WINTER 2014 - The Mill Hill Missionaries

Download Report

Transcript WINTER 2014 - The Mill Hill Missionaries

WINTER 2014
Joyeux Noël
Zalig Kerstfeest
Feliz Navidad
Krismasi Njema
Frohe Weihnachten
(Tekening: Kinderen, Baswar, India)
ONDER ONS
4
7
10
13
EEN KERSTKINDJE.
Dit jaar een kerstverhaal uit Congo. Jan Molenaar mhm vertelt
van een bijzondere Kerstervaring in het Congolese regenwoud.
“En dat begon zo. Het was een maand voor Kerstmis. Het was al
twee uur donker in het land van Kasavubu en Lumumba, dat nu
weer Congo heet. Het regenseizoen liep ten einde, maar af en toe
viel het nog met bakken uit de hemel. Rond half negen ‘s avonds
werd er op mijn deur gebonsd”.
VERTROKKEN MET PIJN IN HET HART.
Van de jubelstemming bij de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan
nog niet zo lang geleden is nu niets meer over. Het jongste land
van Afrika is sinds Kerstmis vorig jaar verzonken in een niets
ontziende burgeroorlog. Ben Stopel mhm heeft het land moeten
ontvluchten. “Veel respect heb ik voor onze catechisten en leken
die ondanks alles mensen samenroepen voor een gebedsviering
op de zon- en feestdagen. Samen met hen blijven we hopen en
bidden dat er nu toch eindelijk vrede gesloten wordt”.
EEN KLEIN SPRONGETJE MET AKELIGE GEVOLGEN.
Een open beenbreuk als gevolg van een onschuldig klein
sprongetje was er de oorzaak van dat Willem op de Weegh
mhm uiteindelijk met een lelijke ontsteking moest vertrekken uit
Kameroen. Zijn been bleek ook in Nederland niet te redden en hij
leert nu opnieuw weer lopen met een prothese. Een aangrijpend
verhaal.
ACTIE TEGEN CORRUPTIE.
Verschillende missionaire congregaties in Oeganda, waaronder
Mill Hill, hebben samen een Centrum voor Rechtvaardigheid en
Vrede gesticht in Kampala. Fons Eppink mhm ging er op bezoek
en deelt enkele indrukken: “Actie tegen corruptie is een karwei
van lange adem. Het vraagt om een mentaliteitsverandering van
hoog tot laag in alle geledingen van de maatschappij”.
RUBRIEKEN
Ontmoetingsdag: Lege kerken en toch reden tot optimisme.......................................…….16
Van her en der………………………………………………………….......................………………18
In memoriam....................................................................................................…………………22
3
EEN KERSTKINDJE.
Dit verhaal speelt in Congo (DRC). In juni 1960 kreeg dat land politieke
onafhankelijkheid. Bijna onmiddellijk brak er een gewelddadige strijd los om de
politieke macht die uiteindelijk het leven kostte aan eerste minister Patrice Lumumba.
Toen er in 1963 ook nog een gewapende rebellie uitbarstte, was de chaos compleet.
Jan Molenaar mhm was toen werkzaam in Simba, in de verste uithoek van het
bisdom Basankusu, midden in het onmetelijke Congolese regenwoud. Hij vertelt:
Hij heet Mosongo en is 50 jaar oud,
als hij tenminste nog leeft. In 1963 was
hij - in een levende kerststal - ... ons
Kerstkindje.
er niemand van onze kant naar de
andere kant en wie gesnapt werd bij het
oversteken of bij het helpen oversteken,
werd ter plekke doodgeschoten.
En dat begon zo. Het was een maand
voor Kerstmis. Het was al twee uur
donker in het land van Kasavubu en
Lumumba, dat nu weer Congo heet.
Het regenseizoen liep ten einde, maar
af en toe viel het nog met bakken uit
de hemel. Rond half negen ‘s avonds
werd er op mijn deur gebonsd. En
bonzen moest je, want de regen op het
dak van aluminium golfplaten maakte
zo’n heIs kabaal dat, tenzij je bonsde,
niemand in huis iets hoorde. Voor de
deur stond een man die er uitzag als
een verzopen kat. Ik kende hem niet. Hij
kwam uit Yokana, 30 kilometer van mijn
missiestatie ‘Simba’.
Tegen beter weten in, heb ik haar
opgehaald en met veel pijn van haar
kant en grote moeite van mijn kant
Vijf uur onderweg was hij geweest… lopend! Zijn vrouw
was al twee dagen in barensnood en moest naar het ziekenhuis, dat aan de andere
kant van de rivier lag.
Misschien dat de dokter haar en
haar baby nog kon redden. Of ik haar
met mijn pick-up naar de dokter kon
brengen. “Ja, natuurlijk. Alleen, er is
een probleem. Gesteld dat ik haar goed
en wel over die slibberige weg vol
gaten en kuilen toch bij die rivier (de
Lopori) zou kunnen brengen zonder al
te veel schade aan moeder en baby, wat
dan?” Van Lumumba’s rebellen mocht
4
bereikten we het dorp aan de rivier
Lopori, waar de mensen woonden die
het veerpont bedienden. Geen schijn
van kans dat ze ons over wilden zetten,
ook al was er geen rebel in de buurt.
Het was te riskant. Je weet maar nooit
wanneer ze op patrouille deze kant
uitkomen, was hun (geldig) argument.
Ik ben er niet trots op, maar na een uur
argumenteren en zeggen dat ik als hun
pater de volle verantwoordelijkheid
Veerpont bij Simba.
op me nam, waren we nog geen stap
verder. Toen heb ik gedreigd dat ze geen
christelijke begrafenis zouden krijgen,
en ik hun kinderen niet meer zou dopen
... en toen ook dat niet hielp, heb ik
gezegd dat ik zeker was dat God hun
weigering om deze vrouw te helpen zou
bestraffen ... en zij ook wel wisten dat ik
bij God wel wat te vertellen had. Ik was
immers pater! Het werkte. Ze vielen
toch liever in handen van mensen dan
in die van een straffende God.
wenkte de mensen van de veerpont
om me op te halen, liep door een haag
van geweren naar iemand die me de
commandant leek te zijn en zei tegen
hem (in de landstaal): “Gefeliciteerd,
je zus heeft een kind gekregen, een
jongen, stamhouder is hij.” ”Ze is mijn
zuster niet. Ik ken haar niet,” kwam het
antwoord. Ik keek hem recht in de ogen
en zei : “Ik ken haar ook niet, maar ze is
wel even zwart als jij, dus eerder jouw
dan mijn zus.”
Na de overzet namen ze de veerpont
meteen weer mee terug naar hun eigen
kant. Ik moest, als ik terug was, maar
toeteren!
Even verscheen er een soort (h)
erkenning in zijn ogen. In het geweld dat
ze uitstraalden en in het machtsvertoon
dat ze ten toon spreidden, werd een
beetje menselijkheid geboren. Hij
draaide zich om en gaf zijn mannen
bevel in te stijgen en te vertrekken. Pas
toen brak het zweet me uit. Een maand
later, met Kerstmis, was Mosongo
- in onze levende kerststal - ... ons
kerstkindje.
De dokter uit bed gebonsd en een uur
later werd Mosongo met de keizersnee
geboren, gezond en wel, en was moeder
uit haar pijn en lijden verlost. Grote
vreugde en dankbaarheid. Er was
een kind geboren. De Engelse dokter/
dominee dronk geen alcohol, dus geen
biertje en na een kopje thee en een
koekje, ging ik weer richting de rivier
de Lopori op weg naar huis. Ik hoefde
niet te toeteren. Een grote legertruck
met zo’n 20 rebellen, geweer in de
aanslag, stond me op te wachten. Ik
En ik wist weer dat in al die ellende
een mens met Gods hulp het verschil
maakt.
Jan Molenaar mhm
5
The word became flesh
St Martin-in-the-Fields, London
6
VERTROKKEN MET PIJN IN HET HART.
De droom van een vreedzame opbouw van Zuid-Soedan, het jongste land van
Afrika, ligt, zoals bekend, totaal aan duigen. Sinds eind vorig jaar woedt er een
uiterst gewelddadige burgeroorlog waarvan het eind nog lang niet in zicht is.
Ben Stopel mhm heeft het land moeten ontvluchten en verblijft nu in Nederland.
Hij volgt de ontwikkelingen op de voet en verhaalt hier van de hartverscheurende
gebeurtenissen in Malakal, waar hij tientallen jaren als missionaris actief is geweest.
was de ergste. De wreedheden die
toen zijn bedreven, zijn met geen pen
te beschrijven. Ze staken zelfs de Nijl
over, de vluchtende mensen achterna.
Er werd geschoten op alles wat maar
bewoog. Overal lagen lijken die later in
massagraven zijn begraven.
Wat is er de afgelopen 10 maanden
zoal met de bevolking gebeurd in
het enorm grote bisdom Malakal dat
bestaat uit 3 van de 10 deelstaten? Juist
daar zijn de gevechten aan de gang. Er
zijn 1,2 miljoen mensen gevlucht naar
veiliger gebieden in Zuid-Soedan zelf
of naar de omliggende landen. Zo’n
60.000 mensen zitten in de UNMISS
(VN-missie) bases onder de meest
erbarmelijke omstandigheden, want
het is nog regenseizoen.
In Malakal zitten nog steeds 17.000
mensen en dat is 5000 minder dan
voorheen. Sommigen zijn met een
VN-vlucht naar Juba vertrokken en
anderen bevinden zich aan de overkant
van de Nijl waar ook een kamp is. Ik heb
te doen met de kinderen die niet naar
school kunnen. Een paar dagen geleden
werd op de tv gezegd dat ongeveer
50.000 kinderen ondervoed zijn. Ik
heb via de mobiel contact met enkele
priesters en mensen van het diocees en
blijf daardoor goed op de hoogte hoe
het hen vergaat. De laatste aanval op
Malakal van de rebellen op 18 februari
De dag na de aanval wist onze
emeritus bisschop, Vincent
Mojwok, ’s morgens vroeg samen met twee van de priesters de Nijl over te zwemmen
onder een regen van kogels.
Toen vluchten nog mogelijk was.
Het is een wonder dat ze ontsnapt
zijn. Met alleen maar de kleren aan
hun lijf werden ze uiteindelijk door
een VN auto opgepikt en na veel
dagen hebben ze het vliegveld van de
oliemaatschappijen kunnen bereiken
om naar de hoofdstad Juba te vliegen.
Ook de andere diocesane priesters en
zusters wisten te ontkomen en Juba
te bereiken; maar een van de priesters
die thuis was, kwam om samen met
zijn vader. Zo rende iedereen voor zijn
7
leven de stad uit of richting het kamp
van de UNMISS; iedereen heeft zijn
eigen verhaal over die dag(en). Wie
niet konden vluchten werden gedood
waaronder patiënten in het ziekenhuis
hard getroffen was vergeleken met
andere plaatsen. Een vierde van de
stad is verwoest. Overal staat nu gras
want het is nog steeds regenseizoen.
Er zijn geen dieren meer, zelfs geen
Ben Stopel in betere tijden.
die niet van de Nuer stam waren; er
werd verkracht en geroofd en huizen
werden in brand gestoken. Niemand
zal ooit weten hoeveel mensen er
omgekomen zijn.
Een groep mensen die op het terrein
van de kathedraal beschutting hadden
gezocht en niet konden vluchten, zijn
uiteindelijk door de UNMISS opgehaald
na aandringen van Zr. Elena, een van
de Comboni zusters. Pas toen kon ook
zij als laatste naar Juba vertrekken met
pijn in haar hart. Zo is het met ons
allen vergaan. De situatie was anders
geweest als de Nuer die bloedige aanval
op de Shilluk niet uitgevoerd hadden.
Dan hadden deze laatsten de kant van
de Nuer gekozen. De terreur duurde
tot eind maart toen de regering de stad
weer innam. Een journalist die Malakal
bezocht zei dat de stad bijzonder
8
kippen, alleen maar agressieve honden
die mensenvlees hebben leren eten.
Overal zijn er soldaten en Shilluk
militie (“Shilluk Self-defence Force”) die
wapens hebben gekregen van president
Salva Kiir, want die wil natuurlijk wel
dat de oliewinning ten noorden van
Malakal beschermd wordt: anders
raakt hij zijn hele inkomen kwijt om
de oorlog te bekostigen. Aan de weg
richting UNMISS kamp wonen weer
enkele mensen. Ook zijn er die overdag
de stad in gaan om zoete thee, eten of
wat dan ook te verkopen en naar hun
woningen gaan.
Jakob Kirchler mhm (tot vorig jaar
ook actief in het bisdom) stuurde me
een e-mail met veel informatie die hij
gekregen had van een van de diocesane
priesters die naar Nairobi was gegaan.
Enkele diocesane priesters gaan zo af
Malakal in tijden van burgeroorlog.
en toe terug naar Malakal en sinds kort
ook naar Bentiu in de deelstaat Unity. Ik
hoop dat ze veilig zijn nu de stad weer
ingenomen is door de rebellen. Enkele
Comboni missionarissen zijn terug op
hun missiepost onder de Nuer. Het is
goed voor het moraal van de mensen
om een priester of zuster te zien. Ze zijn
blij dat er weer een Eucharistieviering
gehouden kan worden in Malakal en
buiten de stad op plaatsen waar veel
mensen naar toe gevlucht zijn.
zijn intussen getraind om mensen in
alle deelstaten te mobiliseren om te
gaan werken aan “ genezing, vrede en
vergeving”. Voor de kerk als geloofwaardige en morele autoriteit is een
belangrijke rol weggelegd om mensen
samen te brengen via een ‘van mens
tot mens’ vredesproces dat vele jaren
zal duren zodat uiteindelijk deze zwarte
bladzijde omgeslagen kan worden.
Ben Stopel mhm
Veel respect heb ik voor onze
catechisten en leken die ondanks alles mensen samen
roepen voor een gebedsviering op de zon- en feestdagen.
Samen met hen blijven we hopen
en bidden dat er nu toch eindelijk
vrede gesloten wordt. 76 Personen
Wat er nog overeind staat van een kerk.
9
EEN KLEIN SPRONGETJE
MET AKELIGE GEVOLGEN.
‘Een ongeluk zit in een klein hoekje’. Wie kent dat gezegde niet? Willem op de Weegh
mhm heeft het aan den lijve ondervonden. Hieronder verhaalt hij van zijn tragisch
ongeluk in Kameroen. Hij is al een aantal maanden onder medische behandeling in
Nederland. Door een hardnekkige infectie bleek zijn been niet meer te redden. Na de
amputatie (onder de knie) leert hij nu weer lopen met een prothese. Hij inspireert jong
en oud in Vrijland door zijn positieve houding.
Op die bewuste vrijdag, de 14de maart,
werd het toch echt eens tijd om onze
watervoorziening aan een gedegen
onderzoek te onderwerpen: al twee
dagen lang geen druppel water in ons
huis. Dus direct na het ontbijt, ging ik,
samen met Philip, onze jonge tuinman,
op weg naar de tank. Al heel snel werd
het euvel gevonden: een behoorlijke
lekkage in een pvc pijp, die door een
charlatan van een loodgieter was
aangelegd als een soort overloop. Na
Philip klauterde ook ik naar boven tot
op het 8 meter hoge platform waar
de tank op stond. De eenvoudigste
oplossing was om gewoon de overloop
weg te halen, wat een koud kunstje was.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik vroeg Philip
om alvast naar beneden te gaan om de
hoofdkraan te openen, zodat ik nog even
kon luisteren of er inderdaad water de
tank binnenstroomde. En ja hoor, prima
in orde, probleem opgelost: we kregen
dat kostbare vocht weer in onze tank.
Ik begon al te genieten van de gedachte
aan een verfrissende douche later op
de dag. Dus begaf ik me ook gauw naar
beneden via een oude ladder waarvan
de laatste twee sporten ontbraken.
Al enkele malen eerder had ik dat
laatste sprongetje (van zo’n 60 - 70
centimeter hoogte) gemaakt en ik zag
er ook nu geen enkel gevaar in. Dus ik
maakte dat kleine sprongetje, maar,
oh jeetje: ik landde wel op mijn beide
voeten, maar direct daarop viel ik op
mijn achterwerk. Toen doemde er een
verschrikkelijk beeld voor mijn ogen
op: mijn been stak recht vooruit, maar
10
Willem op de Weegh
mijn voet lag haaks tegen mijn been.
Dat beeld staat zelfs nu nog steeds in
mijn geheugen gebrand en ik denk niet
dat ik dat ooit zal kunnen vergeten. Ik
realiseerde me onmiddellijk dat dit
een heel ernstige situatie was, tegelijk
angstaanjagend, afschrikwekkend en
afgrijselijk. Ik vroeg me af of ik mijn voet
nog zou kunnen behouden.
Philip rende weg alsof de duivel hem op
de hielen zat, zodra hij mijn broek rood
zag kleuren vanwege het bloed dat uit de
wonde kwam. Kort daarop kwamen een
paar onderwijzers naar me toe gerend,
gewaarschuwd door Philip. Ze hielpen
mij op mijn ene been staan. Daarop
ging er een van hen diep op zijn hurken
zitten, zodat ik op zijn rug kon klimmen.
Hup, paardje, hup, daar gingen wij. Hij
droeg mij zo’n 30 meter op zijn rug.
Gelukkig stond de hoofdonderwijzer al
klaar met zijn motorfiets en hielpen zij
mij om achterop die motorfiets plaats
te nemen. Toen ik eenmaal op dat
Vóór de operatie.
gemotoriseerde paard plaats genomen
had, had ik nog de tegenwoordigheid
van geest om mijn helpers te vertellen:
“Zeg, jongens, die voet moet ook mee,
hoor”. En nu haasje repje op weg naar
ons ziekenhuis, met mijn linkervoet
bungelend als een beschonken jojo.
Welnu, je had onze intocht moeten
zien: vanaf de hoofdweg begon de
hoofdonderwijzer de claxon van zijn
motorfiets te bewerken. De uitwerking
daarvan was indrukwekkend: binnen
de kortste keren stond de hele staf,
dokter, verplegers en verpleegsters,
eerwaarde zusters, in slagorde op de
veranda van het ziekenhuis. En toen
sloeg de schrik als een bliksemschicht
toe, want twee zusters zagen mij daar
achterop die motorfiests, maar bovenal
die akelig bungelende linkervoet. Een
roep tot onmiddellijke actie steeg op
en binnen een paar seconden kwam
een van de verplegers al aangerend
met een rolstoel en daalde ik van de
motorfiets af naar de rolstoel, ja, van
de ene koninklijke zetel naar de andere.
Ik werd onmiddellijk naar de EHBOpost gereden, en in een mum van tijd
was een tiental medische medewerkers
met mij bezig: met het stelpen van het
bloed, het reinigen van de wonde, het
verwijderen van ontelbare bot-splinters
tot en met het aanleggen van een
infuus, het toedienen van antibiotica,
het opnemen van de bloeddruk, enz.
11
De opname kamer leek wel op een
wriemelende mierenhoop of bijenkorf,
met zoveel nijvere mensen die zich met totale toewijding - inzetten om mijn
voet op z’n rechtmatige plaats terug te
plaatsen. Tegelijkertijd haastte Zuster
Willy, een Nederlandse non, zich naar
de garage om de auto gereed te maken
voor mijn vervoer naar een groter en
beter geoutilleerd ziekenhuis.
Na deze vitale eerste hulp gingen we zo spoedig mogelijk op
weg naar een groter ziekenhuis, ruim 90 km bij ons vandaan in Njinikom. Het was me
het reisje wel en verre van een
pleziertochtje.
En dan die arme verpleger, die ons
vergezelde en die de hele reis geknield
tussen de beide stoelen zat. In de ene
hand hield hij mijn infuus omhoog, vaak
buiten het raam van de auto, dan weer
nam hij de bloeddruk of mijn polsslag
op, en het volgende moment strekte hij
zijn hand uit om mijn gebroken pootje
te ondersteunen, wanneer we weer eens
door een van die diepe kuilen moesten.
Mijn allergrootste waardering en dank
voor deze jonge man, die als stagiaire
naar St. Monica’s ziekenhuis in Baba
gekomen was. In feite, die vrijdag zou
zijn laatste dag daar in St. Monica’s
zijn. Wat een pracht kerel en wat een
toewijding.
Na een kort bezoek aan de dokter
werd ik naar de röntgenafdeling
gebracht en vandaar linea recta, naar
de operatiezaal. De operatie begon
om 14.00 uur en rond 16.10 uur kwam
ik weer naar buiten. Een geslaagde
12
Leren lopen met prothese.
operatie, volgens onze Kameroenese
chirurg, maar, waarschuwde hij mij, “er
bestaat altijd het gevaar van infectie
omdat het een open wond is”. Ik werd
naar mijn kamer gebracht. Zo begon
mijn lange verblijf in het ziekenhuis in
Njinikom, tien weken lang uiteindelijk.
Willem op de Weegh mhm
ACTIE TEGEN HET VEELKOPPIGE
MONSTER VAN CORRUPTIE EN
ONRECHTVAARDIGHEID IN OEGANDA.
Mill Hill Oeganda is een van de initiatiefnemers van het opzetten in Kampala van het
‘Johannes Paulus II Centrum voor Rechtvaardigheid en Vrede’. Na een wat aarzelende
start draait dit centrum nu op volle toeren. Fons Eppink mhm ging er een kijkje nemen. Enkele indrukken:
Toen voormalig geassocieerd lid van
Mill Hill, Patricia Abwooli, na een jaar
onbetaald verlof terugkeerde naar haar
onderwijspost op een middelbare meisjesschool in Jinja, Oeganda, kwam ze
tot de verbijsterende ontdekking dat
haar baan was ingepikt door een ander en dat tot overmaat van ramp ook
nog haar naam van het centrale loonregister in Kampala was geschrapt. Ze
ging onbetaald weer aan de slag en het
duurde maar liefst vijf jaar voor ze haar
registratie terugkreeg. Over de betaling
van achterstallig salaris werd met geen
woord gerept. Door een gelukkig toeval
kreeg ze een aanbod om directrice te
worden van een school bij haar in de
buurt. Maar op één voorwaarde: ze zou
zo’n duizend euro moeten neertellen
voor die buitenkans! Ontzet over zulke
flagrant corrupte praktijken en ook huiverig om zelf te worden besmet sloeg ze
het aanbod af op principiële gronden.
Het ziet er naar uit dat ze de rest van
haar dienstjaren zal moeten slijten als
gewoon ‘lerares-met–principes’.
De voorbeelden van corrupte praktijken in Oeganda liggen voor het oprapen
en variëren van frauduleuze dienstverlening tot ‘spook’ leraren en extra heffingen voor examen- en rapportcijfers.
Hardwerkende ouders die er maar net
in slagen om de financiële eindjes aan
elkaar te knopen zijn altijd het eerste
slachtoffer van dat soort afpersingen.
Wat doe je, als je graag wilt dat je kind
vooruitkomt in het leven? Weinigen zullen, net als Patricia Abwooli, bereid of in
staat zijn om de zware prijs te betalen
van een principiële houding in deze.
Actie ondernemen tegen het veelkoppige monster van geïnstitutionaliseerde
corruptie is een titanenopdracht. Edelmoedige beginselverklaringen en herderlijke brieven van kerkelijke leiders
zetten geen zoden aan de dijk en zijn
niet meer dan mooie woorden op papier.
Actie tegen corruptie is een karwei van
lange adem. Het vraagt om een mentaliteitsverandering van hoog tot laag in
alle geledingen van de maatschappij.
Daar is gedegen informatie voor nodig,
Patricia Abwooli.
13
educatie, bewustzijnsverruiming. En
gevallen van corruptie, vooral ook op
leidinggevend niveau, moeten aangepakt worden en de schuldigen gestraft.
Het ‘John Paul II Justice and Peace Centre’ (JPIIJPC) in Kampala, enkele jaren
geleden opgezet door een aantal missionaire congregaties waaronder Mill
Hill, heeft zich tot doel gesteld om het
grondwerk te verrichten voor vastbesloten actie ter bevordering van sociale
rechtvaardigheid en tegen de overal
doorgedrongen corruptie in Oeganda.
De voorgestelde aanpak is drievoudig:
onderzoek, pleidooi, educatie.
Vanuit een goed toegerust nieuw pand
in de wijk van Nsambya in Kampala
ontwikkelt het Centrum krachtige strategieën en actie gericht op maatschappelijke groepen in sleutelposities. De
politie lijkt een voor de hand liggende
prioriteit. Ik sprak hierover met Alfred
Avuni, hoofd van de onderzoeksafdeling op het Centrum. Hij vertelde opgetogen van een nu lopend programma
dat leden van de politie en de burgermaatschappij beoogt samen te brengen
Alfred Avuni.
14
in een eerlijk en (hopelijk) vruchtbaar
gesprek in een van de vier districten
van de hoofdstad Kampala (andere
districten zullen volgen). Belangrijke
knelpunten zoals mensenrechten, omgaan met stress en geweld, alsook de
omgang met het publiek worden onder
de loep genomen. De plaatselijke media
worden ook ingeschakeld.
Politieagenten zijn geregeld te
gast bij praatgramma’s op de radio om vragen van het publiek
te beantwoorden over kwesties
betreffende het mandaat, de
geweldpleging en rekrutering
van en door de politie.
Een recent gemeenschapsdebat in het
Clocktower politiebureau in Kampala
waarbij vijftien politieagenten en twintig gemeenschapsleiders tegenover elkaar stonden, dreigde aanvankelijk uit
de hand te lopen. Beschuldigingen van
mishandeling en afpersing (van de kant
van de politie) en het verbergen van
verdachten (door het publiek) vlogen
Zuster Fernanda.
over en weer. Maar allengs bedaarden
de gemoederen en het netto resultaat
was een aanmerkelijke vermindering
van gevallen van afpersing en misdaden in het district. En beide partijen
spraken de wens uit om de ontmoetingen voort te zetten.
Zr Fernanda Pellizer, de huidige directrice van JPIIJPC, overhandigde me een
wel doordachte en prachtig geïllustreerde ‘Gids voor Burgerlijke Educatie’
voor scholen, toen ik haar ontmoette
voor een gesprek op haar bureau. Besprekingen van mensenrechten en
plichten, vredestichting en bescherming van het milieu vormen de ruggengraat van dit gedegen handboek. Een
team van stafleden organiseert regelmatig trainingssessies, zo vertelde ze
me. Dit gebeurt vooral in het noorden
van het land waar de beruchte Joseph
Kony en zijn Lord’s Resistance Army
tientallen jaren de bevolking geterroriseerd hebben.
Met zichtbare voldoening gaf ze me uitleg over wat tot nog toe bereikt is, er
is veel verbetering in het verstrekken
van schoolmaaltijden; slordig werk op
een bouwstelling werd aangeklaagd en
gecorrigeerd, en er is aanzienlijke vooruitgang in financiële transparantie en
verantwoording.
Is het allemaal wel de moeite waard,
kun je je afvragen? In veel opzichten
lijken de inspanningen van het Centrum
en de bereikte resultaten op de spreekwoordelijke druppel op de gloeiende
plaat. Maar leert het evangelie ons niet
dat een piepklein zaadje uit kan groeien
tot een flinke boom?
Fons Eppink mhm
15
ONTMOETINGSDAG: LEGE KERKEN EN
TOCH REDENEN VOOR OPTIMISME.
Is het een kleine voorhoede, die straks vele navolgers krijgt of zijn het enkelingen,
die daar aan de Radboud Universiteit Missiewetenschappen studeren? Hun docent,
Dr. Dokman, ziet er jong uit en komt met een heel optimistisch verhaal. Hij sluit
zijn ogen niet voor de negatieve ontwikkelingen, maar ziet tegelijk nieuwe vormen
opbloeien. Waar gaat het heen met religie?
We kunnen kijken naar het rijke verleden en zien hoe ernstig de achteruitgang is, maar het is beter je op de toekomst te richten. In welke richting gaan
de ontwikkelingen? Je ziet dat kerken
aan de eredienst worden onttrokken
en tegelijk ontstaan er nieuwe kerkgemeenschappen van allochtone christenen. Daar vind je veel saamhorigheid,
veel enthousiasme en betrokkenheid.
Onder autochtone christenen slaat de
secularisatie toe.
De oude manier van geloven
spreekt niet meer aan en aan
een kerkgemeenschap zeggen
velen geen behoefte te hebben.
Maar ze vinden zichzelf nog
wel religieus en er is een grote
behoefte aan spiritualiteit.
Boeken en tijdschriften over geestelijk
leven vinden gretig aftrek, maar mensen beleven het als individu zonder
binding aan een kerk. Onze taak als geloofsgemeenschap is om nieuwe wegen
te zoeken om interesse voor de blijde
boodschap van het evangelie te wekken. Veel actieve leken begrijpen dat,
werken er hard aan en voelen weerstand tegen de komst van buitenlandse
priesters of priesterstudenten. Evangelisatie is een verantwoordelijkheid van
ons allen en we willen niet terug naar
een priesterkerk, waar leken buitenspel
gezet worden.
Maar waarin moeten we onze energie
steken? Moeten we vooral zorgen voor
16
Dr. Frans Dokman.
bloeiende gemeenschappen of moeten
we vooral en metterdaad laten zien wat
Jezus van Nazareth ons voorgeleefd
heeft? Gaat het om de gemeenschap
of om de boodschap? Het gaat om beide. Zonder gemeenschap kun je maar
moeilijk tot actie komen. Laat je daarbij
ook inspireren door de allochtone parochies in Nederland en leer van wat ze
elders in de wereldkerk en bij andere
religies doen.
Maar waarom eigenlijk? Het bedrijfsleven heeft dat heel goed door. Daar
is veel aandacht voor geestelijk leven.
Leidinggevenden snappen dat ze hun
persoonlijk leven kunnen versterken
en zo beter leiding kunnen geven. Zij
begrijpen dat hun gemeenschap van
werkenden niet zonder waarden kan.
Een hechte band onder het personeel
zorgt voor een goed functioneren van
elk individu. Wanneer je als bedrijf oog
krijgt voor verscheidenheid, werkt dat
positief in je contacten naar buiten. En
door de contacten met religieuze gemeenschappen gaan ze begrijpen dat
goed leiderschap moet dienen. Zelfs
op wereldniveau komt dat bijvoorbeeld
in het World Economic Forum aan de
orde.
Een heel nieuwe ontwikkeling is het
gebruik van Sociale Media. Kijk naar
de programmering van radio en tv,
naar de vele websites, naar Facebook
en Twitter. Het Twitter account van
Paus Franciscus heeft inmiddels vijftien miljoen volgers en na Obama worden de tweets van de paus het meest
ge-re-tweet = opnieuw geplaatst. Dat
zijn tekenen van hoop. Een geloofsgemeenschap kan er van leren.
John Jorna
ONTMOETINGSDAG
VRIENDEN VAN MILL HILL (28 FEBR. 2015)
Eind februari, om precies te zijn op de laatste zaterdag van februari 2015,
houden we hier onze eerste ontmoetingsdag van 2015.
We hopen weer op een goede dag om elkaar te ontmoeten. Ook hebben we
een spreker uitgenodigd van PAX (voorheen PAX CHRISTI) om ons iets meer te
vertellen over de vredesproblematiek in de wereld en de vredesspiritualiteit
die aan het internationale vredeswerk van PAX ten grondslag ligt.
De spreker op deze dag is Dr. Edwin Ruigrok, eindverantwoordelijke in PAX
voor identiteit en kerkelijke relaties. Vrede is internationaal ver te zoeken
maar ook in ons eigen Nederland verhardt de maatschappij en wordt het
samenleven vaak bedreigd door onbegrip, misverstanden en het gebrek aan
begrip voor het anders-zijn van de ander.
Vrede raakt iedere mens. Het belooft een interessante dag
te worden. Als u geïnteresseerd bent, meldt u dan aan vóór
15 februari 2015,
Wim van der Salm
Johannahoeve 4
6861WJ Oosterbeek
026-3397555
[email protected]
17
VAN HER EN DER
VAKANTIE OF ZENDING?
Een bericht van Jac Hetsen mhm.
Verschillende mensen vroegen mij
zowel hier in Brazilië als in Amsterdam
waarom ik naar Brazilië op bezoek ging.
Mijn eerste antwoord hier in Brazilië
was “para matar saudades” - om mijn
heimwee te overwinnen. Maar eigenlijk
had het antwoord zowel met het
overlijden van Henk Hoogland als het
overlijden van bisschop Vital te maken.
voor jullie zwakke zorgbehoeftige, bejaarde en zieke medebroeders ?
In de parochie van St Paulo Apostolo
hadden ze aangeboden om dag en
nacht voor hem te zorgen, zei de
bisschop. Gelukkig kon ik hier een
heel bevredigend antwoord op geven
en zeggen hoe vaak zijn zussen en
Jac Hetsen.
In feite vroegen de mensen in de parochie
waar ik zelf en Henk gewerkt hadden
steeds wat er allemaal gebeurd was en
wat zijn contact met zijn familieleden
was geweest en met zijn medebroeders
van de St. Jozef Congregatie van Mill
Hill. Wat doet jullie congregatie eigenlijk
18
broers hem bezocht hadden en hoe
we hem uiteindelijk ten grave hebben
kunnen dragen. Zelf heb ik meer
details gehoord over het auto-ongeluk
waardoor emeritus bisschop Vital
Wilderink is komen te overlijden. Hij
was mijn vroegere bisschop, maar
ook medepelgrim en vriend. Ik heb
veel contact gehad met een medekluizenares die pas na 3 maanden uit
het ziekenhuis ontslagen kon worden.
Tien jaar lang had ze met hem het
kluizenaarsleven gedeeld en vele
mensen op retraites begeleid. Daar in
een afgrond van 300 meter vonden twee
mensen de dood en twee overleefden
met grote moeite het ongeval.
Ook mocht ik twee projecten in Rio
de Janeiro bezoeken. Een ervan was
in Cidade de Deus, een van de meest
gewelddadige wijken van Rio. Beide
projecten proberen iets te doen voor
de teenagers van die wijken. Ook heb
ik nog enkele dagen doorgebracht bij
religieuzen die als gemeenschap vijf
eenvoudig om dat te doen. Daarna
ben ik vakantie gaan houden bij Harrie
Meijerink, een oud-MHM student,
die getrouwd is met een Braziliaanse
vrouw en al grootvader is. Hij woont
in Holambra (Braziliaanse gemeente
in de staat São Paolo oorspronkelijk
gesticht door Nederlanders). Dat was
erg fijn. Zijn gedachten zijn erg door
de antroposofie beïnvloed. Hij heeft
samen met de mensen een schooltje
gebouwd op basis van de Rudolf Steiner
filosofie. Erg boeiend. Intussen maakte
ik de verkiezingen mee. Nu bevind ik
me in Brasilia, de hoofdstad, waar ik
32 jaar geleden een inculturatie cursus
volgde om de taal en de gewoontes te
leren. Vandaag hoorde ik dat die cursus
nog steeds loopt en dat er nog steeds
Een Braziliaans geluid.
hoog wonen in het centrum van Rio dag
en nacht te midden van onophoudelijk
lawaai en een verzengende hitte. Niet
missionarissen naar Brazilië komen.
Straks weer terug naar de parochie
van de Portugeessprekende mensen in
Amsterdam en omgeving.
19
VAN HER EN DER
OP PAD MET BEZOEKERS
Op 18 augustus was ik weer terug in
Panyangara. Het stadsleven in Kampala
was achter de rug!
De laatste week dat ik in Kampala was,
had ik twee bezoekers uit Nederland.
We zijn wat dingen in en om Kampala
gaan ondernemen en natuurlijk niet te
vergeten: we hebben een bezoek aan
Huyslinci (project in Entebbe opgestart
door Wijnand Huijs mhm) gebracht.
Daar hadden ze een verrassing voor
me. Omdat de scholen vanwege vakantie gesloten waren hadden ze een paar
bezoekjes georganiseerd. Het eerste
bezoek was bij een familie waarvan één
Het tweede bezoek was bij Saidi. Degenen die allang deze rondzendbrieven
lezen, hebben die naam eerder gezien.
Zeven jaar geleden schreef ik dat hij als
14-jarige weesjongen, voor het eerst in
Huyslinci kwam tijdens een open dag.
Hij wilde computer leren, maar hij had
maar drie klassen lagere school. Hij
dacht met een computer veel CD’s te
kunnen kopiëren en te kunnen verkopen in Kampala. Na een lang gesprek
met hem en zijn oude grootmoeder
werd besloten dat hij eerst de lagere
school af zou maken. Het bleek een heel
intelligente jongen te zijn. Dat kwam een
verre oom te weten en die bood aan om
Corry in gesprek met stafleden van Huyslinci.
kind schoolgeld van HELP (via Huyslinci) krijgt. Bovendien had de moeder
een geit gekregen om mee te fokken.
Van de twee jonge geitjes is er dan eentje voor een andere hulpbehoevende
familie. Ook had ze wat zaad gekregen
om groente te kweken in haar (piepkleine) tuin. Daarvan kon ze met haar gezin
eten en zelfs nog een beetje verkopen.
20
hem de middelbare school te laten volgen. Na nog geen jaar kwam Saidi vragen of hij een technische cursus mocht
volgen. Hij wilde zo snel mogelijk geld
verdienen om zijn oma, broertjes en
zusjes te helpen. Hij leerde eerst het
timmervak en daarna lassen. Van Huyslinci kreeg hij een lening van 100,000
shilling (bijna 30 euro) om samen met
Bij de Karimojong in Noord-Oeganda.
een vriend aan de slag te gaan. Ze werkten hard en kregen klanten. Apetrots is
hij dat hij nu een eigen werkplaats(je)
heeft van misschien 16 m²; hij heeft
klanten en verstaat zijn werk goed. Fantastisch toch!
Op een dag meende zijn vriend
dat hij de baas moest worden
omdat hij bij de start een beetje meer geld had geïnvesteerd.
Saidi had daar niet veel zin in
en begon ’s nachts motortaxi
te rijden tot hij voldoende geld
had om voor zichzelf te beginnen. En dat is hem gelukt!
Het volgende bezoek was bij Dennis,
ook een klant van Huyslinci. Dat was
zo’n jaar of zes geleden een lastige klant
die liever bedelde dan werkte. Uiteindelijk hebben we hem zo ver gekregen dat
hij automonteur is geworden. En ook hij
heeft nu zijn eigen bedrijfje, vlak langs
een drukke weg naar het meer, dichtbij
Huyslinci.
Zulke voorbeelden geven de burger
moed! Ik kan nooit resultaten weergeven in tabellen of kolommen, maar wel
in een verhaal als dit. Geweldig vind ik
dit; jongens die letterlijk met lege handen begonnen zijn en het gered hebben
om een boterham te verdienen. (Misschien komt het beleg ook nog wel).
Daar werkt Huyslinci toch voor!
Corry van den Bosch mhm
21
FIDEEL
Giel de Rooij mhm
Geboren op 14 januari 1919 in Houten
Tot priester gewijd op 9 juli 1944
Missionaris in Kameroen en Nederland
Gestorven op 10 oktober 2014
Ik leerde Giel kennen, toen ik in 1967 staflid
werd in Roosendaal. Wat een opgewekte
kerel! Hij liep nog de ‘missiebusjes’ af in de
West-Brabantse dorpen - PATER de Rooij.
Een groot netwerk van kleine weldoeners
had hij opgebouwd die trouw bezoek van
hem kregen, niet alleen voor de poen,
maar heel bijzonder en vaak als er te
vieren viel of - niet te tellen - te treuren. Hij
was er altijd, Giel.
Een keer hebben we hem als collega’s volgens mij - verkeerd ingeschat. Hij was
in 1969 vijfentwintig jaar priester. Zilver.
Toen heb ik een lied voor hem gezongen
op de melodie: ‘O Waterlooplein’. En
op de kaft van ons Contactblad schreef
ik een gedicht, waarvan de regels
elk begonnen met een letter van dit
zinnetje: ‘gielderooijin’tzilver’. En weet
u welk cadeau wij voor deze drukke,
hyperactieve vijftiger hadden bedacht:
een uitschuifstoel om languit in te luieren.
Giel heeft een keer ons breed lachend
laten zien hoe hij languit ging. Maar
eigenlijk geloof ik dat hij nooit ‘t geduld
had om erin te gaan liggen.
Het probleem van die stoel werd vanzelf
opgelost: Giel kreeg het jaar daarop een
herbenoeming naar Kameroen. Wat was de
man in de wolken! De mensen in Kameroen
hadden bewondering voor zijn enorme
ijver, zijn drukke ‘trek’ programma’s om
tot in de kleinste dorpen de mis te doen,
een rondje langs de zieken te gaan, de
catechumenen nalopen en overhoren jawel, niet minder: de jeugd testen op hun
kennis van ‘doctrine’. “Nah so make we do
dam ‘ting” (zo doen we dat hier). Solide.
Betrouwbaar. Want God is een belangrijke
speler in ons leven, vond Giel. De mensen
zeiden: “Fara Mikel- ‘trong man dat” (pater
Giel is een kanjer).
22
Voor hem gaan ze in dat verre land
binnenkort zonder twijfel een ‘cry-die’
houden: een grote rouwceremonie, met
veel plechtige kleren, met hemelhoge
gebeden, met oprecht huilen voor hun
geliefde pastor, met danspassen en
palmwijn.
Een paar jaar na Giel kreeg ik zelf een
benoeming
naar
(Franssprekend)
Kameroen. Als ik dan eens op bezoek
kwam op zijn missie in Nkar of Kumbo,
had Giel als gastheer opeens alle tijd. De
Roosendaal jaren van ons beiden bleken
een fundament te zijn geworden voor
ware bonhomie tussen ons twee. Direct
na zijn 70-jarig feest nog stuurde Giel
me per kerende post een enthousiast
dankjewel voor mijn felicitatie en voor het
pakketje postzegels dat ik hem te sorteren
had gestuurd. Tot in het detail, tot in het
kleinste: fideel. Trouw. Dat was Giel. Zoals
Oosterbeek hem typeert klopt als een
bus: ‘een gedreven missionaris’.
Ben Beemster mhm
ONZE OVERLEDEN VRIENDEN
De Meern
Dhr. Ton Allard, broer van Zr. Gratia Allard o.c.s.o.
Sommern
Zr. Andrea Annegarn, zus van Br. Augustinus o.c.s.o.
Almelo
Dhr. Jan Voshaar, ex-Millhiller
Oldenzaal
Dhr. Gerhard Beernink, oom van Fr. Bertus Visschedijk mhm
Breda
Mw. Ria Geerts-Krijnen,schoonzus van Fr. Fons Geerts mhm
Tijdschrift over religie en samenleving
in de derde wereld
6 nummers voor € 10,www.missio.nl of telefoon (070) 304 74 44
FOTOGRAFIE
Omslag: Peuter in Buluba (Oeganda) – Fons Eppink, Huub de Bij, Ben Stopel, Jac Hetsen,
Corry van den Bosch
UW TESTAMENT IS NOG BETER
WANNEER DE MISSIE DAARIN BEDACHT IS
Maak uw legaat voor Mill Hill aldus:
“Ik legateer, vrij van rechten, aan
De Nederlandse Regio van de Mill Hill Missionarissen
Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek”
WAARHEEN MET UW BIJDRAGEN?
Persoonlijke giften voor missionarissen
Giro: 1066957 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek.
Bank: ABN/AMRO Rek NL 39 ABNA 040.02.36.311
t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek.
Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië:
ING: NL 52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Mill Hill Oosterbeek.
Bij voorbaat hartelijk dank.
De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de RK Kerkprovincie in Nederland. Door de belastingdienst is op 30 november 2007 een groepsbeschikking afgegeven ten name
van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften zijn dus
fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden.
23
Retouradres:
Johannahoeve 4
6861 WJ Oosterbeek.
Contactblad van Mill Hill
Administratie & redactie.
Johannahoeve 4,
6861 WJ Oosterbeek.
Telefoon : (026) 339 80 82
E-mail
: [email protected]
Internet : www.millhillmissionaries.com
December 2014
Jaargang 48 - nummer 4
Verschijnt 4 keer per jaar
Drukkerij voor de Poort - Oosterbeek