Kwaliteit en veiligheid in het UZA

Download Report

Transcript Kwaliteit en veiligheid in het UZA

Kwaliteit en veiligheid
in het UZA
Noodnummers
Brand ........................................................................................................................................... 66
Agressie of onveilige situatie ................................................................. 66
Interne MUG ...................................................................................................*2 4444
Politie ...................................................................................................................................... 101
Ernstige storing medische apparatuur ............................ 3456
Kleine incidenten, herstellingen, klachten ............... 3456
Wacht directie verpleging .................................................................... 5555
Wacht anesthesie OK ............................................................ 4036 / 4116
Loopwaak ...................................................................................................................... 3655
Telefooncentrale .......................................................................................................... 11
Brandveiligheid
Preventie
> Branddeuren zijn vrij (niet geblokkeerd)
> Nooduitgangen zijn vrij en dicht
> Geen gevaarlijke producten in de gang
> Op afdeling/dienst staat alles aan één kant van de gang
Wat te doen bij brand?
> Bel 66
> Verwittig collega’s
> Sluit ramen en deuren
> Beperkte evacuatie (indien nodig)
> Probeer brand te blussen (indien mogelijk)
> Volg instructies op van interventieploeg/brandweer
MEWS (1)
Werkwijze
> Voor elke patiënt zonder DNR-beleid (code 0) standaard observaties en
MEWS om de 12u tenzij anders voorgeschreven
> Observatie ABCDEFG (airway, breathing, circulation, disability,
exposure, fluids, glucose)
> Normaalwaarden per patiënt neerschrijven, MEWScore hierop aanpassen
> Noodnummer op de afdeling duidelijk kenbaar maken
> Score bepalen voor en na overname vanuit een hoger niveau van zorg
Score
3
2
1
<9
Ademhalingsfrequentie
(per minuut)
1
2
3
15 - 20
21 - 29
> 30
85 - 89
90 - 94
> 95
Temperatuur (°C)
< 35
35,1 - 36
36,1 - 37,4
37,5 - 38,4
> 38,5
Hartfrequentie
(slagen per minuut)
< 40
41 - 50
51 - 100
101 - 110
111 - 129
71 - 80
81 - 100
101 - 199
nieuwe
verwardheid
wakker
Zuurstof saturatie (%)
Bloeddruk
(Systolisch) (mmHg)
Bewustzijnsniveau
< 85
0
9 tot 14
< 70
> 130
> 200
aanspreekbaar
reactie op
pijn
areactief
geen reactie
MEWS (2)
Acties bij abnormale MEWScore
O2, positie patiënt, IV-lijn, observatie- en behandelplan bepalen
> Bij stijging met 2 punten t.o.v. vorige meting
> Of bij totaal van 4 of meer
> Of bij 3 punten voor enkel één parameter
> Of bij twijfel of bezorgdheid
 Zaalarts verwittigen en vragen om binnen de 30 min. aanwezig te zijn
(ISBARR communicatie)
 MEWS om het half uur tot beslissing arts
 Wanneer na 1 uur nog geen arts ter plaatse, opnieuw bellen en supervisie bellen (ISBARR communicatie)
 Wanneer na nog eens 1 uur geen arts ter plaatse en urgentie neemt
verder toe, MUG bellen (ISBARR communicatie)
BLS - Basic Life Support (1)
Beoordeling:
> Controleer bewustzijn van de patiënt, aanspreken en
aanschudden
> Patiënt reageert niet  Roep om HULP, zonder de
patiënt te verlaten.
Laat collega MUG bellen (*2 4444) en het reanimatiemateriaal halen. Activeer oproepsysteem.
> Evaluatie ademhaling: Til de kin op met 2 vingers en
kantel het hoofd achterover en controleer de ademhaling:
breng uw oor boven mond en neus van de patiënt en
kijk in de richting van de borstkas: luister en voel of er
ademhaling is en observeer borstkasbewegingen (5 à 10 sec.)
 Wel  stabiele zijligging
 Geen  start BLS
BLS - Basic Life Support (2)
Start BLS:
Plaats patiënt in horizontale rugligging en voer
borstcompressie uit:
> Hiel van de hand op het midden van het borstbeen
> Druk het borstbeen met gestrekte armen loodrecht in
> Vloeiende pompbeweging zonder de handen van het
borstbeen te lichten
> Frequentie van minstens 100/min (maar niet meer dan
120/min)
> Geef 30 compressies
> Geef twee beademingen (gebruik evt. pocket mask)
> Ga verder met 30 compressies, 2 beademingen, enz.
PBLS - Pediatric Basic Life Support
Beoordeling: identiek aan BLS
5 startbeademingen over mond en neus  indien geen reactie: start PBLS
> Plaats de baby of het kind in horizontale rugligging
> Bij baby’s tot 1 jaar:
voer borstcompressie uit met 2 vingers recht verticaal op
midden van het borstbeen
> Bij kind ouder dan 1 jaar:
voer borstcompressie uit met één hand op midden van
het borstbeen
> Geef 15 compressies
> Frequentie van minstens 100/min (maar niet meer dan
120/min)
> Geef 2 beademingen
> Ga verder met 15 compressies, 2 beademingen, enz.
Visie en missie
Het UZA is een universitair centrum voor topklinische en klantvriendelijke patiëntenzorg,
hoogwaardige academische opleiding en grensverleggend wetenschappelijk onderzoek
met een belangrijke internationale dimensie. Ruim 3000 medewerkers garanderen er zorg,
opleiding en onderzoek op mensenmaat.
Kenniscentrum
Kennis vormt het hart van onze organisatie. De voortdurende wisselwerking tussen de
ontwikkeling, toepassing en overdracht van kennis is niet alleen de sleutel om topklinische
zorg te kunnen aanbieden. Het is ook de noodzakelijke voorwaarde om talentvolle
medewerkers aan te trekken en sterke samenwerkingsverbanden uit te bouwen met
partnerziekenhuizen.
Dynamische visie
Om deze missie waar te maken heeft het UZA een dynamische visie nodig. Als universitair
centrum willen wij een vooraanstaande positie innemen in patiëntenzorg, wetenschappelijk
onderzoek en opleiding. Wij willen erkend worden als een innovatieve kwaliteitsorganisatie
met een uitstekende reputatie, een krachtig netwerk en enthousiaste medewerkers.
Waarden
Onze ambities impliceren dat we een uitdagend denk- en werkklimaat bieden waarin de
betrokkenheid van onze medewerkers als kernwaarde vooropstaat.
De kernwaarden die we delen zijn:
samenwerking en resultaatgerichtheid
> Ik werk professioneel samen met collega’s en kom afspraken na
loyaliteit en integriteit
> Ik ben integer, betrouwbaar en loyaal
kwaliteitsstreven
> Ik ben deskundig en streef kwaliteit na
verantwoordelijks- en realiteitszin
> Ik ga mijn verantwoordelijkheid niet uit de weg
Deze kernwaarden weerspiegelen de wijze waarop we onze missie willen waarmaken en
vormen de basis voor een bedrijfscode.
Chirurgie: juiste patiënt, juiste ingreep, juiste zijde
Om te verzekeren dat de correcte ingreep aan de correcte zijde en bij de correcte
patiënt plaatsvindt, heeft het UZA drie veiligheidsaspecten ingebouwd:
> Markage
Dit gebeurt bij alle patiënten die chirurgie ondergaan waarbij lateraliteit,
multiple structuren en/of verschillende niveaus van toepassing zijn.
Markage gebeurt in samenspraak met de patiënt.
> Surgical Safety Checklist
De SSC wordt afgenomen bij elke patiënt die in het UZA een ingreep
ondergaat waarbij de aanwezigheid van een anesthesist vereist is.
> Time-out procedure
Bij alle patiënten die een chirurgische ingreep of procedure ondergaan
waarbij de aanwezigheid van een anesthesist niet vereist is, dient een
time-out procedure te gebeuren en gedocumenteerd te worden, net voor
de start van de ingreep.
Correcte identificatie van patiënten
De identiteit van de patiënt wordt steeds gecontroleerd aan de hand van
twee identificatiegegevens:
Naam + voornaam
+ geboortedatum
of
Naam + voornaam
+ patiëntnummer
Gebruik nooit het kamer- of bednummer om een patiënt te identificeren!
Hoe controleer ik deze gegevens?
>Patiënten met identificatiebandje:
Vergelijk de gegevens op het identificatiebandje met de gegevens van een
(medicatie-) voorschrift, etiket van
bloedproduct, patiëntdossier ...
>Patiënten zonder identificatiebandje:
Bevraag de patiënt actief naar naam
+ voornaam en geboortedatum en
vergelijk met de gegevens van een
(medicatie-) voorschrift, een etiket van
bloedproduct, patiëntdossier ...
Wanneer controleer ik de
identificatiegegevens?
>Voor het toedienen van medicatie, bloed
of bloedproducten
>Voor het afnemen van bloed en andere
monsters
>Voor het uitvoeren van een behandeling
of onderzoek of opdienen van een dieetmaaltijd
>Bij een transfer naar OK of een andere dienst
>Bij opname op een dienst
>Dagelijks op de verpleegeenheid
Effectieve communicatie - ISBARR
Informeer of je gesprekspartner pen en papier bij de hand heeft.
I
Identification (identificatie)
> Identificeer jezelf; de patiënt (naam, voornaam, geboortedatum); het kamernummer;
de afdeling; de gesprekspartner
S
Situation (situatie)
> Schets kort de situatie:
- Wat doet zich voor?
- Wanneer is het gebeurd?
- Wat is de graad van ernst?
> Wanneer geef je de boodschap?
B
Background (achtergrond)
> Geef beknopt de achtergrondinformatie:
- Diagnose bij opname en opnamedatum
- Opsomming van medicatie, allergieën en labo-resultaten
- Labo-resultaten: datum en tijd van test, vorige resultaten
- Andere klinische informatie
A
Assessment (beoordeling)
> Beschrijf de situatie van de patiënt, o.a. MEWS ...
R
Recommendation (aanbeveling)
> Noteer het gegeven order
R
Readback (herhaling)
> Herhaal het order!
Readback
Hoe?
>Ontvanger noteert het order/testresultaat,
datum en uur, naam zender en ontvanger,
notatie ‘mondeling’
> Noteer direct in patiëntdossier of eventueel
tijdelijk op post-it
>Hij herhaalt het order/resultaat
> De zender bevestigt of dit klopt
> De arts valideert in het dossier
Rapportering
order/
testresultaat
Bevestigen
Noteren
Herhalen
Wanneer?
> Bij mondeling of telefonisch rapporteren van kritische testresultaten
> Bij het doorgeven van mondelinge of telefonische orders
Hoogrisicomedicatie - HRM
4 groepen
High alert medication (HAM)
• Insuline snelwerkend IV-infuus
• Heparine 25.000 E /5 ml
• Methotrexaat oraal
• Cytostatica
Hoog geconcentreerde
elektrolytoplossingen
• Kaliumchloride gelijk of meer dan
2 mEq per ml
• Kaliumfosfaat meer dan 3 mmol per ml
• Natriumchloride meer dan 0,9%
• Magnesiumsulfaat meer dan 50%
Sound alikes (SAL)
• Lijst per afdeling
Look alikes (LAL)
• Lijst per afdeling
Voor elk HRM zijn er specifieke acties voor selectie en aankoop, voorschrift,
aflevering, decentrale opslag en bereiding. Lees de procedure in DocBase.
> Gele kleur = hoog risico  Aandacht, lezen, checken!
> Gele bakken, gele zakken, gele etiketten, gele krab
> Beperkte of geen decentrale voorraad
> In voorraad: geneesmiddel en dosis vermelden
Handhygiëne (1)
Goede handhygiëne is cruciaal en verplicht voor iedereen die in contact komt
met patiënten.
Basishouding
> Nagels kort en schoon
> Geen nagellak
> Geen kunstnagels
> Geen juwelen aan de handen/polsen (ringen, horloges, armbanden …)
Extra aandachtspunten
> Geen lange mouwen onder dienstkledij
> Goede huidverzorging, vooral tijdens wintermaanden
> Kleef wonden steeds af
Handhygiëne (2)
Hoe en wanneer?
> Handontsmettting d.m.v. handalcohol:
in 6 stappen:
op 5 momenten:
• Handschoenen dragen bij mogelijk contact met bloed, lichaamsvloeistoffen,
secreta, excreta, slijmvliezen, niet-intacte huid ...
• Handen wassen met water en zeep bij ‘zichtbare’ bevuiling met bloed,
lichaamsvloeistoffen, excreta ...
Valpreventie (1)
> Plaats alle materialen aan één zijde van de gang.
> Plaats de bedsponden omhoog bij elke patiënt die in een bed/ brancard
wordt getransfereerd.
> Zet het bed in laagstand gedurende de wachttijd op een ambulante dienst.
> Zet na elke zorg het bed terug op de laagste stand.
> Maak natte vloeren onmiddellijk perfect droog.
> Alle rollend materiaal moet op rempositie staan.
> Hoogrisicopatiënten dragen een blauwe armband. Heb extra aandacht
hiervoor.
> Wijs patiënten en familie op voorzorgsmaatregelen om het valrisico
te beperken.
> Registreer regelmatig het valrisico en specifieke voorzorgmaatregelen
in het dossier. Gehospitaliseerde patiënten worden geëvalueerd en
geherevalueerd via de Stratify methode.
> Meld valincidenten via UZA meldt en leert op UZAconnect.
Valpreventie (2)
Stratify methode: risicoscore volgens UZA-Stratify
Wordt de patiënt opgenomen wegens vallen, is de patiënt tijdens de
opname gevallen of is de patiënt de voorbije 6 maanden gevallen?
Ja = score 1
Nee = score 0
Mentale status: is de patiënt verward, gedesorienteerd of geagiteerd?
Ja = score 1
Nee = score 0
Heeft de patiënt visusstoornissen waardoor zijn dagelijks functioneren
wordt beïnvloed?
Ja = score 1
Nee = score 0
Moet de patiënt frequent (minstens 2x/shift) naar het toilet gaan?
Ja = score 1
Nee = score 0
Heeft de patiënt een verminderde mobiliteit (kruk, stok, rolstoel) of een
verminderde mobiliteit postoperatief?
Ja = score 1
Nee = score 0

De individuele score van elke item wordt genoteerd in het verpleegdossier, samengeteld en de totaalscore wordt eveneens genoteerd in het verpleegdossier. Indien de score groter of gelijk aan 2 is, is de
patiënt een hoogrisicopatiënt om te vallen en wordt een valinterventie opgestart.
Rekenformules
1 kg
1g
1 mg
1 mg
1 microgram
=
=
=
=
=
1000 g
1000 mg
0,001 g
1000 microgram
1000 nanogram
1 kPa
1 kPa
1 kJ
1 kcal
1ppm
1ppm
=
=
=
=
=
=
10 cm H2O
7,5 mmHg
0,24 kcal
4,2 kilojoule (kJ)
1 deel op 1 miljoen
1 mg opgeloste stof/liter
1%
1%
1‰
1‰
2%
5%
0,5 %
=
=
=
=
=
=
=
1 g/100 ml
10 mg/ml
1 mg/ml
0,1 %
20 mg/ml
50 mg/ml
5 mg/ml
pH > 7
pH = 7
pH < 7
=
=
=
basisch
neutraal
zuur
5 ml

60

/5

De regel van 3
Opgave  Vergelijken met het getal 1  Vermenigvuldigen
Voorbeeld: 5 ml te geven over 60 minuten
Bereken: Tijdsduur om 12 ml te geven
1 ml

12

*12

12 ml

144
/5
*12
Documenten opzoeken in DocBase
Via de linker ‘Boomstructuur’
Via de boomstructuur aan de linkerkant van het scherm kan je ‘browsen’
naar de afdeling waarvan je
documenten wenst te lezen.
Het UZA-brede beleid en procedures
staan onder ‘Diensten >
Algemeen UZA > Algemeen UZA’.
Klik op
om het document te openen.
Via de zoekmotor onder
‘Documenten > UZA documenten’
Via deze weg kom je op een
eenvoudige (of geavanceerde)
zoekmotor terecht waarmee je
binnen de documentkenmerken
kan zoeken; zoals delen van de titel, de
afdeling, doelgroep, …
UZA meldt en leert
Onveilige situaties reduceren? Dat doen we in het UZA door:
> (Bijna-) incidenten te melden
> (Bijna-) incidenten te analyseren
> Gericht verbetermaatregelen in te zetten
Wat is een bijna-incident?
Een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die de patiënt niet bereikte.
Wat is een incident?
Een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die de patiënt heeft bereikt en
die tot schade aan de patiënt heeft geleid of had kunnen leiden.
Hoe meld je een (bijna-) incident in de patiëntenzorg? Via UZAconnect:
> Link ‘UZA meldt en leert’ op de startpagina
Alle meldingen worden afgehandeld op afdelingsniveau. Bij het afhandelen van
incidenten staat nooit de vergissing van de persoon centraal!
Niet: Wie heeft dat gedaan?
Wel: Wat in onze organisatie heeft ertoe bijgedragen dat dit kon gebeuren?
Voedingsscreening
Patiënt wegen en meten  BMI berekenen
Bevraging patiënt
1.
Is de BMI < 20,5?
Ja / Neen
2.
Heeft de patiënt de laatste 3 maanden onbedoeld gewicht verloren?
Ja / Neen
3.
Heeft de patiënt de laatste week een verminderde voedselinname gehad?
Ja / Neen
4.
Heeft de huidige ziektestoestand een impact op de voedselinname?
Ja / Neen
Indien op 1 of meer vragen ‘ja’ geantwoord wordt, heeft de patiënt een risico op
ondervoeding  contacteer diëtist voor verder assessment
Decubituspreventie (1)
Risicobepaling: criteria
> De aanwezigheid van
niet-wegdrukbare roodheid
Methodiek: met vinger of drukglaasje
> De aanwezigheid van intrinsieke factoren (verminderde activiteit en mobiliteit,
erg magere patiënt, hoge leeftijd, algemene slechte toestand, vaatlijden, diabetes ...)
> De aanwezigheid van verticale druk en schuifkrachten
Decubituspreventie (2)
Maximale tijd in dezelfde positie
In ruglig
In zit
Zonder drukreducerend systeem
Max. 2u
Max. 1u
Met drukreducerend systeem
Max. 4u
Max. 2u
> Evalueer per patiënt individueel op basis van observatie niet-wegdrukbare roodheid.
> Een correcte wisselligging gaat van een houding met meer druk naar een houding
met minder druk.
> Voorkom schuifkracht: gebruik glijlaken voor horizontale verplaatsing.
Delirium (1)
Acuut verwarde gehospitaliseerde patiënt heeft een delirium tot het tegendeel is bewezen!
Delirium Observatie Screening Schaal (DOS)
Wanneer?> Om bij twijfel een grondige observatie te doen en het delirium vroegtijdig te
herkennen.
> Om de opvolging te doen na het instellen van een behandeling.
Waar?
> DocBase ‘Delirium richtlijn - Instructies bij vermoeden van delirant gedrag’.
Medicatieschema
Delirium: niet-alcoholgebonden
Ernst delirium
Dosis haloperidol
Co-medicatie
(autonome hyperactiviteit of
onvoldoende sedatie)
Licht tot
matig
0,5 mg tot 5 mg per os
2-3 keer per dag (max. 20 mg)
Ev. dosis beperken bij geriatrische patiënt
0,5 mg tot 2 mg lorazepam per os
Ernstig
2-5 mg i.m. elke 4-8u (max. 20 mg)
IV 2-10 mg, te herhalen om de 15-30 minuten,
tot sedatie, daarna 25% van laatste bolus elke
6u met max. 0,15 mg/kg/dag,
beperken tot 50% bij geriatrische patiënt
0,5 mg tot 2 mg lorazepam per os
Delirium (2)
Medicatieschema
Delirium: alcoholgebonden
Specifieke situatie
Primaire behandeling
Co-medicatie
(autonome hyperactiviteit of
onvoldoende sedatie)
Somatische ziekte en alcoholisme
Zonder leverdisfunctie
haloperidol
0,5 mg tot 5 mg per os
2-3 keer per dag (max. 20 mg)
10 mg diazepam elk 1/2u tot
sedatie (max. 20 mg)
Met leverdisfunctie
haloperidol
0,5 mg tot 5 mg per os
2-3 keer per dag (max. 20 mg)
2 mg lorazepam elk 1/2u tot
sedatie (max. 20 mg)
Zonder leverdisfunctie
10 mg diazepam elk 1/2u tot sedatie
(max. 100 mg)
haloperidol
0,5 mg tot 5 mg per os
2-3 keer per dag (max. 20 mg)
Met leverdisfunctie
2 mg lorazepam elk 1/2u tot sedatie
(max. 20 mg)
haloperidol
0,5 mg tot 5 mg per os
2-3 keer per dag (max. 20 mg)
Alcoholonthouding
Pijn
Eén maal per shift vragen: Heeft u pijn op dit moment?
Wordt u gehinderd door pijn
in rust, bij hoesten, bewegen of
diep inademen?
Neen
Registreer
pijnscore 0
Geen
behandeling.
Neen
Ja
Ja
Hoeveel pijn heeft u op dit moment op
een schaal van 0-10, waarbij 0 geen
pijn is en 10 de ergst denkbare pijn?
minder dan 3
Meet de intensiteit van de
pijn door middel van
pijnscore in rust en pijnscore
bij beweging, hoesten of
inademen. Behandel volgens
acuut pijnprotocol.
Wordt u gehinderd
door pijn in rust,
of bij beweging,
hoesten of
inademen?
Neen
Registreer pijnscore
op dit moment.
Geen behandeling.
gelijk of meer dan 3
Registreer pijnscore op dit
moment en behandel volgens
acuut pijnprotocol.
Bij onvoldoende resultaat
verwittig acute pijndienst
via 4055 of 4116.
Ja
Meet en registreer pijnscore
in rust of bij beweging,
hoesten of inademen.
Pijn
Vroege herkenning en behandeling van pijn:
Vraag minimaal één maal per shift en op indicatie naar de pijnscore. Doe dit met behulp van:
Numerical Rating Scale (NRS)
Of
Heeft u pijn op dit moment?
Bij ja, vraag om een rapportcijfer tussen 0-10,
0 is geen pijn, 10 is ergst denkbare pijn.
Bij een score gelijk of meer dan 3 actie ondernemen
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Of
Visual Analogue Scale (VAS)
Lukt het niet om een cijfer te geven, dan kan er gebruik gemaakt worden
van een analoge lijn waarop de patiënt een punt aangeeft. Het begin van
de lijn is geen pijn, het einde van de lijn is de ergst enkbare pijn.
Bij een score gelijk of meer dan 40 actie ondernemen.
Geen pijn
Meest denkbare pijn
Of
Observatie Schaal
Kan de patiënt (oa. kinderen en ouderen) geen score aangeven,
maak dan gebruik van een observatieschaal.
Let op: bij gebruik van opiaten of andere sedatie, maak gebruik van
de Ramsay Sedatie score.
Parenterale medicatie: bereiding
1.
2. Invullen etiket
 Geneesmiddel
 Identiteit patiënt
 Dosering
 Naam geneesmiddel
 Toedieningswijze
 Tijdstip
 Dosis of concentratie
 Identiteit patiënt
 Personeelsnummer bereider
Controleren van het voorschrift
3.
Berekenen van de
benodigde hoeveelheden
 Datum + uur van bereiding
 Vervaldatum
4. Verzamelen en klaarleggen 5. Desinfecteren van handen 6. Klaarmaken van
en werkblad en toepassen hygiënemaatregelen
~~~~~~
~~~~
~~~~~
~~~~
~~~~~
~~
~~
~~
~~
geneesmiddel
~~~~~~
Parenterale medicatie: toediening
1.
Controleren van het voorschrift
2. Voorbereiden van de 3.Verzamelen en klaarleggen toediening
 Geneesmiddel
van benodigde materialen en controleren van het etiket
~~~~
~~~
~~~~
~~~~
~~~
~~~~
 Dosering
 Toedieningswijze
 Tijdstip
 Identiteit patiënt
4. Identificeren van 5. Desinfecteren van de patiënt
handen en werkblad en toepassen
hygiënemaatregelen
6. Aansluiten
7. Evalueren
~~~
~~
~~~
~~
Ir m
a
Patiënt
54
15/04/19
Colofon
Deze veiligheidswaaier is ontworpen om UZA-medewerkers te ondersteunen bij het leveren van
veilige en kwalitatieve zorg. De onderwerpen van de waaier sluiten aan bij de doelen zoals ze gesteld
worden door JCI en de Belgische wetgeving.
Alle richtlijnen uit de veiligheidswaaier staan in DocBase.
Deze productie is tot stand gekomen naar een idee van AMC Amsterdam.
Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der Straeten, UZA, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem