Onderwijs- en examenregeling (Examenreglement) NCOI

Download Report

Transcript Onderwijs- en examenregeling (Examenreglement) NCOI

Hoe hoog leg jij de lat?
Onderwijs- en examenregeling
(Examenreglement)
NCOI Opleidingsgroep
Middelbaar Beroepsonderwijs
2014 - 2015
2013/2014
De opleider van werkend Nederland
‘Ik hoor en vergeet. Ik zie en herinner.
Ik doe en begrijp.
Confucius
Inhoudsopgave
Inleiding
5
1. Algemeen
6
2. Toelating tot de opleidingen
7
3. Inrichting van de opleiding
9
4. Toetsing en examinering
11
5. Studiebegeleiding en studievoortgang
16
6. Examencommissie
17
7. Diploma’s en certificaten
19
8. Vaststelling en wijziging van de onderwijs- en examenregeling
20
9. Overgangs- en slotbepalingen
21
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
22
24
25
26
onderwijs- en examenregelement NCOI MBO 2014-2015
Begripsbepalingen
Uitsplitsing Taal- en Rekenexamens per onderdeel
Bepaling eindcijfer talen en rekenen
Vermelding op cijferlijst talen en rekenen
© NCOI Opleidingsgroep
3
Onderwijs- en Examenreglement
4
Datum vaststelling directeur onderwijs
1 augustus 2014
© NCOI Opleidingsgroep
Inleiding
De Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) vormt de basis van de regelgeving voor het middelbaar
beroepsonderwijs. In deze wet worden regels gegeven voor de inrichting en erkenning van opleidingen en
rechten en plichten van alle betrokkenen.
Op grond van artikel 7.4.8 (WEB) wordt voor elke opleiding of groep van opleidingen een onderwijs- en
examenregeling vastgesteld waarin informatie ten aanzien van het onderwijsprogramma en de regeling
examens is opgenomen. Als student wordt u geacht deze onderwijs- en examenregeling (OER) te kennen.
Waar de tekst van de onderwijs- en examenregeling correspondeert met de WEB, is het desbetreffende
artikelnummer uit de WEB tussen haakjes toegevoegd. Bij de uitleg van de onderwijs- en examenregeling
prevaleert de tekst van de WEB. Raadpleeg dus zo nodig de wettekst.
Naast de onderwijs- en examenregeling heeft NCOI Opleidingsgroep met zorg de studiegids samengesteld.
Daar waar dit OER de algemene regels omtrent onderwijs en examinering beschrijft gaat de studiegids in
op de opleidingsspecifieke informatie omtrent onderwijs en examinering.
Naast deze twee delen van onze onderwijs- en examenregeling is er een studiewijzer samengesteld.
De studiewijzer bevat algemene informatie waaronder informatie over studiemateriaal, bijeenkomsten,
docenten, wijzigingen en kwaliteit en evaluaties. Per niveau (MBO, HBO, Post Bachelor en Master en
Trainingen) is vervolgens informatie te vinden omtrent toelating, e-Connect, het betreffende onderwijs,
examens en diplomering. Tot slot heeft NCOI Opleidingsgroep met zorg de Regeling examencommissie
ten aanzien van de uitvoering van haar taken, de organisatie rondom examens en de regels ten aanzien
van fraude en plagiaat samengesteld.
Als student wordt u geacht de onderwijs- en examenregeling, studiegids evenals de Regeling examencommissie te kennen.
Directeur onderwijs NCOI Opleidingsgroep,
Juli 2014
© NCOI Opleidingsgroep
5
1. Algemeen
1.1 Algemene bepalingen
1. De directeur onderwijs heeft voor iedere door NCOI Opleidingsgroep aangeboden opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs een onderwijs- en examenregeling vastgesteld.
1.2 Begripsbepalingen
1. De begripsbepalingen, voor zover relevant voor de onderwijs- en examenregeling, zijn opgenomen als
bijlage van deze onderwijs- en examenregeling.
1.3 Reikwijdte
1. Deze regeling is van toepassing op alle studenten in alle opleidingen van MBO College NCOI.
1.4 Onderwijs in het Nederlands
1.a. Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands (art. 7.1.1 WEB).
b. De examens worden afgenomen in het Nederlands.
c. Literatuur kan zowel Nederlands- als Engelstalig zijn.
2. In afwijking van het eerste lid kan een andere taal worden gebezigd:
a. wanneer het onderwijs met betrekking tot die taal betreft, of;
b. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de
studenten daartoe noodzaakt.
1.5 Opleidingen en onderwijseenheden
1. Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van beroepsopleidingen (art. 7.1.2 WEB).
2. Een beroepsopleiding is een onderwijstraject dat voor een student is ingericht overeenkomstig de eisen
van hoofdstuk 7, titel 2 WEB, en dat is gericht op het behalen van een kwalificatie in het beroepsonderwijs,
ten bewijze waarvan een diploma wordt uitgereikt (art. 7.1.2 lid 2 WEB).
3. Beroepsopleidingen worden afgesloten met een examen (art. 7.1.2 lid 4 WEB).
1.6 Aanwezigheidsverplichting
1. De onderwijseenheden kennen in beginsel geen aanwezigheidsverplichting in relatie tot toelating tot
examens. Indien een onderwijseenheid wel een aanwezigheidsverplichting heeft, staat dit vermeld in de
online leeromgeving van de student. Studenten die vallen onder de leerplicht of kwalificatieplicht hebben
wel aanwezigheidsverplichting. De wijze van registratie en melding van aanwezigheid en afwezigheid staat
omschreven in het document ‘Verzuimbeleid’.
1.6 Controle op langdurige afwezigheid (art. 8.1.7 en 8.1.8a WEB)
1. De onderwijsinstelling zal iedere ingeschreven student die valt onder de werking van de Wet studiefinanciering 2000 of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten die ten minste 5 weken
zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen melden bij Onze Minister. Onder afwezigheid met geldige reden wordt verstaan afwezigheid wegens ziekte van de student, welke ziekte uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een arts, en afwezigheid
wegens bijzondere familieomstandigheden.
1.7 Klachten
1. Een student kan bij de afdeling Advies en Voorlichting schriftelijk/per e-mail een gemotiveerde klacht
indienen over het onderwijs/de training ter attentie van Advies & Voorlichting.
2. Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien de klacht niet deugdelijk gemotiveerd is.
3. De afdeling Advies & Voorlichting draagt zorg voor de afhandeling van de klacht en communiceert binnen twee werkdagen of de klacht in behandeling is genomen.
4. Iedere klacht wordt binnen een termijn van 10 werkdagen inhoudelijk afgehandeld. Van bovengenoemde
termijn kan worden afgeweken, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Dit wordt binnen de oorspronkelijke termijn van 10 werkdagen aan de student gecommuniceerd.
© NCOI Opleidingsgroep
6
2. Toelating tot de opleidingen
2.1 Vooropleidingseisen (art. 8.2.1 WEB)
1. Toelating tot een vakopleiding en een middenkaderopleiding, zoals bedoeld in de Wet Educatie en
Beroepsonderwijs art. 7.2.2 lid 1, is mogelijk op grond van:
a. een diploma lager beroepsonderwijs, een diploma voorbereidend beroepsonderwijs, of een diploma
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de kaderberoepsgerichte leerweg,
b. een diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, of een diploma voorbereidend middelbaar
beroepsonderwijs voor zover het betreft de theoretische leerweg,
c. een diploma mavo-vbo, of een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het
betreft de gemengde leerweg,
d. een bewijs dat de eerste drie leerjaren van een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of van
een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs met gunstig gevolg zijn doorlopen, of
e. een ander bij ministeriële regeling aangewezen diploma of bewijsstuk.
2. Toelating tot een basisberoepsopleiding, zoals bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, art.
7.2.2 lid 1, is mogelijk op grond van:
a. een diploma lager beroepsonderwijs, een diploma voorbereidend beroepsonderwijs, of een diploma
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de basisberoepsgerichte leerweg of de
kaderberoepsgerichte leerweg,
b. een diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, of een diploma voorbereidend middelbaar
beroepsonderwijs voor zover het betreft de theoretische leerweg,
c. een diploma mavo-vbo, of een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het
betreft de gemengde leerweg,
d. een bewijs dat de eerste drie leerjaren van een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of van
een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs met gunstig gevolg zijn doorlopen, of
e. een ander bij ministeriële regeling aangewezen diploma of bewijsstuk.
3. Voor de inschrijving voor een assistentopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2., lid 1, gelden geen vooropleidingseisen.
4. Voor een opleiding kunnen afwijkende en of aanvullende toelatingseisen worden gesteld. Indien van
toepassing staan deze vermeld bij de betreffende opleiding (art. 8.2.1 lid 5).
5.a. Bezitters van een buitenlands diploma voldoen aan de vooropleidingseis indien zij een gevalideerde
verklaring van een daartoe bevoegde instantie en ter beoordeling aan de toelatingscommissie, kunnen
overhandigen waaruit blijkt dat de opleiding van overeenkomstig niveau is.
6. Inschrijving staat uitsluitend open voor degene ten aanzien van wie het bevoegd gezag beslist dat zij
tot de instelling worden toegelaten. Het bevoegd gezag laat de beslissing aan de toelatingscommissie. Het
bevoegd gezag regelt de bevoegdheden en de werkzaamheden van de toelatingscommissie (art. 8.1.1. lid
3 en 8.2.1 lid 5 WEB).
2.2 Toelatingsprocedure
1. Het bevoegd gezag beslist over de toelating tot de vakopleiding, de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding. Het bevoegd gezag heeft bepaald dat de bedoelde bevoegdheid onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag wordt uitgeoefend door het bevoegd gezag gemandateerd toelatingscommissie. Het bevoegd gezag heeft hierbij de omvang, werkzaamheden en bevoegdheden aan de toelatingscommissie (art. 8.1.1c WEB).
2. De toelatingsprocedure is gericht op de beoordeling of de student voldoet aan gestelde voorwaarden ten
aanzien van vooropleidingseisen om toegelaten te worden tot de opleiding. De student levert daartoe een
ingevuld toelatingsdossier aan inclusief de volgende documenten:
a. kopie relevante diploma’s inclusief cijferlijsten;
b. kopie geldig ID-bewijs;
c. toelatingsdocument;
d. onderwijsovereenkomst;
e. praktijkovereenkomst.
2. De toelatingscommissie beoordeelt of aan de vooropleidingseisen is voldaan en of de te verrichten werkzaamheden in de werkkring kunnen leiden tot het realiseren van de kwalificatie eisen in het betreffende
© NCOI Opleidingsgroep
7
kwalificatiedossier.
3. De toelatingscommissie heeft hiertoe per opleiding een overzicht van werkzaamheden.
4. Indien de toelatingscommissie constateert dat de student fraudeert in de toelatingsprocedure, dan kan
de toelatingscommissie maatregelen treffen zoals beschreven in de Regeling Examencommissie, paragraaf
3.5.
8
© NCOI Opleidingsgroep
3. Inrichting van de opleiding
3.1 Inrichting van de opleiding
1. Per opleiding worden de volgende onderwerpen beschreven in deze onderwijs- en examenregeling alsook opleidingsspecifiek in de studiegids, in de online leeromgeving van de student en in de brochure/op
de website van NCOI Opleidingsgroep:
a. de inhoud van het onderwijsprogramma en van de daaraan verbonden examens (art. 7.4.8 WEB);
b. de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshoudingen die een student
zich bij beëindiging van de opleiding moet hebben eigen gemaakt (art. 7.4.2 lid 2 WEB);
c. de studielast van de opleiding en van elk van de onderwijseenheden (art. 7.2.7 lid 3 WEB);
d. de leerwegen van de opleiding (art. 7.2.2 lid 2 WEB);
e. de vorm van de examens.
3.2 Soorten beroepsopleidingen (art. 7.2.2 lid 2 WEB)
De volgende soorten beroepsopleidingen worden onderscheiden:
1. de assistentopleiding,
2. de basisberoepsopleiding,
3. de vakopleiding,
4. de middenkaderopleiding, en
5. de specialistenopleiding.
3.3 Leerwegen (art. 7.2.2 lid 2 WEB)
MBO opleiding bestaan uit:
1. een beroepsopleidende leerweg (BOL), omvattend een praktijkdeel van ten minste 20% en minder dan
60% van de studieduur, of
2. een beroepsbegeleidende leerweg (BBL), omvattend een praktijkdeel van 60% of meer van de studieduur.
3.4 Omvang van de opleiding
1. Het bevoegd gezag stelt de studieduur van de opleiding vast (artikel 7.2.4a).
2. De studielast van iedere voltijdse beroepsopleiding (BOL) heeft ieder volledig studiejaar een studielast
van ongeveer 1600 uren of meer, en waarvoor een onderwijsprogramma wordt verzorgt dat ten minste
850 uren per volledig studiejaar omvat (art. 7.2.7 lid 3 WEB).
3. Het onderwijsprogramma van een beroepsbegeleidende leerweg opleiding (BBL) bestaat ieder jaar uit
ongeveer 200 begeleide onderwijstijduren en ten minste 704 uren beroepspraktijkvorming.
3.5 Kwalificatiedossier, kerntaken en werkprocessen (art. 7.1.3 en 7.2.4 WEB)
1. De landelijk vastgestelde kwalificaties staan per beroep in zogeheten ‘kwalificatiedossiers’. In zo’n dossier staan precies in kerntaken en werkprocessen beschreven wat iemand moet kennen en kunnen om dat
beroep uit te kunnen oefenen. Voor iedere MBO opleiding bij het MBO College NCOI worden de studenten
op de landelijk vastgestelde beroeps specifieke kwalificaties beoordeeld (geëxamineerd).
3.6 Algemene kwalificaties (art. 7.2.4 WEB)
1. Naast beroepsspecifieke kwalificaties stelt de overheid dat iemand op MBO niveau ook aan een aantal
algemene kwalificaties moet voldoen. Het gaat dan om kwalificaties die te maken hebben met Loopbaan
en Burgerschap en om kwalificaties in de Nederlandse taal, vreemde talen en rekenen (zie bijlage 2). Deze
algemene kwalificaties zijn vastgelegd in aparte referentie- en brondocumenten.
3.7 De Beroepspraktijkvorming (art. 7.2.8 WEB)
1. Een van de belangrijkste uitgangspunten van NCOI opleidingen is de hechte samenhang met de beroepspraktijk. In de modules van een opleiding zullen docenten en medestudenten u steeds weer uitdagen om
vanuit de stof de verbinding te leggen met uw eigen werkpraktijk of stage (art. 7.2.8 lid 1 WEB).
2. De beroepspraktijkvorming wordt verzorgd op grondslag van een overeenkomst (POK), gesloten door
NCOI Opleidingsgroep, de student en het bedrijf of organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt
© NCOI Opleidingsgroep
9
(art. 7.2.8 lid 2 WEB).
3. De overeenkomst (POK) dient binnen 28 dagen na aanmelding van de opleiding te worden geüpload in
het toelatingsdossier van e-Connect. Wanneer dit niet mogelijk is zal e-Connect beperkt zichtbaar worden
waarna uitschrijving van de erkende opleiding volgt.
4. Het bedrijf of organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt, draagt zorg voor de begeleiding van
de studenten binnen het bedrijf. Het bevoegd gezag beoordeelt of de student het in het tweede lid, kwalificaties, onder deel C, uitwerkingen van de kwalificaties heeft behaald. Het bevoegd gezag betrekt bij die
beoordeling het oordeel van het bedrijf of de organisatie (art. 7.2.8 lid 3 en 7.2.9. lid 2).
5. Het bedrijf of organisatie die de beroepspraktijkvormging verzorgt, dient erkend te zijn door desbetreffende kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven. Erkenningen kunnen via desbetreffende kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven opgevraagd worden.
10
© NCOI Opleidingsgroep
4. Toetsing en examinering
4.1 Examens algemeen
1. Aan iedere onderwijseenheid is een intern en/of extern examen verbonden.
2. Aan de talen en rekenen examens vindt voor een deel centrale examinering plaats (art. 7.4.3 a WEB).
Voor de regelgeving rond de afname van pilotexamens CvTE wordt verwezen naar de daarvoor bestemde
website http://www.examenbladmbo.nl van het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Uitvoering en
afname van de talen en rekenen examens zijn terug te vinden in de online leeromgeving.
3. Ieder examen omvat een onderzoek naar kennis, vaardigheden en/of houding van de student, alsmede
de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek aan de hand van de eindtermen of de kwalificatieeisen in het kwalificatiedossier (art. 7.4.2 lid 2 WEB).
4. Examens worden altijd individueel gemaakt.
5. De examens van NCOI Opleidingsgroep zijn niet openbaar. De examencommissie is bevoegd om in bijzondere gevallen van deze regel af te wijken.
6. Een examen mag enkel worden herkanst indien voor het betreffende examen nog geen voldoende is
behaald.
7. Het bevoegd gezag van een exameninstelling zorgt voor een goede organisatie en kwaliteit van examinering (art. 7.4.9 lid 1 WEB).
8. Het bevoegd gezag van een exameninstelling zorgt ervoor dat de studenten die in dat jaar examen willen afleggen volledig en tijdig geïnformeerd worden over de inhoud en inrichting van examens (art. 7.4.9
lid 2 WEB).
8. De toetscommissie is door de examencommissie gemandateerd om bezwaarschriften van de formatieve
toetsing te beantwoorden.
9. Taken rondom de organisatie van de formatieve en summatieve toetsing staan beschreven in de studiewijzer en in de online leeromgeving.
4.2 Assessment (afsluitend examen / proeve van bekwaamheid)
1. De student is geslaagd voor het assessment (art. 7.4.2 lid 2 WEB) als de examencommissie heeft besloten dat hij heeft voldaan aan de eisen van alle onderdelen van het assessment.
4.3 Examenmogelijkheden
1. De student krijgt per onderwijseenheid, met uitzondering van de talen en rekenen examens benoemd
bij 4.3.4, 4.3.5 en 4.3.6, in totaal drie opeenvolgende mogelijkheden aangeboden examen te doen. De
examenmomenten (schriftelijk/mondeling) hebben een tussenliggende periode van ongeveer zes maanden.
2. Voor de examenvorm van een tweede en derde mogelijkheid geldt dat deze gedurende één jaar na de
eerste afname identiek is aan die van het eerste examen, tenzij de student instemt met een andere vorm.
3. De examens worden kort na de laatste les van de betreffende onderwijseenheid gepland. De examendata/periode worden uiterlijk aan het begin van de onderwijseenheid waartoe ze behoren, op e-Connect
bekend gemaakt en zijn niet te wijzigen omwille van persoonlijke redenen van studenten (art. 7.4.8 lid 2
en lid 3 WEB).
4. Voor COE (Cito) Nederlands onderdelen lezen en luisteren zijn er vier afnameperioden per jaar waarin
Cito wordt opengesteld. De student kan twee maal per jaar deelnemen, met steeds één afnameperiode
er tussen. Voor het instellingsexamen Nederlands onderdeel schrijven wordt een schriftelijk examen door
het Examenbureau ingepland. Eveneens wordt het instellingsexamen Nederlands onderdelen spreken en
gesprekken voeren ingepland door het Examenbureau. De instellingsexamens worden minimaal vier keer
per jaar ingepland door het Examenbureau.
5. Voor COE (Cito) onderdelen meten en meetkunde, getallen, verhoudingen, verbanden zijn er vier afnameperioden per jaar waarin Cito wordt opengesteld. De student kan twee maal per jaar deelnemen, met
steeds één afnameperiode er tussen.
6. Voor de moderne vreemde talen 1 Engels en 2 Duits, onderdelen schrijven, lezen, spreken, gesprekken
voeren en luisteren worden minimaal vier keer per jaar instellingsexamens ingepland door het Examenbureau.
7. De examencommissie is bevoegd de student een extra examenmogelijkheid aan te bieden.
© NCOI Opleidingsgroep
11
4.4 Studenten met een functiebeperking
1. Studenten met een lichamelijke of zintuiglijke beperking kunnen bij de examencommissie een schriftelijk verzoek, samen met een geldige verklaring afgegeven door een daartoe bevoegde persoon/instantie,
indienen om in aanmerking voor aanpassing te komen in de wijze van examinering. Deze aanpassingen
worden zoveel mogelijk op hun individuele functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit en/of
moeilijkheidsgraad van het examen niet beïnvloeden. De aanpassing kan inhouden dat de duur van het
examen met een half uur wordt verlengd, dat het examen wordt gemaakt in een aparte ruimte (NCOI
Opleidingsgroep) en/of dat extra hulpmiddelen gebruikt mogen worden.
2. Een voorziening wegens een lichamelijke of zintuiglijke beperking als bedoeld in het voorgaande geldt
na toekenning voor elk volgend examen van de opleiding, tenzij uit de beslissing van de examencommissie anders blijkt. Ook heeft de student recht op dezelfde voorziening ten aanzien van een examen aan een
andere opleiding van NCOI Opleidingsgroep.
3. Studenten met een dyslexieverklaring dienen dit bij het examenbureau aan te geven, voorafgaand aan
elk examen. Zij komen dan in aanmerking voor tijdverlenging van het examen met 30 minuten. Voor het
Cito examen Nederlands zijn per afnamemoment dyslexie-examens beschikbaar, waar deelnemers met
een dyslexieverklaring voor aangemeld kunnen worden.
4. Over verzoeken over aanpassingen die de examinering betreffen, beslist de examencommissie. Het
besluit wordt schriftelijk meegedeeld aan de student en door haar aangewezen medewerkers. Een afschrift
van dit besluit wordt bewaard door de examencommissie van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven.
12
4.5 Inhoud examens
1. Voor de start van iedere onderwijseenheid zorgt NCOI Opleidingsgroep dat, met betrekking tot het
daarbij behorende examen, op e-Connect bekend wordt gemaakt (art. 7.4.8 lid 1 WEB):
a. de vorm van het examen;
b. de eisen waaraan de student moet voldoen om het examen met goed gevolg af te sluiten;
c. de hulpmiddelen die tijdens het examen zijn toegestaan;
d. de beoordelingscriteria voor het examen;
e. indien van toepassing: de verplichting tot deelname aan praktische oefeningen.
2.a. De student krijgt opdrachten (verplichte oefeningen) die gemaakt moeten worden in de werkkring en
waarvan het resultaat wordt opgenomen in het portfolio
3. De examencommissie is bevoegd een andere examenvorm voor te schrijven dan die is beschreven in
het onderwijs- en examenplan, onderdeel van de studiegids.
4.6 Vrijstellingen tot het afleggen van examens
1. De examencommissie heeft de vrijstellingscommissie gemandateerd voor het bepalen en verlenen van
vrijstellingen.
2. De vrijstellingscommissie kan alleen voorafgaand aan een examen een student op schriftelijk verzoek
vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer examens dan wel delen van het portfolio, op grond
van het bezit van een diploma, getuigschrift, Ervaringscertificaat of andere verklaring waaruit blijkt dat de
student al aan de vereisten van het desbetreffende examen heeft voldaan. Onder de vereisten wordt verstaan dat minimaal 80% van de inhoud qua niveau (zowel diepte als breedte als omvang) overeenkomt,
en dat het behalen ervan in de regel niet langer dan tien (10) jaar geleden is.
3. Voor het portfolio en assessment wordt geen vrijstelling verleend.
4. De procedure voor het aanvragen en verlenen van vrijstellingen is als volgt:
a. De student dient een schriftelijk en onderbouwd verzoek in tot vrijstelling voor een examen bij de
examencommissie. Het vrijstellingsverzoek dient uiterlijk zes (6) weken voor aanvang van het bijbehorende eerste examenmoment ingediend te zijn. Het vrijstellingsverzoek gaat vergezeld van de volgende
bescheiden:
• een kopie van het diploma, het getuigschrift, het Ervaringscertificaat of de verklaring;
• een kopie van de daarbij behorende lijst van kwalificaties;
• een vakbeschrijving;
• indien de inhoud van het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd geen onderdeel is geweest
van het examen, dient de student bewijs te overleggen waaruit blijkt dat hij het desbetreffende onderdeel heeft gevolgd.
b. De vrijstellingscommissie beslist zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 20 werkdagen na indiening
© NCOI Opleidingsgroep
van het verzoek, al of niet in overleg met de betrokken examinatoren, of het verzoek wordt gehonoreerd
dan wel wordt afgewezen en stelt de student hiervan schriftelijk op de hoogte. Dit besluit vermeldt de
datum waarop de vrijstelling is verleend, het examen en tevens de geldigheidsduur van de vrijstelling. Een
digitaal kopie van het besluit wordt opgenomen in het dossier van de student.
c. De geldigheidsduur van de vrijstelling is in beginsel tien jaar.
5. Indien de vrijstellingscommissie op enig moment bemerkt dat de student zich bij het aanvragen van een
vrijstelling schuldig maakt/heeft gemaakt aan fraude, kan de vrijstellingscommissie maatregelen treffen
zoals beschreven in de ‘Regeling examencommissie’.
4.7 Beoordeling (art. 7.4.3 WEB)
1. Ieder gemaakt examen wordt beoordeeld door een onafhankelijke examinator aan de hand van beoordelingscriteria die zijn vastgelegd in het bij het betreffende examen behorende antwoordmodel/correctievoorschrift en in een normering die bij de beoordeling wordt gehanteerd.
2. Binnen het MBO College zijn drie beoordelingsvoeten vastgesteld waarin de (eind)uitslagen van studenten kunnen worden vastgesteld. Deze drie beoordelingsvoeten zijn:
a. 1 t/m 10, alleen hele cijfers;
b. 1 t/m 10, hele cijfers met één decimaal achter de komma;
c. Voldaan en niet voldaan.
d. Daarnaast blijven onderstaande resultaatwaarderingen over, te weten:
e. Gezakt;
f. Geslaagd;
g. Vrijstelling.
h. Student is geslaagd voor een examen wanneer hij/zij een 5,5 of hoger, een voldaan of een geslaagd
heeft behaald.
3.a. Het minimale eindcijfer is altijd een 1,0 en het maximale eindcijfer een 10,0. Hierbij staat het cijfer
1,0 voor zeer slecht en het cijfer 10,0 voor uitmuntend.
b. Ingeval van een berekening van het eindcijfer dan wordt het cijfer niet afgerond maar afgekapt. Vb. een
5,45 wordt een 5,4 en een 6,59 wordt een 6,5.
c. Bij bepaling van het eindcijfer voor een examen op de cijferlijst wordt het cijfer afgerond op een cijfer
zonder decimalen. Een 5,5 wordt een 6 en een 6,4 wordt een 6.
4.a. Aan de eisen van de onderwijseenheid is voldaan als het examen met de kwalificatie 5,5 of meer zijn
gekwalificeerd.
b. Aan de eisen van het portfolio en assessment is voldaan als deze op alle onderdelen voldoende is gekwalificeerd. Het assessment wordt beoordeeld met een voldaan.
5. De examinator is bevoegd te bepalen of de student voor een mondeling examen of een opdracht is
geslaagd. De examinator vult van ieder door hem beoordeeld examen een beoordelingsformulier in.
6. Na afloop van een mondeling examen wordt het examenresultaat bekendgemaakt en de beoordeling
met de student doorgenomen.
4.8 Beoordeling talen en rekenen
1. Voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen wordt gebruik gemaakt van het Referentiekader van
Meijerink, waarin de eisen voor 2F (opleidingsniveau MBO 2 en 3) en 3F (opleidingsniveau MBO 4) zijn
beschreven. Voor MVT (moderne vreemde talen, Engels en Duits) geldt het Europees referentiekader
(ERK), met de niveaubepalingen A1, A2, B1, B2, C1, C2.
2. In het kwalificatiedossier van de opleiding is aangegeven of er examen gedaan moet worden in één of
meerdere moderne vreemde talen. Voor opleidingen MBO niveau 4 geldt volgens de wettelijke eis dat de
eerste MVT Engels is. Voor opleidingen MBO niveau 2 en 3 staat deze keuze in sommige kwalificatiedossiers vrij. Ook als de keus open wordt gelaten in het kwalificatiedossier, geldt binnen NCOI Opleidingsgroep
in alle gevallen Engels als eerste MVT. Als een tweede MVT gevraagd wordt, geldt binnen NCOI Opleidingsgroep in alle gevallen Duits als tweede MVT in de open lijn.
3. De exameneisen voor talen en rekenen zijn terug te vinden in de kwalificatiedossiers van de diverse
opleidingen (zie www.kwalificatiesmbo.nl). De beroepsspecifieke eisen zoals beschreven in deel C en D
van het kwalificatiedossier, zijn aanvullend op de volgende minimale wettelijke eisen ten aanzien van talen
en rekenen:
MBO niveau 2 en 3
Nederlands: 2F voor de onderdelen Lezen, Schrijven, Spreken, Gesprekken voeren, Luisteren.
© NCOI Opleidingsgroep
13
Rekenen: 2F voor de onderdelen Meten en meetkunde, Getallen, Verhoudingen, Verbanden.
MBO niveau 4
Nederlands: 3F voor de onderdelen Lezen, Schrijven, Spreken, Gesprekken voeren, Luisteren.
Rekenen: 3F voor de onderdelen Meten en meetkunde, Getallen, Verhoudingen, Verbanden.
Engels:
B1 voor de onderdelen Luisteren, Lezen
A2 voor de onderdelen Spreken, Gesprekken voeren, Schrijven
Aanvullend op deze wettelijke eisen worden de beroepsspecifieke delen zoals beschreven in deel C en
D van het kwalificatiedossier van de opleiding aangehouden (t.a.v. Engels (opleidingsniveau 2 en 3) en
Duits (opleidingsniveau 2, 3 en 4). De opleiding is hierbij bepalend op welk niveau de onderdelen worden
getoetst.
5. De zak- slaagbeslissing is als volgt vastgesteld:
MBO niveau 2 en 3
Momenteel geldt er nog geen zak-slaagregeling voor opleidingsniveau MBO 2 en 3. Nederlands telt mee
voor de zak-slaagregeling tijdens studiejaar 2015-2016, rekenen nog niet. De student moet dan voor
Nederlands een 5 behalen (minimaal). Vanaf studiejaar 2016-2017 gaat rekenen meetellen voor de zakslaagregeling. Dan mag de student één 5 en één 6 behalen (minimaal).
Engels en Duits zijn beroepsspecifieke eisen voor niveau 2 en 3 en tellen niet mee in de wettelijke zakslaagregeling.
MBO niveau 4
Nederlands en Engels tellen mee voor de zak-slaagregeling tijdens studiejaar 2014-2015, rekenen nog
niet. De student moet dan voor Engels en Nederlands één 5 (afgerond) behalen en één 6 (afgerond) behalen (minimaal). Vanaf studiejaar 2015-2016 gaat rekenen meetellen voor de zak-slaagregeling. Dan mag
de student één 5 en twee keer een 6 behalen (minimaal).
Duits kent beroepsspecifieke eisen voor niveau 4 en telt niet mee in de wettelijke zak-slaagregeling.
14
4.9 Termijn beoordeling examens
1. Voor de bekendmaking van examenuitslagen geldt een termijn van maximaal vier weken na afname/
inleverdatum van het examen (art. 7.4.3 lid 1 en 2 WEB).
2. De examencommissie kan afwijken van bovengenoemde termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Dit wordt binnen de termijn van vier weken aan de student gecommuniceerd.
4.10 Bekendmaking examenuitslagen
1. Ten bewijze dat een examen is afgelegd, wordt de uitslag door het Examenbureau uitsluitend bekendgemaakt via de persoonlijke e-Connectpagina van de student, hetgeen gelijk staat aan de uitreiking van een
schriftelijk bewijsstuk. Aan alle andere vormen van communicatie over de uitslag van het examen kunnen
geen rechten worden ontleend.
2. NCOI Opleidingsgroep stelt geen examenresultaten en/of gegevens omtrent de voortgang beschikbaar
aan de werkgever van de student zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de student.
4.11 Inzage beoordeelde werk
1. De wijze waarop en de termijn gedurende welke de student die een schriftelijk examen heeft afgelegd, inzage verkrijgt in zijn beoordeelde werk en de wijze waarop en de termijn gedurende welke kennis
genomen kan worden van vragen en opdrachten, gesteld of gegeven in het kader van een schriftelijk
afgenomen examen en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden staan
beschreven in de uitnodigingsbrief voor het betreffende schriftelijke examen.
2. De door de student schriftelijk uitgewerkte, originele examenopgaven zijn het onvervreemdbaar eigendom van NCOI Opleidingsgroep.
3. Er worden geen kopieën van de eigen uitgewerkte examenopgaven of ingeleverde doordrukvellen verstrekt.
4. Tot twee weken (10 werkdagen) na bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk examen, is het
voor de student mogelijk de behaalde punten per vraag op te vragen bij het Examenbureau met uitzondering van de meerkeuze-examens.
© NCOI Opleidingsgroep
4.12 Geldigheidsduur examenuitslagen
1. De geldigheidsduur van het resultaat van een met goed gevolg afgelegd examen is in beginsel zes jaar.
2. De Centraal afgenomen (Cito) examens (COE) hebben een wettelijk bepaalde geldigheidsduur van twee
jaar of de duur van de opleiding. Als een student het COE heeft behaald hoeft de student, ook als deze
studievertraging oploopt waardoor de geldigheidsduur van het COE verstrijkt, niet nogmaals examen te
doen voor dit COE. Het behaalde COE blijft de duur van de opleiding geldig.
3. In afwijking van het gestelde in lid 1 kan de examencommissie in het geval van onderbreking van de
inschrijving met de student vooraf een schriftelijke afspraak maken over de reactivering van behaalde
resultaten op het moment van herinschrijving.
4.13 Afstudeeropdracht (portfolio)
1. De student kan in de regel deelnemen aan het afsluitende assessment als alle examens van de opleiding
met goed gevolg zijn afgelegd en alle opdrachten in het portfolio met een voldoende zijn beoordeeld (art.
7.4.3 WEB).
2. De inhoud, de opdrachten, de begeleiding en de beoordeling van het portfolio staan beschreven in de
online leeromgeving, portfolio.
4.14 Fraude en plagiaat
1. Indien een student of extraneus fraudeert, kan de examencommissie de betrokkene het recht ontnemen één of meer door de examencommissie aan te wijzen examens af te leggen, gedurende een door de
examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. Bij ernstige fraude kan het instellingsbestuur op voorstel van de examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief
beëindigen.
2. Het bepaalde in de ‘Regeling examencommissie’ ten aanzien van fraude en plagiaat is onverkort van
toepassing.
4.15 Bewaring examenstukken
1. Opgaven voor schriftelijke examens en de beoordelingsresultaten worden minstens zeven (7) jaar na
de examendatum bewaard. Onder opgaven worden in dit verband zowel verstaan de opgaven die worden
uitgereikt bij groepsgewijs georganiseerde schriftelijke examens, als (eind)opdrachten (opgenomen in de
online leeromgeving) die worden beoordeeld. Onder beoordelingsresultaten wordt in dit verband verstaan
de uitslag van examens.
2. Al het beoordeelde schriftelijke examenwerk en bijbehorende schriftelijke beoordelingen worden tenminste tot één (1) jaar na het afleggen van het betreffende examen bewaard en zoveel langer als een
eventuele bezwaar- dan wel beroepsprocedure duurt die is ingesteld met betrekking tot een examen.
3. Het portfolio, inclusief beoordeling, wordt tenminste zeven (7) jaar na het afleggen van het assessment
bewaard.
4. Kopieën van diploma’s en de resultatenoverzichten worden dertig (30) jaar bewaard (archiefwet).
© NCOI Opleidingsgroep
15
5. Studiebegeleiding en studievoortgang
5.1 Studiebegeleiding
1. De opleiding kent een systeem van individuele studiebegeleiding. De studiebegeleiding is gericht op
het voorkomen, dan wel tijdig signaleren van studieproblemen en het bieden van ondersteuning bij het
oplossen ervan.
2. De student krijgt een studieadviseur toegewezen die tot taak heeft studenten te adviseren, begeleiden
en waar nodig hun belangen te behartigen, en voorts op zijn werkterrein een signalerende en adviserende
rol vervult.
3. De student krijgt een portfoliobegeleider toegewezen van NCOI Opleidingsgroep.
4. De student wordt in de werkkring begeleid door een door NCOI Opleidingsgroep geaccordeerde praktijkopleider. De praktijkopleider houdt zich aan de eisen die gesteld worden door het desbetreffende kenniscentrum omtrent begeleiding.
5. De portfoliobegeleider legt tenminste één werkplekbezoek af tijdens de duur van de opleiding.
6. De portfoliobegeleider onderhoudt tijdens de opbouw van het portfolio contact met de student en legt
deze contactmomenten vast middels het contactenmomentenformulier.
7. De student krijgt studie ondersteuning tijdens de opleiding middels de begeleidingsmodule en middels
de portfoliobegeleidingsmodule.
5.2 Studievoortgang
1. NCOI Opleidingsgroep draagt zorg voor registratie van behaalde studieresultaten van de student in
Olympus.
2. De student heeft via e-Connect gedurende de opleiding voortdurend inzicht in zijn behaalde studieresultaten alsmede de nog te behalen studiepunten.
16
© NCOI Opleidingsgroep
6. Examencommissie
6.1 Examencommissie
1.a. Alle erkende MBO opleidingen van NCOI Opleidingsgroep hebben een centrale examencommissie.
b. De examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student
voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en
vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad (art. 7.4.5 WEB).
c. De examencommissie heeft regels vastgesteld over de uitvoering van de taken en bevoegdheden en
over de maatregelen die zij in dat verband kan nemen (art. 7.4.8 lid 5 WEB). Deze regels staan beschreven
in de ‘Regeling examencommissie’.
6.2 Verzoeken aan de examencommissie
1. Om een goede gang van zaken te bewerkstelligen bij examinering staat de examencommissie open voor
verzoeken door studenten. Dit kan onder meer betreffen:
a. verzoek om een herbeoordeling;
b. verzoek om vrijstellingen;
c. verzoek om aanpassing wijze van examineren vanwege een fysieke beperking;
d. verzoek om een extra examenkans.
2. De examencommissie neemt binnen vier weken (20 werkdagen) na ontvangst van het verzoek een
beslissing en deelt deze schriftelijk en gemotiveerd mee aan de indiener.
3. De beslissing staat, evenals alle andere beslissingen van de examencommissie, open voor een beroep
bij het College voor Beroep voor de Examens van NCOI Opleidingsgroep.
6.3 Klacht en bezwaar
1. Een student kan binnen zes (6) werkdagen na afloop van een examen bij het Examenbureau schriftelijk/per e-mail een gemotiveerde klacht indienen over de organisatie en het verloop van het examen ter
attentie van het examenbureau.
2. Een student kan binnen zes (6) werkdagen na afloop van een examen bij het Examenbureau schriftelijk/per e-mail een gemotiveerd bezwaar indienen over de inhoud van het examen ter attentie van de
examencommissie.
3. Een student kan binnen zes (6) werkdagen na ontvangst van de beoordeling van een examen m.u.v. een
schriftelijk examen bij het Examenbureau schriftelijk/per e-mail een gemotiveerd bezwaar indienen over
de beoordeling van een examen of over een examinator ter attentie van de examencommissie.
4. Indien een student bij de examencommissie een klacht of bezwaar indient waarbij een examinator
betrokken is die lid is van de examencommissie, neemt de betrokken examinator geen deel aan de behandeling van de klacht of het bezwaar.
5. Iedere klacht en/of bezwaar wordt binnen een termijn van vier (4) weken (inhoudelijk) afgehandeld.
Van bovengenoemd termijn kan worden afgeweken, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Dit wordt binnen de oorspronkelijke termijn van vier weken aan de student gecommuniceerd.
6. Een klacht of bezwaar wordt niet in behandeling genomen indien de student de klacht of het bezwaar
niet heeft ingediend binnen zes (6) werkdagen na afloop of ontvangst van de beoordeling van een examen
en de klacht en/of het bezwaar niet deugdelijk gemotiveerd is.
6.4 Beroep (art. 4.1.6 WEB)
1. Iedereen die meent in zijn belangen te zijn geschaad als gevolg van een beslissing van de examencommissie kan hiertegen binnen zes weken na dagtekening van deze beslissing, schriftelijk en gemotiveerd
beroep instellen bij het Commissie van Beroep voor de Examens van NCOI Opleidingsgroep.
2. De bepalingen met betrekking tot de procedure, de behandeling en de uitspraak zijn vastgelegd in het
‘Reglement College van Beroep voor de Examens’ van NCOI Opleidingsgroep.
3. Het College van Beroep voor de Examens toetst alleen de door de examencommissie gevolgde
examenprocedure(s) en uitdrukkelijk niet de inhoudelijke beoordeling van examens.
6.5 Geschillen
1. Alle geschillen in verband met deze onderwijs- en examenregeling of andere documenten die daarmee
© NCOI Opleidingsgroep
17
samenhangen, geschillen over de uitvoering daaronder begrepen, kunnen worden gemeld bij de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, Bordewijklaan 46, Postbus 90600, 2509 LP Den Haag of
worden beslecht door de bevoegde rechter in Utrecht.
6.6 Hardheidsclausule
1. In geval van aantoonbare onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard kan de examencommissie toestaan dat ten voordele van de student wordt afgeweken van de bepalingen in deze regeling.
18
© NCOI Opleidingsgroep
7. Diploma’s en certificaten
7.1 Diploma’s
1. Erkende diploma’s worden ondertekend door de examencommissie (art. 7.4.6 lid 1 WEB). Niet erkende
diploma’s worden namens de examencommissie ondertekend.
2. De student die geslaagd is voor een of meerdere onderdelen uit het onderwijs- en examenplan en de
opleiding beëindigt, ontvangt op aanvraag een certificaat of wanneer mogelijk één (1) diploma.
7.2 Certificaten
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat aan onderdelen van een
kwalificatie of kwalificaties een certificaat is verbonden (art. 7.2.3 lid 1 WEB).
2. Certificaten worden ondertekend namens de examencommissie (art. 7.4.6 lid 1 WEB).
19
© NCOI Opleidingsgroep
8. Vaststelling en wijziging van de onderwijs- en examenregeling
8.1 Herziening, vaststelling en inwerkingtreding
1. De directeur onderwijs draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de onderwijs- en examenregeling en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit.
2. De directeur onderwijs stelt de onderwijs- en examenregeling vast, die dan de voorgaande onderwijsen examenregeling vervangt.
3. De directeur onderwijs draagt er zorg voor dat de onderwijs- en examenregeling uiterlijk vier (4) maanden voor aanvang van het nieuwe studiejaar gepubliceerd wordt zodat de potentiële student zich een goed
oordeel kan vormen over inhoud en inrichting van onderwijs en examens.
8.2 Wijzigingen in de loop van het studiejaar
1. Wijzigingen die van toepassing zijn op het lopende studiejaar mogen alleen doorgevoerd worden indien
de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad.
2. Noodzakelijke wijzigingen in de onderwijs- en examenregeling worden ter advisering aan de examencommissie voorgelegd en door de directeur onderwijs in concept vastgesteld.
3. De directeur onderwijs stelt, na toetsing van de wijzigingen de nieuwe onderwijs- en examenregeling
vast.
4. Wijzigingen van de onderwijs- en examenregeling worden, zodra ze zijn vastgesteld, aan betrokkenen
bekend gemaakt in de vorm van een (cumulatief) wijzigingsoverzicht.
8.3 Onvoorziene omstandigheden
1. Indien zich omstandigheden voordoen waarin de onderwijs- en examenregeling zou moeten voorzien
doch dit niet doet beslist de voorzitter van de examencommissie en legt daarover verantwoording af
aan de examencommissie. In de schriftelijke argumentatie naar de desbetreffende student(en) worden
omstandigheden, overwegingen en beslissingen toegelicht (en wordt de mogelijkheid van een beroepsprocedure vermeld).
2. Indien zich binnen de examencommissie bij de interpretatie van regelingen uit de onderwijs- en examenregeling verschillen van mening voordoen beslist de directeur onderwijs in overleg met de voorzitter
van de examencommissie.
© NCOI Opleidingsgroep
20
9. Overgangs- en slotbepalingen
9.1 Overgangsbepaling
1. Voor de student die op de datum van de inwerkingtreding van deze regeling één of meer examenonderdelen met goed gevolg heeft afgelegd, maar het afsluitend examen nog niet geheel met goed gevolg
heeft afgelegd en die in zijn belangen geschaad wordt door bepalingen in deze regeling die afwijken van
bepalingen in oudere regelingen, wordt door de examencommissie een overgangsregeling vastgesteld,
met inachtneming van hetgeen aangaande examens in de wet bepaald is.
9.2 Bekendmaking
1. De directeur onderwijs draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling.
9.3 Inwerkingtreding
Deze onderwijs- en examenregeling treedt in werking op 1 september 2014.
Aldus vastgesteld door de directeur onderwijs van NCOI Opleidingsgroep op 1 augustus 2014 te Hilversum.
21
© NCOI Opleidingsgroep
Bijlage Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder
Assessment
Aan het einde van de opleiding vindt een assessment plaats op de werkplek. Elk assessment bestaat uit drie delen: (1) de voorbereiding, (2) het werkplekbezoek waarin een
assessor de student observeert terwijl hij/zij daadwerkelijk in acties is en (3) een criteriumgericht interview (CGI) waarin de assessor alle werkprocessen en bijbehorende
bewijzen nog eens met de student en in aanwezigheid van de praktijkopleider doorneemt.
Beroepskwalificatie
Eisen en kwalificaties waaraan een beroepsbeoefenaar tenminste moet voldoen om als
goede beroepsbeoefenaar te kunnen worden gekwalificeerd.
Beroepspraktijkvorming
Dat deel van de opleiding dat in de praktijk van het beroep wordt uitgeoefend. De
beroepspraktijkvorming wordt ook wel de praktijkcomponent genoemd.
Bevoegd gezag
Het algemeen bestuur van de onderwijsinstelling.
Cohort
Groep deelnemers die in hetzelfde jaar met de opleiding aanvangt (jaargang).
Commissie van Beroep
De commissie die het beroep behandelt dat door een student is ingesteld. Aan een
beroepsprocedure kan een bewaarprocedure voorafgaan. De Commissie van Beroep is
een onafhankelijke commissie die werkt met een eigen reglement.
22
Domein
Een organisatorische eenheid van NCOI Opleidingsgroep bestaande uit verwante opleidingen.
e-Connect
e-Connect is het digitale leer- en informatieomgeving van NCOI Opleidingsgroep die de
student gedurende de hele opleiding ondersteunt. e-Connect heeft de functie van informatievoorziening en onlineleeromgeving.
EVC
Erkennen Verworven Competenties.
Examen
MBO College NCOI hanteert twee vormen van examen. De eerste vorm van examen
kan schriftelijk, mondeling of praktisch van aard zijn en is de afsluiting van een module.
De andere vorm is het eindexamen aan het einde van de opleiding in de vorm van een
portfolio en afsluitend assessment.
Examenbureau
De afdeling binnen NCOI Opleidingsgroep die door de Examencommissie gemandateerd
is om de organisatie van examens en diplomering af te wikkelen. Het Examenbureau
plant, organiseert en draagt zorg voor de afname en correctie van examens en de cijferregistratie en is het loket voor bezwaren, bijzondere verzoeken, bezwaren, aanvragen
herexamen, aanvragen uitstel, plagiaatafhandeling en beroep.
Examencommissie
De commissie die verantwoordelijk is voor het opstellen van de examenprocedures, het
reglement examencommissie en eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit van de examenproducten en de examenprocessen en de onderwijs- en examenregeling.
Kenniscentrum
Per bedrijfstak of groep van bedrijfstakken is er een Kenniscentrum Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven (KBB). Het bestuur van een Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven bestaat uit werkgevers en werknemers of vertegenwoordigers van werkgevers,
werknemers en onderwijsinstellingen.
© NCOI Opleidingsgroep
Kerntaak
Een kerntaak is een door de wetgever vastgesteld onderdeel van een kwalificatiedossier. Een kerntaak is een realistische afspiegeling van de werkzaamheden in de praktijk.
Kwalificatie
Een opleiding die is opgenomen in de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs en opleidt
tot het uitoefenen van een beroep.
Leerweg
Opleidingen kunnen op twee manieren aangeboden worden, als beroepsopleidende leerweg (BOL) en als beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Bij een BOL opleiding neemt
de beroepspraktijkvorming maximaal 49% van de studieduur in beslag en bij een BBL
opleiding is de omvang van de beroepspraktijkvorming 51% of meer.
MBO College NCOI
De organisatie die alle opleidingen op MBO niveau organiseert en uitvoert.
Module
Onderwijseenheid in een opleiding.
Nominale (studie-)duur
De duur van de opleiding zonder vrijstellingen en zonder studievertraging.
Olympus
Het interne administratie- en registratiesysteem (ERP-systeem) van NCOI Opleidingsgroep.
Onderwijseenheid
Een samenhangend geheel van de leerstof dat zowel presentatie, verwerking als toetsing omvat. Iedere onderwijseenheid wordt afgesloten met een examen.
Onderwijsinstelling
Een organisatie die bevoegd is om certificaten of diploma’s van de landelijke kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs uit te reiken.
Portfolio
(digitale) Verzameling van onderwijsproducten met betrekking tot de prestaties van de
student in de werkkring.
Studieadviseur
De functionaris die tot taak heeft studenten te adviseren, begeleiden en waar nodig hun
belangen te behartigen, en voorts op zijn/haar werkterrein een signalerende en adviserende rol binnen het betreffende domein.
Toezicht
De minister houdt toezicht op het onderwijs. Dat toezicht wordt uitgevoerd door de
inspectie van het onderwijs.
Vrijstelling
Door de examencommissie geaccordeerd niet behoeven af te leggen examen(s)
Werkproces
Is een kenmerkende beroepshandeling die leidt tot een resultaat en is een onderdeel
van een kerntaak.
© NCOI Opleidingsgroep
23
Bijlage Uitsplitsing Taal- en Rekenexamens per onderdeel
Examens talen en rekenen per studiejaar 2014-2015
Onderstaande toetsing geldt voor alle opleidingsniveaus binnen NCOI Opleidingsgroep (MBO niveau 2, 3
en 4). De beoordelingscriteria en het niveau van de toetsen, worden gehandhaafd op basis van de onder
‘Eisen per opleiding’ beschreven eisen.
Nederlands
• COE (Cito): onderdelen Lezen en Luisteren. Er zijn vier afnameperioden per jaar waarin Cito wordt
opengesteld. De student kan twee maal per jaar deelnemen, met steeds één afnameperiode er tussen.
De toetsduur bedraagt 120 minuten.
• Instellingsexamens
–– Schriftelijk examen: onderdeel schrijven. Om de maand (6 maanden per jaar totaal) heeft de student de mogelijkheid zich in te schrijven voor het schriftelijk examen. Er wordt dan een individuele
poging gerealiseerd. De toetsduur bedraagt 60 minuten.
–– Mondeling examen: onderdelen Spreken en Gesprekken voeren. Afnamemomenten/afnameperiodes worden nog vastgesteld. De toetsduur bedraagt 20 minuten.
Rekenen
COE (Cito): onderdelen Meten en meetkunde, Getallen, Verhoudingen, Verbanden. Er zijn vier afnameperioden per jaar waarin Cito wordt opengesteld. De student kan twee maal per jaar deelnemen, met steeds
één afnameperiode er tussen. De toetsduur bedraagt 120 minuten.
24
Engels
• Instellingsexamens
–– Schriftelijk examen: onderdeel schrijven en lezen. Om de maand (6 maanden per jaar totaal) heeft
de student de mogelijkheid zich in te schrijven voor het schriftelijk examen. Er wordt dan een individuele poging gerealiseerd. De toetsduur bedraagt 60 minuten.
–– Mondeling examen: onderdelen Spreken en Gesprekken voeren. Afnamemomenten/afnameperiodes worden nog vastgesteld. De toetsduur bedraagt 20 minuten.
–– Luistertoets: onderdeel Luisteren. Afnamemomenten/afnameperiodes/toetsduur worden nog vastgesteld.
Duits
• Instellingsexamens
–– Schriftelijk examen: onderdeel schrijven en lezen. Om de maand (6 maanden per jaar totaal) heeft
de student de mogelijkheid zich in te schrijven voor het schriftelijk examen. Er wordt dan een individuele poging gerealiseerd. De toetsduur bedraagt 60 minuten.
–– Mondeling examen: onderdelen Spreken en Gesprekken voeren. Afnamemomenten/afnameperiodes worden nog vastgesteld. De toetsduur bedraagt 20 minuten.
–– Luistertoets: onderdeel Luisteren. Afnamemomenten/afnameperiodes/toetsduur worden nog vastgesteld.
© NCOI Opleidingsgroep
Bijlage Bepaling eindcijfer talen en rekenen
Onderstaande bepaling geldt voor alle opleidingsniveaus binnen NCOI Opleidingsgroep (MBO niveau 2, 3
en 4).
Nederlands
Voor Nederlands worden drie examens afgenomen, waarbij de volgende weging geldt voor vaststelling van
het eindcijfer
• Cito (lezen en luisteren): 50%
• Schriftelijk instellingsexamen (schrijven): 25%
• Mondeling instellingsexamen (spreken en gesprekken voeren): 25%
Rekenen
Voor rekenen wordt één examen afgenomen (Cito), het cijfer van dit examen wordt vermeld op de cijferlijst.
Engels
Voor Engels worden drie examens afgenomen, waarbij de volgende weging geldt voor vaststelling van het
eindcijfer:
• Schriftelijk instellingsexamen (lezen en schrijven): 50%
• Mondeling instellingsexamen (spreken en gesprekken voeren): 30%
• Luistertoets instellingsexamen (luisteren): 20%
Duits
Voor Duits worden drie examens afgenomen, waarbij de volgende weging geldt voor vaststelling van het
eindcijfer:
• Schriftelijk instellingsexamen (lezen en schrijven): 50%
• Mondeling instellingsexamen (spreken en gesprekken voeren): 30%
• Luistertoets instellingsexamen (luisteren): 20%
© NCOI Opleidingsgroep
25
Bijlage Vermelding op cijferlijst talen en rekenen
MBO niveau 2 en 3
Voor studenten MBO niveau 2 en 3 die afstuderen vanaf studiejaar 2015-2016 is het verplicht om het
COE Nederlands (Cito) te hebben afgelegd. Dit wordt op de cijferlijst vermeld als ‘Centraal examen’. Tot
die tijd is het Cito-examen een pilot-examen en wordt dit vermeld als ‘instellingsexamen’ op de cijferlijst.
Het eindcijfer wordt afgerond (geen decimalen) vermeld op de cijferlijst, ook als dit een onvoldoende is.
Vanaf studiejaar 2016-2017 is het wettelijk verplicht voor studenten van erkende opleidingen niveau 2 en
3 om het Cito Rekenen af te leggen. Dit wordt op de cijferlijst vermeld als ‘Centraal examen’. Tot die tijd is
het Cito Rekenen een pilot-examen en wordt op de cijferlijst vermeld als ‘Instellingsexamen’. Het eindcijfer
wordt afgerond (geen decimalen) vermeld op de cijferlijst, ook als dit een onvoldoende is.
De MVT worden vermeld met de naam van de MVT, gevolgd door het behaalde niveau en het behaalde
cijfer, afgerond (geen decimalen). Het eindcijfer wordt afgerond (geen decimalen) vermeld op de cijferlijst,
ook als dit een onvoldoende is.
MBO niveau 4
Vanaf studiejaar 2014-2015 is het wettelijk verplicht voor studenten van erkende opleidingen niveau 4 om
het Cito Nederlands af te leggen. Dit wordt op de cijferlijst vermeld als ‘Centraal examen’. Het eindcijfer
wordt afgerond (geen decimalen) vermeld op de cijferlijst, ook als dit een onvoldoende is.
26
Vanaf studiejaar 2015-2016 is het wettelijk verplicht voor studenten van erkende opleidingen niveau 4 om
het Cito Rekenen af te leggen. Dit wordt op de cijferlijst vermeld als ‘Centraal examen’. Tot die tijd is het
Cito Rekenen een Pilot-examen en wordt op de cijferlijst vermeld als ‘Instellingsexamen’. Het eindcijfer
wordt afgerond (geen decimalen) vermeld op de cijferlijst, ook als dit een onvoldoende is.
Engels wordt vermeld als ‘Instellingsexamen’ gevolgd door het behaalde niveau en het behaalde cijfer,
afgerond (geen decimalen). Het eindcijfer wordt afgerond (geen decimalen) vermeld op de cijferlijst, ook
als dit een onvoldoende is.
Duits wordt vermeld als ‘Duits’, gevolgd door het behaalde niveau en het behaalde cijfer, afgerond (geen
decimalen). Het eindcijfer wordt afgerond (geen decimalen) vermeld op de cijferlijst, ook als dit een onvoldoende is.
© NCOI Opleidingsgroep