Kansen_voor_de_zuivel_m

Download Report

Transcript Kansen_voor_de_zuivel_m

KANSEN VOOR DE ZUIVEL MET
DE KRINGLOOPWIJZER
In een sectorbrede visie op de ontwikkeling van de melkveehouderij in Nederland, is
door de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) en de Nederlandse Zuivel
Organisatie NZO (overkoepelende organisatie van alle zuivelverwerkers in Nederland)
een plan van aanpak beschreven in ‘Kansen voor de zuivelketen na 2015’.
• Aangekochte voeders
(ruwvoer/krachtvoer)
• Voederwaarde
• Oogstverliezen
• Conserveringsverliezen
• Voerverliezen
Figuur 1:
Mineraalefficiëntie
• Kwaliteit organische mest en
meststoffen
• Aanwending van mest(stoffen)
• Benutting van meststoffen
• Opbrengst per hectare
• Rassenkeuze
• Groeiomstandigheden
36
• Melkproductie per koe
• Rantsoenefficiëntie
• Leeftijd van de veestapel
• Jongveebezetting
• Grondsoort
• Bodemefficiëntie
Gerard Polinder
Specialist Rundvee
[email protected]
Jan Bouwman
Adviseur Agra-Matic
[email protected]
Hierin staan concrete acties voor het
ontwikkelen van de zuivelketen richting
2020, binnen de door de overheid gestelde doelen van het mestbeleid en alle
overige aan de melkveehouderij gerelateerde milieudoelstellingen.
Het plan van aanpak van de zuivelketen
heeft hierbij drie sporen benoemd:
1. sturen op het verbeteren van de mineralenefficiëntie op bedrijfsniveau;
2. optimaal benutten van de fosfaatgebruiksruimte van gras- en bouwland
door de melkveehouderij-sector;
3. verwerken van rundveedrijfmest voor afzet buiten de Nederlandse mestmarkt.
Wat betekent dit plan van aanpak voor u?
In dit artikel willen we kort ingaan hoe u
als melkveehouder te maken krijgt met
het plan van aanpak van de zuivelketen
(NZO en LTO) en ingaan op de consequenties die dit voor u kan hebben. In
het najaar van 2014 heeft de Rijksdienst
Voor Ondernemend Nederland (RVO) u
bericht over de melkveefosfaatreferentie
op uw bedrijf. Het melkveefosfaatreferentie ‘overschot’ per bedrijf is vastgesteld op basis van de bedrijfsgegevens
van 2013. Door groei van uw bedrijf kan
het aannemelijk zijn dat u toch een forfaitair overschot gaat realiseren in 2015.
In geval van een fosfaatoverschot in
2015, waarbij niet de Bedrijfsspecifieke
Excretie (BEX), maar het forfaitaire overschot leidend is, heeft dit de volgende
consequenties:
1. deelname aan de KringloopWijzer
(KLW) is verplicht gesteld vanuit NZO.
Hiermee is het mogelijk om aan te tonen dat er minder mest op uw bedrijf
geproduceerd wordt. Daarmee kan
verwerking/mestafzet voor uw bedrijf
beperkt worden;
2. verplichting (laten) verwerken van het
overschot via een RegionaalMestverwerkingsOvereenkomst (RMO), VervangendeVerwerkingsOvereenkomst
(VVO) of een drie Partijen Overeenkomst (3PO). De eerste 100 kg fosfaat
van het overschot is vrijgesteld.
waarin alle Kringloopwijzers, zo goed
mogelijk geborgd, in komen te staan.
Zuivel NL is de ketenorganisatie van de
zuivel die de algemene belangen van
de Nederlandse zuivelindustrie behartigd en bestaat uit LTO, NMV en NZO.
Door nieuwe ontwikkelingen en of aanvullende maatregelen, kan de actuele
situatie afwijken van de beschreven
maatregelen en consequenties in dit
artikel.
Figuur 1 laat zien dat de KringloopWijzer
inzicht geeft in de gehele bedrijfsvoering. Mineralenefficiëntie wordt onder
andere bepaald door de opbouw van
de veestapel, lactatiedagen, duur van
de droogstand, vervangingspercentage, jongvee ( jongvee per 10 melkkoeien), productie (en gehalten) per
koe en rantsoenefficiëntie. Ook is de
aanwending van mest en de benutting
ervan een zeer belangrijke factor voor
de mineralenefficiëntie. Tenslotte zijn de
gras- en maïsopbrengsten per hectare,
voederwaarde van ruwvoer
en oogst, en conserveringsen voederwaardeverliezen
ook erg bepalend voor de
uiteindelijke mineralenefficiëntie.
Sturing op mineralenefficiëntie
Deelname aan de KringloopWijzer
(www.mijnkringloopwijzer.nl) heeft als
doel om op bedrijfsniveau te sturen op
de mineralenefficiëntie (figuur 1). Om
over het jaar 2015 een KringloopWijzer
van uw bedrijf te maken is het noodzakelijk om alle ruwvoerpartijen op uw
bedrijf te onderzoeken op voederwaarde en de eindvoorraden van 2014 te
meten. Om een overzicht te hebben
van het totale overschot, heeft Zuivel
NL een Centrale Database opgericht
Tijdspad
1-1-2015
2015
1-1-2016
2016
• Ontvangst Melkveefosfaatoverschot (referentie)
• Opgeven eindvoorraad 2014,
maken bemestingsplan 2015
• Opgeven eindvoorraad 2015,
maken bemestingsplan 2016
• Aanvragen E-herkenning EH2+
• Start vullen KLW in
Centrale Database
• Berekening overschot 2015 in
Centrale Database
• Overschot inschatten =>
maatregelen treffen d.m.v.
RMO/VVO/3PO
• Maatregelen treffen evt.
overschot 2016 te plaatsen/
verwerken
• Opmeten kuilen bij start
gebruik KLW
3 7