Technisch reglement Bangerstox klasse - MABclub

Download Report

Transcript Technisch reglement Bangerstox klasse - MABclub

Technisch reglement Bangerstox klasse
Reglement 2014:
1. Een Bangerstox auto is een standaard productieauto
De auto moet er aan de buitenkant relatief net zo uit zien zoals hij uit de fabriek is
gekomen. De auto mag wedstrijdklaar nooit meer dan 1200kG wegen.
2. De auto mag, anders dan in dit reglement omschreven, absoluut niet verstevigd
worden op welke wijze dan ook.
De trekhaak dient volledig verwijderd te zijn. Ook de bevestigings-/versterkingsdelen
onder de auto.
3. Alleen een motor die bij het merk auto hoort, is toegestaan.
De motor mag:
- maximaal 2000 cc zijn;
- maximaal 4 cilinders hebben;
- maximaal 2 kleppen per cilinder hebben.
4. De motor moet origineel en niet opgevoerd zijn en als in punt 3 gespecificeerd.
Deze mag niet worden voorzien van een spaghetti-uitlaat, dubbele Webers,
Dellorto`s, Solex of gelijkwaardige/-soortige carburateurs en turbo/blower.
Drukgevulde motoren zijn niet toegestaan.
Origineel bij de motor horende brandstof-injectie met originele/standaard aansturing
en/of originele ECU is toegestaan.
5. De auto mag niet worden voorzien van speciale schokbrekers zoals bijv.:Proflex,
Hulco of gelijkwaardige schokdempers. Alleen de originele vering en
wielophanging is toegestaan. Tevens moeten assen, transmissie en differentieel
origineel zijn. Achterwiel aangedreven auto’s mogen een gesperd differentieel
hebben. Bij voorwiel aangedreven auto’s is een sperdifferentieel niet toegestaan.
6. De auto moet een degelijke en goed werkende stuurinrichting hebben.
7. De auto moet van goed werkende remmen zijn voorzien.
Alle vier de wielen blokkerend wanneer er maximaal geremd wordt met het rempedaal.
Tijdens een remmentest mogen er maximaal 2 pogingen worden gedaan.
Na reparatie nog 1 keer remmen, nog niet goed remmen dan onherroepelijk afkeur.
8. Vierwiel aangedreven auto’s zijn niet toegestaan..
9. Glas (Ramen, koplampen en achterlichten, enz), Plastic bumpers, sierlijsten, typeplaatjes,
overige losse en brandbare delen (wieldoppen, binnenbekleding e.d.) dienen verwijderd te
zijn.
In en om de auto mogen geen scherpe en/of uitstekende delen zitten.
Het dashboard mag zonder overbodige (sier-)panelen aanwezig blijven.
De zonnekleppen moeten geheel verwijderd zijn en er mag ook geen zelfgemaakte
“zonneband” van metaalplaat o.i.d. gemonteerd worden.
10. In de auto dient een Bangerbeugel/H-Frame gemonteerd te worden volgens de
opgegeven bouwtekening :
Een deurplaat is verplicht. de minimale dikte is 4mm,de minimale hoogte is 40 cm
en de plaat moet 10cm over de A en B stijl komen.
- De deurplaat dient deugdelijk bevestigt te zijn, met minimaal 4 bouten M12 Klasse 8.8,
voorzien van vierkante sluitplaten 3mm door de A en B stijl.
- Het is verplicht een bangerbeugel/kooi achter de stoel in de auto te plaatsen. Deze
dient goed geborgd te zijn zodat deze niet in of uit kan schuiven
- De Bangerbeugel/H-Frame dient te worden gemaakt van.koker profiel minimaal
50x50x3mm.
- De Bangerbeugel/ Het H-frame dient zowel onder als boven met 4 bouten M12
Klasse 8.8 (8 bouten totaal) te worden vastgezet en voorzien zijn van 3 mm dikke
vierkante sluitplaten, welke het blik/plaatmateriaal van de auto op het H-frame
klemmen.(Op het dak en onderkant bodemplaat ) Zodat de bouten niet door de
bodemplaat of door het blik van het dak worden getrokken. Lichte carrosserieringen
zijn niet toegestaan.
Een dwarsbalk/topbar van koker 40x40x3 mm tussen de H-frame poten aan de
bovenzijde is verplicht.
De topbar moet rondom gelast zijn of met 4 bouten M10 – klasse 8.8 vastgezet zijn.
Zowel links als rechts dient er dan 1 bout boven en 1 bout onder de topbar als
bevestiging te worden gebruikt.
Montage van een dwarsbalk aan de onderzijde wordt aangeraden.
De bangerbeugel/H-frame dient klem tussen de B-stijlen te staan d.m.v. stempels.
Aan de bestuurderzijde dient het stempel d.m.v. een schetsplaat met 2 bouten M12
klasse 8.8 voorzien van vierkante sluitplaten 3mm aan de B-stijl te zijn vastgezet.
Eventueel via een verlengplaat als op tekening is aangegeven.
11. De originele stoel op de originele bevestiging mag worden gebruikt. De verstelrails
moeten worden geborgd door deze deugdelijk vast te lassen of te schroeven.
Tevens mag er een aluminium - of volle rally kuipstoel aanwezig zijn. Plastik - of
polyesterstoelen mogen niet meer gemonteerd zijn. De rugleuning moet zo hoog zijn
dat je gehele rug en hoofd beschermd is. (zie tekening gordel en stoel bevestiging
junior/ rodeo en standaard, plaatje C en D). Is je rugleuning lager, dan dient er een
degelijke hoofdsteun te zijn gemonteerd. De aluminium - en volle kuipstoel moet in
de rug goed zijn ondersteund door platen ijzer die aan de rolkooi zijn gelast. (zie
tekening gordel en stoel bevestiging junior/ rodeo en standaard, plaatje B, C en D).
De zitting van de stoel dient met een degelijke bevestiging aan de onderste buis van
de rolkooi te zijn gelast. zie tekening gordel en stoel bevestiging junior/ rodeo en
standaard, plaatje C en D). De aluminiumstoel moet in de zitting 4 M8 bouten en in
de rugleuning met minimaal 4 M8 bouten zijn gemonteerd, voor deze bouten is een
slotbout verplicht als de bout kop tegen het aluminium is geschroefd.
12. Er dient een vier-punts gordel aanwezig te zijn die op 4 afzonderlijke punten aan de
bangerbeugel bevestigd is, dus niet aan de carrosserie.
De twee schouderbanden lopen recht naar achteren dan over een degelijke buis, op
schouder hoogte, 10 cm vanuit de stoelleuning, schuin naar beneden.(tekening A+C).
of een degelijk steun vast aan de rolkooi, net onder schouder hoogte, direct achter de
stoel (tekening D). De buis voor de schoudergordel dient voorzien te zijn van
opstaande kanten ter voorkoming van het afglijden van de schouder-gordelbanden.
De heupgordel dient schuin naar beneden te zijn bevestigd. (tekening C en D).
13. Er zijn twee soorten gordelbevestigingen:
• Gordels met een dicht oog moeten tussen twee platen gemonteerd worden (zie
tekening E)
• Indien de gordel uitgerust is met haken met veiligheidspal dienen deze te
bevestigd te worden met de originele oogbouten (zie tekening gordel en stoel
bevestiging junior/ rodeo en standaard, plaatje F).
14. Er mag een net in het zijraam aan de bestuurszijde worden gebruikt. Het net dient
deugdelijk, onder en boven, met stevige tie-wraps of gordelband materiaal te worden
vastgezet.
15. De bestuurdersdeur mag onder het rijden absoluut niet open gaan. De bestuurdersdeur/zijde moet verstevigd worden met een deurplaat als genoemd onder punt 10.
16. De accu moet worden vastgezet in een rechthoekig frame ter grootte van de accu met
draadeinden van minimaal 8 mm klasse 8.8 en een klemframe. Span-/sjorbanden zijn niet
toegestaan. De accu dient waterdicht te worden verpakt en moet afgedekt worden d.m.v.
de onderzijde van een jerrycan om eventueel accuzuur op te vangen. Ook bij gel-accu`s.
17. Hoofdstroomschakelaar
De hoofdstroomschakelaar moet duidelijk worden aangegeven door middel van
een sticker met daarop een bliksemschicht en zowel van binnen als van buiten
bediend kunnen worden. De schakelaar zal bij voorkeur op de staander van het Hframe aan de bestuurderszijde gemonteerd zijn.
Als de hoofdstroom schakelaar omgezet wordt moeten de motor en
brandstofpomp te allen tijde uitvallen.
18. De brandstoftank moet aan de achterzijde aan het H-frame gemonteerd zijn. Deze
moet van metaal zijn, stevig verankerd zijn en maximaal 25 liter inhoud hebben. De
originele tank mag buiten gebruik en leeg aanwezig zijn. In de originele tank moeten
grote gaten zijn gemaakt, zodat de tank aantoonbaar leeg en inspecteerbaar is. De
tankbeluchting moet met een lus gemonteerd worden om de tank en uitkomen door de
bodem van de auto.
19. Brandstofleidingen dienen geheel van metaal te zijn. De eventuele koppel stukken (bij
tank en motorblok) dienen van gepantserd rubberslang te zijn met een maximale
lengte van 15 cm per koppelstuk. De koppelstukken dienen bevestigd te zijn met
slangklemmen.
20. Alle vormen van motorkoeling moeten onder de motor kap blijven. Een watertank is
toegestaan mits deze niet als versteviging van de auto gebruikt word en niet voor
de motor uit komt. Overdruk slang van een watertank onder de motorkap houden en
naar beneden geleiden.
Koelvloeistof moet vervangen worden door water.
21. Het schutbord moet 100% dicht zijn en blijven.
22. In de crossauto mag GEEN ballast worden gemonteerd of mee worden genomen.
23. Het witte dakbord met het startnummer dient aan drie kanten leesbaar te zijn (2 x zijkant
en 1 x voorkant) met een minimale cijferhoogte van 20 cm.
24. Versteviging:
Het is verplicht hoekplaten of metalen strips over de achterste hoeken van de
motor kap te plaatsen.lassen of bouten maximale lengte van rechte kant is 30cm
Alle deuren en kofferklep dienen geborgd te zijn met gordels. Geen bouten verder
toegestaan. De motorkap moet met maximaal 2 centerpennen worden vastgezet.
Verder mag er niks gelast worden verstevigd worden doorgebout worden aan een
auto, geen extra beugels kettingen metalen strippen etc.
25. De auto moet een goed werkende uitlaat hebben, als deze of de demper wordt
verloren tijdens de cross moet hij de volgende manche weer gemonteerd zijn. De auto
mag maximaal 102 DB maken.
LET OP: er wordt de gehele dag gecontroleerd op lawaai. Maakt je auto te veel
lawaai krijg je één kans om het te verhelpen, bij de volgende overtreding volgt
diskwalificatie.
26. De banden keuze is beperkt. De auto dient op originele banden deel te nemen, geen
m+s, opgesneden of profielbanden. Maximale breedte 195.
Een brandwerende (race-)overall, een nekband en een goed passende helm met vizier of
stofbril zijn verplicht ( Zie ook wedstrijdreglement). Er mogen geen beschadigingen,
gaten, etc. in de overall aanwezig zijn.
FIA-CIK Karting raceoveralls of gelijkwaardig zijn niet toegestaan.
Helmen van plastic of polycarbonaat zijn niet toegestaan. Kies dus bij de aanschaf van een
helm voor een gerenommeerd merk met een code E 22-05 of ECER 22-05 (te vinden op
de helm). Alleen veiligheidshelmen welke met een kinband / -riem worden vastgezet zijn
toegestaan. Zorg er voor dat de helm U goed en strak past. Tevens is het van belang de
helm regelmatig schoon te maken en te controleren op gevaarlijke beschadigingen of
slijtage
Tijdens een wedstrijddag of training worden de passing van de helm en overige
veiligheids-voorzieningen gecontroleerd.
27. Bij iedereen waar, door de keurmeesters of wedstrijdleiding, opvoeren of
verstevigen van de auto is geconstateerd, geld onmiddellijk diskwalificatie voor de
gehele dag hier over valt niet te discussiëren.
28. Overige zaken:
Eventuele scheuren aan de carrosserie en/of chassisbalken mogen niet gerepareerd
worden met strippen. Dicht lassen mag maar geen extra strip erover heen.
Scherpe delen bij je benen/armen afdekken met schuimrubber.
Een afsleeppunt/trekpunt dient aan de voorzijde om de chassisbalk te worden
gemaakt d.m.v. een hijsband of gordelmateriaal. Deze moet om de hoofdchassisbalk
gewikkeld/vastgezet worden, niet door de balk of het subframe, geen bouten door de
balken.
Achter in de auto dient een knipperend stoflicht (21 Watt) goed zichtbaar gemonteerd
te worden op een plaats waar het niet stuk gereden kan worden
29. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur van de MAB club,
waarbij de uitspraken van het bestuur bindend zijn. Tegen beslissingen van het
bestuur en/of wedstrijdleiding en jury kan niet worden geprotesteerd.
30. Tijdens een wedstrijddag of training in discussie gaan met de keurmeesters over het
reglement en/of de keuring heeft in het geheel geen zin en kan in uiterste gevallen tot
diskwalificatie leiden.
Algemene foto bangerbeugel
Een degelijk H-frame met minimale kokermaten van 50x50x3mm
De accu en/ of de brandstoftank zijn hier deugdelijk aan te bevestigen
Foto van de rechter B-stijl
Deze mag NIET vastgezet worden aan de bangerbeugel
De beugel moet ca. 5 à 10 cm los staan van de buitenplaat van de deur/ stijl (met de hand
moeten de keurmeesters er fatsoenlijk
tussendoor kunnen).
Tegen de B-stijl en binnenbeplating mag de beugel wel aanlopen.
Foto van de linker B-stijl
De bangerbeugel mag aan de bestuurderszijde volledig tegen de stijl/ deur rusten en worden
vast gebout.
Eventueel mag deze plaat groter, zodat deze aan de deurplaat kan worden vastgezet, waardoor
je altijd in een veilige
hoek zit.
Foto bevestiging dak en vloer.
Foto bevestiging dak en vloer.
De minimale afmetingen van de platen is 125 mm. vierkant.
Bij elke poot doorbouten met minimaal 4 stuks m12 bouten.