Jaarbericht 2013 - Huisartsenpost

Download Report

Transcript Jaarbericht 2013 - Huisartsenpost

HUIS
ARTSEN
Jaarbericht 2013
jaarverslag
2
Jaarbericht 2013
Huisartsenpost Gelders Rivierenland
Terugkijkend was 2013 een jaar van geleidelijk
terugkerende rust op de werkvloer na de
beroeringen die de invoering van het nieuwe
triagesysteem het jaar daarvoor teweeg had
gebracht. Gaandeweg maakten artsen en triagisten
zich het denken in urgenties (in plaats van
diagnosen) meester en verdween de aanvankelijke
onrust hierover naar de achtergrond.
Ook was 2013 het eerste jaar waarin alle
contacten van een ICPC codering werden
voorzien, hetgeen het mogelijk maakt voor het
eerst een epidemiologisch overzicht te maken
van wat er aan medische problematiek op de
HAP passeert. Wellicht kan deze informatie in de
toekomst gaan bijdragen aan keuzes die gemaakt
worden in het kwaliteits- en nascholingsbeleid.
Opvallend is het relatief groot aantal diensten dat
inmiddels wordt uitbesteed aan waarnemers.
Nader onderzoek naar de achtergronden hiervan
lijkt op zijn plaats, mogelijk in samenwerking
met de Coöperatieve Huisartsen Vereniging. Bij
toekomstig beleid lijkt het in ieder geval wenselijk
de waarnemers hier meer in te betrekken omdat
zij bij de uitvoering van de spoedzorg een steeds
belangrijkere rol gaan spelen.
Tot slot wil ik alle medewerkers en alle huisartsen
die hebben bijgedragen aan de hoogwaardige
patiëntenzorg die op de HAP in Tiel geleverd
wordt, hartelijk danken voor al hun inzet en
betrokkenheid.
Met hoogachting en vriendelijke groet,
Wim Mol
huisarts en voorzitter HAP Gelders Rivierenland
voorwoord
Het is het bestuur en de directie van de
Huisartsenpost (HAP) Gelders Rivierenland
te Tiel een genoegen u het jaarverslag
2013 aan te bieden. Een jaarverslag dat
een goed cijfermatig inzicht geeft in de
patiëntenstroom die de HAP jaarlijks
verwerkt, getoetst aan de urgentie- en
kwaliteitscriteria die daarvoor staan. Een
jaarverslag dat ook een goed inzicht geeft in
het gevoerde kwaliteitsbeleid op de HAP.
3
5
2Productie
6
3Kwaliteit
7
4Branchenormen
9
5 HKZ & Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS)
12
6 Ketenpartners in de spoedzorg
16
7 Feitelijke organisatie
19
8Organogram
21
9 Lijst met afkortingen
22
inhoudsopgave
4
1 Organisatie post
1 Organisatie post
De huisartsenpost is gevestigd in Tiel en maakt
gebruik van een locatie in Ziekenhuis Rivierenland.
Het verzorgingsgebied van deze huisartsenpost
omvat ongeveer 176.000 inwoners. Aangesloten
zijn de huisartsen uit 24 gemeenten: in totaal
omvatten deze gemeenten 48 vestigingsplaatsen.
Het aantal huisartsen (excl. HIDHA’s) dat
participeert in de Huisartsenpost Gelders
Rivierenland is 83.
waarvan 24 met een + aantekening voor
regiediensten. Er is voor de huisartsen vanaf
55 jaar, de zgn. ’55+ regeling’. Zorgintermediair
regelt, ondersteunt en helpt de huisartsen bij het
’verkopen’ van hun nachtdiensten.
De stichting huisartsenpost neemt de
bemiddelingskosten voor haar rekening.Van de
totaal 2.773 diensten in 2013 zijn 1.059 diensten
via WB verkocht; ongeveer de helft (502) van de
verkochte diensten zijn nachtdiensten.
Via Waarneembemiddeling (WB) zijn 64 artsen
geregistreerd als ’geaccepteerde’ waarnemers,
5
2 Productie
Sinds de start van de huisartsenpost Gelders
Rivierenland in 2002 is het aantal verrichtingen
jaarlijks toegenomen. In 2010 en 2011 was er
voor het eerst een geringe afname in het aantal
contacten. In 2012 was er tegen deze trend in,
een stijging van het aantal contacten, vooral bij de
consulten.
Dit is vrijwel zeker het gevolg van het nieuwe
geïntegreerde Nederlandse Triage Standaard. In
2013 is er weer een lichte daling van het aantal
contacten.
DA-advies
Consult
Tel. consult HA
Visite
SOH
6
2011 2012 (t.o.v. 2011) 2013 (t.o.v. 2012)
16.192 15.977 (- 215) 15.189 (- 788)
20.375 22.160 (+1.785) 21.506 (- 654)
2.172 2.459 (+ 287) 2.762 (+ 303)
3.605 3.858 (+ 287) 3.752 (- 106)
1.891 2.529 (+ 638) 3.244 (+ 715)
Urgentieverdeling alle contacten over 2011, 2012 en 2013
2011
2012
2013
U2
6.4%
14.5%
15.1%
U3
43.6%
36.5%
38.3%
U4/U5
49.9%
48.7%
46.6%
2.1 ICPC-code
L
Bewegingsapparaat
18.0%
S
D
A
R
U
K
H
F
P
Huid en subcutis
Spijsverteringsorganen
Algemeen niet gespecificeerd
Luchtwegen
Urinewegen
Hartvaatstelsel
Oor
Oog
Psychische problemen
14.2%
13.4%
13.4%
12.1%
5.8%
4.5%
4.3%
3.4%
3.8%
3 Kwaliteit
3.1 Prospectieve Risico-Inventarisatie
Vanaf medio 2013 heeft de post deze
inventarisatie in een breed samengestelde
werkgroep van triagisten, huisarts,
kwaliteitsfunctionaris en directie uitgevoerd
over de belangrijkste primaire processen. Uit
de inventarisatie is een reeks risico’s naar voren
gekomen die zijn gewogen en waarop, waar
nodig, verbetermaatregelen zijn ingezet. Deze
verbetermaatregelen worden geborgd en in de
loop van de tijd heeft verificatie plaatsgevonden
of zal dit gebeuren. De wijze van verificatie
verschilt per soort maatregel en kan bestaan
uit bijvoorbeeld steekproeven, interne audit of
enquête.
3.2 Signaleren en handelen
bij vermoedens van
kindermishandeling en huiselijk
geweld
Dit thema blijft voor de post één van de
speerpunten van beleid. Kinderen, partners
en ouderen in een afhankelijkheidsrelatie zijn
kwetsbare groepen waar de post extra alert op
is. Het afgelopen jaar zijn extra investeringen
gedaan in scholingen voor huisartsen en triagisten.
Daarnaast wordt het thema als vast agendapunt
besproken in het overleg van triagisten.
De aandachtsfunctionaris Kindermishandeling en
Huiselijk Geweld van de post neemt deel aan een
regionaal overleg van aandachtsfunctionarissen.
Doelstelling voor de post zal ook komend jaar
zijn om de signalerende taak van triagisten en
huisartsen te versterken en voor deze groepen
zorgverlening in gang te zetten in de gevallen
waar dat nodig is. Het voornemen is daarbij
om de samenwerking met ketenpartners op dit
onderwerp te verstevigen.
3.3 Scholing triagisten
Een deskundige triage is van groot belang. Het
scholingsbeleid voor de triagisten is gericht op het
verbreden, verdiepen en uitbreiden van de kennis,
inzicht en vaardigheden. De scholing is toegespitst
op de kwaliteit van de patiëntenzorg, de kwaliteit
van de werkomstandigheden, de motivatie en de
ontwikkeling van de individuele medewerker.
Er is een inwerkprotocol voor de nieuwe
medewerkers.
7
Nieuwe medewerkers krijgen na een intensieve
inwerkmaand een evaluatiegesprek. Gezamenlijk
wordt geëvalueerd of de inwerkmaand voldoende
is geweest om zelfstandig triage te doen. Indien
nodig, wordt er tijdens een aantal diensten extra
ondersteuning gegeven. Na een half jaar volgt een
functioneringsgesprek.
8
3.4 Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim percentage in 2013 was 5.3%
hetgeen iets boven het landelijk gemiddelde ligt
maar wel flink lager dan vorig jaar.
3.5 Scholing huisartsen
De nieuwe assistentes hebben gedurende
1 jaar een ’buddy’ op wie ze kunnen terugvallen
voor vragen en problemen die ze ondervinden.
Alle nieuwe medewerkers moeten binnen 2 jaar in
het bezit zijn van het diploma voor triage-assistent.
De ondersteuning en scholingen hiervoor starten
vrij snel na het doorlopen inwerktraject.
De scholingen voor de huisartsen worden
georganiseerd in samenwerking met de WDH en
bestaan uit:
• 1 x AED en reanimatie
• 2 x per jaar scholing “Leerkuilen”
casusbespreking n.a.v. een calamiteit
In december 2013 zijn 28 triagisten in dienst van
de huisartsenpost.
3.6 ICT
•
Jaarlijks zijn er minimaal
6 geaccrediteerde scholingen
verplicht
•
1 0 x per jaar werkoverleg met
een vaste agenda + notulen
verplicht
•
3 x per jaar intervisie groepen
verplicht
Uitwisseling van dossiers in de huisartspraktijken
en op de huisartsenpost is een belangrijke
randvoorwaarde voor patiëntveilige zorgverlening.
In 2013 is, door veel praktijken in de regio, een
start gemaakt met de OPT-in regeling. Dit loopt
voor de meeste praktijken nog door tot in 2014.
De huisartsenpost is klaar voor het uitwisselen
van patiënten gegevens via het LSP.
4 Branchenormen
< 30 sec
4.1 Telefonische bereikbaarheid
4.2 Fysieke bereikbaarheid
a. Bij gebruik spoedtoets binnen 30 seconden een
persoon aan de lijn. Er vindt een doorlopende
meting plaats van de spoedoproepen waarbij
gebruik is gemaakt van de ’spoedknop’.
Minimaal 90% van de inwoners van het werkgebied
kan binnen 30 minuten de huisartsenpost bereiken.
Bij een gemiddeld verkeersaanbod voldoet onze
huisartsenpost ruim aan deze norm.
2011 = 99,1%
2012= 99,6%
2013 = 99,8%
4.3 Aanrijdtijden
b. Zonder spoed gemiddeld per jaar bij 75%
van de telefoontjes binnen 2 minuten en 99%
binnen 10 minuten een persoon aan de lijn. Er
vindt doorlopende een meting plaats van niet
spoedoproepen.
0-120 sec
< 600 sec
2011 = 72.4%
2011 = 99.2%
2012 = 74.6%
2012 = 98.9%
2013 = 70.2%
2013 = 96.4%
In 2013 is een start gemaakt met het
inventariseren van de wachttijden aan de telefoon
bij niet spoedoproepen. Inmiddels zijn tijdens
(bekende) piekmomenten extra triagisten ingezet.
Desondanks zien we de wachttijd niet korter
worden. Een adviesgroep gaat in kaart brengen
wat volgens hen mogelijkheden zijn om de
wachttijden terug te dringen. Half 2014 wordt
hierover een advies uitgebracht aan het MT.
Bij U1 zorgvragen (levensbedreigende spoed) is zorg
binnen 15 minuten aanwezig voor 95% van alle als
U1 aangemerkte zorgvragen en 100 % binnen 30
minuten.
U1 oproepen worden, volgens afspraak met de
ambulancedienst (Samenwerkingsovereenkomst
RAV-HAP) overgedragen aan de meldkamer.
4.4 Reactietijd bij U2 (spoed)
Bij U2 zorgvragen (spoed) is bij < 60 min. 90% en
<120 min. 98% van de zorg aanwezig.
De norm voor U2 consult wordt niet gehaald.
De meting is tot het afsluiten van de call door
de huisarts. Hier zit wat ’vervuiling’ in omdat
een oproep soms lang openstaat. De meeste
patiënten zijn wel < 1 uur op de HAP aanwezig.
9
Er wordt dan opnieuw een urgentie check gedaan.
Bij een terechte U2 vindt er een frequente
monitoring plaats in de wachtkamer. Bij onterecht
U2 wordt de urgentie veranderd in een U3, dus
Urgentie
Actie
Aantal Calls
een langere wachttijd is mogelijk. Dit wordt ook
niet meegenomen in de statistieken. I.v.m. de
patiëntveiligheid staat het halen van de norm
centraal.
Gemiddelde
afhandeltijd
(in min.)
Percentage
binnen de norm
<60 min.
Percentage
binnen de norm
<120 min.
U2
Consult
4.193
55
69%
89,3%
U2
Visite
1.878
39
89%
98,4%
De U3 en U4 consulten en visite vallen ruim binnen de norm
U3
Consult
13.112
97%
U3
Visite
1.451
100%
U3
Visite
5.455
100%
4.5 Autorisatie
De zelfstandig door de triagist afgehandelde contacten worden binnen 90%< 60 min. en 98% <120 min. door
de huisarts gefiatteerd.
Advies Triagist
10
Gemiddelde
autorisatietijd
(in min.)
Aantal
contacten met
autorisatietijd
24,68
15.189
Percentage
binnen de norm
<60 min.
92%
Percentage
binnen norm
<120 min.
98.2%
4.6 Kwaliteit triage
Triagisten zijn gediplomeerd of in opleiding tot triagist.
Al onze triagisten hebben binnen de gestelde 2
jaar het vereiste diploma triage-assistent behaald.
Jaarlijks vindt er een beoordeling van 4 triage
gesprekken plaats. Er wordt getoetst op: gebruik
NTS triage, verslaglegging en communicatie.
Er is een
Procedure opleidings- en begeleidingstraject
triagisten en een Beoordelings- en
diplomeringsprocedure triagisten.
Beide documenten staan op het KMS.
11
5H
KZ & Kwaliteitsmanagement­systeem (KMS)
De huisartsenpost is sinds januari
2008 gecertificeerd op grond van,
ISO 9001 /HKZ-certificatieschema
Huisartsendienstenstructuren. In 2011
is het certificaat verlengd tot 2014.
Medio 2011 is er een start gemaakt met een
nieuw Kwaliteit Management Systeem (KMS).
Dit systeem is door onze kwaliteitsfunctionaris
ontwikkeld. Speerpunt van dit nieuwe systeem is
de gebruiksvriendelijkheid. Zowel het management
als de medewerkers kunnen nu gemakkelijk
toegang verkrijgen tot het KMS en ze kunnen op
een snelle en eenvoudige manier documenten
vinden en verwerken. Uit een enquête onder
de huisartsen en triagisten is gebleken dat we
hierin geslaagd zijn. Triagisten kijken meer in het
KMS dan de huisartsen. Dit heeft o.a. te maken
met onbekendheid en interesse. De huisartsen
hebben tijdens een nascholing uitleg gekregen
over het KMS. Het systeem voldoet aan de eisen
van het HKZ-certificatieschema en aan de eisen
en kwaliteitsdoelstelling van de Huisartsenpost
Gelders Rivierenland.
12
Preventieve en corrigerende maatregelen
De post registreert alle preventieve en
corrigerende maatregelen in een totaaloverzicht
met daarbij de vermelding van een
uitvoeringstermijn, de verificatie en definitieve
afronding. Met dit overzicht kan de post zich er
van vergewissen of maatregelen daadwerkelijk
worden uitgevoerd en geborgd en ook het
gewenste effect sorteren.
De post is sinds dit 2013 druk doende de wijzen
van verificatie uit te breiden. Naast interne
audits en steekproeven wordt gekeken naar
mogelijkheden als ‘de meetweek’ en enquêtes.
Aanpassen/herzien protocollen:
N.a.v. veranderingen in de organisatie of
werkwijze zijn het afgelopen jaar veel protocollen
en werkinstructies aangepast met extra
aandacht voor de
patiëntveiligheid. Dit is
een doorlopend proces
dat gecoördineerd
wordt door de
kwaliteitsfunctionaris.
ONDERWERP
BEVINDINGEN
VERBETERMAATREGELEN
TERMIJN
Moeite met ABCD
2e contacten niet altijd conform protocol
Terugbelactie triagist wordt weinig
gebruikt
Overbruggingsadvies bij U1 soms lastig
Scholing en Intervisiegroep
ODAT/Steekproeven
Aan Adviesgroep voorgelegd
Doorlopend
Juni 2014
Maart 2014
Samenwerkingsovereenkomst CPA
Jan. 2014
2. Veilige Zorg
Triagist weet hoe te handelen
HA niet bekend met
calamiteitennummer
HA niet bekend met werkwijze camera
Hernieuwde aandacht voor
inwerkprogramma HA
Mei 2014
3.Dienstevaluatie
en Overdracht
Wel overdracht, nauwelijks evaluatie
Koffiekamer geeft ruis, maar ook voordelen
Overdracht visite loopt via OvD
MT denkt na over maatregel
Zo laten
Zomer 2014
1.Triage/NTS
Mei 2014
Checken of dit problematisch is
5.1 Resultaten interne audits
5.2 Beoordeling leveranciers
In 2013 zijn drie interne audits gehouden. Dit,
op zich relatief geringe aantal, is voornamelijk
veroorzaakt door het tijdelijke vacuüm dat is
ontstaan vanwege het overnemen van de taak van
coördinatie van de interne audits door de nieuwe
kwaliteitsfunctionaris.
Op basis van de gestelde criteria worden de SLA’s
van de leveranciers middels kwartaal-/jaarlijkse
evaluatiegesprekken of interne audits, beoordeeld.
Van de meeste evaluatiegesprekken is een verslag
opgesteld en de verbeterpunten uit dit verslag
dienen weer als agendapunt voor het volgende
overleg. De leveringen verlopen conform de
opgestelde afspraken.
13
5.3 Doorgevoerde verbeterpunten
klachten/calamiteiten
Uit audit, klachten, calamiteiten en VIM-meldingen,
zijn (SMART) verbeterpunten gekomen (zie punt
5.5) die door de commissies voorgesteld en door
de directie zijn door doorgevoerd binnen de
organisatie.
5.4 Klachten
In 2013 heeft de post in totaal 16 klachten
ontvangen. In 13 gevallen stond de bejegening
door de zorgverlener in de klacht centraal. In één
situatie sprak de klager een aansprakelijkstelling
uit. In één geval bleek onbekendheid met de
werkwijze van de HAP debet te zijn aan de klacht.
En bij één klacht gaf de klager aan feedback te
willen geven aan de zorgverlener over de gemiste
diagnose. Uiteindelijk is in 15 gevallen de klacht
naar tevredenheid van de klager opgelost, in één
geval is de klacht doorgestuurd naar de externe
Klachtencommissie voor de Huisartsenzorg.
De Klachten- en Calamiteitencommissie bemerkt
dat met name bij klachten die betrekking hebben
op de bejegening, de klager behoefte heeft
14
om zijn ervaringen te delen en daar eventueel
meerdere malen met de betreffende zorgverlener
over te praten. Dit verklaart ook dat na contact
tussen klager en zorgverlener de klacht naar
tevredenheid is opgelost.
5.5 Calamiteiten
In 2013 zijn er in totaal op de post 6 incidenten
geweest die als calamiteit dienen te worden
aangemerkt. Deze zijn conform de procedure bij
de IGZ gemeld en door de Calamiteitencommissie
in behandeling genomen.
Tijdens werkoverleg en nascholingen zijn de
besprekingen van deze calamiteit en de leerpunten
die hieruit te halen zijn, regelmatig terugkomende
onderwerpen
Het Klachten-/calamiteitenreglement is op
het KMS aanwezig. Op de agenda van de
bestuursvergadering zijn de klachten/calamiteiten
een vast agendapunt.
In een aantal zaken betrof de verbetermaatregel
het aanbieden van extra scholingen aan triagisten
en/of huisartsen. In één zaak is met de betreffende
waarnemer een functioneringsgesprek gevoerd,
hetgeen erin heeft geresulteerd dat de arts geen
diensten meer draait op de post.
Eén calamiteit betrof mede de samenwerking
van de HAP en de CPA; de reeds op handen
zijnde herziening van de samenwerkingsovereenkomst tussen de HAP en de CPA kwam mede
door die calamiteit in een nieuw licht te staan.
5.6 VIM
een melding en de rapportage aan het MT.
Dit heeft er eind 2013 toe geleid dat de post een
nieuw softwareprogramma heeft aangeschaft,
The Patiënt Safety Company (TPSC). Tegelijkertijd
hebben de leden van de VIM-commissie een
scholing gekregen in de PRISMA-methode. Alle
VIM-meldingen - met daarbij een terugwerkende
kracht vanaf 2013 - worden conform deze
methode geanalyseerd en volgens het Eindhovens
model geclassificeerd.
In 2013 zijn in totaal 38 VIM-meldingen gedaan.
De aard van de meldingen en de oorzaken
waren wisselend. Het MT heeft waar nodig
verbetermaatregelen getroffen: deels van
organisatorische aard, bijvoorbeeld door de
werkzaamheden in de nachtdienst aan te vullen,
deels technisch, door een wijziging in Protopics
en deels door geldende afspraken te verhelderen,
bijvoorbeeld bij verschil van mening over de
urgentie.
Samen met de leden van de VIM-commissie is
afgelopen jaar gekeken naar verbeteringen in
het doen van meldingen door zorgverleners,
het registreren van de meldingen door de
commissieleden, in het doen van een analyse van
15
6 Ketenpartners in de spoedzorg
6.1 Ziekenhuis Rivierenland en S.E.H.
Met de locatie van de huisartsenpost in
Ziekenhuis Rivierenland is de samenwerking
met het ziekenhuis geïntensiveerd. Sinds 2008
is er een samenwerkingsprotocol met de
Spoedeisende Hulp. Hiermee is een belangrijke
bijdrage geleverd aan een betere bereikbaarheid
en kwaliteit van de zorg, waarbij duidelijkheid en
veiligheid voor de patiënten en doelmatigheid
voor de organisatie voorop staat. Jaarlijks
wordt het protocol geëvalueerd, op de kritische
overdrachtsmomenten geanalyseerd en daar
waar nodig aangepast. In oktober 2012 heeft
dit geleid tot een gezamenlijk document
“Samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot
de uitvoering van de spoedeisende huisartsenzorg
buiten kantoortijden door de Huisartsenpost” dat
nu door beide partijen ondertekend is.
6.2 Ambulancedienst
Er is een samenwerkingsprotocol met de RAV
Gelderland Midden. Alle U1 meldingen, POB
klachten en evidente collumfracturen worden
door de triagist, na overleg met regiearts,
direct overgedragen aan de meldkamer. Bij een
16
capaciteitstekort worden spoedaanvragen over
en weer overgenomen. Onze samenwerking met
de Centrale Post Ambulancevoorziening (CPA)
in het afgelopen jaar is van beide kanten naar
tevredenheid verlopen. De overdrachtsmomenten,
de wijze van overdracht en de daarbij horende
verantwoordelijkheden zijn helder neergelegd in
een samenwerkingsovereenkomst.
6.3 Dienstapotheek
De dienstapotheek is een initiatief van de
apotheken uit de regio. De dienstapotheek is
gevestigd naast de huisartsenpost en verstrekt
de medicatie aan patiënten tijdens avond-, nachten weekenduren. Tijdens kantooruren is de
dienstapotheek de poli-theek van het ziekenhuis.
De directie heeft regelmatig overleg met de
dienstapotheken. Samen met de dienstapotheken
is een protocol opgesteld over de medicatie
in de visite-auto van de huisartsenpost. De
aanvulling en controle van de visite-tassen en
de spoedmedicatie op de post valt onder de
verantwoordelijkheid van de dienstapotheek.
17
Medicatieoverdracht
Hierover zijn gedocumenteerde afspraken, volgens
de “Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens”,
gemaakt met de ketenpartners uit Regio
Rivierenland. De afspraken kunnen pas ten uitvoer
worden gebracht als de LSP werkt. In de tussentijd
wordt aan alle patiënten die een consult krijgen,
gevraagd om een recente medicatielijst mee te
nemen/klaar te leggen. De dienstapotheek, die
wel de beschikking heeft tot het medicatiedossier,
heeft ook een controlerende functie.
6.4 STMR - Stichting Thuiszorg
en Maatschappelijk werk
Rivierenland
De huisartsenpost
en STMR hebben een
overeenkomst gesloten, dat
onder bepaalde voorwaarden, verpleegkundige
ondersteuning geeft aan de HAP tijdens de ANWuren. Deze ondersteuning wordt geleverd door
verpleegkundigen van STMR. De huisarts kan een
verpleegkundige van STMR inzetten bij:
• verstopte of uitgevallen blaaskatheters
• zwachtelen bij diepe veneuze trombose
• wondbehandeling
18
•
•
•
•
plaatsen van infuus en (spuit)
pompen (evt. in overleg met palliatief
consultatieteam)
organiseren van zuurstofbehandeling thuis
verstopte maagsondes, PEG-sonde
6.5 Acute dienst (AD)
“De Gelderse Roos”
Reeds enkele jaren is er intensief contact met het
management van de acute dienst om te
komen tot goede samenwerkingsafspraken.
Afspraken om de continuïteit in de zorgverlening
aan patiënten met psychiatrische problematiek en
optimale onderlinge communicatie tussen
de Huisartsenpost Gelders Rivierenland en de
Acute dienst te bevorderen. Sinds december 2011
is er een officiële samenwerkingsovereenkomst.
De belangrijkste verandering is dat de
dienstdoende huisarts van de HAP de patiënt
buiten kantooruren niet altijd zelf eerst hoeft te
zien, voordat verwezen kan worden naar de AD.
Het betreft de overdracht van patiënten die na
triage en overleg worden doorverwezen naar de
AD van de Gelderse Roos Rivierenland. Uiteraard
blijft de HAP verantwoordelijk voor de screening
en behandeling van somatiek.
7 Feitelijke organisatie
Bestuur
Dhr. W.H. Mol Dhr. B.M.J. Appels Dhr. M.J. Torn Broers Dhr. A. Renckens
voorzitter
vice-voorzitter
penningmeester
bestuurslid
Klachtenbemiddelings-/calamiteitencommissie
Dhr. A. Renckens
huisarts
Mevr. C. Heins triagist
Mevr. D. Deckers
huisarts
Mevr. J. Hermans kwaliteitsfunctionaris
Dhr. K. Lambrechtse
klachtbemiddelaar
VIM-commissie
Mevr. C. Hartskamp Mevr. E. Scherpenzeel
Dhr. M. van Leest
Mevr. M.Versluys
triagist
triagist
huisarts
huisarts
19
Vertrouwenspersoon
Mevr. L. Jansen
Management
Mevr. W. Schreuders-van Rosmalen
Dhr. K. Lambrechtse
Mevr. E. Weber
Mevr. J. Hermans
directeur
managementondersteuner/controller
assistente locatiemanager
kwaliteitsfunctionaris
Teamleider M.A.I
Dhr. H. Lamers
Secretariële ondersteuning
Mevr. A. Wijnja
Mevr. C. de Lang-van Amstel
20
management
bestuur en calamiteitencommissie
8 Organogram
Coöperatieve
Huisartsen Vereniging
Bestuur Stichting
Huisartsenpost
Gelders Rivierenland
Directeur
Management ondersteuner/
controller
Kwaliteitsfunctionaris
Huisartsen
Assistent
locatiemanager
Secretaresse
Triagisten
21
9 Lijst met afkortingen
AD Acute Dienst Pro Persona
AED Automatische Externe Defibrilator
AMK Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling
ANW
Avond-, nacht- en weekenduren
CPA
Centrale Post Ambulance
DADoktersassistente
EPD
Elektronisch Patiënten Dossier
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg
HAAK Hulpvraag-AchtergrondinformatieAdvies-Klantreactie
HAGRO Huisartsen Groep
HAP Huisartsenpost
HIDHA
Huisarts in dienst van een huisarts
HKZ St. Harmonisatie
Kwaliteitsbeoordeling in de
Zorgsector
KMSKwaliteitsmanagementsysteem
MAI
Medical Assistance International
MIP
Melding Incidenten Patiëntenzorg
MT
Management Team
NHG Nederlands Huisartsen
Genootschap
NTS
Nederlandse Triage Standaard
OVD Oudste van Dienst
POB
Pijn op de borst
22
PRISMAPrevention and Recovery
Information System for Monitoring
and Analysis
RAV Regionale Ambulance Voorziening
SEH
Spoedeisende Hulp
SLA
Service level agreement
SMARTSpecifiek Meetbaar Acceptabel
Realistisch Tijdgebonden
SOEP Subjectief/Objectief/Evaluatie/Plan
STMRStichting Thuiszorg &
Maatschappelijk werk Rivierenland
VIM Veilig Incidenten Melden
WBWaarneembemiddeling
WDHWerkgroep
Deskundigheidsbevordering
Huisartsen
23
Pres. Kennedylaan 1a
4002 WP Tiel
T0344-799111
F0344-618597
[email protected]
Eindredactie
W. Schreuders
W. Mol
HUIS
ARTSEN
Huisartsenpost
Gelders Rivierenland