1 Het bestuur Het Ulenhofcollege wordt bestuurd door

Download Report

Transcript 1 Het bestuur Het Ulenhofcollege wordt bestuurd door

Het bestuur
Het Ulenhofcollege wordt bestuurd door de stichting Achterhoek VO. De stichting stelt zich
ten doel in de Achterhoek een zo divers, breed, thuisnabij en kleinschalig mogelijk aanbod
van voortgezet onderwijsvoorzieningen te realiseren. Achterhoek VO is ontstaan uit het
samengaan van de stichtingen COVOA en Orchidee Scholengroep.
De bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij het college van bestuur, bestaande uit:
de voorzitter is de heer H.J. van der Esch, de tweede voorzitter is mevrouw M.Smits. Een
onafhankelijke raad van toezicht ziet toe op het functioneren van het bestuur.
Ouders, leerlingen en medewerkers van de school hebben via de medezeggenschapsraad
en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad invloed op het bestuursbeleid.
Achterhoek VO is een samenwerkingsstichting waarbinnen de scholen hun openbare dan
wel levensbeschouwelijke identiteit behouden. De stichting beheert tien scholen voor
voortgezet onderwijs in de regio Achterhoek:
het Almende College, het Gerrit Komrijcollege, het Ludger College/Metzo College, MaxX,
Prakticon, Praktijkonderwijs Zutphen, het Rietveld Lyceum, het Christelijk College
Schaersvoorde, Het Stedelijk Zutphen en het Ulenhofcollege. Samen bieden de scholen van
Achterhoek VO een breed scala aan opleidingsmogelijkheden.
Meer informatie vindt u op www.achterhoekvo.nl
Correspondentieadres van het college van bestuur
Postbus 429
7001 EK Doetinchem
[email protected]
Bezoekadres
Holterweg 119, 7001 EK Doetinchem
1
Het Ulenhofcollege
Rector: J.D.G. van der Molen MA
Hoofdvestiging Doetinchem
Christelijke Scholengemeenschap voor VWO, HAVO en VMBO
Bizetlaan 86
7002 LZ Doetinchem
telefoon (0314) 37 87 87
fax (0314) 34 35 07 email: [email protected]
www.ulenhof.nl
De nevenvestiging locatie ‟t Beeckland te Vorden
Hoofdgebouw
Dependance
Het Hoge 41
Nieuwstad 49
7251 XV Vorden
7251 AB Vorden
tel. (0575) 55 11 55
tel. (0575) 55 59 68
email: [email protected]
Postbus 65
7250 AB Vorden
www.beeckland.nl
De financiële administratie
De financiële administratie van de Stichting wordt verzorgd door de Cabo (Centrale
Administratie Bijzonder Onderwijs) Lohmanlaan 23, 7003 DJ Doetinchem
Tel: (0314) 39 90 10
fax: (0314) 39 90 19
Beeckland:
NL 13 INGB 0001303757 tnv Stichting Achterhoek VO locatie „t Beeckland te Vorden
Ulenhof:
NL 50 INGB 0000855630 tnv Stichting Achterhoek VO locatie Ulenhofcollege te Doetinchem
2
De klachtenprocedure
Binnen het Ulenhofcollege is een klachtenregeling van kracht, die is opgenomen in het
leerlingenstatuut. De school is via het bestuur van Achterhoek VO aangesloten bij de
landelijke klachtencommissie van de V.B.K.O., postbus 82324, 2508 EH Den Haag.
Het desbetreffende reglement ligt op ‟t Beeckland ter inzage in de mediatheek.
In het kader van het klachtenreglement zijn contactpersonen en vertrouwenspersonen
benoemd. Zij kunnen desgewenst behulpzaam zijn bij het formuleren van een klacht.
Contactpersonen voor de vestiging „t Beeckland zijn: Mevrouw J.C.L ter Avest en Dhr G. ten
Wolde. Extern vertrouwenspersoon: de heer H. Riphagen.
Uiteraard kunt u bij problemen altijd rechtstreeks met betrokkene of indien gewenst met de
schoolleiding contact opnemen.
De missie en de medezeggeschap
Een smalle, brede scholengemeenschap
Het Ulenhofcollege is een scholengemeenschap, dat wil zeggen dat de school verschillende
opleidingen aanbiedt. Het is zelfs een brede scholengemeenschap, omdat zij mogelijkheden
biedt voor zowel algemeen voortgezet onderwijs (AVO) als voor bepaalde vormen van
voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO).
Het is een smalle, brede scholengemeenschap omdat het aantal afdelingen in het VMBO
beperkt is.
De scholengemeenschap is gehuisvest in twee ver uiteen liggende locaties, namelijk VWO,
HAVO en MAVO in Doetinchem en MAVO, gemengde leerweg, kaderberoepsgerichte
leerweg en basisberoepsgerichte leerweg in Vorden.
De locatie ‟t Beeckland kenmerkt zich door kleinschaligheid en onderscheidt zich op het
gebied van de leerlingenondersteuning.
Een christelijke scholengemeenschap
Missie:
De missie is de opdracht in onderwijs en opvoeding die het Ulenhofcollege zichzelf geeft.
Identiteit
De school ziet als taak jonge mensen te begeleiden in hun ontwikkeling, hen daarbij te leren
keuzes te maken vanuit een Bijbelse inspiratie en daarnaar te handelen. Leerlingen en
3
personeel moeten in dat proces bereid zijn elkaar te helpen en verantwoordelijkheid voor
elkaar te dragen.
Onderwijs
De school is een instituut dat het verwerven van kennis ten grondslag legt aan de verdere
ontwikkeling van culturele waarden, die gevormd zijn en gevormd worden door opvoeding in
en buiten het gezin. De school streeft naar een veilig leerklimaat, waarin het onderwijs is
gericht op actief, doelgericht en probleemoplossend leren door de leerling. Het houdt, mede
door een structurele leerlingbegeleiding, rekening met de talenten en de beperkingen van de
leerlingen. Het onderwijs streeft een brede vorming na – binnen de school sinds jaar en dag
aangeduid met “aandacht voor hoofd, hart en hand” – waar mogelijk uitstel van studie- en
beroepskeuze en een toenemende verantwoordelijkheid bij de leerling voor het eigen
leerproces. De school streeft ernaar dat de leerlingen de school verlaten met een bij hun
mogelijkheden passend diploma. De school wil het belang van goed onderwijs mede dienen
door het bevorderen van de dialoog en van korte en heldere communicatielijnen met
leerlingen, ouders en personeel.
Personeel
De school streeft naar deskundig, gemotiveerd en goedgeschoold personeel dat breed
inzetbaar en flexibel is.De school kent een adequaat begeleidingssysteem voor de
medewerkers en een helder taakbeleid.
Opvoeding
Jonge mensen die opgroeien en zich ontwikkelen moeten keuzes maken. De school wil hen
in dat proces begeleiden. Precies op dat punt wordt verwezen naar de bijbelse inspiratie.
Immers, de bijbel leert ons de waarden van het leven zoals: gerechtigheid, barmhartigheid,
solidariteit met zwakkeren; hij leert ons tevens dat wij de aarde slechts in beheer hebben.
Het zal duidelijk zijn, dat die begeleiding eigenlijk wederzijds is: in dit opzicht kunnen leraren
en leerlingen van elkaar leren, net zoals dat in de gezinnen het geval is met ouders en
kinderen. Beide partijen, leraren en leerlingen, hebben in dit proces dan ook een eigen
verantwoordelijkheid.
Levensbeschouwing
Omdat keuzes maken vanuit een bijbelse inspiratie bekendheid met de Bijbel en met bijbelse
noties veronderstelt, is het volgen van lessen in levensbeschouwing voor alle leerlingen
verplicht.
Kennis verwerven
Het verwerven van kennis is voor leerlingen de belangrijkste reden om de school te
bezoeken. De kennis moet bijdragen aan de kwaliteit van het leven van de leerling, zodat hij
met genoegen en vreugde kan deelnemen aan het maatschappelijke en culturele leven. Op
het Ulenhofcollege vinden we dat het aanbod van kennis zo breed mogelijk moet zijn, waarbij
alle aspecten van het menszijn worden aangesproken: intellect, gevoel en daadkracht (wij
spreken van hoofd, hart en handen). Leerlingen kunnen uit dit aanbod hun keuze maken al
4
naar gelang de hun gegeven mogelijkheden en hun behoeften. Natuurlijk zullen wij er als
school naar streven dat leerlingen optimaal van ons aanbod gebruik maken. Leerlingen
spelen een actieve rol in het proces van kennisverwerving: zij nemen niet alleen leerstof tot
zich, maar zij ontwikkelen bovendien de vaardigheden om zelfstandig kennis te verwerven.
Een oud doel in een moderne tijd
Onze visie op het onderwijs aan het Ulenhofcollege hebben we hierboven weergegeven. We
hebben de visie een aantal jaren geleden vastgelegd en recentelijk geijkt. Wij vinden nog
steeds dat we met deze boodschap onze taak goed omschreven hebben en dat die
onverminderd van kracht blijft in de situatie van basisvorming, de tweede fase en de
leerwegen in het VMBO.
Het pedagogisch klimaat
Met dit begrip bedoelen we: de manier waarop we met elkaar omgaan. Teruggrijpend op het
vorige kunnen we zeggen dat kernbegrippen daarin zijn: respect voor elkaars persoonlijkheid
en verantwoordelijkheid over en weer voor het leerproces. In het Leerlingenstatuut is dit
uitgewerkt. Het ligt ter inzage in de mediatheek. In dat statuut is ook de klachtenregeling
opgenomen.
De Medezeggenschapsraad en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
Ouders hebben invloed op het bestuursbeleid via de Medezeggenschapsraad en de
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Het Ulenhofcollege heeft een
medezeggenschapsraad van 18 leden. De ouderfractie telt 5 leden, de leerlingenfractie 4 en
de personeelsfractie 9. Een derde van het aantal leden heeft een relatie met de
nevenvestiging in Vorden en twee derde met de vestiging te Doetinchem. De
Medezeggenschapsraad heeft advies- of instemmingsrecht bij belangrijke besluiten van het
bestuur, die alleen het Ulenhofcollege betreffen. De raad vergadert maandelijks. De
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad wordt gevormd door twee afgevaardigden van
de Medezeggenschapsraad van elke scholengemeenschap die valt onder het CoVOA
bestuur. Eén van de twee afgevaardigden komt uit de ouderfractie, de ander komt uit de
personeelsfractie. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad heeft advies- of
instemmingsrecht bij belangrijke zaken van het bestuur, die alle scholengemeenschappen
betreffen.
Algemeen
Op het Ulenhofcollege, locatie ‟t Beeckland, bieden wij leerlingen een veilige plek op een
kleine VMBO-school (ongeveer 450 leerlingen). Het onderwijs krijgt op een vernieuwende
manier vorm. De organisatie van de zorg voor de leerling is ons visitekaartje.
„t Beeckland is gehuisvest op twee locaties. Op de locatie aan het Hoge wordt voornamelijk
lesgegeven in de algemeen vormende vakken. Op de locatie aan de Nieuwstad worden de
beroepsgerichte vakken gegeven in grote praktijklokalen.
5
Voorbereidend beroepsonderwijs op ’t Beeckland
„t Beeckland biedt onderwijs aan leerlingen met een basisschooladvies VMBO voor de
basisberoepsgerichte-, de kaderberoepsgerichte-, gemengde leerweg en de MAVO. Onze
school kenmerkt zich door kleinschaligheid en onderscheidt zich op het gebied van de
leerlingenzorg.
Ons onderwijs bereidt leerlingen voor op het Middelbaar Beroepsonderwijs en de HAVO. Dit
betekent dat wij alle leerlingen op hun eigen niveau uitdagen om het beste te presteren.
Iedere leerling heeft een eigen leerstijl. Daarom hebben wij een onderwijsconcept ontwikkeld
dat rekening houdt met die verschillen. Naast het vergaren van de nodige theoretische
kennis, leren leerlingen van en met elkaar, over zichzelf en de wereld om hen heen.
Beroepsgeoriënteerde stages en loopbaanoriëntatie vormen een belangrijk onderdeel van
hun leerproces, zij leren in levensechte situaties.
Om onze leerlingen kennis te laten maken met zoveel mogelijk facetten van de samenleving
zijn er in elk leerjaar excursies en besteedt „t Beeckland veel aandacht aan kunst en cultuur
en internationalisering.
De schoolleiding
Locatiedirecteur
De heer I. Stans
[email protected]
Adjunctdirecteur
Mevrouw J. Nijhuis
[email protected]
Leerwegcoördinatoren:
Basisberoepsgerichte Leerweg:
Mevrouw H. Huisman
[email protected]
Kaderberoepsgerichte Leerweg:
De heer H. Welleweerd
[email protected]
Gemengd/Theoretische Leerweg
Mevrouw R. Miezgiel
[email protected]
De locatiedirectie geeft leiding aan de school. Zij is verantwoordelijk voor de gang van zaken
in de school: de ontwikkeling, uitvoering en kwaliteit van het onderwijs aan de leerlingen; het
functioneren van mentoren en andere medewerkers; de afstemming tussen de teams en de
kwaliteit van de leerlingenbegeleiding; het jaarrooster; de contacten met ouders/verzorgers;
contacten met externe belanghebbenden; de formatie, de financiën en de organisatie van de
school. Bovendien is zij verantwoordelijk voor schoolbrede afstemming en afspraken.
De medewerkers hebben hun direct leidinggevende (de locatie- of adjunctdirecteur) als
aanspreekpunt voor zaken als verlof, begeleiding en beoordeling, verzuim en ziekte.
6
De aanmelding en toelating

De aanmelding
De ouders/verzorgers melden hun kind zelf aan bij de school voor Voortgezet Onderwijs.
door middel van een aanmeldingsformulier dat bij de leerlingenadministratie verkrijgbaar is of
gedownload kan worden via de website. In het belang van een goede en zorgvuldige
procedure is het nodig, dat de aanmelding op 1 april binnen is.

De toelating
De overzichtslijsten met toetsgegevens, de informatie van de school van herkomst (Citoscore eindtoets basisonderwijs of andere testgegevens) en het aanmeldingsformulier dat
door de ouders werd ingevuld, spelen een rol bij de plaatsing van de leerlingen.
Groot belang wordt gehecht aan het onderbouwde advies van de school van herkomst. De
toelatingscommissie bepaalt of een leerling wordt toegelaten.
De ouders en de scholen van herkomst van de aangemelde leerlingen worden op de hoogte
gesteld van de toetsuitslagen, de scores en het plaatsingsbesluit.

Het extra onderzoek
in beginsel mogen scholen voor voortgezet onderwijs geen andere toelatingstoetsen of
toelatingsexamens afnemen bij leerlingen die zich aanmelden voor het eerste jaar

Het leerlingendossier
Van iedere leerling wordt een leerlingendossier samengesteld. De volgende formulieren en
rapporten worden daarin opgenomen:
– het aanmeldingsformulier;
– het onderwijskundig rapport van de leerling, opgesteld door de school van herkomst;
en, indien van toepassing,
– de brief aan de ouders met de uitslag van de extra toets(en);
– de aanvraag voor lwoo (leerwegondersteuning);
– de lwoo-beschikking van de RVC (Regionale Verwijzings Commissie);
– relevante toetsuitslagen en verslagen van onderzoeken;
– de officiële dyslexieverklaring;
– informatie van externe instanties (kinderbescherming, bureau jeugdzorg,
begeleidingsnetwerken, etc.).
7
Contact tussen de ouders en de school
Een goed contact tussen ouders/verzorgers en onze school vinden wij heel belangrijk.
Daarom nodigen wij ouders uit voor het bijwonen van presentaties door leerlingen,
organiseren wij ouderavonden, spreekavonden naar aanleiding van het rapport en verschijnt
er bij de start van het schooljaar het Contactblad. Via de (digitale) Nieuwsbrief worden
ouders/verzorgers geïnformeerd over zaken die in de loop van het schooljaar van belang
zijn. Daarnaast kunnen ouders/verzorgers altijd contact opnemen met de school om zaken
door te geven of te bespreken. Afhankelijk van het onderwerp kan met de mentor of met de
leerwegcoördinator worden gesproken. De ouderraad vormt een belangrijke schakel tussen
de ouders/verzorgers en de school.
De ouderraad
De ouderraad onderhoudt gestructureerde contacten met:
– de schoolleiding
– de medezeggenschapsraad van de locatie Doetinchem
– de ouders, middels het Contactblad, de jaarlijkse ouderavonden en het
leerlingenparlement.
Overige activiteiten:
De ouderraad levert concrete bijdragen aan activiteiten van de school. Deelname door de
ouders wordt van geval tot geval beoordeeld door de leden van de ouderraad.
Het leerlingenparlement
Elke leerling die een vraag, klacht, idee of suggestie heeft kan hiermee terecht bij het LP. We
bespreken dit in een vergadering en kijken daar wat er mee gedaan moet worden. We
kunnen belangrijke of urgente problemen of suggesties bij de schoolleiding onder de
aandacht brengen. Daarnaast organiseren wij ook allerlei activiteiten bij ons op school. Een
paar voorbeelden hiervan zijn:
• verschillende verbeteringen aan het schoolgebouw, zoals meedenken over de inrichting
van de kantine
• de schoolfeesten.
Naast het organiseren van deze dingen hebben we ook op andere manieren inspraak op de
gang van zaken in school, bijvoorbeeld via de medezeggenschapsraad. 2 leerlingen praten
in de medezeggeschapsraad mee over schoolse zaken, zoals toetsbeleid en huiswerkbeleid.
8
De schoolstructuur

Aanwezigheid
De leerlingen moeten van maandag tot en met vrijdag beschikbaar zijn voor school van 8.00
tot 16.30 uur. Lessen, andere afspraken op school en bijvoorbeeld excursies gaan voor
bijbaantjes, muzieklessen, sporttrainingen en dergelijke.
Lestijden
1e uur
8.30 - 9.15 uur
2e uur
9.15 - 10.00 uur
1e uur
8.30 - 9.10 uur
3e uur
10.00 - 10.45 uur
2e uur
9.10 – 9.50 uur
Pauze
10.45 - 11.00 uur
3e uur
9.50 - 10.30 uur
4e uur
11.00 - 11.45 uur
Pauze
10.30- 10.45 uur
5e uur
11.45 - 12.30 uur
4e uur
10.45 – 11.25 uur
Pauze
12.30 - 13.00 uur
5e uur
11.25 – 12.05 uur
6e uur
13.00 - 13.45 uur
6e uur
12.05 – 12.45 uur
7e uur
13.45 – 14.30 uur
Pauze
12.45 – 13.15 uur
Pauze
14.30 – 14.45 uur
7e uur
13.15 – 13.55 uur
8e uur
14.45 – 15.30 uur
8e uur
13.55 – 14.35 uur
9e uur
15.30 – 16.15 uur
9e uur
14.35 – 15.15 uur
40-minutenrooster *)
* om lesuitval te voorkomen kan, in verband met vergaderingen, gebruikt gemaakt worden
van het 40 minutenrooster.
9

De jaarplanning
De Ouderavonden
Voorlichtingsavonden zijn gepland op:
-Leerjaar 1: wo 10 sept klas DE - do 11 sept klas ABC
-Leerjaar 2: ma 15 sept klas DEF - do 18 sept klas ABC
-Leerjaar 3: wo 17 sept klas CD - ma 22 sept klas ABE
-Leerjaar 4: wo 24 sept klas AB - do 25 sept klas CDEF


De openbare lessen
De rapporten
lwc + Nhs
lwc + Nhs
lwc + Sts
lwc + Sts
27 en 28 november 2014
Uitreiking Kerstrapport: 8 december 2014
Uitreiking Paasrapport: 27 maart 2015
Cijferlijst Schoolexamen (SE): 1 april 2015
Uitreiking Overgangsrapport: 10 juli 2015

De spreekavonden
Naar aanleiding van de rapporten kunnen ouders/verzorgers een afspraak maken voor een
tien minuten gesprek met één of meer docenten.
-Kerstrapport: 15 december en/of 16 december 2014
-Paasrapport: 8 april en/of 9 april 2015
 Het examen
Flexibele eindexamens BB en KB eerste tijdvak: 20 april tot 29 april 2015
Centraal schriftelijk examen GTL eerste tijdvak: 13 mei tot 26 mei 2015
Leerlingen van het derde en het vierde leerjaar ontvangen in begin oktober het
examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting (het PTA).
Uitslag van het examen: 11 juni 2015
Herexamen eerste tijdvak: 16 en 17 juni 2015
Uitslag herkansingen: 30 juni 2015
Diploma-uitreiking: 09 juli 2015, Dorpskerk Vorden

De activiteitenweek
In de voorlaatste schoolweek worden voor de leerlingen allerlei activiteiten georganiseerd,
waaronder een reis naar Tsjechië voor de derde klas.
10

De vakantieregeling 2014-2015
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Voorjaarsvakantie
Roostervrije dagen
Meivakantie:
Zomervakantie:
20 oktober 2014 t/m 24 oktober 2014
22 december 2014 t/m 2 januari 2015
20 februari 2015 t/m 27 februari 2015
2 april 2015 en 7 april 2015
4 mei 2015 t/m 8 mei 2015
13 juli 2015 t/m 22 augustus 2015
De lessentabel en het vakkenpakket
In het kader van onderwijskundige vernieuwingen in het VMBO op de locatie ‟t Beeckland
zijn wijzigingen in de lessentabellen noodzakelijk. De wijzigingen voor de leerjaren 3 en 4 zijn
van belang i.v.m. de invoering van het Intersectorale Programma (ISP) en de overgang naar
het ‟45-minutenrooster‟. De wijzigingen in de onderbouw worden veroorzaakt door de
invoering van LOB en de overgang naar het „45-minutenrooster‟.
Vanaf 2014-2015 is de uren norm:
•
1040 uur in de eerste 2 leerjaren,
•
700 uur in het examenjaar en
•
1000 uur in de overige leerjaren.
Algemene opmerkingen:
1. Alle leerjaren voldoen aan verplichte onderwijstijd 1040 klokuren per jaar.
2. In de leerjaren 1 en 2 zijn de leerlingen verplicht om alle vakken te volgen.
3. LOB is een nieuw programma voor de onderbouw.
4. In het derde en vierde leerjaar worden de leerlingen in een leerweg geplaatst. De BL- en
Kl-leerlingen volgen het intersectorale programma (ISP).
Clustervakken bij ISP zijn bi, ec, wi, ak, du. De leerlingen maken een keuze uit de vier
volgende combinaties:
A
wi-ec-bi
B
wi-ak-du
C
wi-ec-du
wi mag niet vervallen in leerjaar 4
D
wi-bi-ak
wi mag niet vervallen in leerjaar 4
5. In de gemengde leerweg en de MAVO volgen de leerlingen het CODI-programma.
6. De gemengde leerweg- en de MAVO leerlingen hebben in klas 3 een vast vakkenpakket.
7. In klas 4 kiezen GL- en MAVO leerlingen uit wiskunde of aardrijkskunde en
Duits of handvaardigheid.
8. Mentoruur, rt en kwt hebben een vaste plek in alle leerjaren en zijn onderdeel van de
verplichte lestijd.
11
Lessentabellen basis- en kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde leerweg en MAVO
Tabellen Onderbouw
Onderbouw
Vak
Klas 1
basis
Ak
2
Gs
2
Ec
Bi
2
Bo
3
Du
En
3
Fa
Ha
2
Le
1
Lob
2
Mentoruur
1
Mu
1
Nsk1
2
Ne
4
Rk
1
Rt/kwt
1
Te
1
Tn
2
Wi
4
Totaal
34
12
Klas 2
basis
1,5
1,5
2
2
3
2
2
Klas 1
kader
2
2
3
Klas 2
kader
1,5
1,5
2
2
3
3
2
1
1
2
1
1
2
3
1
1
2
2
3
34
2
1
2
1
1
2
4
1
1
1
2
4
34
1
2
1
1
2
3
1
1
2
2
3
34
2
3
Klas 1
gl/mavo
2
2
2
3
3
2
2
1
1
1
1
2
4
1
1
1
2
3
34
Klas 2
gl/mavo
1,5
1,5
1
1
3
3
2
2
1
2
1
1
2
3
1
1
2
2
3
34
Lessentabellen basis- en kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde leerweg en MAVO
Tabellen Bovenbouw
BL/KL ISP
Vak
Ak
Bi
Bo
Ckv
Du
Ec
En
ISP/CODI
Ma/Le
Mentoruur
Ne
Re
Rt/Kwt
Stage
Wi
BL
3
2
2
2
1
2
2
3
12
1
1
3
1
1
3
2
KL
3
3
3
2
1
3
3
3
9
1
1
3
1
1
3
3
BL
4
4
4
2
KL
4
4
4
2
4
4
3
10
1
1
3
1
1
4
4
4
4
4
8
1
1
4
1
1
4
4
Totaal
38
40
46
46
GTL Codi
Vak
Ak
Bi
Bo
Codi
Ckv
Du
Ec
En
Ha
Nsk1
Ma/le
Mentoruur
Ne
Re
Rt
Wi
Totaal
GL
3
3
3
2
4
1
3
3
3
3
3
1
1
3
1
1
3
38
GL
4
4
4
2
4
4
4
4
4
4
1
1
4
1
1
4
46
De kolommen zijn getotaliseerd zonder rekening te houden met de vakkenpakketkeuze. In
het vierde leerjaar heeft een leerling 34 lessen (BL en 33 lessen (KL ) en 29 á 33 lessen
(GL).
13
Regeling lesuitval en schoolverzuim
*De regeling lesuitval
In de roosters van docenten zijn uren opgenomen om in te vallen voor collegae, die door
ziekte of het bezoeken van een studiedag, afwezig zijn. Zo kunnen zoveel mogelijk uren
worden vervangen. Tussenuren komen in de basisroosters van klas één en twee niet voor.
Voor de derde en vierde klassen wordt ernaar gestreefd om tussenuren te voorkomen; door
de clustering van vakken is het echter niet altijd mogelijk voor elke leerling een geheel
sluitend rooster te maken. Als leerlingen toch een tussenuur hebben, kunnen zij op een
rustige plaats in de school hun huiswerk maken.
*Het schoolverzuim
Wij willen dat onze leerlingen op school aanwezig zijn en vooral ook dat zij op tijd zijn.
Daarom hanteren wij strikte regels over ziek melden, op tijd komen en verlofaanvragen.
Het verzuim van leerlingen wordt stipt bijgehouden. Als een leerling, zonder toestemming
van de schoolleiding, niet in de les aanwezig is, wordt omstreeks 10.00 uur en omstreeks
13.00 uur contact gezocht met de ouders/ verzorgers van de leerling.
Regel is dat ‟s morgens, voor aanvang van de lessen, de school wordt gebeld om de
afwezigheid van een leerling te melden. De leerling meldt zijn terugkeer op school door het
inleveren van het zogenoemde „roze formulier‟ bij de conciërge. Dit formulier moet
ondertekend zijn door de ouders/verzorgers. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt gemeld aan
de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de leerling woont. Als een leerling onder
schooltijd ziek wordt, nemen wij in alle gevallen contact op met de ouders/verzorgers,
voordat de leerling naar huis mag vertrekken.
*Verlof
Afspraken met bijvoorbeeld dokter of tandarts worden zoveel mogelijk buiten schooltijd
gemaakt. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan willen we dit vooraf weten.
*Extra verlof
Wanneer er sprake is van „gewichtige omstandigheden‟, kunnen ouders/verzorgers volgens
de Leerplichtwet extra verlof aanvragen voor hun kind. Het gaat hierbij om een periode van
10 schooldagen of minder per schooljaar. Het verzoek moet vooraf aan de leerwegcoördinator worden voorgelegd. Het verzoek moet minimaal acht weken van te voren worden
ingediend. Dat geldt uiteraard niet voor situaties waarin er sprake is van overlijden of ziekte.
Het verlof is pas toegekend op het moment dat de ouders/verzorgers hierover bericht van de
school ontvangen hebben.
Voor meer informatie over de „gewichtige omstandigheden‟ en richtlijnen verwijzen wij naar
de website van het Bureau Leerplicht Plus http://www.bureauleerplichtplus.nl/
14
Onderwijsaanbod

Het VMBO
Kenmerkend voor het VMBO zijn de leerwegen. Een leerweg is een route die een leerling
volgt om later te kunnen doorstromen naar het vervolgonderwijs.
Het VMBO kent vier leerwegen:
– de basisberoepsgerichte leerweg;
– de kaderberoepsgerichte leerweg;
– de gemengde leerweg;
– de MAVO (de theoretische leerweg).
Op ‟t Beeckland worden alle leerwegen aangeboden. Het VMBO is een voorbereiding op het
middelbaar beroepsonderwijs, het MBO. Dus aan welke leerweg binnen het VMBO een
leerling ook begint, hij kan altijd doorstromen naar het mbo. Elke leerweg sluit aan bij één
van de niveaus in het MBO. In de eerste jaren van het VMBO volgen de leerlingen de vakken
van de basisvorming. Zij worden voorlopig in een leerweg geplaatst. Aan het begin van klas
drie zijn de leerlingen definitief geplaatst in één van de leerwegen.
De MAVO of theoretische leerweg *)
Leerlingen, die deze leerweg volgen, kunnen doorstromen naar de vak- en
middenkaderopleidingen van het MBO, maar ook doorstroming naar HAVO is mogelijk.
De gemengde leerweg *)
Het niveau van deze leerweg is gelijk aan dat van de theoretische leerweg. Ook hier worden
leerlingen voorbereid op de vak- en middenkaderopleidingen in het MBO. De naam zegt het
al: het gaat in deze leerweg om een mengvorm, bedoeld voor leerlingen die zich al gericht
willen voorbereiden op bepaalde beroepen. Een klein gedeelte van de leerstof bestaat uit
een op de praktijk gericht vak.
De omvang van de school maakt dat de GL-leerlingen en de MAVO-leerlingen in dezelfde
klas zitten. De samenstelling van het vakkenpakket maakt of een leerling een GL- of MAVOdiploma krijgt.
De kaderberoepsgerichte leerweg *)
Door deze leerweg te volgen, bereiden leerlingen zich voor op de vak- en
middenkaderopleidingen in het MBO. Het op de praktijk gerichte deel van de leerstof van
deze leerweg is aanzienlijk groter dan dat van de gemengde leerweg.
Indien de groepsgrootte dit noodzakelijk maakt, kunnen KL- en GL- klassen gecombineerd
worden.
15
De basisberoepsgerichte leerweg *)
Deze leerweg bereidt leerlingen die praktisch ingesteld zijn, voor op de
basisberoepsopleidingen in het MBO. De leerstof is omschreven in kerndoelen. Ook hier
bestaat de lesstof uit een theoretisch gedeelte en een beroepsgericht programma, met de
omvang van twee praktijkvakken.
Doorstroming naar het MBO:
De basisberoepsgerichte leerweg geeft recht op toelating tot niveau 1 en 2.
De kaderberoepsgerichte – en gemengd/theoretische leerwegen geven recht op toelating tot
niveau 3 en 4, afhankelijk van het gekozen vakkenpakket.
DE ONDERBOUW
Bij hun aanmelding op onze school worden de leerlingen geplaatst in één van de leerwegen:
de basis- of de kaderberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg of de MAVO. In de
eerste twee leerjaren van hun schoolloopbaan kunnen de leerlingen nog van leerweg
veranderen.
Elke leerling leert op zijn eigen niveau en wordt gestimuleerd om het beste uit zichzelf te
halen. Dat gebeurt door leeractiviteiten af te wisselen, omdat niet elke leerling op dezelfde
manier het beste leert. Ook samenwerkend leren wordt bevorderd, waardoor leerlingen oog
krijgen voor hun eigen en elkaars kwaliteiten.
In de tweejarige onderbouw wordt gewerkt aan het programma van de basisvorming, dat
bestaat uit 15 vakken. Welke vakken dat zijn, kunt u zien in de lessentabel.
Onderwijskundige ontwikkelingen in de onderbouw
Door het werken aan projecten, leren de leerlingen samenwerken en ontdekken ze de
samenhang tussen de vakken. Het leren wordt op die manier meer „ervaringsgericht‟, dat wil
zeggen: leren door te doen. De samenhang tussen de vakken komt ook tot uitdrukking in de
lessen die de basisberoepsgerichte leerlingen krijgen in de leertuin.
De leertuin
De leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg krijgen les in alle vakken van een klein
aantal docenten. Hierdoor ontstaat meer rust en structuur en de samenhang tussen de
vakken wordt duidelijker. Voor de meeste avo-vakken (Nederlands, Engels, wiskunde,
geschiedenis, aardrijkskunde, natuur- en scheikunde en biologie) geldt dat door twee
docenten tegelijk aan twee groepen wordt lesgegeven in één groot, speciaal daarvoor
ingericht lokaal. De leerlingen werken aan een weektaak. De docenten worden steeds meer
16
begeleiders en geven nog maar gedeeltelijk klassikaal les. Vakken die buiten de leertuin
vallen (tekenen, handvaardigheid, techniek, muziek, bewegingsonderwijs, en lob worden
gegeven in het vaklokaal, op een vast tijdstip in het weekrooster.
Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB)
Omdat het voor leerlingen moeilijk is om een keuze te maken uit de vervolgopleidingen en de
daarbij behorende beroepen ontwikkelt 't Beeckland een doorlopende leerlijn
loopbaanoriëntatie. Deze ontwikkeling is in schooljaar ‟13-‟14 gestart en wordt in „14-‟15
voortgezet.
In de onderbouw zullen de leerlingen op uitgebreide schaal kennis gaan maken met
verschillende beroepen. In de lessen zal veel aandacht worden besteed aan het zicht krijgen
op en ontwikkelen van competenties die voor het uitoefenen van die beroepen van belang
zijn. In de bovenbouw wordt die competentie-ontwikkeling doorgezet, zodat de leerlingen aan
het eind van het VMBO een gerichte keuze kunnen maken voor een beroepsopleiding in het
MBO of voor de HAVO.
De sectorkeuze
Aan het eind van het vierde leerjaar maken de leerlingen van de basis- en de
kaderberoepsgerichte leerweg een keuze voor een MBO-opleiding. Het Intersectorale
Programma Codi bereidt de leerlingen voor op een bewuste schoolkeuze.
De leerlingen en hun ouders worden begeleid bij het maken van hun keuze:
 in het eerste en tweede leerjaar worden de leerlingen voorbereid op de vragen:
“wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik?”;
 In het derde en vierde leerjaar maken leerlingen kennis met de sectoren van het MBO
via het werken met thema‟s. In deze thema‟s komen de verschillende vaardigheden
aan de orde, die van belang zijn voor het doen van een verantwoorde sectorkeuze in
het MBO.
DE BOVENBOUW
Niet alleen in het vierde maar ook al in het derde leerjaar zijn de leerlingen op ‟t Beeckland
bezig met het examen. Alle cijfers die zij in deze leerjaren behalen tellen mee voor het
schoolexamen.
De basisberoepsgerichte leerweg:
 De leerlingen krijgen in leerjaar drie les in 5 avo-vakken en het intersectorale
programma (ISP). In klas vier zijn dit 4 avo-vakken en het sector programma.
De kaderberoepsgerichte leerweg:
 De leerlingen krijgen in leerjaar drie les in 5 avo-vakken en het intersectorale
programma (ISP). In klas vier zijn dit 4 avo-vakken en het sector programma.
De gemengde leerweg en de MAVO:
 De leerlingen volgen in leerjaar drie een programma met 8 avo-vakken en het
intersectorale programma (CODI). In het vierde leerjaar krijgen de leerlingen, naar
keuze, les in 5 of 6 avo-vakken en het intersectorale programma.
17
Doorstromen naar de HAVO
Als een leerling de opleiding afsluit met een examen in 6 avo-vakken en een beroepsgericht
vak behaalt hij een MAVO-diploma en kan hij doorstromen naar niveau 4 van het MBO maar
ook naar de HAVO.
Onderwijskundige ontwikkelingen in de bovenbouw
Ook in de bovenbouw worden projecten aangeboden, waardoor de leerlingen leren
samenwerken en de samenhang tussen de vakken ontdekken. Het leren wordt op die manier
meer „ervaringsgericht‟, dat wil zeggen: leren door te doen.
-De Werkplekkenstructuur
Bij de beroepsgerichte vakken wordt steeds meer de nadruk gelegd op het afstemmen van
de leertaken van de leerlingen op de praktijk. Dit gebeurt in de zogenoemde
werkplekkenstructuur. In de praktijklokalen worden praktijksituaties nagebootst die de
leerlingen in hun latere werk kunnen tegenkomen. Ook hier verdwijnt, net als in de
onderbouw, steeds meer het klassikale lesgeven. De docenten worden begeleiders, werken
samen in een groot lokaal en de leerlingen plannen steeds meer zelf. Dit vergroot de
zelfstandigheid van de leerlingen, zodat zij beter zijn toegerust voor een vervolgopleiding in
het MBO of een “echte” werksituatie.
-Het intersectorale programma
De intersectorale programma‟s Codi (de afkorting staat voor Commercie en Dienstverlening,
voor de gemengde leerweg en de MAVO) en ISP (het intersectorale programma voor de
Basis- en Kaderberoepsgerichte Leerweg) bieden de leerlingen aan de hand van thema‟s
een breed praktisch programma waarin allerlei onderdelen van de verschillende
beroepensectoren met elkaar in verband worden gebracht. De voordelen voor de leerlingen
zijn:
■ Codi en ISP bieden de leerlingen een beroepsgericht programma waarin de leerlingen zich
breed kunnen oriënteren in de verschillende opleidingen en werkvelden in de omgeving van
de school, hun sectorkeuze wordt uitgesteld.
■ de leerlingen kiezen pas als zij het VMBO hebben afgerond.
■ het vakkenpakket geeft leerlingen, nadat zij het VMBO hebben afgerond, uitzicht op een zo
breed mogelijke keuze voor een vervolgopleiding in het MBO. Voor de TL-leerlingen is ook
de weg naar het HAVO nog volledig open.
■ de leerlingen ontwikkelen een zeer zelfstandige werkhouding en werkaanpak die hun kans
op het succesvol afronden van een opleiding in het MBO vergroot.
■ de leerlingen ontwikkelen een realistisch beroepsbeeld.
■ de leerlingen ontdekken hun eigen interesses, capaciteiten en ambities.
18
De stage
Omdat leerlingen juist in de praktijk zo goed kunnen ontdekken of zij een vak leuk vinden, is
er in alle afdelingen veel ruimte ingericht voor stage. “Op de werkvloer” worden sociale en
praktische vaardigheden aangeleerd die van belang zijn om een beroep goed uit te oefenen.
De beroepsvoorbereidende stage is in de onderwijsprogramma‟s van het 3e en 4e leerjaar
opgenomen.
De leerlingbegeleiding
De leerling staat centraal!
In het midden van de cirkels staat de leerling.De mentor staat het dichtst bij de leerling.
Soms is extra ondersteuning nodig.
Elke leerling is een mens met kansen en talenten. De mensen die in de cirkels om de leerling
staan, zorgen ervoor dat die kansen en talenten benut kunnen worden.
Verantwoordelijk voor de leerlingenondersteuning zijn de coördinator onderwijskundige
ondersteuning (COZ), mevrouw Goorman en de coördinator pedagogische ondersteuning
(CPZ), de heer Ten Wolde. De verantwoording van de leerlingenondersteuning en
begeleiding is vastgelegd in het ondersteuningsplan.
De mentor
Elke klas heeft een mentor. De mentor houdt het welzijn van de leerling in de gaten. Daarbij
gaat het steeds over de 5 vragen: is de leerling aanwezig; is hij /zij gelukkig; hoe is de
sociale positie in de groep; hoe zijn de cijfers; zijn de ouders betrokken? Individuele
docenten geven signalen over de leerlingen door aan de mentor. De mentor is
aanspreekpunt voor de leerlingen en hun ouders. De mentor bespreekt de leerling zo nodig
in de leerlingbespreking en legt alle ontwikkelingen vast in het logboek van de leerling in
Magister. Bij zaken die het mentoraat overstijgen, neemt de mentor contact op met één van
de zorgcoördinatoren. De mentor houdt de leerwegcoördinator op de hoogte van de
ontwikkelingen rond de leerling.
19
Het leerlingvolgsysteem (LVS)
De school maakt gebruik van een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem: het LVS. Daarin
worden ingevoerd:
■ alle cijfers
■ alle rapportgegevens
■ gegevens over contacten met ouders, interne- en externe begeleiders
■ persoonlijke gegevens van de leerling
De LVS-gegevens zijn in verband met de bescherming van de privacy van leerlingen
gebonden aan een protocol. In het protocol is een regeling opgenomen waarin wordt vermeld
hoe de ouders leesrecht hebben in de gegevens van hun kind.
De coördinator onderwijskundige ondersteuning
De coördinator onderwijskundige ondersteuning coördineert de leerlingbegeleiding vanuit de
verschillende disciplines en zet beleidslijnen uit.
De coördinator onderwijskundige ondersteuning maakt deel uit van de toelatingscommissie
en houdt zich daarin specifiek bezig met de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben,
bijv. LWOO-leerlingen.
Voor deze leerlingen geldt dat er een uitgebreide toelatingsprocedure gevolgd wordt.
De coördinator pedagogische ondersteuning
De coördinator pedagogische draagt zorg voor de pedagogische begeleiding van de
leerlingen.
Hij vertaalt problematiek van leerlingen in handelingsplannen, die gericht zijn op verbetering
van hun gedrag.
Ook ondersteunt en begeleidt hij de mentoren en docenten.
Docenten met ondersteuningstaken (voorheen het zorgteam)
De beide ondersteuningscoördinatoren( en de counselors )zijn docenten met speciale taken
voor de ondersteuning van leerlingen. Deze docenten organiseren de volgende zaken:
Voorbeelden van interne ondersteuning:
- RT-lessen: richten zich uitsluitend op taal, rekenen/wiskunde en begrijpend lezen
- screening voor dyslexie (leerjaar 1)
- screening welbevinden (Gelderse schoolvragenlijst) (leerjaar 1 en 2)
- keuze en schoolloopbaanbegeleiding en overdracht naar het Mbo (zie LOB)
- begeleiding van clusterleerlingen.
- sova-training
- faalangstreductietraining
20
De counselors
Op ‟t Beeckland werken twee counselors. Bij hen kunnen de leerlingen, met de meest
uiteenlopende problemen, terecht. Onderwerpen die hen bezighouden of dingen waar zij met
medeleerlingen of met ouders niet over kunnen praten. De counselors zijn ook
vertrouwenspersoon.
De counselors hebben weliswaar een speciale opleiding gevolgd om leerlingen met
problemen te helpen, zij zijn echter geen psychologen die leerlingen in therapie nemen. Zij
kunnen een leerling verder helpen door b.v. een aantal gesprekken te voeren. Soms zullen
zij de leerling verwijzen naar een instantie buiten de school. Een counselor heeft zwijgplicht
over datgene wat hem in vertrouwen wordt verteld.
Het RT-team
Het RT-team wordt aangestuurd door de RT-coördinator. Elke aanvraag voor RT wordt
afzonderlijk bekeken. Hierbij komen aan de orde: studieresultaten, problematiek van de
leerling, ziekte, thuissituatie, enz.
De coördinator beslist, in overleg met de desbetreffende docent, of de RT wordt
aangeboden. Ook houdt de coördinator de ouders op de hoogte van de vorderingen van de
leerlingen. De remedial teachers helpen bij leerproblemen, zoals dyslexie. De RT is altijd
tijdelijk. De RT start aan het begin van een periode. Bij beschikbaarheid van een docent of
plaats in een bestaande groep kan op elk moment gestart worden. Na elke periode wordt de
toelating opnieuw bekeken.
Als de leerling weer met zijn klas kan meedraaien eindigt de RT.
RT wordt aangeboden aan kleine groepen. Hierdoor kunnen soms niet alle aangemelde
leerlingen geplaatst worden.
Het volgen van RT in verschillende vakken is uitsluitend mogelijk als er voldoende ruimte is.
In het RT-beleidsplan zijn alle afspraken over deelname, duur e.d. vastgelegd.
Onderwijs zorgsteunpunt (OZS)
Het onderwijs zorg steunpunt (OZS) is er voor leerlingen die (tijdelijk) extra ondersteuning
nodig hebben.
De begeleiding van de leerlingen in het OZS is in handen van:
- de coördinator pedagogische ondersteuning
- de coördinator onderwijskundige ondersteuning
- de onderwijsgeneralisten vanuit het samenwerkings-verband
- de gezinsgeneralist vanuit het onderwijs zorg centrum.
In het OZS wordt problematiek van leerlingen vanuit verschillende disciplines benaderd. De
acties die n.a.v. de bespreking worden uitgevoerd kunnen gericht zijn op de leerling, de
thuissituatie of de docenten (of een combinatie ervan). De manier van werken staat vermeld
in het document „werkafspraken OZS‟.
Voor alle docenten is een routekaart ontwikkeld waarop in grote lijnen staat beschreven hoe
de aanmelding voor het OZS verloopt en hoe de regelgeving omtrent het verwijderen van
leerlingen is.
21
De onderwijsgeneralisten hebben hun werkplek in lokaal 112-A dat ook OZS wordt
genoemd. Leerlingen die een time-out nodig hebben of die op een rustige plek moeten
pauzeren, kunnen hier terecht.
De ondersteuningscoördinatoren werken nauw samen met de onderwijsgeneralisten en de
ambulant hulpverleners
Overleg externe instanties
Deskundige hulp van buitenaf wordt ingeschakeld als er problemen zijn, die niet door de
school opgelost kunnen worden. Daarbij kan gedacht worden aan de leerplichtambtenaar
van de gemeente Bronckhorst, een vertegenwoordiger van de politie de schoolarts en een
medewerker van Bureau Jeugdzorg. Samen proberen zij oplossingen te vinden, maar ook
proberen zij het ontstaan van ernstige problemen te voorkomen.
De beoordeling en de cijfers
Leerlingen worden regelmatig beoordeeld op grond van hun prestaties. Zij krijgen cijfers
voor:
– proefwerken, schriftelijke of mondelinge overhoringen en luistertoetsen
– huiswerk
– werkstukken
– presentaties
– praktijkdrachten.
Alle indrukken die een docent hierdoor van een leerling krijgt, worden drie keer per jaar
uitgedrukt in een rapportcijfer.
De rapporten
De rapporten worden als volgt samengesteld:
- de rapportcijfers worden afgerond op één decimaal;
- uit alle cijfers die een leerling in een periode behaalt, worden 3 rapporten (kerst-, paas- en
zomerrapport) samengesteld;
- uit de drie rapporten (kerst-, paas- en zomerrapport) wordt het overgangsrapport berekend,
bij het middelen is de weging van het kerst- en paasrapport 1 en van het zomerrapport 2 ;
- de cijfers van het overgangsrapport worden in het eerste en tweede leerjaar afgerond op
hele of halve cijfers volgens de normale afrondingsregels
- er wordt gewerkt met een voortschrijdend gemiddelde in alle leerjaren.
22
De cijfers
Voor het samenstellen van de rapporten wordt gebruik gemaakt van de cijfers 1 tot en met
10.
Weging van de onvoldoendes:
■5 ½ = ½ berekende onvoldoende
■5 = 1 berekende onvoldoende
■4 ½ = 1 ½ berekende onvoldoende
■4 of lager = 2 berekende onvoldoendes
1. In leerjaar 1 mag niet meer dan één repetitie per dag worden opgegeven met een
maximum van drie per week.
2. In leerjaar 2 en hoger mogen twee repetities per dag worden opgegeven, maar niet meer
dan 4 per week.
Leerjaar 1 basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
Het overgangscijfer is het gewogen gemiddelde van de cijfers van het kerstrapport,
paasrapport en zomerrapport (weging: 1-1-2).
Voor de vakken ne, rk, en, gs, ak, wi, bi, nask geldt:
- dat er niet meer dan 3 berekende onvoldoendes mogen voorkomen
- dat het totaal aantal punten voor deze vakken minimaal 47 moet zijn.
Voor het totale aantal vakken geldt:
- dat er niet meer dan 5 berekende onvoldoendes mogen voorkomen
- dat het gemiddelde van alle cijfers 6 moet zijn.
Leerjaar 1 gemengde leerweg en Mavo
Het overgangscijfer is het gewogen gemiddelde van de cijfers van het kerstrapport,
paasrapport en zomerrapport (weging: 1-1-2).
Voor de vakken ne, rk, fa, en, gs, ak, wi, bi, nask geldt:
- dat er niet meer dan 3 berekende onvoldoendes mogen voorkomen
- dat het totaal aantal punten voor deze vakken minimaal 53 moet zijn.
Voor het totale aantal vakken geldt:
- dat er niet meer dan 5 berekende onvoldoendes mogen voorkomen
- dat het gemiddelde van alle cijfers 6 moet zijn.
Leerjaar 2 basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
Het overgangscijfer is het gewogen gemiddelde van de cijfers van het kerstrapport,
paasrapport en zomerrapport (weging: 1-1-2).
Voor de vakken ne, rk, du, en, gs, ak, wi, nask, bi, ec geldt:
- dat er niet meer dan 3 berekende onvoldoendes mogen voorkomen
- dat het totaal aantal punten voor deze vakken minimaal 59 moet zijn.
Voor het totale aantal vakken geldt:
- dat er niet meer dan 5 berekende onvoldoendes mogen voorkomen
- dat het gemiddelde van alle cijfers 6 moet zijn.
Leerjaar 2 gemengde leerweg en Mavo
Het overgangscijfer is het gewogen gemiddelde van de cijfers van het kerstrapport,
paasrapport en zomerrapport (weging: 1-1-2).
Voor de vakken ne, rk fa, du, en, bi, gs, ak, wi, nask, ec geldt:
23
- dat er niet meer dan 3 berekende onvoldoendes mogen voorkomen
- dat het totaal aantal punten voor deze vakken minimaal 65 moet zijn.
Voor het totale aantal vakken geldt:
- dat er niet meer dan 5 berekende onvoldoendes mogen voorkomen
- dat het gemiddelde van alle cijfers 6 moet zijn.
Leerjaar 3 basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
- het overgangscijfer is het gemiddelde van de cijfers van periode 1, 2 en 3.
- dit cijfer wordt afgerond op 1 decimaal.
- voor de examenvakken geldt dat de leerling in het vierde leerjaar met deze cijferlijst
geslaagd zou zijn.
- voor de niet-examenvakken geldt, dat het gemiddelde een 6,0 of hoger moet zijn en
er niet meer dan één van deze vakken onvoldoende is. Dit cijfer mag niet lager zijn
dan een 4.
- voor het vak rekenen geldt de landelijke regelgeving.
Leerjaar 3 gemengde leerweg en Mavo
- het overgangscijfer is het gemiddelde van de cijfers van periode 1,2 en 3.
- dit cijfer wordt afgerond op 1 decimaal.
- voor de examenvakken geldt dat de leerling in het vierde leerjaar met deze cijferlijst
geslaagd zou zijn.
- voor de niet-examenvakken geldt, dat het gemiddelde een 6,0 of hoger moet zijn en
er niet meer dan één van deze vakken onvoldoende is. Dit cijfer mag niet lager zijn
dan een 4.
voor het vak rekenen geldt de landelijke regelgeving.
Gerichte plaatsing
Een leerling kan worden geplaatst in een andere leerweg als zijn resultaten daartoe, naar het
oordeel van de docentenvergadering, aanleiding geven.
Let op: Alle leerlingen die niet voldoen aan bovengenoemde overgangsregels worden op de
rapportenvergadering besproken. In schrijnende gevallen, waarbij in het bijzonder aandacht
wordt besteed aan persoonlijke omstandigheden, werkhouding en inzet, kan door de
vergadering worden beslist of en zo ja onder welke voorwaarden een leerling alsnog kan
worden bevorderd.
Determinatie
Determinatie is het bepalen van de bij de leerling passende leerweg met het doel in 4 jaar
een VMBO-diploma te behalen. Hierbij wordt rekening gehouden met de schoolvorderingen
en persoonskenmerken van de leerling. De determinatie vindt vooral plaats in de onderbouw.
Een allerlaatste mogelijkheid om van leerweg te veranderen wordt gegeven na de eerste
periode in het 3e leerjaar. Als de determinatie in de onderbouw zorgvuldig plaatsvindt, dan
gaat het in het 3e leerjaar om uitzonderingen.
I. Bij de determinatie van een BL-, KL-, GL–leerling kijken we naar:
De schoolvorderingen
24
Gemiddeld rapportcijfer:
•
8,0 en hoger: indicatie voor een niveau hoger
•
(Ruim)voldoende: handhaving huidige niveau
•
5,5 en lager: indicatie voor een niveau lager
Kernvakken (vakken die worden genoemd bij de overgangsnormen) zijn in belangrijke mate
bepalend voor het niveau.
Persoonskenmerken verwerkt in het leerwegadvies:
De docent geeft bij ieder rapport in de eerste twee leerjaren en bij het 1e periodecijfer in
leerjaar 3, naast het cijfer ook een leerwegadvies. Hij verwerkt daarin zijn inzicht over
bijvoorbeeld:
•
inzet
•
inzicht of abstractieniveau
•
gedrag
•
vaardigheid begrijpend lezen (indien van toepassing)
Voorbeeld:
Als een docent vindt dat een leerling in het 2e leerjaar KB op het juiste niveau werkt, dan vult
hij als advies een “K” (= kaderberoepsgericht) in. Is hij van mening dat de leerling een niveau
hoger aan zou moeten kunnen, dan wordt “GL” (= gemengde leerweg) ingevuld. Haalt een
leerling het niveau volgens de docent niet, dan wordt een “B” (= basisberoepsgericht)
ingevuld.
Voor het advies bij het kerstrapport gebruikt de docent kolom 701; voor het paasrapport
kolom 702 en voor het zomerrapport kolom 703.
Voor de docent die lesgeeft aan een leerling in leerjaar 3 geldt hetzelfde, maar dan alleen
voor het leerwegadvies na periode 1. Hij maakt dan gebruik van kolom 701.
II. Voorbereiding van een rapportenvergadering
De mentor en de leerwegcoördinator bereiden samen een rapportenvergadering voor. Zij
letten dus naast de behaalde cijfers ook op leerlingenkenmerken en geven kernvakken extra
gewicht. Zij maken de voorstellen voor bevordering, doubleren of veranderen van leerweg.
III. De besluitvorming over de plaatsing in een niveaugroep.
De mentor en de leerwegcoördinator nemen een besluit, nadat zij het team gehoord
hebben.
25
IV. De fasen van de determinatie
1e fase - eerste leerjaar:
•
Op basis van instroomgegevens en het advies basisschool wordt een leerling in een
bepaalde leerweg geplaatst. Dit is de taak van de toelatingscommissie.
•
Op basis van de leerwegadviezen van docenten kan de leerling van niveau
veranderen met het kerstrapport of met het overgangsrapport. Het besluit wordt genomen
door de mentor en de leerwegcoördinator in overleg met de ouders.
2e fase - tweede leerjaar:
•
Op basis van de leerwegadviezen wordt door de mentor en de leerwegcoördinator in
de maand maart een voorlopig advies gegeven voor de leerweg in klas 3.
•
Eind mei krijgt de leerling een definitief advies. Dit definitieve advies wordt schriftelijk
aan de leerling en de ouders/verzorgers meegedeeld. De ouders worden gewezen op hun
recht op het aanvragen van revisie. Bij het overgangsrapport wordt gekeken of van het
definitieve advies moet worden afgeweken. Als dat het geval is, wordt dat met de
ouders/verzorgers besproken.
3e fase – derde leerjaar
•
Na de overgang naar het 3e leerjaar willen we zo spoedig mogelijk een bevestiging
van de juiste plaatsing. Dit gebeurt na evaluatie van de resultaten in periode 1. (november/december). De mentor neemt contact op met de ouders van leerlingen die het advies
krijgen om van niveau te veranderen.
V. De zogenoemde “bespreekgevallen”
Wanneer wordt een leerling tijdens een rapportenvergadering besproken?
•
Als de leerling niet voldoet aan de overgangsnormen.
•
Als een leerling niet voldoet aan één van de overgangsnormen.
•
Als de mentor en de leerwegcoördinator een niveauverandering voorstellen.
V. De taak van de mentor
De mentor bereidt de rapportenvergaderingen samen met de leerwegcoördinator voor en
bespreekt de voorlopige en definitieve adviezen met de leerlingen en hun ouders/verzorgers.
26
VI. De communicatie over de determinatie met de ouders/verzorgers
Communicatie met ouders/verzorgers vindt plaats:
•
bij gespreks- en voorlichtingsavonden;
•
via de rapporten;
•
bij de formulering van het voorlopige en definitieve advies.
Opmerkingen:
leerwegvergaderingen dienen o.a. ter voorbereiding van het leerwegadvies.
De spreekavonden na het kerst- en het paasrapport bieden de ouders de
gelegenheid over het advies met de mentor van gedachten te wisselen.
Bij twijfel over het definitieve leerwegadvies kan de leerling gevraagd worden deel te
nemen aan een extra onderzoek. Doel: het verkrijgen van meer informatie voor het
geven van een juist leerwegadvies.
In het eerste, tweede en derde leerjaar nemen alle leerlingen deel aan de
“Adviestoets VMBO”. De uitslag van deze toets kan gebruikt worden als “second
opinion” bij het vaststellen van het niveau. De toets geeft informatie over het niveau
bij de vakken Nederlands, Wiskunde en Engels. Bovendien zegt de uitslag iets over
de studievaardigheden van de leerling.
27
De kwaliteitskaart van de Inspectie
Meerjarenopbrengsten VO 2013
(gebaseerd op resultaten behaald in 2010, 2011 en 2012)
Bevoegd gezag
Stichting Achterhoek VO
Bevoegd gezagnr.
42571
Naam schoo
Ulenhof College
Adres
Het Hoge 41
BRIN
02FC
Plaats
7251 XV Vorden
Vestigingsnr.
4
Opbrengstenoordeel
VMBO b
VMBO k
VMBO (g)t
HAVO
VWO
voldoen de
onvoldoende
voldoen de
-
-
h avo
VWO
h avo
VWO
Per onderdeel
Rendement on derbouw
Score
Relatieve score
1-10-2010
106
1-10-2011
112
1-10-2012
107
1-10-2010
OOIOO
1-10-2011
OOOIO
1-10-2012
OOIOO
I
1 2? A5
voldoende
3-jaarsgemiddelde
Oordeel
Van 3e leerjaar naar diploma zonder
zittenblijven
Percen tage
Relatieve score
2009/10 - 2010/11
VMBO b
100
VMBO k
84
VMBO (g)t
92
2010/11 - 2011/12
92
74
96
2011/12 - 2012/13
88
73
78
2009/10 - 2010/11
oooio
OOIOO
OOIOO
2010/11 - 2011/12
OOIOO
oiooo
OOOIO
2011/12 - 2012/13
OOIOO
oiooo
OOIOO
3-jaarsgemiddelde
1
I
I
12345
voldoende
12345
voldoende
12345
voldoende
2009/10
VMBO b
6,3
VMBO k
6,2
VMBO (g)t
6,2
2010/11
6,7
5,7
6,0
2011/12
6,8
6,0
6,3
2009/10
oiooo
OOIOO
OOIOO
Oordeel
Gemiddeld cijfer centraal examen relatief
Cijfer
Relatieve score
28
2010/11
oooio
• oooo
OIOOO
2011/12
oooio
• oooo
OOIOO
3-jaarsgemiddelde
I
I
I
12345
voldoende
12345
on voldoende
12345
voldoende
2009/10
VMBO b
0,40
VMBO k
0,56
VMBO (g)t
0,75
2010/11
0,32
0,78
0,61
2011/12
-0,15
0,36
0,48
0,17
0,53
0,63
gering verschil
groot versch il
groot versch il
2009/10
VMBO b
6,3
VMBO k
6,2
VMBO (g)t
6,2
2010/11
6,7
5,7
6,0
2011/12
6,8
6,0
6,3
6,66
5,98
6,15
boven de norm
on der de norm
boven de norm
Oordeel
Cijfer schoolexamen minus cijfer cen
traal examen
Verschil
3-jaarsgemiddelde
Oordeel
h avo
VWO
h avo
VWO
Gemiddeld cijfer centraal examen absoluut
Cijfer
3-jaarsgemiddelde
Oordeel
Kosten
De ouderbijdrage
De ouderbijdrage is wettelijk niet verplicht. Wij gaan er echter vanuit, dat alle ouders hun
bijdrage betalen, omdat bepaalde kosten die ‟t Beeckland per leerling moet maken niet
worden gesubsidieerd. De ouderbijdrage kan in termijnen worden betaald. Aan het begin van
elk schooljaar wordt u uitgebreid op de hoogte gebracht van hetgeen uit de ouderbijdrage
wordt bekostigd. De ouderraad van ‟t Beeckland houdt toezicht op de besteding van de
ouderbijdrage; een verantwoording van de uitgaven vindt jaarlijks plaats in het Contactblad.
De jaarlijkse kosten voor excursies en andere buitenles-activiteiten
Deze kosten zijn niet opgenomen in de ouderbijdrage. Als leerlingen aan een activiteit
deelnemen krijgen de ouders een aparte nota. Net als bij de ouderbijdrage bestaat de
mogelijkheid om het bedrag in termijnen te betalen.
De schoolverzekeringen
De school sluit jaarlijks voor de leerlingen een W.A.–verzekering en een collectieve
ongevallenverzekering af.
Op die verzekeringen zijn uiteraard de polisvoorwaarden van toepassing. De volledige tekst
van die voorwaarden ligt ter inzage op het kantoor van de Centrale Administratie Bijzonder
Onderwijs (CABO), Lohmanlaan 23 in Doetinchem. Aan de hierna volgende samenvatting
kunnen geen rechten worden ontleend.
29
De W.A.–verzekering:
Wanneer schade ontstaat waarvoor de school wettelijk aansprakelijk is omdat er sprake is
van nalatigheid of onvoorzichtigheid van de kant van de school, kan die worden vergoed uit
de W.A.–verzekering die de school heeft afgesloten. Andere schade –bijvoorbeeld schade
ontstaan door baldadigheid van een leerling - wordt niet vergoed.
De collectieve ongevallenverzekering:
Deze verzekering is van kracht vanaf het moment dat de leerling van huis vertrekt tot het
moment dat hij in huis is teruggekeerd. Bij excursies is de verzekering 24 uur per dag van
kracht. De verzekerde bedragen zijn: 908 euro in geval van overlijden; 22.689 euro in geval
van blijvende invaliditeit; 454 euro voor geneeskundige behandeling; 227 euro voor
tandheelkundige hulp. De dekking geldt als aanvulling op de kostenvergoeding van
bijvoorbeeld het ziekenfonds of een particuliere ziektekostenverzekering. Omdat de
schoolverzekeringen niet altijd toereikend zijn, kan het voor ouders van belang zijn zelf ook
de nodige verzekeringen af te sluiten.
De Beecklandregels
In een leergemeenschap zijn basisafspraken nodig om goed met elkaar te kunnen werken.
Van alle volwassenen en leerlingen in de school verwachten wij dat zij zich aan deze
afspraken houden en zo aan elkaar het goede voorbeeld geven. Alleen als iedereen dit doet,
kunnen leerlingen en medewerkers goed van en met elkaar leren. De belangrijkste
basisafspraken noemen we de Beecklandregels:
- wij zijn op tijd
- wij komen onze afspraken na
- wij komen voorbereid in de les en op onze afspraken
- wij luisteren naar elkaar
- wij leggen zelf verantwoording bij de ander af als we onze afspraken niet na kunnen
komen.
-de mobieltjes worden bij het begin van de les in de box gedeponeerd of in het kluisje
bewaard
-de jassen worden in de kluis bewaard
De witte kaart
Aan het begin van het schooljaar krijg je “de witte kaart”, je moet hem altijd bij je hebben. De
naam "witte kaart" wijst erop dat je de kaart "wit", dus zonder aantekeningen, moet proberen
te houden. Een aantekening krijg als je:
– te laat komt
– je huiswerk niet gemaakt hebt
– je boeken niet bij je hebt
– de les ernstig verstoort
30
– uit de les gestuurd wordt.
De regels over de consequenties van de aantekeningen staan op de kaart. Je mentor vertelt
je aan het begin van de cursus hoe de kaart gebruikt wordt.
Het volgen van de lessen; absentie en ziekte
– Je bent verplicht om alle lessen te volgen. Je moet van maandag tot en met vrijdag
beschikbaar zijn voor school van 8.00 tot 16.30 uur. Lessen, andere afspraken op school en
bijvoorbeeld excursies gaan voor bijbaantjes, muzieklessen, sporttrainingen en dergelijke.
– Als je niet in de les kunt zijn, moeten je ouders daarvoor vooraf schriftelijk aan de
schoolleiding toestemming vragen. Wij gaan ervan uit dat je afspraken met dokter, tandarts,
orthodontist of specialist niet onder lestijd maakt.
– Als je op school zo ziek wordt, dat je de lessen niet meer kunt volgen, meld je je bij de
conciërge.
– Als je ziek bent, of om een andere reden de lessen niet kunt volgen, moet dat voor de
aanvang van de lessen (liefst telefonisch) door je ouders aan de school worden
doorgegeven. Wanneer je weer terugkomt op school lever je een absentenbriefje, dat
ondertekend is door je ouders, in bij de conciërge.
– Moet je toch tijdens schooltijd naar de dokter, tandarts, orthodontist of specialist laat dan
een absentenbriefje invullen en ondertekenen door je ouders. Dat briefje lever je in bij de
conciërge in het blauwe bakje.
– Als op een dag door afwezigheid van een docent drie of meer achtereenvolgende lessen
uitvallen, kun je voor de resterende lesuren vrij vragen bij je leerwegcoördinator. Let op: dit
betekent niet dat dan in alle gevallen ook vrij gegeven wordt. Bijvoorbeeld niet, als voor één
of meer van de resterende uren een repetitie is opgegeven.
Repetities, overhoringen en werkstukken
– Als je ziek bent geweest en je huiswerk niet hebt kunnen maken, vraag je het huiswerk aan
een medeleerling of je kijkt in Magister.
– Als je om de één of andere reden proefwerken, repetities of overhoringen gemist hebt,
maak je zo snel mogelijk een afspraak met de desbetreffende leraar om het werk in te halen.
– Als je als gevolg van een langdurige ziekte verschillende proefwerken repetities of
overhoringen hebt gemist, stel je als je weer op school bent met je mentor een
inhaalprogramma op.
– Als je, doordat je ongeoorloofd afwezig was, een toets niet hebt gemaakt, krijg je voor de
toets het cijfer 1,0.
– Als je een werkstuk, zonder toestemming, niet op een vooraf afgesproken tijdstip inlevert,
scoor je per dag een punt lager dan het cijfer dat je gescoord zou hebben als je het werk wel
op tijd ingeleverd zou hebben. Is het werkstuk een week na de afgesproken datum nog niet
ingeleverd, dan krijg je het cijfer 1,0.
Te laat komen – Uit de les gestuurd worden
– Aan het begin van de schooldag en na de pauzes gaat ongeveer 3 minuten voor het begin
van de les de eerste bel. je gaat dan naar je lokaal. Bij de tweede bel begint de les.
– Je gaat het lokaal niet binnen voor de docent aanwezig is. Je wacht in de gang tot de
docent meegaat naar het lokaal.
– Als je te laat komt, meld je je bij de conciërge, hij zet een aantekening op je witte kaart.
– Voor sommige lessen fiets je naar het gebouw op de Nieuwstad. In de kleine pauzes mag
je 5 minuten eerder weg.
31
– Als je uit de les wordt verwijderd, dan meld je je bij de opvangmedewerker in lokaal 112,
als de opvangmedewerker afwezig is, meld je je bij de mediatheek.
In en om het schoolgebouw
Wij vinden het heel belangrijk dat alle leerlingen goed omgaan met de schoolomgeving. Wij
willen dus absoluut niet dat zij voor overlast zorgen. Daarom hebben we de volgende regels
opgesteld:
– om beschadiging aan fietsen en brommers te voorkomen is het niet toegestaan om tijdens
de pauzes en voor- en na schooltijd in de fietsenstalling te zijn
– op het plein tussen de rijwielstallingen mag niet worden gereden met fiets of brommer
– je mag na schooltijd niet blijven hangen op de kruispunten van Het Hoge en de
Schoolstraat en Het Hoge en de Lulofstraat
– om diefstal te voorkomen zet je je brommers en fietsen op slot
– je krijgt een kluisje waarin je jas en andere waardevolle spullen kunt opbergen. Verlies van
de kluissleutel meld je aan de conciërge
– je mobiele telefoon berg je op in je kluisje. Overtreed je opnieuw de regel dan kunnen
ouders de mobiel op afspraak bij de leerwegcoördinator op school ophalen.
– alleen onderwijspersoneel mag radiatoren, zonweringen en ramen bedienen.
Pauzes – eten, drinken, kauwen en roken – opruimdienst
- In de pauzes ga je naar de kantine of naar buiten op het schoolplein
- je mag niet op de trappen zitten
- tijdens de les mag je niet naar het toilet, natuurlijk wordt er een uitzondering gemaakt als
er sprake is van een medische indicatie
- je mag in de school en op het schoolterrein geen kauwgom kauwen
- in de lokalen en op de gangen mag je niet snoepen, eten of drinken
- energydrankjes zijn verboden in school en op het schoolplein
- in het gebouw mag je niet roken
- wij vragen je dringend om mee te helpen de kantine, gebouw en het terrein schoon te
houden
- elke dag ruimen enkele leerlingen (volgens een rooster) na de pauze de kantine op.
Hetzelfde geldt voor enkele leerlingen die aan het eind van de dag het lokaal waar ze het
laatst les hadden verzorgd achterlaten.
Diversen
- je mag tijdens de lessen geen geluidsapparatuur dragen
- hoofddeksels mogen in de leslokalen niet worden gedragen, iedereen draagt fatsoenlijke
kleding
- beschadiging aan het gebouw of de inventaris als gevolg van moedwilligheid of
onvoorzichtigheid moet worden vergoed
- beschadiging moet onmiddellijk gemeld worden aan de conciërge of de schoolleiding
- de school is niet aansprakelijk voor diefstal en voor schade toegebracht aan
eigendommen van de leerlingen
- je hebt elke dag je boeken en schriften voor de verschillende vakken bij je en verder: een
agenda, pen, potlood, gum, liniaal, geodriehoek, kleurpotloden, lijm en schaar
32
-
als je een kopie nodig hebt van papieren die je bent kwijtgeraakt, betaal je 10 eurocent
aan de conciërge
op klassenavonden, schoolfeesten en excursies mag je geen alcohol en drugs gebruiken
Het reglement Genotmiddelen ligt ter inzage in de mediatheek.
Videogebruik
In verband met de ontwikkeling van onze leerlingen en medewerkers kan het voorkomen, dat
er tijdens lessen video-opnamen gemaakt worden. De video-opnamen worden door
gekwalificeerd personeel gemaakt, soms op verzoek maar altijd in overleg met de
betrokkene. De beelden worden altijd zeer vertrouwelijk gebruikt, ze worden niet aan derden
vertoond. Na gebruik worden de beelden vernietigd.
Foto’s en filmpjes tijdens de lessen
De school behoudt zich het recht voor om foto‟s en filmpjes die tijdens de lessen van de
leerlingen worden gemaakt, te gebruiken voor publicaties over of in verband met de school.
Ouders of leerlingen die bezwaar hebben tegen publicatie kunnen dit bij aanmelding van de
leerling kenbaar maken.
Besluit: alle leerlingen en hun ouders verklaren zich met hun aanmelding akkoord met
bovenstaande regels.
Het leerlingenstatuut
Op school is een leerlingenstatuut van kracht. Een exemplaar hiervan ligt ter inzage in de
mediatheek. Als bijlage van dit statuut zijn enige regels voor de dagelijkse gang van zaken
opgenomen.
Wijzigingen in het leerlingenstatuut worden besproken en vastgesteld in de
medezeggenschapsraad.
Het reglement van de ouderraad
Artikel 1:
De doelstelling
De ouderraad onderschrijft de missie van de school, en ziet het als haar taak hieraan een
constructieve bijdrage te leveren.
Artikel 2:
De taken en bevoegdheden
33
De leden van de ouderraad fungeren als:
– klankbord en gesprekspartner voor de schoolleiding van de locatie. Zij kunnen de
schoolleiding gevraagd en ongevraagd advies geven over kwesties die de school of
de leerlingen betreffen;
– achterban van de twee afgevaardigde ouderraadleden naar de Medezeggenschapsraad
van „t Beeckland. De MR heeft wettelijk geregelde advies- en/of instemmingbevoegdheid;
– klankbord en gesprekspartner voor ouders. Via de ouderraad kunnen ouders kwesties van
algemeen belang bij de schoolleiding aan de orde stellen.
Artikel 3:
De samenstelling
De ouderraad bestaat uit minimaal vijf, maximaal negen leden: bij voorkeur twee
vertegenwoordigende ouders per leerjaar (4 x 2) en de voorzitter.
De zittingsduur
Leden van de ouderraad worden benoemd voor twee jaar, met de mogelijkheid tot een
eenmalige herbenoeming van twee jaar (totaal maximaal 4 jaar), mits de ouder een
leerling op locatie ‟t Beeckland heeft. Hiervoor wordt een rooster van aftreden opgesteld.
De benoeming
Vacatures in de ouderraad worden op de eerste informatieavond voor ouders van het nieuwe
schooljaar in alle leerjaren aangekondigd. Kandidaten kunnen zich aanmelden door
schriftelijke intekening. Indien er meer aanmeldingen zijn dan vacatures, dan beslist de
zittende ouderraad wie benoemd wordt op basis van de volgende selectiecriteria: leerjaar
van de leerling en regiospreiding. Bij gelijke geschiktheid wordt de nieuwe kandidaat
benoemd door stemming van de ouderraad (zie art. 5). De nieuwe kandidaat neemt op het
rooster van aftreden de positie van de vertrekkende kandidaat in, ook bij tussentijdse
benoemingen.
Artikel 4:
De organisatie
Het dagelijks bestuur
De ouderraad benoemt een dagelijks bestuur bestaande uit een voorzitter, een vicevoorzitter, een secretaris en een tweede secretaris. Het dagelijks bestuur bereidt
de vergaderingen voor en onderhoudt tussentijdse contacten met de schoolleiding.
Het financieel beheer
De schoolleiding voorziet de ouderraad van de financiële middelen die in redelijkheid nodig
zijn voor een goed functioneren van de raad. Het beschikbare budget wordt door de
schoolleiding beheerd en de ouderraad maakt hiervan gebruik op declaratiebasis.
34
De afvaardiging naar de medezeggenschapsraad
De ouderraad benoemt twee leden tot afgevaardigde naar de ouderfractie van de
gezamenlijke medezeggenschapsraad van het Ulenhofcollege. Deze benoeming
geldt voor twee jaar met de mogelijkheid tot herbenoeming voor twee jaar, mits de ouder een
kind op locatie ‟t Beeckland heeft.
De communicatie:
a. De ouderraad onderhoudt gestructureerde contacten met:
– de schoolleiding;
– de medezeggenschapsraad van de locatie Doetinchem;
– de ouders, middels het Contactblad, de jaarlijkse ouderavonden en het
leerlingenparlement.
b. De ouderraad benoemt een commissie die zorgt voor de bijdragen voor het Contactblad.
Overige activiteiten
De ouderraad levert concrete bijdragen aan activiteiten van de school. Deelname door de
ouders wordt van geval tot geval beoordeeld door de leden van de ouderraad.
Artikel 5:
Het overleg en de besluitvorming
De ouderraad van locatie ‟t Beeckland vergadert gedurende het schooljaar, minimaal
eenmaal per twee maanden of zoveel vaker als nodig is; steeds zoveel mogelijk in de week
voorafgaand aan de MRvergaderingen. Van de vergaderingen wordt verslag gedaan in
notulen. Deze zijn ook ter inzage voor de in artikel 4 genoemde geledingen. Besluiten
worden genomen op basis van meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij het
nemen van besluiten dienen tenminste vijf leden aanwezig te zijn.
Nuttige links en adressen

De Onderwijsinspectie
Behalve voor informatie over de resultaten en de kwaliteit van ons onderwijs kunnen
leerlingen en ouders bij de onderwijsinspectie ook terecht voor allerlei andere informatie over
het onderwijs. Op de site van de inspectie http://www.onderwijsinspectie.nl/ staan tal van
links naar andere informatiebronnen vermeld.
Bezoekadres Onderwijsinspectie: Hanzelaan 310, 8017 JK Zwolle
Postbus 10048, 8000 GA Zwolle
Telefoon (038) 425 78 20, fax (038) 425 78 25.
35

De Jeugdgezondheidszorg
GGD Regio Stedendriehoek
Deventer, Afd. Jeugdgezondheidszorg
Telefoon (0570) 62 50 84.
www.hvdgm.nl/ggd/jeugdgezondheidszorg
36