Bekijk dit artikel in PDF

Download Report

Transcript Bekijk dit artikel in PDF

KELDERS EN KUNSTWERKEN
DA KENRA A D NU MME R 121 , SE P T E M B E R 2 014
L A ND SCH A P P E LI J K BOU WE N
De depots en een tentoonstellingsruimte
van het archeologiecentrum Huis van
Hilde hebben wanden en daken van
beton en zijn ‘verborgen’ onder een
nollenlandschap. Dit vroeg om een zeer
nauwkeurig uitgevoerde waterdichting.
Het aangrenzende informatiepaviljoen,
bovengronds, inclusief een wandelpad
en een terras liggen onder een open
overkapping van platen cortènstaal.
En dan is er nog het eigenlijke platte
dak van het paviljoen. Drie verschillende
dakconstructies binnen één project
kom je niet vaak tegen.
Bijzondere dakconstructie
voor een bijzonder project
Tekst: Joop Wilschut
Beeld: Joop Wilschut (tenzij anders vermeld)
P
al achter het NS-station in Castricum bouwt
Aannemingsmaatschappij Hegeman uit
Nijverdal aan het nieuwe archeologische
informatiecentrum Huis van Hilde. In het gebouw
zijn straks archeologische vondsten te bezien, die
de geschiedenis van Noord-Holland van Steentijd tot
Tweede Wereldoorlog vertellen.
Om een link te leggen met opgravingen liggen de
depots en de tentoonstellingszaal weggewerkt onder
een duinlandschap, nollenlandschap, dat voor
publiek toegankelijk is. Maar de vondsten hebben
ook baat bij een zo stabiel mogelijk klimaat, aldus
VVKH Architecten uit Leiden. Door een soort
bunker te maken, bedekt met aarde, ondervindt het
binnenklimaat nauwelijks invloed van buiten.
6
DR121_006-013.indd 6
15-08-2014 13:35:23
KELDERS EN KUNSTWERKEN
DA KENRA A D NU MMER 121 , SE P T E M B E R 2 014
L A N D S CH A P P E LI J K BOU WE N
Onder de grond
en vrij in de lucht
Grondwerk in uitvoering. De isolatieplaten en de folie liggen al en de FKD 60 waterbufferingsplaten worden gevuld met lavakorrels.
©VVKH
En vanuit stedenbouwkundig oogpunt is op deze
manier aan de vraag voldaan ‘om te bouwen met
landschap’.
Artist impression van Huis van Hilde, achter het NS-station
met de entree en het begin van het looppad en links daarvan
het nollenlandschap.
Aansluitend op deze ondergrondse ruimten, maar dan
boven de grond, staat een langgerekt paviljoen als
informatiecentrum met een kleinere presentatieruimte,
een auditorium, enkele kantoorruimten en een
café met een terras. Langs dit paviljoen loopt een
wandelpad, waarover men vanuit het station richting
de duinen kan lopen. Paviljoen, looppad en terras
zijn overkapt door een ellipsvormig zadeldak met een
bijzondere dakbedekking, platen cortènstaal. De vorm
is volgens VVKH geïnspireerd op de boerderijvorm
die lang geleden veel in Noord-Holland voorkwam.
7
DR121_006-013.indd 7
15-08-2014 13:35:27
©HEGEMAN
DA KENRA A D NU MMER 121 , SE P T E M B E R 2 014
L A N D S CH A P P E LI J K BOU WE N
Overzicht van het project in het beginstadium. Links de ondergrondse ruimten met (wit) de koepel. Rechts de sporenkap van de
overkapping van het paviljoen.
Projectgegevens
Opdrachtgever
Architect
Constructeur
: Provincie Noord-Holland, Haarlem
: VVKH Architecten, Leiden
: Raadgevend Ingenieursbureau Van Dijke,
Alphen a/d Rijn
Directie/toezicht : BouAd Adviesgroep, Katwijk
Hoofdaannemer : Aannemingsmaatschappij Hegeman, Nijverdal
Staalconstructie : Buiting Staalconstructies, Almelo
Dakbedekking
: Witteveen Daktechniek, Drachten
Grondwerk
: BKS Infra, IJsselmuiden
Start uitvoering : augustus 2013
Oplevering
: november 2014
Traditioneel zou het met riet bedekt zijn, maar de
roestbruine kleur van het staal is de eigentijdse
vertaling hiervan.
Betondekken
De ondergrondse ruimten hebben een casco van
in het werk gestort beton. Een betonnen dek dus
dat boven de depots vlak is en 350 mm dik. Boven
de tentoonstellingszaal zit echter een achthoekige
koepelconstructie met in het hart een lichtschacht
met een doorsnede van 1,10 m. Deze koepel, 250 mm
dik, is opgebouwd uit een staalconstructie van radiaal
lopende liggers met daaroverheen een staalplaatbetonvloer. De trekband van de koepel is rondom
opgenomen in de betonvloeren boven de depots.
Rondom de lichtschacht is een betonnen drukring
gekoppeld aan het betonnen koepeldek. Door de
grote krachten die op dit dek inspelen, mede door
de grondbelasting van het nollenlandschap, was het
aanbrengen van de staalconstructie en het wapenen
en storten van de betonnen koepelconstructie, de
trekband en de drukring een arbeidsintensief werk.
Waterdichting
In verband met de kostbaarheden die straks in
de depots staan opgeslagen en in de zaal worden
tentoongesteld, zal het duidelijk zijn dat een zeer
©HEGEMAN
n
KELDERS EN KUNSTWERKEN
De ellipsvormige sporenkap, in de nok 96,5 meter lang, die
het paviljoen, het terras en het looppad overkapt.)
goede waterdichte ‘inpakking’ van de betonnen
wanden en dekken noodzakelijk is. Elke vorm van
lekkage zou bovendien betekenen: afgraven van het
nollenlandschap. Om een juiste afdichting te kunnen
garanderen heeft Wédéflex een advies geschreven
voor de dekken, de wanden en de doorvoeren.
Uitgangspunt was dat de ondergrond goed moest
worden voorbewerkt, deze diende droog, gaaf, vlak en
stofvrij te zijn. Wat betreft de eis ‘vlak’: die was bij de
dekken boven de depots te realiseren, maar het dek
van de koepel is gestort met stijvere beton in verband
met het weglopen daarvan tijdens de stort.
De bovenkant van deze betonvloer was ruw en is daarom allereerst ‘uitgevlakt’ met een laag warme bitumen.
Nadat de voorbewerkte ondergrond was goedgekeurd,
is er bij de dekvloeren als eerste een laag Wédéflex
Maaiveldbaan volledig verkleefd op de ondergrond
met vezelversterkte bitumen daklijm. Daaroverheen
is een toplaag Wédéflex D4 No Roots, een
worteldoorgroei bestendige, 4 mm dikke APP-dakbaan,
gebrand met verspringende dwars- en langsoverlappen.
9
DR121_006-013.indd 9
15-08-2014 13:35:38
KELDERS EN KUNSTWERKEN
©VVKH
DA KENRA A D NU MME R 121 , SE P T E M B E R 2 014
L A ND SCH A P P E LI J K BOU WE N
Bovenaanzicht van de koepel met de staalplaatvloer en de
liggers net voor de stort. De staalconstructie onderin is de
draagconstructie van de overkapping.
Het ruwe betonoppervlak
van het koepeldek is eerst
‘uitgevlakt’ met een laag
warme bitumen, voordat
het dakbedekkingssysteem
is aangebracht.
Beeld van de ruimte waar
straks het terras en het
looppad komen op het
niveau van onderkant
glasgevel.
Een kolomvoet van de
dragende staalconstructie
van de overkapping is
geïsoleerd en ingewerkt in
de bitumen bedekking.
De koepelconstructie van binnenuit bezien. De radiale
stalen liggers eindigen in de betonnen drukring rondom de
lichtschacht.
De wanden zijn na goedkeuring van de ondergrond
eerst behandeld met een dekkende laag Indever ZK
lijmprimer. Daar overheen is een laag Wédémec ZK
(zelfklevende dakbaan) aangebracht, waarbij de naden
met de brandmethode zijn gedicht. Een toplaag
Wédéflex D4 No Roots met aan de voet vlak boven de
neus van de funderingsbalk een aluminium knelprofiel
vol in een elastisch blijvende bitumenkit, voltooit de
waterdichte afwerking.
Voor de overgangen van wanden naar dek en van
dek naar opgaand werk (bij het paviljoen) en voor
doorvoeren en kolomvoeten zijn speciale adviezen
en details ontwikkeld. Het voert te ver om deze hier
allemaal te behandelen.
Grondwerk
Op en tegen de waterdichte laag is vervolgens het
grondwerk van het nollenlandschap aangebracht.
Dit is van binnen naar buiten opgebouwd uit
een laag EPS-isolatieplaten van 160 mm dik,
een dampopen folie, een laag Optigroen FKD 60
waterbufferingsplaten gevuld met lavakorrels, een
beschermdoek en ten slotte de teelaarde, die in dikte
varieert van 500 tot 700 mm. In totaal ligt er circa
1.890 m3 grond op de dekken en in de taluds rondom
het gebouw ongeveer 4.500 m3.
Het water voor de begroeiing wordt vastgehouden in
de FKD 60 platen en kan via de lava transporteren.
Het overtollige water is via wanddrainage
aangevuld met drainzand af te voeren naar twee
drainageleidingen, die rondom het gebouw liggen.
Overkapping paviljoen
Beeld van de wanden van de depots waarop de eerste laag
waterkering (bitumen) is aangebracht. Later is hier grond
tegenaan gebracht.
Het stalen dak boven het paviljoen is een open
constructie en werkt als een soort tropisch dak,
aldus VVKH. Het beschermt het paviljoen tegen
teveel zoninstraling en vormt een passage over het
daklandschap. Daardoor kon het gebouw op de eerste
verdieping rondom een glazen gevel krijgen.
Het dak bestaat uit een sporenkap van gepoedercoat
stalen kokerprofielen (150/100/5) op h.o.h.-afstanden
van 1,20 meter. Deze constructie wordt gedragen door
een lichte, eveneens gepoedercoate staalconstructie
op de dakvloer van het paviljoen en waar de
overkapping oversteekt over het looppad en het terras
10
DR121_006-013.indd 10
15-08-2014 13:35:52
KELDERS EN KUNSTWERKEN
DA KENRA A D NU MMER 121 , SE P T E M B E R 2 014
L A N D S CH A P P E LI J K BOU WE N
De sporen zijn
aan één kant
opgevangen in
stalen beugels/
schoenen die door
de dakrand heen
zijn verankerd op
de onderliggende
betonvloer.
Bovenop de sporen worden
zogenoemde gootstukken
gemonteerd, die het water
dat van de cortènstaal
beplating komt, verder
afvoeren.
11
DR121_006-013.indd 11
15-08-2014 13:35:59
KELDERS EN KUNSTWERKEN
DA KENRA A D NU MMER 121 , SE P T E M B E R 2 014
L A N D S CH A P P E LI J K BOU WE N
De cortènstaal
platen, die in
‘halfsteens’verband
of als ‘leidekking’
op de gootstukken
worden gemonteerd
komen zwartbruin
aan.
Doorkijk over het paviljoendak met de PVC-bedekking, waarop de stalen
draagconstructie en de sporen van de overkapping staan.
door buiskolommen, die afsteunen op de betonnen
onderbouw. Het dak is ellipsvormig met een noklengte
van 96,5 meter en een maximale breedtemaat van
21 meter in het midden van het dak.
De dakbedekking bestaat uit platen cortènstaal van
2,40 meter breed, die in een soort van schubdekking
met roestvaststalen boutverbindingen aan de sporen
zijn bevestigd. Door de ellipsvorm van het dak zijn
de platen trapeziumvormig en verschillend van vorm
en afmetingen. Draaiend om de noklijn en hartlijn
is het dak op te delen in vier kwadranten, waarvan
de diagonaal tegenover elkaar liggende kwadranten
identiek zijn en de andere twee spiegelbeeldig.
De nok is ‘afgewerkt’ met gezet stalen elementen van
cortènstaal, 280 mm hoog en 2,40 meter lang, die zijn
bevestigd aan opstaande lippen op de nokliggers.
In de verticale richting liggen de platen met naden
van 10 mm à 12 mm los van elkaar, bedoeld om de
uitzettingen van het materiaal te kunnen opvangen.
In de horizontale richting overlappen de platen elkaar.
De naden worden min of meer regendicht afgesloten
door haaks omgezette lippen; aan de onderkant van
de plaat naar beneden en aan de bovenkant van de
plaat omhoog, waardoor er een soort haakverbinding
ontstaat, maar wel een die open is.
Vanwege de open verticale naden en de schubvormige
dekking is op elk spoor een hemelwaterafvoer vereist.
Dat is gerealiseerd door zogenoemde gootstukken,
liggers van gezet en gepoedercoat, thermisch verzinkt
staal die met lippen zijn vastgebout aan de sporen
waarop ze zijn neergelegd. De gootstukken hebben
aan de bovenzijde een getrapte vorm in het stramien
van de elkaar overlappende cortènstaal platen.
Het hemelwater wordt aan de onderkant van de
gootstukken opgevangen in een gootconstructie van
gezet staal, die met lippen aan de sporen is bevestigd
en via standleidingen wordt afgevoerd naar de grond.
een dampremmende folie op het beton doorlopend tot
in de bovendorpel van de gevelconstructie, daarover
een EPS-afschotisolatie verlopend van 160 mm naar
30 mm, daarop een 70 mm dikke laag PIR-isolatieplaten, vervolgens een PVC-dakbedekking en een
ballastlaag van grind. De PVC-dakbedekking is
doorgezet over de geïsoleerde dakrandconstructie
van watervast verlijmd hechthout rondom het dak en
loopt door tot aan de gevelconstructie, die aansluit
op de rand van de dakvloer. Datzelfde doen de
foliestaalplaten op klangen waarmee de dakopstand
en de randen zijn afgewerkt.
Blikvanger
In augustus 2013 is Aannemingsmaatschappij
Hegeman gestart met de uitvoering van het project.
Momenteel is de ruwbouw klaar, zijn de ondergrondse
bouwdelen volledig waterdicht ingepakt en is men
gestart met het aanbrengen van het grondwerk van
het nollenlandschap. De sporenkap met gootstukken
is ook af en de eerste cortènstaal platen zijn
aangebracht. Begin november moet de aannemer
het archeologisch informatiecentrum Huis van Hilde
opleveren, waarna het op 25 januari 2015 officieel
wordt geopend. Staande op het NS-station van
Castricum kan men het centrum niet over het
hoofd zien. Het paviljoen en met name de
overkapping is een echte blikvanger.
Na enkele regenbuien
is het corrosieproces
van de zwartbruine
platen al in gang en
zijn ze geel verkleurd.
Vrij snel gaat dat
over in de ‘bekende’
roestbruine kleur.
Paviljoendak
En dan is er nog het platte dak bovenop het paviljoen,
waar een waterdichte afwerking nodig was, omdat de
overkapping een open constructie is. Deze betonnen
dakvloer is ook ellipsvormig, heeft een lengte van
77 meter, is op zijn breedtedeel 13,5 meter en meet
aan beide uiteinden respectievelijk 8 en 10,5 meter.
De dakbedekkingsconstructie met een
Rc-waarde van 6,0 m2·K·W-1 is als volgt opgebouwd:
13
DR121_006-013.indd 13
15-08-2014 13:36:06