VOORLOPIG GEEN HERZIENING BTW

Download Report

Transcript VOORLOPIG GEEN HERZIENING BTW

SPORTACCOMMODATIE
Special Sportaccommodaties
Tekst: Twan Epe
VOORLOPIG GEEN
HERZIENING
BTW-REGIME SPORTACCOMMODATIES
Het btw-regime voor sportaccommodaties wijzigt niet per 1 januari
2015. Dat heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën in een brief
aan de VNG laten weten. Het plan was om vanaf 1 januari 2015 de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties vrij te stellen van btw.
Volgens de Verenging Sport en Gemeenten zou de vrijstelling een negatief effect hebben van honderden miljoenen euro’s voor gemeenten
en exploitanten van accommodaties. “Als de wet doorgegaan was,
was dat een flinke financiële strop geweest voor de sportsector.”
w w w. m e e r d a n s p o r t . n l
41
Het ministerie van Financiën was van plan om in het Belastingplan 2015 per 1 januari een
btw-vrijstelling in te voeren voor de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties door
gemeenten. Deze terbeschikkingstelling valt nu onder het lage btw-tarief, als er sprake is
van gelegenheid tot sportbeoefening. Het ministerie was van oordeel dat een arrest van
het Hof van Justitie van EU (Bridport- and West Dorset Golf Club-arrest) het kabinet dwingt
om het btw-regime te wijzigen. De voorgenomen maatregel zou de gemeenten en de sport
veel geld kosten. Daarom verzocht de VNG de staatssecretaris om de plannen in te trekken.
“Gelukkig is dat gebeurd”, zegt André de Jeu, voorzitter van de Vereniging Sport en Gemeenten. “Als de wet was doorgegaan zou dat een financiële strop betekenen voor gemeenten en exploitanten. Er gaan dan investeringen niet door.”
Financiële gevolgen
De Vereniging Sport en Gemeenten en de VNG peilden onder de G32-gemeenten de financiële
gevolgen. “Deze verkenning geeft na doorrekening een negatief effect te zien van ongeveer
200 miljoen euro op jaarbasis, omdat gemeenten de btw in sportvoorziening niet meer
kunnen aftrekken”, vervolgt Jeu. VSG stuurde daarom een afgeleide brandbrief aan de
leden van de vaste Kamercommissie Sport, die op 2 juli jl. tijdens het Algemeen overleg met
minister Schippers van Sport unaniem aandrongen op overleg met haar collega Wiebes.
Mede door de ontstane commotie gaat het kabinet de voorgenomen wijziging niet per 1 januari 2015 invoeren. De komende maanden onderzoekt het ministerie de voorgenomen
maatregel en informeert de kamer voor het einde van dit jaar. “Dit vervolgtraject blijkt ook
uit de antwoorden op de Kamervragen”, verklaart Jeu.
Antwoord gegeven
Staatssecretaris Wiebes van Financiën op basis van de Kamervragen een brief opgesteld
en verstuurd naar VNG om openheid van zaken te geven. “In de antwoorden op de Kamervragen geven de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik onder andere aan
dat we ons bewust zijn van de onrust bij gemeenten en dat de maatregel over het verruimen
van de btw-sportvrijstelling niet per 1 januari 2015 in werking treedt”, verklaart de staatssecretaris van Financiën, die in de brief ook ingaat op de gestelde Kamervragen. Op de vraag
‘klopt het dat de staatssecretaris van Financiën op 21 mei aan partijen in de sport heeft
aangegeven dat het kabinet van plan is het Sportbesluit verregaand aan te passen?’, gaf hij
het volgende antwoord: “Op 21 mei heeft er inderdaad op ambtelijk niveau een overleg
plaatsgevonden over sportonderwerpen.”
w w w. m e e r d a n s p o r t . n l
Doorberekening
laat een enorm
verlies zien
43
“Daarbij waren medewerkers van het Ministerie van Financiën, het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Belastingdienst,
vertegenwoordigers van NOC*NSF, een aantal sportbonden, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Vereniging Sport en Gemeenten aanwezig”, vertelt Wiebes. “Tijdens het overleg is aangegeven dat het arrest van het Europese Hof van Justitie van 19
december (Bridport- and West Dorset Golf Club-arrest) aanleiding
is om over de btw-vrijstelling die van toepassing is op ‘de diensten
door organisaties die zich de beoefening van sport of de bevordering
daarvan ten doel stellen aan hun leden’ na te denken. Wij hebben
vernomen dat de Vereniging Sport en Gemeenten een inschatting
heeft gemaakt van de financiële gevolgen. Een onderbouwing van
het bedrag is vooralsnog niet met ons gedeeld. De berekening gaat
naar alle waarschijnlijkheid ervan uit dat de sportvrijstelling ook
gaat gelden voor het ter beschikking stellen van sportaccommodaties
waardoor de btw op investeringen in de accommodaties en het onderhoud dan ook niet langer aftrekbaar is.”
Nederlandse wetgeving
Het ministerie van Financiën erkent dat een interpretatie van het
Bridport- and West Dorset Golf Club-arrest de basis is voor initiatieven van de staatssecretaris van Financiën om het Sportbesluit aan
te passen. “Het klopt dat het arrest Birdport de aanleiding is voor
het nadenken over de sportvrijstelling”, aldus staatssecretaris Wiebes van Financiën. “Wanneer er rekening wordt gehouden met eerdere jurisprudentie en de sportvrijstelling bij voorkeur niet langer
kwetsbaar zou moeten zijn voor verdere jurisprudentie ligt het voor
de hand om de vrijstelling uit de btw-richtlijn in de Nederlandse
wetgeving over te nemen, waarbij ook het ter beschikking stellen
van sportaccommodaties onder de vrijstelling komt te vallen. Zoals
gezegd, alle aspecten die samenhangen met de onderhavige problematiek worden nog onderzocht. Zo worden de juridische, financiële, organisatorische, administratieve en uitvoeringsgevolgen onder de loep genomen. Het is dan ook ons doel om de onrust bij de
gemeenten weg te nemen.”
Geplande investeringen
Het aanpassen van het Sportbesluit, zoals bij de gemeente Amersfoort, kan leiden tot uitstel dan wel afstel van geplande investeringen
in de sportinfrastructuur. Daarom wil staatssecretaris Wiebes van
Financiën zo snel mogelijk duidelijkheid verschaffen aan gemeenten
Wij willen onrust bij
gemeenten wegnemen
44
en beheerstichtingen van sportfaciliteiten, zodat exploitatieconsequenties helder zijn en investeringen in sportinfrastructuur weer
kunnen worden hervat. “Wij zijn op de hoogte van de onrust bij gemeenten en willen dan ook nogmaals benadrukken dat een weloverwogen keuze zal worden gemaakt”, legt de staatssecretaris
van Financiën uit. “De resultaten hiervan kunnen bij gelegenheid
van de Fiscale Verzamelwet 2015 aan de Kamer worden voorgelegd.”
Een andere verandering in de regelgeving waar gemeenten last van
hebben met betrekking tot sportaccommodaties is de Wet Markt en
Overheid, die sinds 1 juli van dit jaar van kracht is. Hierin zijn regels
vastgelegd waar centrale overheden zich aan moeten houden wanneer ze concurreren met bedrijven. Toch komt het nog regelmatig
voor dat gemeenten deze regels omzeilen.
Wet Overheid en Markt
Gemeenten maken gebruik van een uitzondering in de Wet Markt
en Overheid om beneden de kostprijs te blijven concurreren met
particuliere bedrijven. Dat meldt het Financieele Dagblad over de
nieuwe wet, die op 1 juli is ingegaan om oneerlijke concurrentie
tussen onder andere sportverenigingen en lokale horecagelegenheden tegen te gaan. Onderzoek van de krant wijst uit dat veel gemeenten de wet omzeilen, door economische activiteiten onder de
noemer ‘algemeen belang’ te plaatsen. “Het aparte is dat er juridisch
gezien niks tegen het omzeilen van de wet gedaan kan worden”,
zegt Erik te Brake, manager regelgeving, marktwerking en consumentenbeleid bij VNO-NCW en MKB-Nederland. Met het omzeilen
van de wet blijft alles bij het oude, terwijl de wet juist bedoeld was
om overheden en bedrijven ‘op gelijke voet te laten concurreren’.
Wet vaak misbruikt
Gemeenten hadden twee jaar de tijd om zich aan te passen aan de
nieuwe situatie, maar de regels gelden niet als een economische
activiteit het ‘algemeen belang’ dient. Dat blijkt echter een breed
toepasbaar begrip. Als een gemeente iets van algemeen belang verklaart, hoeft zij geen marktprijs te berekenen. Het gevolg hiervan is
dat gemeenten op de oude voet kunnen doorgaan en toch op een
oneigenlijke manier blijven concurreren met het particuliere bedrijfsleven. Sportkantines worden bijvoorbeeld voordelig verhuurd
voor feesten en partijen. Als dat beneden de integrale kostprijs gebeurd, is dat vervelend voor de lokale horeca. “Het bedrijfsleven
heeft hier last van. Er komen bij ons veel signalen binnen van ondernemers die machteloos staan tegenover overheden die eigenlijk zelf
bedrijfje spelen met het geld van de belastingbetaler”, zegt Te Brake.
“De wet had goede bedoelingen, maar tegen het misbruiken is weinig
te doen.”
“Als de term ‘algemeen belang’ in de praktijk wordt opgerekt en
daar juridisch weinig tegen te doen valt, kun je eigenlijk maar één
ding doen: de wet aanscherpen en beter omschrijven wat gemeenten
wel en niet kunnen doen. Het probleem is dat het begrip ‘algemeen
belang; zo ruim omschreven is dat ook een rechter een gemeente
w w w. m e e r d a n s p o r t . n l
het voordeel van de twijfel zal geven”, verklaart Te Brake. “Het heeft dus weinig zin om in
zo’n situatie je gelijk te halen door een rechtszaak aan te spannen.” Doordat het begrip ‘algemeen belang’ niet duidelijk is omschreven, zijn gemeenten niet in overtreding. In een
verklaring laten een aantal gemeenten weten dat het beneden de kostprijs verhuren van
sportkantines bijdraagt aan de exploitatie van sportaccommodaties. Dat zou ook gelden
voor de verkoop van dranken in de kantine. De gemeenten vinden dus dat deze ‘horeca-activiteiten’ het algemeen belang dienen en omzeilen de wet dus op die redenen.
De Wet Markt
en Overheid wordt
omzeild
Toezien op naleving
De Autoriteit Consument en Markt is het er echter niet mee eens dat gemeenten de wet
kunnen omzeilen en gaat dan ook strenger toezien op het naleven van de regelgeving. De
voorlichtingsperiode is voorbij, waardoor de Autoriteit Consument en Markt zich genoodzaakt
voelt om gemeenten te gaan controleren. Oneerlijke concurrentie kan zijn: het aanbieden
van BHV-cursussen door sportverenigingen, het verhuren van vastgoed, vergaderzalen of
ligplaatsen in havens. “Als een overheid vindt dat een economische activiteit in het algemeen
belang is, dan moeten ze dat expliciet besluiten in een zogenaamd ‘algemeen belang besluit’.
Dat gebeurt alleen iets te vaak”, zegt Murco Mijnlieff van Autoriteit Consument en Markt.
Ook moet er volgens hem rekening gehouden worden met kostendoorberekening. Dat wil
zeggen dat overheden niets onder de kostprijs mogen aanbieden. Hier gaat Autoriteit Consument en Markt de komende periode extra op toezien, door te controleren of gemeenten
zich wel aan de wet houden.
Nader onderzoeken
“We gaan drie sectoren nader onderzoeken: bij sportfaciliteiten, parkeergarages en bij het
verwerken van bedrijfsafval. In deze branches komt oneerlijke concurrentie door de overheid
regelmatig voor”, zegt Mijnlieff, die aangeeft dat het niet bij een waarschuwing blijft als
een gemeente tegen de lamp loopt. “Mocht een gemeente zich niet aan de wet houden,
dan leggen we een zogenoemde ‘last onder dwangsom’ op. Dat kan aardig oplopen. Hoeveel
ligt aan de geleden schade onder ondernemers. Momenteel is de voorlichtingsperiode afgerond, waardoor we nu echt overgaan tot actie. We hebben uitgebreid de tijd genomen
om gemeenten te informeren en op de nieuwe wet voor te bereiden.” Indien de regels
worden aangescherpt, zoals Te Brake voorstelt, kan dat negatief uitpakken voor sportclubs.
Dat zegt Maarten van de Donk, raadslid van de VVD in Rotterdam. “Een gevolg van het aanscherpen van de regels kan zijn dat de huurprijs van de accommodatie fors zal stijgen, met
als gevolg dat sportclubs meer contributie gaan vragen. Gemeenten stellen nu gesubsidieerd
accommodaties beschikbaar om sport betaalbaar te houden. Door die subsidies wordt er
echter onder de kostprijs gewerkt. En dat is door de nieuwe wet verboden geworden, waardoor ze kostprijs moeten rekenen.”
w w w. m e e r d a n s p o r t . n l
45