Transcript Praktijkvariatie in de CVA-revalidatie

Praktijkvariatie in de CVA-revalidatie
Een analyse van structuur, proces, uitkomsten en kosten
1,2
1,3
1,4
3
4
1,2,3,
1,2,3,
Dr. IF Groeneveld , Dr. JJL Meesters , Drs. HJ Arwert , Dr. MJH Wermer , Dr. K. Jellema , Prof. dr. TPM Vliet Vlieland
Dr. PH Goossens
1. Sophia Revalidatie, Den Haag; 2. Rijnlands Revalidatie Centrum, Leiden; 3. Leids Universitair Medisch Centrum; 4. Medisch Centrum Haaglanden
ACHTERGROND
De landelijke Richtlijn CVA (CBO, 2008) en de Zorgstandaard CVA/TIA
(Kennisnetwerk CVA Nederland, 2012) zijn de basis voor de
revalidatiebehandeling van CVA-patiënten. Om uniformiteit, kwaliteit
en doelmatigheid te vergroten worden jaarlijks door RN, de VRA en
het Kennisnetwerk CVA benchmarkgegevens verzameld over de CVAketenzorg en -revalidatie. Daarnaast worden er momenteel landelijke
behandelmodules ontwikkeld. Desalniettemin blijft er ruimte voor
praktijkvariatie in de CVA-revalidatie, wat de kwaliteit van zorg
aanzienlijk kan beïnvloeden. Ons doel is om de praktijkvariatie in
CVA-revalidatie te beschrijven op het niveau van structuur, proces en
uitkomsten, gebaseerd op het model van Donabedian (1983):
Structuur: Hoe is de
zorg georganiseerd?
Randvoorwaarden/
basis voor de zorg
METHODEN
(vervolg)
Databronnen ‘structuur’: Behandelprogramma’s en protocollen
Uitkomstmaten: o.a doorstroom in de keten, criteria voor opname,
overlegfrequentie, klinimetrie, groeps- vs. individuele behandeling
Proces: Wat wordt er
gedaan? Interactie
tussen patiënten en
zorgverleners
Uitkomst: Wat is het
effect op gezondheid?
Eindresultaat van de
zorgverlening
2. Praktijkvariatie in proces, uitkomsten en kosten van revalidatie
DOELSTELLINGEN
1. Beschrijven van praktijkvariatie in de structuur van revalidatie
2. Beschrijven van praktijkvariatie in het proces, de uitkomsten
en de kosten van revalidatie
3. Exploreren van verklaringen voor praktijkvariatie in het proces
en de uitkomsten van revalidatie
Deelnemende centra: Sophia Revalidatie en het RRC + ketenpartners
(o.a. LUMC en MCH)
Deelnemende patiënten: 300 CVA-patiënten, > 18 jaar en
Nederlandstalig, die starten met klinische of poliklinische revalidatie
Databronnen: Dossiergegevens en vragenlijsten aan patiënten bij start
en einde van revalidatie.
METHODEN
1. Praktijkvariatie in structuur van revalidatie
Deelnemende centra: Sophia Revalidatie Den Haag, RRC Leiden,
Rijndam Rotterdam, Heliomare Wijk aan Zee.
Uitkomstmaten:
Proces: Ligduur en behandeluren (direct en indirect) per behandelaar
Uitkomsten: Functioneren en kwaliteit van leven
Kosten: Directe medische en out-of-pocket kosten
3. Exploreren van verklaringen voor praktijkvariatie
Zijn de verklaringen voor praktijkvariatie in proces en uitkomsten te
vinden in kenmerken van de populatie (casemix)? In de
behandelprogramma’s (structuur)? Of zijn er andere verklaringen voor
de praktijkvariatie tussen centra? Doelstelling 3 benaderen we door
een analyse van casemix, structuur en interviews met zorgverleners.
PLANNING
Resultaten praktijkvariatie structuur: Q1 2015
Resultaten praktijkvariatie proces, uitkomsten, en kosten: Q2 2017
Subsidiegever: Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten. Projectgroep: Auteurs; prof dr. WP Achterberg, LUMC; dr. SC Cannegieter, LUMC; dr. S le Cessie, LUMC;
dr. WB van den Hout, LUMC; dr. AJ de Kloet, Haagse Hogeschool; prof. dr. RGHH Nelissen, LUMC; dr. J Verhoef, Hogeschool Leiden; prof. dr. CAM van Bennekom,
Heliomare/ AMC; mr. IM Klein, drs. M. Barto, drs. WJE van Kordelaar-Kok, drs. A. Nommensen-Lenselink: onderzoekspartners. Betrokkenen structuurevaluatie: Prof. dr.
CAM van Bennekom, prof. dr. G. Ribbers. Beeldmateriaal poster: Sophia Revalidatie. Contact: Iris Groeneveld: [email protected]/ [email protected].