. P. (2011). Economics. South-Western Cengage
Learning, Andover, 2nd edition.
3