NAS NIV 3 OPLEIDING Brandveiligheid en evacuatie versie

Download Report

Transcript NAS NIV 3 OPLEIDING Brandveiligheid en evacuatie versie

Opleiding niv. 3 preventieadviseur
Evacuatie en brandveiligheid in scholen
Francis Bruelemans preventieadviseur niveau 1
Met dank aan Lt. Jo Kerkhofs, brandweer Hasselt voor de info en de documentatie
Brandveiligheid
Kan worden ingedeeld in:
• Brandvoorkoming

Beletten ontstaan brand, beletten uitbreiding eventuele brand
 Voorschriften, maatregelen, controles, concept , enz,)
• Brandmelding
• Evacuatie
Inhoud en structuur
•
•
•
•
•
•
•
Inleiding en enkele cijfers
Wetgeving
Omgaan met brandrisico’s
Omgevingsfactoren
Brand (ontstaan)
Blussen
Evacueren
Enkele voorvallen en cijfers
• 1974: brand in internaat Heusden met 23 doden.
Oorzaak: waarschijnlijk rokende persoon
• 1999: brand in middenschool opwijk, geen slachtoffers maar
brandschade: 2,5 miljoen Euro
Oorzaak: brandstichting
• 2001: Brand in KA Schoten. 5 leerlingen met CO intoxicatie
Brandschade: 12550 Euro, medische kosten leerlingen???
Oorzaak: brandstichting.
• 2003 Kasterlee BUSO: brand in afdeling verfspuiten. Vonk motor?
Enkele voorvallen en cijfers
• 2003 Brand in KA Antwerpen. Zeer veel schade. Kortsluiting of
ingevolge werken?
• 2008: brand in sporthal omgeving MS Zaventem Zavo.
School diende ontruimd ingevolge gevaarlijke omgevingsfactoren
• Andere scholen: Reet en Geel. Brand in de stofafzuiging afdeling
hout.
• 2013 Brand in BS Mechelen. Brandoverslag door werken in
omgeving.
• 2013 Brasschaat KA bijgebouw (onbekende oorzaak)
• BS Boom container ( oorzaak?)
Cijfers en statistieken ontstaan branden in
onderwijs gebouwen
•
•
•
•
52% brandstichting
19,3%onbekende oorzaak (niet zeker van de oorzaak)
11,2% anders (Bliksem? Brandoverslag? Ontploffing?)
7,5%defecten / verkeerd gebruik apparaten of
producten
• 4,6%spelen met vuur
• 4% brandgevaarlijke omstandigheden
• 1,4% roken
Regelgeving voor schoolgebouwen
• NBN S 21-204 norm brandveiligheid in schoolgebouwen
• Federale normen inzake brandveiligheid, voorkoming van brand
en ontploffing, laatste aanpassing via KB 12 juli 2012
• Advies van de brandweer (burgemeester) .
• Omzendbrief minister van onderwijs 05/05/1987
• Regelgeving toegankelijkheid publiekelijke gebouwen
Regelgeving voor schoolgebouwen
• CODEX (bvb: opslag, ATEX, enz,)
• KB 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie
op de arbeidsplaatsen
• ARAB ( art . 52 )
• AREI
• Regelgeving kinderdagverblijven
• Stedelijk/gemeentelijk politiereglement
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
Werkgever neemt nodige preventie maatregelen voorkoming brand
• Risicoanalyse brandrisico (medewerking PA)
Rekening houden met factoren:
 Aanwezigheid brandbare producten, oxiderende agens,
ontstekingsbronnen ( waarschijnlijkheid gelijktijdige
aanwezigheid)
 Installaties, arbeidsmiddelen, gebruikte stoffen,
interacties (bvb: stofafzuiging, gasopslag)
 Aard activiteiten, specifieke risico’s
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• Risicoanalyse brandrisico (medewerking PA)
Rekening houden met factoren:
 Groote van de inrichting (campus ?)
 Max. aantal personen (welke kunnen aanwezig zijn)
 Ligging, bestemming lokalen (bvb speciale lokalen)
 Werken door derden (risico externe onderneming)
• WG bepaalt waarschijnlijke scenario’s en omvang
voorspelbare gevolgen,
• WG evalueert regelmatig de risicoanalyse
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• Materiële en organisatorische preventiemaatregelen
( zie ook DRBS)
 Voorkoming brand
 Verzekering veiligheid alle aanwezige personen. Vlugge,
veilige evacuatie (bvb: picto, signalering, oefeningen,
informatie, enz.)
 Vlug efficiënt elk begin brand bestrijden / uitbreiding
vermijden (blusmiddelen, brandbestrijdingsploeg)
 Schadelijke effecten brand beperken (instorten, rook ??)
 Tussenkomst hulpdiensten vergemakkelijken
(brandweer, ziekenwagens, C.B,)
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• Elke WG richt een brandbestrijdingsdienst op
Taken dienst:
 Toezien dat melding gebeurt (opvolging)
 Toezien goede behandeling waarschuwingssignaal (wie?)
 Taken verrichten nodig om begin brand te bestrijden
 Veilige evacuatie alle aanwezige personen
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• Elke WG richt een brandbestrijdingsdienst op
Taken dienst:
 Maatregelen uitvoeren vastgesteld door WG voor snelle
toegang verzekering hulpdiensten
 Hulpdiensten begeleiden naar plaats onheil
 Meewerken aan de risicoanalyse
 Signaleren situaties hindering evacuatie of uitlokking
brand
 Voert zijn taken uit conform schriftelijke procedures
bepaald in art 24
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
•





Bij oprichting brandbestrijdingsdienst:
WG bepaalt de middelen voor de taken
WG bepaalt het aantal werknemers van deze dienst
WG vergewist zich van de bekwaamheden
WG zorgt voor opleidingen deze bekwaamheden
WG bepaalt verdeling leden bbsd over de inrichting
Opleidingen en bekwaamheden zie bijlage 1 KB
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• WG neemt maatregelen voorkoming brand en
explosie door ontvlambare of brandbare stof
(houdt hier o.a. rekening met)
 Correcte opslag en gebruik ontvlambare vloeistoffen
en brandbare gassen
 Met explosieve omgevingen en installaties
 Gebruik en onderhoud installaties verwarming/airco
 Gebruik toestellen, arbeidsmiddelen, producten die
brand kunnen veroorzaken
 Opslag afvalstoffen die brand kunnen veroorzaken
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
•
Elke WG zorgt voor veilige evacuatie personen
 Voorziet evacuatiewegen, uitgangen en nooduitgangen
(Aantal, afmetingen volgens mogelijk aanwezige personen
en risico’s)
 Zorgt voor evacuatiewegen zonder hindernissen
 Zorgt voor gepaste signalisatie
 Zorgt voor veiligheidsverlichting
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• Elke WG zorgt voor veilige evacuatie
• WG zorgt voor evacuatieplan welk omvat:
 Ligging lokalen: indeling, bestemming, situering in
compartiment
 Ligging lokalen verhoogd brand- en explosiegevaar
 Ligging uitgangen, nooduitgangen
 Ligging verzamelplaatsen
• Evacuatieplan aan de inkom, per gebouw en per
niveau. Evacuatie-instructies in de lokalen
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• WG zorgt voor interventiedossier voor de
hulpdiensten (omvat)
 Elementen brandpreventiedossier
 o,a,: liggingsplan, speciale lokalen, opslag brandbare
producten, evacuatieplan, explosieve zones,
aanwezige beschermingsmiddelen, enz,
 Locatie elektrische installaties
 Locatie + werking sluitkranen gebruikte fluïda
 Locatie + werking ventilatiesystemen
 Locatie branddetectiecentrale
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• WG zorgt voor intern noodplan (omvat)
 Taken brandbestrijdingsdienst
 Evacuatieoefeningen
 Gebruik beschermingsmiddelen tegen brand
 Informatie en opleiding werknemers
 Te volgen procedures bij brand of onheil
• Zie ook Noodplan GPD website
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
•








Elke werkgever zorgt voor het brandpreventiedossier
Risicoanalyse en preventiemaatregelen
Beschrijving organisatie brandbestrijdingsdienst
Procedures intern noodplan
Evacuatieplan, interventiedossier brandweer
Vaststellingen evacuatieoefeningen
Beschermingsmiddelen tegen brand
Controles en onderhoudsbeurten
Adviezen: PA, BC, hulpdiensten
KB 28-03-14 brandpreventie arbeidsplaatsen
• WG zorgt opleiding en informatie personeel:
 De brandrisico’s
 Waarschuwings- en alarmsignalen
 Toe te passen maatregelen bij brand
 De evacuatie
 Verwerving bekwaamheden taken bij ontdekking
brand of rook,
TER INFO:
Infrastructurele maatregelen schoolgebouwen:
NBN S 21- 204 en KB’s voor de infrastructuur
Voorbeelden:
• Gecompartimenteerde trappenhuizen met rookkoepel
• Gecompartimenteerd sas aan lift
• Breedte gangen en trappen: nuttige breedte minstens
120 cm en 200 cm bijzonder onderwijs
• Beperking of geen doodlopende gedeelten gangen
• Compartimentering speciale lokalen (stookplaats,
keuken, archief, enz,)
TER INFO:
Infrastructurele maatregelen schoolgebouwen:
NBN S 21- 204 en KB’s voor de infrastructuur
Voorbeelden:
• 2 uitgangen altijd verplicht, gelegen in
tegenovergestelde zones van het compartiment
• Voorbeeld verkeerde inplanting van de uitgangen:
TER INFO:
Infrastructurele maatregelen schoolgebouwen:
NBN S 21- 204 en KB’s voor de infrastructuur
•
•
•
•
•
Afmetingen compartimenten
Oppervlakte compartimenten
Maximum afstanden evacuatie tot uitgang of trap
Bezettingsgraden
Afstand tussen 2 gebouwen ?????
KB 12 juli 2012: REI ? Ipv Rf
R = de stabiliteit (vroeger vuurvastheid genoemd),
E = de vlamdichtheid
I
= thermische isolatie
Deuren EI1= vlamdichtheid E en I1 volledige isolatie van het deurgeheel, ook de
randen en de omlijsting.
I
E
R
Brand - Verloop = kwestie van minuten
3.00
0.30
1.15
2.15
3.00
3.20
3.17
0.30
1.15
2.15
3.17
Hoe structureel omgaan met brandrisico’s
op school ? Aandachtspunten?
 Risicoanalyse
 Rekening houden met kwetsbaarheid van school
 Actieplannen om brand (of brandstichting) te voorkomen
 Preventiemaatregelen
 Brandbestrijdingsmiddelen
 Evacuatieplannen, evacuatieoefeningen
Kwetsbaarheid van scholen
Rekening te houden met?
 Brandstichters: inbrekers, vandalen, pyromanen
 Omgeving ten opzichte van andere gebouwen of activiteiten
 Bezetting: kleine campus, grote campus, hoogbouw of
laagbouw
 Onderwijsniveau: lager, secundair ASO/TSO, bijzonder
onderwijs,
 Tijdstip: zie grafiek (varieert)
Grafiek tijdstip
Lager
40
Middelbaar
35
Speciaal
30
25
20
15
10
5
0
Uur
Uur
1
3
5
7
9
11 13 15 17 19 21 23
Kwetsbaarheid schoolgebouwen
preventie
 Inschatten kwetsbaarheid: binnen gebouw, buiten
gebouw
 Risicoanalyse: zie DRBS KB 27 maart 1998 welzijn
werknemers bij de uitvoering van hun werk + KB
28 maart 2014
 Structurele maatregelen / infrastructuur / hoe
brandveiliggebouw?
 Organisatorische maatregelen
 Actieplannen
Omgaan met brandrisico’s
Actieplan werkgever / directie /HL
• Rekening houden met risicoanalyse, voorvallen,
veranderde omgevingsfactoren en KB 28 maart
2014
• Verantwoordelijk voor opstellen actieplan
 rekening houden met regelgeving
 rekening houden met adviezen brandweer en GPD
• Verantwoordelijk voor toepassen actieplan
• Sensibiliseren personeel / leerlingen / ouders
/derden
• Meldingen (brand, rook, kortsluitingen, gasreuk enz.)
Preventiemaatregelen t.o.v. onbevoegden
• Afschrikken / vermijden toegang indringers op de campus of
in de schoolgebouwen.
 Afbakening schooldomein
 Signalisatie
 Beperking toegankelijkheid: omheining /
daken / gevelelementen
 Buitenverlichting
 Camerabewaking / beveiligingsinstallatie
 Betrokkenheid gebuur
 Conciërge / bewakingsfirma
Bepaling risicofactoren indringers
A.
RISICOFACTOREN
1.- Is de school hoofdzakelijk opgetrokken uit lichte materialen of uit een houtconstructie ?
2.- Wordt de brandbare afval op een veilige plaats opgeborgen en regelmatig verwijderd van het
schoolterrein ?
3.- Doen er zich ernstige misdrijven voor in uw gemeente ?
4.- Kunnen de buren de schoolgrenzen in het oog houden ?
5.- Is de school gedurende het laatste jaar het slachtoffer geweest van meer dan 10 daden van
vandalisme ?
6.- Is de school de 3 laatste jaren het slachtoffer geweest van meer dan 2 brandstichtingen ?
7.- Hebben in de school gedurende het laatste jaar meer dan 5 diefstallen of inbraken
plaatsgevonden ?
8.- Is de school gemakkelijk toegankelijk voor buitenstaanders en kan het verbod om op het terrein
te komen gemakkelijk worden overtreden ?
9.- Zijn de gevelelementen (deuren/ramen) van de schoolgrenzen en de daken kwetsbaar voor
indringers ?
10.- Zijn de schooldirectie en het lerarenkorps zich bewust van de noodzaak om bezoekers in het
oog te houden, en van behoefte aan procedures om sleutels te bewaren en gebouwen af te
sluiten ?
Ja
Nee
B. PREVENTIEVE MAATREGELEN
Ja
Nee
1.- Is de school uitgerust met een automatische sprinkler –of brandmeldinstallatie aangesloten op een
centraal bewakingsstation ?
2.- Is de school uitgerust met een beveiliging(installatie) tegen diefstal aangesloten op en centraal
bewakingsstation ?
3.- Worden het schoolterrein en de –grenzen bewaakt door een gesloten TV circuit (camera’s) ?
4.- Is de school afgesloten door een 2 meter hoge omheining of hekwerk ?
5.- Patrouilleert een externe bewakingsfirma op onregelmatige tijdsstippen in de schoolgebouwen
Tel enkel de antwoorden op in de gekleurde vakjes
Totaalscore antwoorden A – B =
*
•Indien de totaalscore 6 of meer bedraagt, bestaat de kans dat de school
in de toekomst kwetsbaar is voor brandstichting
Bron: ANPI
Preventiemaatregelen t.o.v onbevoegden
• Toezien dat er geen brand kan gesticht worden bij een verlaten
campus
Veilig opbergen ontvlambare producten
Brandstoftanks achter slot in gesloten ruimte
(verluchting?) of hoge omheining
Geleverde goederen onmiddellijk wegbergen
Preventiemaatregelen t.o.v onbevoegden
• Toezien dat er geen brand kan gesticht worden bij een verlaten
campus
Management afval brandbare producten (verven?) of
stoffen (papier?)
Ramen en deuren gesloten, geen
inbraakmogelijkheid (risicolokalen?)
Brandveilige brievenbussen
Organisatie afval papier en karton
Preventie en brandschadebeperking
 Via brandmelding,waarschuwing en alarm
 Brandbestrijdingsmiddelen
 Sprinklers in de gebouwen?
 Compartimenteringen respecteren (deuren EI?)
 Rekening houden bij brand met brandbare
materialen in de omgeving
 Afspraken met de brandweer
Preventie en schadebeperking campus
Zie ook KB 28 maart 2014
• Gevolgschade beperken en veilige evacuatie personen: voor
details zie volgende dia’s
Noodplan / evacuatieinstructies / verwittiging
hulpdiensten 112
Melding van brand, waarschuwing voor evacuatie
Veiligheidsverlichting en pictogrammen
Evacuatieplannen
Crisismanagement tijdens en na de brand
Evacuatieoefeningen: organisatie, opvolging,
Preventie-schadebeperking
Omgevingsfactoren
• Risicovolle lokalen: aandachtspunten
 Keuken: compartimentering? Automatische
brandblusinstallatie? 2 uitgangen, afbakening vluchtwegen,
 Didactische keuken: afbakening vluchtwegen, 2 uitgangen,
brandblusmiddelen,
 Laboratorium: 2 uitgangen, afbakening vluchtwegen,
brandblusmiddelen
 Stookplaats: compartimentering, verluchting, gaslekdetectie?
automatische brandblusinstallatie fossiele brandstoffen, geen
brandbare materialen.
Preventie en schadebeperking
Omgevingsfactoren
• Risicovolle lokalen: aandachtspunten
 Werkplaats hout: explosieve omgeving, afzuiginstallatie
 Werkplaats lassen: explosieve omgeving, afzuiginstallatie,
 Archieflokalen: compartimentering
 Lokaal gasmeter: verluchting, compartimentering ?
 Enz.
Preventie en schadebeperking
Omgevingsfactoren
• Risicovolle uitrustingen
 Keuring elektrische installatie: foutloos attest
 Keuring gasinstallaties: foutloos attest
 Controle stofafzuiginstallaties
 Controleverwarmingsinstallaties
 Controle installaties risicolokalen
Preventie en schadebeperking
Omgevingsfactoren
 Voldoende uitgangen / nooduitgangen (minstens 2
en volgens bezetting via module 60 cm)
 Vrijhouden van uitgangen en nooduitgangen
 Nooduitgangen met anti-panieksluiting
Preventie en schadebeperking
Omgevingsfactoren
 Evacuatiezones voorzien in werkplaatsen
(vrijhouden van obstakels, belijning voorzien)
 Veilige evacuatiezone (belijning) in risicovolle
lokalen
 Compartimenteringen (trappenhuizen, enz,)
Preventie en schadebeperking
• Via brandbeschermingsmidddelen:
aandachtspunten
Onderhoud (contract?)
Bereikbaarheid (geen obstakels? Zichtbare
opstelling?)
Aantal (advies brandweer? Wetgeving)
Blustechnieken (kennis?)
Preventie algemene aandachtspunten
 Papieren veiligheid is niet voldoende
 Ken uw gebouw, ken uw omgeving
 Let op conformiteit elektrische installatie /
gasinstallatie / stookinstallaties
 Anticipeer op wisselende situaties, op nieuwe
risico’s
Preventie algemene aandachtspunten
 Beheers uw intern noodplan en evacuatieplan
 Ken uw eigen blusmiddelen
 Informeer regelmatig
 Organiseer opleidingen en evacuatieoefeningen
 Hou rekening met adviezen
Preventie algemene aandachtspunten
 Maak een duidelijk interventiedossier voor de hulpdiensten
Brandweer interventie, Info voor
brandweer ? Wat heeft brandweer nodig
na schooluren ??
 Toegang tot het gebouw (sleutels)
 Sleutelkluis (sticker op de kluis)
 met sleutels toegang en interventiedossier
 Info te bereiken personen
 Sleutel: type te bepaken door bevoegde brandweer
Preventie algemene aandachtspunten
Intern noodplan, evacuatieoefeningen:
waarom?
 Personen zo snel mogelijk veilig te evacueren
 Mogelijkheid geven personen veilig op verzamelplaats
komen
 Duidelijke methode controle iedereen gebouw verlaten
 Geen belemmeringen voor brandweer en noodhulp
 Duidelijke afspraken tussen de verantwoordelijken
 Communicatie ? Communicatiedienst GO! raadplegen?
Preventie: evacuatieoefeningen
 Periodiciteit:
• Externaten:
Bij voorkeur 2x per schooljaar. Eénmaal aangekondigd (september)
en éénmaal onaangekondigd (januari)
Telkens te herhalen tot evacuatietijd < 5 minuten
• Internaten:
Minstens éénmaal per trimester in functie van de evacuatietijd
Telkens te herhalen tot evacuatietijd < 5 minuten (vanuit de
dagverblijven) en < 7 minuten (vanuit nachtverblijven)
Telkens evalueren
Bereikbaarheid blusmiddelen
Onderhoud en controle
brandblusmiddelen en hydranten
Bvb: controle en onderhoud
haspel
•Druk waterstraal
•Toestand brandslang
•Toestand waterkraan
•Toestand goede werking sproeikop
Geblokkeerde uitgangen
Obstakels in de evacuatiezone
Blokkering van evacuatiewegen
Blokkering van evacuatiewegen
Blokkering evacuatiewegen
Nooduitgangen anti-panieksluiting
Compartimenteringen ???
Noodverlichting en pictogrammen
Ontbrekende signalisatie
Beschadigde compartimentering
Evacuatieplannen met pictogrammen
inkom algemeen plan met alle bouwlagen en plan per verdieping
+ niveau aanduiding
Gevaarlijke binnenomgevingsfactoren
Explosiegevaar ? Brandgevaar?
Controle labo’s gasleidingen
Opslag brandstoffen
Buitenomgevingsfactoren
Brand
Hoe ontstaan?
• Op elk ogenblik kan een brand ontstaan.
• Risico op brand is altijd tegenwoordig
• Meestal voorkomende oorzaken (de O’s):





Onwetendheid
Onvoorzichtigheid
Onverschilligheid
Onvoldoende conformiteit installaties
Opzettelijkheid
Brand
Wat is vuur ?
• Vuur is een ontbranding van bepaalde stof/stoffen
bij een bepaalde temperatuur.
• Men heeft voor vuur 3 elementen nodig:
 Zuurstof
 Brandbare stof of ontvlambaar product
 Temperatuur
Men spreekt dan ook over de vuurdriehoek
Toelichting vuur
• Elementen vuurdriehoek
energie
zuurstof
brandbare stof
Toelichting vuur:
vuurdriehoek en katalysatoren
• Ontvlammingstemperatuur of vlampunt vaste
stof/vloeistof
 Bij bepaalde temp., vrijkomen dampen of gassen en ontbranding via
toegevoegde energie (bvb vonk)
•
Ontstekingstemperatuur:
 Zelfontbranding door scheikundige of biologische omstandigheden
 Element energie is hier dan de temperatuurstijging

(bvb in C: aceton 603°, krantenpapier 180°)
 Voorbeelden: hooi, stro, frietketel
Toelichting vuur:
vuurdriehoek en katalysatoren
• Explosie grenzen: waarden concentratie damp-luchtmengsel
die kan leiden tot explosie
LEL = onderste explosiegrens
Laagste brandstofconcentratie waarbij explosie mogelijk
UEL = bovenste explosiegrens
Concentratie waarbij nog juist voldoende zuurstof is voor explosie,
Tussen LEL en UEL mengselverhouding explosief
Brand
Wat is rook?
Rook is een wervelende massa van onverbrande
koolstofdeeltjes.
Rook is het gevolg van een brand, geen rook zonder vuur.
Rook is altijd gevaarlijk:
 Verstikking
 Gasvorming bij hoge temperaturen (explosie?)
Wat te doen ingeval van Brand of gevaar
voor ontploffing
Interne alarmering:
• Iedereen waarschuwen
• Wie brand opmerkt onmiddellijk een verantwoordelijke verwittigen
( zie instructies WG en brandbestrijdingsdienst)
 Rechtstreekse mededeling (persoonlijk)
 Indrukken brandmelder
 Via de brandmeldingsinstallatie (rookmelders bvb)
• Evacuatiealarm mag nooit dezelfde zijn als beltoon voor
speeltijden en moet uit een niet onderbroken toon bestaan.
Brandbeschermingsmiddelen
Brandmelders
Te voorzien conform regelgeving en advies brandweer
Modellen?
Eventueel alternatief brandmelding
Tijdelijke oplossing? Duidelijke
afspreken?
Algemene instructies bij brand ter info
Je merkt een brand op.
• Blijf kalm
• Brandmelden door brandmelder in te drukken
• Ingeval geen brandmelder verwittig de verantwoordelijke
• Begeef je naar de dichtstbijzijnde (vrije) uitgang
• Bel het noodnummer
• Volg de evacuatie instructies op
• Begeef je naar het verzamelpunt
Typische instructies scholen
• Bij horen alarmsignaal laat je alles liggen.
• Ramen en deuren sluiten. Licht aan laten.
• Tel leerlingen (en personeel )bij verlaten lokaal (register)
• Evacueer via de aangegeven route naar de evacuatieplaats
(ingeval blokkering route dan noodroute)
• Ga naar de verzamelplaats
Typische instructies scholen
• Verzamelen op verzamelplaats (pictogram)
• Hertelling op verzamelplaats en lijst overhandigen aan
verantwoordelijke (belangrijk element in de evacuatieoefening).
• De evacuatie verloopt vlot en in alle kalmte.
• Men wacht op de instructies
• Je begeeft je nooit terug naar het gebouw.
Brand
Na Interne brandmelding?
Zie ook taken brandbestrijdingsdienst
Onmiddellijk brandweer verwittigen 112 (100)
Nodige minimum te vermelden info:





Welke school
Correct adres, toegankelijkheid
Waar is de brand (kelder, stookplaats, keuken enz.)?
Mogelijke slachtoffers?
Zijn er nog personen in het gebouw?
Brand
instructies directie / verantwoordelijke /
brandbestrijdingsdienst
• Handel steeds volgens de instructies (cfr noodplan)
• Overtuig je ervan dat de brand is gemeld aan de
hulpdiensten/brandweer
• Win informatie in (o.a. waar is brand gesitueerd?)
• Controleer of alle en de juiste maatregelen zijn getroffen:
 Evacueren
 Openen poorten
 Verzamelen en tellen leerlingen en personeel
 Opvang van de brandweer (welke personen?)
Brand: wat te doen?
Instructies verantwoordelijken en WG
 Toezien op een vlotte evacuatie
 Telling uitvoeren op de verzamelplaats
 Brandweer informeren
 Hulpdiensten informeren
 Je beschikbaar houden voor de brandweer
Brand: wat de doen?
leerkracht, toezichthouder
 Blijf kalm
 Laat iedereen ordelijk de klas verlaten
 Probeer de vensters te sluiten
 Controleer of iedereen het lokaal heeft verlaten en
sluit de deur
Brand: wat te doen?
leerkracht, toezichthouder
 Begeef je met de leerlingen naar de
dichtstbijzijnde uitgang
 Volg de evacuatieinstructies op
 Ga naar de verzamelplaats
 Hou een telling en hou het tellingsformulier ter
beschikking van de ontruimingsverantwoordelijke
en brandweer.
 Wacht op verdere instructies
Brandweer interventie: wat te doen?
Info voor de brandweer tijdens
schooldagen, wie ??
• Brandbestrijdingsdienst, opvangverantwoordelijke, herkenbaar voor
de brandweer
• Informeert de brandweer (waar brand? Vermiste personen?
Blusmiddelen? Interventiedossier klaar houden)
Herkenbare uitrusting voorzien voor de
brandbestrijdingsdienst
•
•
•
•
Evacuatieverantwoordelijke informeert ook de brandweer
Indien mogelijk commandopost voorzien voor de brandweer
Toegangsinfo voor elk deel van het gebouw
Sleutel via sluitelkluis ??
Interventie brandweer,
Wie heeft leiding ?
• Tijdens de evacuatie heeft de directeur de leiding samen met de
verantwoordelijken
• Bij de aankomst van de brandweer gaat de leiding
over naar de officier of zijn plaatsvervanger
• Iedere verantwoordelijke gaat naar de plaats of diensten die hem zijn
toegewezen
• De officier en directeur werken nauw samen
• Hou steeds de buitenhydranten vrij en informeer de brandweer waar
deze zich bevinden
Blussen van branden
Blusprincipe:
Wegnemen van één van de elementen van de
branddriehoek
 Wegnemen brandstof ( b.v. bij gaslek)
 Wegnemen zuurstof ( b.v; met CO² )
 Afkoeling tot temperatuur lager dan de
ontstekingstemperatuur ( b.v met water)
 Neutralisering van het verbrandingsproces ( b.v.
poeder)
Blussen
Indeling branden
Klasse A : vaste stoffen
Klasse B : vloeistoffen ( olie, frituurvet, enz.)
Klasse C: gassen
Klasse D: metaalsoorten ( magnesium, sommige
aluminiumlegeringen)
Brandblusmiddelen
Types
Water ( Klasse A): haspels, hydranten
Schuim ( klasse A,B)
Poeder ( klasse A,B,C)
Gas CO² : elektrische installaties, PC, keukens enz. ( lage temp. gas
gevaar brandwonden en door wegneming zuurstof gevaar zuurstoftekort)
Branddeken
Zand
Brandbeschermingsmiddelen
Brandblusmiddelen
Opgepast !!!!!
Naargelang de brandklasse van de brand steeds het juiste
blusmiddel gebruiken
Geen water gebruiken bij vloeistofbranden
Geen water gebruiken voor blussen elektrische installaties of
elektrische apparaten.
OPLEIDINGEN !!!! Te organiseren voor correct gebruik
2
Brandbeschermingsmiddelen
Brandblusmiddelen
Haspel
Belangrijkste blusstof!
-Goedkoop/ gemakkelijk vindbaar
-Bluswerking = afkoelend!
-1l water = 1700 l stoom (verstikkend)
-Volle straal / sproeistraal
-Branden van klasse A
-Elektrisch geleidend
-Bevriest
Brandbeschermingsmiddelen
Brandblusmiddelen
Poederblusser
Werkt vlamdovend
-ABC poeders
-BC poeders
-D poeders
-Elektrisch niet geleidend
-Hoge bluskracht
-Beschermende wolk
-Ontneemt het zicht
Brandbeschermingsmiddelen
Brandblusmiddelen
CO2 blussers
Verstikkende werking
-CO² is 1,5 x zwaarder dan lucht
-Geschikt voor brandklasse BC
-Geen nevenschade (elektro…branden)
-Faseovergang geeft afkoeling (-78,5°C)
-Zwaar
Brandbeschermingsmiddelen
Brandblusmiddelen
Schuimblusser
• Waterschuim-blusapparaat met additieven voor extra hoge
bluscapaciteiten op klasse A en klasse B branden.
-Geschikt voor gebruik op elektrische spanning (test 35 Kv OK indien
hiervoor goedgekeurd en geen straalblussing) en blussing van o.a.
friteusebranden,
-Voedingsnijverheid, high-tech industrie, burelen, bibliotheken, archieven,
musea, ziekenhuizen, rusthuizen, kinderdagverblijven
Brandbeschermingsmiddelen
Brandblusmiddelen
Blusdeken
•
•
•
•
Dichtgeweven onbrandbare glasvezeldeken
Personen/frietketel
Verstikkende werking
Opletten voor eigen veiligheid (handen en aangezicht
.
Brandbeschermingsmiddelen
Brandblusmiddelen
• Buitenhydranten (water)
Worden gebruikt door de brandweer
 Regelmatig laten controleren op goede werking
- goede werking kranen
- voldoende waterdruk
- door brandweer, watermaatschappij
Brandblusmiddelen hydranten
muurhydrant
bovenhydrant
Ondergrondse hydrant
Brandblusmiddelen hoe gebruiken??
• Herkenning soort brand en brandklasse is noodzakelijk
• Weten welk brandblusmiddel te gebruiken bij soort brand
• Kennis juist gebruik is noodzakelijk
• Opleiding is noodzakelijk
Brandbestrijdingsmiddelen gebruik
DE BRANDHASPEL
Hoe gebruiken?
Voordelen
 De handgreep neerdrukken
 Bijna onbeperkt debiet water.
 De slang afrollen
 Lans met volle straal om de kernbrand te doven.
 Lans met sproeistraal om de brandhaard af te
koelen.
GPD Regio West
Workshop evacuatie/brand
 Kan gebruikt worden om af te
koelen (vb. gasflessen).
Nadeel
 Water geleidt elektriciteit
Brandbestrijdingsmiddelen
Haspel
Workshop evacuatie/brand
Brandbestrijdingsmiddelen
Haspel
Workshop evacuatie/brand
Brandblusmiddelen hoe gebruiken ?
1.
2.
3.
4.
5.
borgpin verwijderen
naderen ( met wind of tocht in de rug)
Poeder, CO2 , schuim : toelaten
proefshot
naderen en blussen
poeder
Schuim
CO2
Brandblustoestellen hoe gebruiken?
Algemene instructies:
• Niet tegen de wind (of tocht) maar met de wind mee
• Niet in de vlammen maar van voor naar achter
• Niet de vlammen blussen maar op de stof
• Werken met stoten, anders toestel snel leeg
(
Correct gebruik van blusapparaten
Niet tegenwinds
Niet in de vlammen
Met wind mee
Voor naar achter
Niet de vlammen blussen
Géén gebonden straal
Op de stof
Wolk leggen
Grote branden
Kleine brand
Meerdere tegelijk
Heropflakkering ?
aandacht
Brandblustoestellen hoe gebruiken?
• Poederblussers geen gebonden straal maar wolk poeder
• Schuimblussers geen gebonden straal maar wolk schuim
• CO2 opletten: zuurstoftekort bedienaar, handgreep gebruiken
• Respecteer afstanden
Brandblusapparaten
afstanden bij blussen
Poeder en schuim:
• 3 tot 4 meter t.o.v de basis vlammen
• CO2: 1 tot 2 m gemeten van uiteinde expansiekoker
• Wanneer redden en wanneer
blussen?
 Uw veiligheid komt op de eerste plaats, 2 slachtoffers is erger dan 1
 Opleiding te voorzien voor correct gebruik, wanneer en in welke
omstandigheden..
naderen en blussen
111
Gebruik brandblusdeken
Workshop evacuatie/brand
Wanneer U een brand heeft moeten bestrijden: steeds
Brandweer verwittigen, steeds de “raad” van de
brandweer inwinnen. Ook bij een frietketelbrand of kleine
brand,
Nooit een gebruikt toestel, hoe “weinig” ook gebruikt,
terug op zijn voorziene plaats hangen.
Evacueren: samenvatting
Ontruimingssignaal
• Duidelijk hoorbaar voor alle aanwezigen in het gebouw
• Ook ingeval van grote campus de andere gebouwen
signaal geven
• Signaal anders dan de schoolbel
• Herkenbaar
• Indien technische storing mondeling
• Niet onderbroken toon
Evacueren: samenvatting
Algemeen overzicht bij evacueren en
vluchtwegen
• Laat in gangen niets onnodig rondslingeren
• Geen obstakels in gangen
• Branddeuren steeds dicht maar nooit op slot
• Na eventueel vluchten via branddeur deze weer dichtdoen
• Plattegronden voorzien met u bevindt zich hier
• Voorzie voldoende pictogrammen
UITGANG
NOODUITGANG RICHTINGAANDUIDING
Evacueren: samenvatting
Algemeen overzicht bij evacueren en
verzamelen
Eens buiten, altijd verzamelen
• Iedereen gaat naar afgesproken verzamelplaats
• Zorg eventueel voor een reserveverzamelplaats
• Afgelegen plaats nemen als verzamelplaats
• Iedere verantwoordelijke telt zijn groep
• Geef info telling door aan de evacuatieverantwoordelijke
• Blijf steeds op de verzamelplaats tot dat de evacuatieverantwoordelijke
na akkoord van de brandweer het gebouw terug vrijgeeft.
Voorkomen is beter dan blussen
Wees bewust van de mogelijkheid tot brand
• Organiseer regelmatig evacuatieoefeningen
• Evalueer de evacuatieoefeningen
• Gebruik bij elke oefening een informatieblad voor
eventuele bemerkingen
• Blijf: oefenen, oefenen, oefenen.
TER INFO
PREVENTIEREGISTER
Raadpleeg het preventieregister van de school
Raadpleeg de GPD website
Zie verder volgende dia’s
preventieregister
A4 interventiedossier
Korte beschrijving:
• Inplantingsplan scholencampus (schaal ± 1/500) met aanduiding van
evacuatiewegen, verzamelplaats, toegang brandweer, buitenhydranten,
brandstofopslagplaatsen en afsluiters.
• Kelderplan.
• Evacuatieplannen per niveau.
• Periodiciteit: Eénmalig, aanpassen bij verbouwingen,
bestemmingswijzigingen, infrastructuur- en uitrustingsaanpassingen
Preventieregister
A7 NOODPLAN
Korte beschrijving:
• Instructies bij evacuaties, brand, alarm en calamiteiten voor personeel,
leerlingen en externen.
• (zie ook noodprocedures website)
• Periodiciteit: Eénmalig en bij interne wijzigingen
Preventieregsiter
A18 Explosieveiligheidsdocument
• Op te stellen voor alle arbeidsplaatsen waar, door de aard van de
werkzaamheden, een explosieve atmosfeer (stof- en/of gasexplosie) kan
ontstaan en/of continu aanwezig is en in functie van het risico ingedeeld
worden in zones.
Periodiciteit:
Limietdatum aanpassingswerken = 30 juni 2006
Bij wijziging van de parameters van de installaties
Preventieregister
B3 GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN
Korte beschrijving:
• Er dient een inventaris (met MSDS-fiches) aanwezig te zijn van alle
aanwezige gevaarlijke stoffen en preparaten: scheikundige producten,
onderhoudsproducten, verven, thinners, PCB - houdende materialen, ...
• Een kopie van de inventaris op de buitenkant van de kasten en in het
interventiedossier.
• Periodiciteit: Aanpassen bij elke wijziging
Preventieregister
C1 BRANDALARMINSTALLATIE
•
De aanwezige brandalarminstallatie o.a. branddrukknoppen,
waarschuwing - en alarmmiddelen dienen op regelmatige tijdstippen
gecontroleerd te worden op de goede werking met registratie in een
logboek.
• Periodiciteit: Internaatsgebouw: 1 x maand
Externaatgebouw: minimaal 1 x jaar en vóór elke
intra-muros activiteit binnen de schoolinfrastructuur
• Uitvoering: Bevoegd persoon: intern personeelslid met kennis van
zaken of externe firma
Preventieregister
C2 BRANDBESTRIJDINGSMIDDELEN
Korte beschrijving:
• De aanwezige brandbestrijdingsmiddelen dienen op regelmatige
tijdstippen gecontroleerd te worden met registratie in logboek.
• Brandhaspels
• Hydranten (ondergronds - bovengronds)
• Hydrofoorinstallatie (opvoeren druk in blusleidingen)
• Blusapparaten
• Automatische blusinstallatie (stookplaats, keuken, …)
• Sprinklers
• Periodiciteit: Jaarlijks
preventieregister
C7 GASINSTALLATIE
Korte beschrijving:
• Periodieke controle van de aanwezige gasinstallatie, vaste en soepele
leidingen, labo’s, kranen,…
Periodiciteit:
Bij indienststelling en minstens jaarlijks, soepele leidingen
bij voorkeur in labo’s voor elk gebruik.
preventieregister
C13 ROOK- EN GASDETECTOREN
Korte beschrijving:
• De aanwezige rook- en gasdetectie moeten regelmatig getest worden
met registratie.
• Periodiciteit: Internaten: 1x per maand
Externaten (indien van toepassing): min. jaarlijks en bij elke intra-muros
activiteiten binnen de schoolinfrastructuur
• Uitvoering: Bevoegd persoon = intern personeelslid met kennis van
zaken of externe firma
Preventieregister
C16 VEILIGHEIDSVERLICHTING
Korte beschrijving:
• De veiligheidsverlichting (noodverlichting) dient op regelmatige
tijdstippen gecontroleerd te worden op de goede werking, registratie in
een logboek.
• Periodiciteit: Internaten: 1x per maand
Externaten (indien van toepassing): minimum 1x per jaar en bij elke
intra-muros activiteit binnen de schoolinfrastructuur
Gebouwen waarin avondonderwijs doorgaat: 1x per maand
Preventieregister
E1 EVACUATIEOEFENING
Korte beschrijving:
• Evacueren van het gebouw (met opmaak van een evaluatieverslag).
• Periodiciteit:
Externaten:
Bij voorkeur 2x per schooljaar. Eénmaal aangekondigd (september)
en éénmaal onaangekondigd (januari)
Telkens te herhalen tot evacuatietijd < 5 minuten
Internaten:
Minstens éénmaal per trimester in functie van de evacuatietijd
Telkens te herhalen tot evacuatietijd < 5 minuten (vanuit de
dagverblijven) en < 7 minuten (vanuit nachtverblijven)
Uitvoering:
Evacuatieverantwoordelijke
preventieregister
E3 BRANDVEILIGHEIDSVERSLAG
Korte beschrijving:
• Verslag betreffende de brandveiligheid van het gebouw.
• Periodiciteit:
Bij grondige verbouwingen, uitbreidingen, bestemmingswijzigingen,
aanpassen infrastructuur en wijziging van (relevante) uitrusting
Bij een negatief verslag
Op vraag van de onderwijsinspectie 5 jaarlijks
Bedankt voor uw aandacht
Info
Website GPD
www.g-o.be/preventie
preventieregister