Transcript Een wissel in beeld op de Dam

Een wissel in beeld op de Dam
Boven: Melvin bij de ondergrondse wisselkast die met het hydraulische systeem omhoog is gehaald.
Door spoorvernieuwing
en plaatsing van een ondergrondse wisselkast bij
wissel 15 voor de Bijenkorf,
Melvin , servicetechnicus
Systemen Tram, legt
uit hoe zo’n wissel en wisselkast nou precies werken.
H
et daadwerkelijke begin
van de wisselkast bij wissel
15 ligt in Diemen. De wisselbe dieninginstallatie wordt door de
afdeling Systemen Tram zelf
gebouwd. Melvin: “Daar wordt
de installatie ook van de juiste
locatiesoftware voorzien en
daarna zorgvuldig en uitvoerig
getest en voorzien van een
bron: IN het Nieuws - nummer 4
aansluiten en inbedrijfstellen
wordt ook door Systemen Tram
uitgevoerd. Dit gebeurt vaak in
de vorm van een bovengrondse
wisselkast, maar bij wissel 15 op
de Dam komt een ondergrondse
kast. De Dam is namelijk
onderdeel van het Rode Loper
herinrichtingsproject. Onder grondse kasten zorgen voor een
mooier en rustiger straatbeeld.
Melvin: “Een ondergrondse
wisselkast verschilt weinig van
een bovengrondse, in beide zit
een wisselbedieningsysteem dat
ervoor zorgt dat onze trams
automatisch de goede richting
kiezen. Alleen is de kast dus
niet meer zichtbaar want hij
zakt door middel van een
hydraulisch systeem in de
grond.”
Rechts: Melvin bij wissel 15 op de Dam
In de praktijk
Melvin legt uit wat er gebeurt als
een tram de wissel en wisselkast
nadert: “Een tram nadert
stapvoets, daar ligt op eenen twintig meter voor de wisselbak
een zogenaamde inmeldlus
tussen het spoor. Voor het idee:
‘Het bestaan van
een wissel begint in
Diemen. Alles is in
eigen beheer.’
deze is 2,5 meter lang en 80
centimeter breed. Een zender
onder de tram communiceert via
de inmeldlus met de wisselbediening in de ondergrondse kast en
stuurt de wissel aan zodat deze
in de goede richting komt te
liggen: rechtdoor, linksaf of
rechtsaf.”
“Maar er gebeurt meer door die
inmeldlus,” verzekert Melvin.
“Zodra de tram zich heeft
ingemeld gaat ook de wissel standaanwijzer aan. Die geeft
schematisch met blauwe lijnen
aan in welke richting de wissel
op dat moment ligt. Dit ziet de
bestuurder dus vanuit de tram
als hij de wissel nadert. Tegelijkertijd wordt er ook een aan vraag gedaan bij de schakelkast
van de verkeerslichten zodat de
tram na het halteren zo snel
mogelijk wit licht krijgt.”
Uiteindelijk rijdt de tram dus
door. Melvin: “Dan komt hij
voor de wissel over een zogenaamd beveiligd gebied heen.
.
FOTO’S: FRANK HYLKEMA
Zolang daar een tram rijdt of
staat, kan de wissel niet meer
elektrisch bediend worden. Pas
als de tram verder doorrijdt en
over de uitmeldlus en een
massadetectielus is gereden
wordt de wissel vrijgemeld en
gaat de wisselstandaanwijzer
uit. De wissel is dan weer vrij en
elektrisch bedienbaar voor de
volgende tram.” Mocht de wissel
toch niet werken vanwege een
storing, dan zul je heus nog wel
eens een trambestuurder uit
zien stappen om met een
zogenaamd wisselijzer de wissel
met de hand in de juiste richting te leggen,” vertelt Melvin.
“Wij worden dan gewaarschuwd
door het CCV en komen dan
natuurlijk snel ter plaatse en
lossen de storing op.”