GEBRUIKSAANWIJZING - produktinfo.conrad.com

Download Report

Transcript GEBRUIKSAANWIJZING - produktinfo.conrad.com

GEBRUIKSAANWIJZING
e-ast
Spanningsomvormer
CL-700-D-12
Lees eerst deze handleiding voordat u de spanningsomvormer in gebruik
neemt!
Inhoudsopgave
pagina
Introductie
3
1.
Correct gebruik
3
2.
Veiligheidsaanwijzingen
4
3.
Hoe uw Power omvormer functioneert
6
4.
De golfvorm van de omvormeruitgang
6
5.
Installatie
7
6.
Aansluiting van de verbruikers
8
7
Opstellingsplaats van de omvormer
9
8.
Gebruiksaanwijzingen
9
9.
Automatische veiligheidsfuncties
10
10.
Eventuele storingen bij TV, radio, hihi
11
11.
Garantie
11
12.
Richtlijnen voor het verhelpen van storingen
12
13
Accessoires
13
14.
Verwijdering / milieu
13
15.
Technische gegevens
13
Meer informatie vindt u op het internet onder:
www.e-ast.de en www.heicko.de
Voor service of een garantiegeval neemt u contact op met uw leverancier.
Introductie
Gefeliciteerd! Met de keuze voor een Power omvormer uit de e-ast-Line-serie van heicko
heeft u gekozen voor een van de nieuwste ontwikkelde spanningsomvormer die momenteel
op de markt zijn. Bij een vakkundige toepassing en overeenkomstige verzorging zal deze
omvormer jarenlang betrouwbaar werken.
Om de werking en de duurzaamheid van onze omvormers permanent te garanderen, moeten
de aansluitingen en het gebruik juist uitgevoerd worden. Lees eerst de installatie- en gebruik
tips zorgvuldig door.
De met LET OP gekenmerkte aanwijzingen beschermen het apparaat tegen eventuele
schaden, de WAARSCHUWINGEN beschrijven eventuele letselgevaren of zelfs
levensbedreigende situaties.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig voor eventuele latere raadpleging, geef deze mee als u
het apparaat doorgeeft aan derde.
1. Correct gebruik
Afhankelijk van het type is het apparaat bestemd voor de aansluiting op een 12 of 24 V
gelijkstroombron (bijv. auto-accu) en het produceren van wisselspanning met ca. 230 V ±5%
uitsluitend voor de werking van elektrische apparaten/-verbruikers. Het accessoires voor het
aansluiten op de spanningsbron is afhankelijk van het model (zie onder 3. Installatie). Het
aangegeven max. permanent vermogen van de omvormer wordt bepaald door het max.
vermogensverbruik van de aangesloten elektrische apparaten (verbruikers). Let voor de
ingebruikneming er op, dat het max. stroomverbruik van de verbruikers niet boven de
nominale uitgangsstroom van de omvormers ligt. Deze informatie vindt u op het typeplaatje
of in de technische gegevens van de omvormer of de desbetreffende aangesloten verbruiker.
De omvormer levert een gemodificeerde sinus-spanning met het opgegeven maximale
nominale-vermogen, kortstondig (ca. 0,3 – 0,5 sec.) zelfs een piekspanning die het dubbele
kan zijn. Spanning, die likt op uw huishoudelijke wisselspanning. De omvormer levert een
wisselspanning waarmee u normale elektrische apparaten, die overeenkomen met het
omvormer-vermogen, kunt laten werken; inclusief kleurentelevisies (tot een beeldiameter van
63 cm – zelfs met de CL-300), televisie-videorecorder-combinaties, laptop, mobiele
telefoons, lampen en nog veel meer. Daarbij zorgt een automatische veiligheidsuitschakeling
in de omvormer er voor, dat uw batterijen voor diepontlading beschermd zijn.
Opmerking:
Sommige accu-laadstations (bijv. voor accuboormachines of derg.) kunnen eventueel alleen
van een zuivere sinus-wisselspanningsbron opgeladen worden. Bij het eerste gebruik van
een accu-laadstation moet u de temperatuur van de omvormer binnen de eerste 10 minuten
bewaken, om te controleren, dat de omvormer niet te heet wordt. Eventueel wordt de
oververhittingsbescherming geactiveerd (zie 7. Automatische veiligheidsfuncties). Dit is dan
een teken dat de verbruiker niet met de omvormer kan werken. Echter zijn bij de meeste
accu-laadstations geen problemen. Vraag bij twijfel informatie op bij de fabrikant van het
laadstation.
Gebruik de omvormer niet bij snelle opladers voor flitslicht-apparaten.
Bij omvormers met een USB-poort kunnen kleine verbruikers met USB-stekkers (bijv. laptoplamp of –ventilator) aangesloten worden. De USB-poort levert 5 V met max. 500 mA en is
geen datapoort.
2. Veiligheidsaanwijzingen
LET OP!
Onze omvormers zijn niet bedoeld om door kinderen gebruikt te worden. Het apparaat is
geen speelgoed. Als er tijdens gebruik van de omvormer kinderen in de nabijheid zijn moet
steeds een volwassen persoon aanwezig zijn.
De omvormer mag niet voor het voeden van het wisselstroomnet in de huisinstallatie
gebruikt worden.
Wordt de omvormer langere tijd niet gebruikt, moet deze uitgeschakeld worden en
afgekoppeld van de spanningsbron.
Controleer regelmatig de in- en uitgangsaansluitingen op een vaste zit. Losgeraakte
aansluitingen belemmeren een juiste stroming en kunnen gevaarlijk worden.
Controleer uit veiligheidsoverwegingen het apparaat, de aansluitkabel op zichtbare
beschadigingen voordat u het apparaat in gebruik neemt. Als de accessoireskabel
beschadigd is, laat u deze vervangen door een vakman.
Als de omvormer door een val of andere invloeden beschadigd wordt, mag u het apparaat
niet meer gebruiken. Laat het door een vakman nakijken en eventueel repareren.
Het apparaat moet steeds gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat het in een noodgeval snel van
de spanningsbron kan afgekoppeld worden.
Laat het apparaat tijdens gebruik nooit zonder toezicht.
Als de omvormer in een voertuig gebruikt wordt, moet gecontroleerd worden dat de
bestuurder tijdens het rijden niet belemmert wordt door het apparaat of de kabels.
Als de omvormer via de aansluitkabels direct met de voertuigaccu verbonden is mag het
voertuig beslist niet beweegt worden. Koppel het apparaat af voordat u gaat rijden.
Gevaar door elektrische schok
De omvormer mag niet op positief geaarde elektrische systemen aangesloten worden. Let
hier op, dat er in een voertuig de pluspool van de accu niet op het chassis van het voertuig
aangesloten mag zijn.
Raak niet de blanke stroom-voerende onderdelen bij de aansluitingen aan, zoals de rode (+)
en zwarte (-) poolklemmen en de daaraan bevestigde kabeleinden.
Steek geen voorwerpen in de ventilatieopeningen van het apparaat.
De behuizing van de omvormer mag niet geopend worden, anders is de veiligheid niet
gegarandeerd, bovendien vervalt het recht op aansprakelijkheid/garantie.
Bescherm het apparaat tegen natheid, druppels en vochtigheid. Er mogen geen vloeistoffen
in het apparaat terecht komen. Gebruik voor het schoonmaken alleen een licht bevochtig
doek.
De omvormer met aangesloten verbruikers is alleen geschikt voor gebruik in binnenruimtes
en gesloten voertuigen. Indien de verbruiker buiten het voertuig gebruikt wordt moet aan de
wisselstroomzijde als bescherming tegen direct aanraken een lekstroomveiligheidsschakelaar (FI-schakelaar) tussen omvormer en verbruiker geschakeld worden.
De uitschakeling moet bij een lekstroom alle aders van de voeding scheiden. De
berekeningswaarde voor de lekstroom bedraagt 30 mA. Bij een buitengebruik moet geaard
worden (zie punt “Aarding”). Voor de installatie van een FI-schakelaar en de aarding moet u
beslist een gekwalificeerde elektricien raadplegen..
De eisen conform DIN VDE 0100 deel 717 moeten in acht worden genomen.
Brandgevaar
Gebruik de omvormer niet in de nabijheid van hete voorwerpen of oppervlakken.
Stel de omvormer niet bloot aan directe zonnestraling. Gebruik de omvormer niet als het
voertuig in de zon staat.
Bedek de ventilatieopeningen niet tijdens gebruik.
Houdt de omvormer uit de buurt van open vuur, zoals kaarsen en plaats deze ook niet op het
apparaat.
Opmerking
Het apparaat is intern volgens beschermklasse II en een IT-systeem opgebouwd. De
voeding gebeurd door transformatoren met dubbele scheiding.
De stroomvoorziening moet principieel binnen de opbouw gebeuren. Als opbouw is de
binnenruimte resp. het gesloten voertuig met de daar aanwezige omvormer en de
verbruikers te zien.
Aarding – potentiaalcompensatie
Als een verbruiker met de omvormer bijv. binnen een auto gebruikt wordt, dan betekent dit
een “opbouw met geleidende behuizing”. De lichamen van de verbruikers moeten hier met
deze geleidende behuizing verbonden worden.
Indien het gebruik bijv. binnenshuis plaatsvindt, dan betekent dit een “opbouw zonder
geleidende behuizing”. De aarding van de verbruiker moet dan onder elkaar verbonden en
naar de potentiaalcompensatie geleidt worden.
Voor een veilige en betrouwbare uitvoering van de hiervoor genoemde maatregelen
betreffende de aarding van verbruikers neemt u beslist contact op met een gekwalificeerde
elektricien.
Voor elektrische verbruikers met beschermklasse II (euro- en contour –stekkers zonder
aarding) is een aarding niet noodzakelijk.
Bij gebruik van de verbruikers buiten een voertuig moet de aarding van de omvormer door
een geschikte aardeleiding (groen/geel, min. 6 mm²) die verbonden is met een in de aarde
aangebrachte aardelektrode (grondpen). Elk andere reglementair geïnstalleerde aarding kan
hier ook toegepast worden. Gebruik een voldoende dikke en geïsoleerde aardingskabel.
Zie hiertoe ook paragraaf 2 “Gevaar door een elektrische schok”.
3. Hoe uw Power Inverter functioneert
Deze omvormer vormt gelijkspanning (DC) 12 V of 24 V uit standaard accu’s of vergelijkbare
spanningsbronnen om in 220-240 V wisselspanning (AC). Dit gebeurd in twee stappen. Bij
de eerste stap wordt een gelijkspanning-gelijkspanning-omvorming uitgevoerd, bij welke de
lagere spanning 12 V op de omvormer-ingang naar 300 Volt gelijkspanning verhoogt wordt.
De tweede stap is de eigenlijke omvormerstap. Hier wordt de verhoogde gelijkspanning
omgevormd in een 220-240 Volt, 50 Hz wisselspanning (in bepaalde regio’s zijn 60 Hz
vereist). In de omvormerstap worden geleidingsgeschikte MOSFET transistors in volledigeoverbrugde-configuratie toegepast.
4. Golfvorm van de inverter-uitgang
De wisselspanning – uitgangsgolven van de omvormer noemt men de “gemodificeerde
sinusgolf”. Dit is een trapsgewijze golfvorm, die lijkt op de kenmerken van een sinusgolf van
de voedingsstroom. Een golfvorm van dit type is geschikt voor vele toepassingen.
De van de omvormer geproduceerde, gemodificeerde sinusgolf bezit een effectieve spanning
van 220-240 Volt zoals een normale huishoudelijke spanning. Meestal reageren ACvoltmeters (digitale en analoge) eerder gevoeliger op de gemiddelde waarde van de golfvorm
als op de effectieve spanningswaarde, omdat deze op effectieve spanning geijkt zijn, met de
veronderstelling dat de gemeten golfvorm een zuivere sinus golf betreft. Deze meters geven
de effectieve spanning van een gemodificeerde sinusgolf niet juist weer. Ze tonen bij de
meting op de inverter-uitgang 20 tot 30 V minder.
Voor de juiste uitgangsspanning van de omvormer moet een voltmeter gebruikt worden,
welke de echte effectieve waarde bepaald, zoals bijv. Fluke 87, Fluke 8060A, Beckmann
4410.
Apparaten met sensibele elektronica kunnen beter niet op een spanningsomvormer met
gemodificeerde sinusgolf aangesloten worden, omdat deze vorm van spanning niet
voldoende continu is, daardoor kunnen de apparaten beschadigd raken.
5. Installatie
Voorwaarden aan de spanningsbron
De spanningsbron moet 12 Volt gelijkspanning en voldoende capaciteit leveren, om
voldoende vermogen voor de werking van de verbruikers te produceren. Als spanningsbron
kan een accu of een goed geregelde gelijkspanningsvoeding zijn. Als grove richtlijn is het
stroomverbruik van de belasting (in Watt) te delen door 12 (ingangsspanning in Volt), om de
stroom (in ampère) te berekenen, welke de stroombron moet kunnen leveren.
Voorbeeld: bedraagt de verbruikerbelasting nominaal 120 Watt, dan moet de stroombron als
volgt kunnen leveren:
120 Watt : 12 Volt = 10 ampère
LET OP: de aangegeven ingangsspanning van de omvormer moet overeenkomen met de
spanning van de accu! Een 12-V-omvormer op een 24 V-accu wordt beschadigd en een 24
V-omvormer op een 12 V-accu functioneert helemaal niet!
Aansluiten op de spanningsbron
De omvormers tot 700 W (Classic Line/CL) worden met twee aansluitkabel-sets geleverd.
Neem hier in acht, dat de omvormer bij gebruik van de kabel-set voor de sigarettenaansteker
max. 150 Watt vermogen kan afgeven.
Bij gebruik van de kabel-set voor de sigarettenaansteker steekt u de stekker in de
sigarettenaanstekerbus en drukt u deze goed vast, om een juiste plaatsing te waarborgen.
De omvormers uit de HighPower Line (HPL) hebben als accessoires uitsluitend een kabelset voor een geschroefde vaste aansluiting op de accu.
Het apparaat moet op de primaire zijde (DC-ingang) via een geschikte scheidingsvoorziening
(bijv. schakelaar of stekker) gemakkelijk en altijd toegankelijk stroomloos te schakelen zijn.
LET OP: de meeste sigarettenaansteker-bussen zijn beveiligd door een 8-20 ampère
zekering om het voertuig te beschermen. Bij een 10 ampère zekering kan desbetreffend
slecht één verbruiker van ca. 120 Watt aangesloten worden (12 V x 10 amp = 120 Watt).
Uit veiligheidsoverwegingen moet bij een verbruik van boven 150 Watt direct op de accu
aangesloten worden. Gebruik hiervoor alleen de door ons meegeleverde kabel en handel als
volgt:
1. Schakel de ontsteking van uw auto uit en controleer dat er geen brandende voorwerpen
zich in de buurt bevinden.
2. Schakel uw E-ast omvormer Classic- of HighPower Line op “OFF”. Verbindt vervolgens de
kabels met de omvormer, de zwarte kabel aan de negatieve pool ( met “-“ gekenmerkt) en de
rode kabel aan de positieve pool (met “+” gekenmerkt). Verbindt daarna de klem van de
zwarte kabel met de negatieve (“-“) pool van de accu en daarna de klem van de rode kabel
met de positieve (“+”) pool van de accu.
3. Controleer nogmaals of alle aansluitingen vastzitten.
4. Verbind nu de stekker van de verbruiker met het stopcontact van de omvormer. Zet de
omvormer op “ON” en schakel pas daarna de verbruiker in.
5. Let er op, dat de omvormer na het starten van de motor van uw auto vanwege het
spanningsverlies opnieuw gestart moet worden. Tussen uit- en inschakelen moet tenminste
6 seconden gewacht worden.
LET OP: verkeerde verbindingen veroorzaken een kortsluiting. Daardoor zal de zekering
doorbranden en kan onherstelbare schade aan uw omvormer veroorzaken. Voor schades
door verkeerde polariteit zijn wij niet aansprakelijk!
Vooral bij Amerikaanse voertuigen is het noodzakelijk, dat u bij uw garage navraagt hoe de
polariteit van uw auto is, om een eventuele kortsluiting te voorkomen. Overtuig u ervan, dat
uw voertuig massa is of negatief (“-“) gepoold is.
De signaallamp op uw omvormer
De omvormers zijn met twee LED-signaallampjes uitgerust.
Groen: de omvormer is op de juiste spanningsbron aangesloten en werkt juist.
Rood: de signaallamp licht rood en de uitgangsspanning schakelt zich uit, wanneer de
spanningsbron minder dan 10,5 V of meer dan 15,6 V levert; bovendien wanneer het
apparaat oververhit of overladen is. Gedetailleerde informatie vindt u onder “Verhelpen van
problemen”.
Het kan gebeuren, dat na het inschakelen naast de groene ook de rode LED kort oplicht.
Zodra de omvormer klaar is voor gebruik, gaat het rode lampje uit na ca. 1-3 sec.
Na het inschakelen van de omvormer, of de verbruiker, klinkt eventueel een kort
signaalgeluid. Dit is geen foutmelding maar wordt veroorzaakt door de interne
schakelproces.
6. Aansluiten van een verbruiker op de omvormer
De omvormers zijn, afhankelijk van het type, uitgerust met een eurostopcontact of met één of
twee veiligheidsstopcontacten. Plaats de stekker van uw elektrisch apparaat goed in het
stopcontact. Controleer of het groene signaallampje oplicht en let er op, dat het
vermogensverbruik van de aangesloten verbruiker niet boven het maximale permanente
vermogen van de omvormer komt.
7. Opstellingsplaats van de omvormer
De omvormer met de aangesloten verbruiker is alleen geschikt voor gebruik in binnenruimtes
of in een gesloten voertuig. Plaats de omvormer op een vlakke en niet ontvlambare
ondergrond. Voor de aansluiting op de spanningsbron is een ca. 1 m lange kabel
beschikbaar. Gebruik de omvormer uitsluitend op plaatsen die aan de volgende voorwaarden
voldoen:
DROOG – de omvormer mag niet in contact komen met water of andere vloeistoffen, een
kortsluiting kan het apparaat onherstelbaar beschadigen.
KOEL – de gebruikstemperatuur kan tussen -5°C en 40°C (23°F-104°F) liggen. Ideaal is een
omgevingstemperatuur tussen 15°C en 25°C (60°F-80°F). Plaats de omvormer niet naast
een verwarmingsafvoer of in de nabijheid van voorwerpen welke de ruimtetemperatuur
verhogen. Stel de omvormer niet bloot aan directe zonnestraling.
VENTILATIE – zorg er voor dat rondom de omvormer een goede luchtcirculatie is. Tijdens
gebruik geen voorwerpen op of over het apparaat plaatsen.
Uw omvormer schakelt automatisch uit als de interne temperatuur 70 °C bereikt, hij kan
opnieuw gestart worden nadat hij is afgekoeld.
VEILIG – plaats de omvormer niet in de nabijheid van ontvlambare stoffen of op plaatsen
waarin zich brandbare gassen of dampen kunnen ontwikkelen.
8. Gebruiksaanwijzingen
Nominale en effectieve stroomverbruik van de aangesloten verbruikers
De meeste elektrische gereedschappen, elektrische installaties en auto-/videoapparatuur zijn
voorzien van een typeplaatje, waarop het verbruik in ampère of Watt aangegeven wordt. Tel
het stroomverbruik op van de apparaten die tegelijkertijd zullen werken, zodat de som
hetzelfde of onder de permanente waarde van de omvormer blijft (zie verpakking). Als het
stroomverbruik in ampère aangegeven wordt multipliceert u deze waarde met 230 Volt, om
het Watt vermogen te bepalen. Bijvoorbeeld heeft een boormachine een nominaal verbruik
van 3,2 ampère 736 Watt.
Omdat uw omvormer een overbelasting- beveiliging bezit, kan het benodigde stroomverbruik
ook boven de permanente waarde van de omvormer liggen. In geval van een overbelasting
schakelt zich de omvormer dan uit en kan ca. na 5 seconden na het afkoppelen van de
verbruiker opnieuw ingeschakeld worden.
Inductieve belasting, zoals koelkasten, compressoren en pompen vragen meer stroom
tijdens de ingebruikneming dan de opgegeven nominale waarde van de verbruiker.
Eventueel heeft het apparaat de 2-8-voudige Wattwaarde nodig. Omdat de eigenschappen
bij inductieve lasten per verbruiker verschillen, moet door testen bepaald worden of een
verbruiker gestart kan worden. Bij overbelasting zal zich de omvormer steeds automatisch
uitschakelen.
Gebruiksduur van de accu
Bij een typische voertuigenaccu kan een gebruiksduur van 0,5 tot 1 uur tussen de
opladingen aangenomen worden, vaak worden ook gebruikstijden van 2-5 uur bereikt –
afhankelijk van het stroomverbruik van de verbruiker. Eventueel moet u de auto alle 1-2 uur
starten, om de accu op te laden. Hiermede wordt het onverwachte uitvallen van de gebruikte
apparaten voorkomen en gegarandeerd dat de accucapaciteit voor het starten van automotor
voldoende is.
De omvormer kan bij lopende en bij uitgeschakelde motor werken. De omvormer werkt niet
tijdens het starten van de automotor, omdat tijdens het starten de spanning aanzienlijk kan
afnemen.
Voorbeeld: op een 12 V accu met een capaciteit van 60 AH zal een 70 Watt verbruiker 1 uur
lang werken.
Ampère = 70 Watt : 12 Volt x 1 uur = er worden dus 5,83 ampère per uur benodigd.
Looptijd = AH : verbruikerlast in ampère x rendement van de omvormer 60 : 5,83 x 0,85 =
8,74 uur absoluut.
Na 8,74 uur zou dan de accu helemaal leeg zijn, komt de ingangsspanning echter onder 11
V, dan schakelt zich de omvormer automatisch uit om een diepontlading van de accu te
voorkomen. Deel dus als vuistregel de absolute looptijd door 3, om de gebruiksduur te
berekenen, hier dus 2,9 uur.
Als de omvormer geen verbruiker moet voeden, is er minder dan 1 ampère van de accu
nodig. Omdat dit heel weinig stroom is kunnen de omvormers meestal aangesloten blijven op
de accu. Als de omvormer meerdere dagen niet gebruikt wordt, kunt u deze beter afkoppelen
van de accu.
9. Automatische veiligheidsfuncties van de omvormer
De omvormers bewaken permanent de volgende potentieel gevaarlijke situaties:
Overspanningsbeveiliging – als de ingangsspanning boven de 15 V (12 V) of 28 V (24 V)
komt, gaat de rode LED branden. Om schade aan de omvormer te voorkomen, koppelt u
deze direct af van de spanningsbron.
Lage accuspanning – dit is wel voor de omvormer geen gevaarlijke situatie maar de
spanningsbron kan beschadigd worden. als de ingangsspanning onder de 11 V (12 V) of 22
V (24 V) komt, schakelt zich de omvormer uit en de rode LED gaat branden. Als er weer
voldoende ingangsspanning ter beschikking staat, kan het apparaat opnieuw ingeschakeld
worden en de LED licht groen op.
Kortsluiting beveiliging – door het verwisselen van de polariteit of een kortsluiting van een
verbruiker kan de zekering doorbranden. Koppel de kortgesloten verbruiker direct af van de
stroomtoevoer.
Overbelastingbeveiliging – de omvormer wordt automatisch uitgeschakeld, wanneer het
verbruik het aangegeven continuvermogen overschrijdt. De LED gaat dan rood oplichten.
Oververhittingsbeveiliging – als de interne temperatuursensoren een temperatuur van 70
°C (158°F) bereiken, schakelt zich de omvormer automatisch uit. Hij kan, na ongeveer 15
minuten afkoeltijd opnieuw gestart worden. Koppel de omvormer in deze tijd af van de
stroomverbinding.
Overstroombeveiliging – als bescherming tegen overstroom dienen de smeltzekeringen
(auto-vlakke zekeringen). Deze bevinden zich direct op de ingang van de stroomvoeding in
het apparaat en scheiden bij een overstroom de omvormer af van de stroombron. Het
vervangen van de zekeringen mag alleen door een gekwalificeerde vakman uitgevoerd
worden. Informatie over de waarde van de zekeringen vindt u onder technische gegevens.
10. Eventuele storingen bij tv, radio, hifi
Sommige verbruiker (stereo-installatie, televisie e.d.) laten een bromgeluid horen als via de
omvormer werken. Dit komt door hun netvoeding die de gemodificeerde sinusgolf van de
omvormer niet juist filteren. De enigste oplossing hiervoor is om alleen gebruikers aan te
sluiten die een hoogwaardige netvoeding bezitten.
TV-storingen
De omvormers zijn afgeschermd en gefilterd om interferenties met tv-signalen op een
minimum te reduceren. Desondanks kan er soms een geringe storing optreden, vooral bij
zwakke tv-signalen. Door volgende maatregelen kunt u eventueel deze storingen verhelpen:
•
•
•
Plaats de omvormer zo ver mogelijk weg van televisie, antenne en antennekabel.
Controleer alle aansluitingen op een correcte plaatsing. Niet reglementaire
verbindingen kunnen een juiste overdracht van de zendsignalen belemmeren.
Controleer of de antenne een perfect signaal levert en of er een antennekabel
(coaxkabel) met hoge afscherming gebruikt wordt.
11. Garantie
1.
Voor dit apparaat verlenen wij 2 jaar garantie vanaf de datum van aankoop. Bewaar
de rekening zorgvuldig als bewijs voor de aankoop. Bij een garantiegeval neemt u
contact op met onze service. De contactgegevens bevinden zich op de meegeleverde
garantiekaart. Alleen op die manier kan de afwikkeling gegarandeerd worden.
2.
Een vervangend apparaat tijdens de reparatie is niet opgenomen in de garantie.
3.
Voor schades, die ontstaan door natuurlijke slijtage of door foutieve of nalatige
behandeling of transport, onvakkundige opslag of ongeschikt of onvakkundig gebruik
of door het niet in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, wordt geen garantie
verleend, ook niet de beschadiging van aangesloten verbruikers. De fabrikant is niet
aansprakelijk als de besteller de levering eigenmachtig verandert of laat veranderen.
4.
Er wordt geen garantie verleent, wanneer reparaties of wijzigingen door andere dan
door de fabrikant of door de fabrikant geautoriseerde servicedienst uitgevoerd zijn.
5.
Het verwijderen of vernielen van het op de omvormer aangebrachte serienummer
leidt tot het verliezen van het recht op garantie.
6.
Verdergaande aanspraken van de koper/besteller, vooral als het een
schadeloosstelling betreft die niet aan het geleverde zelf is ontstaan, zijn uitgesloten;
verder zijn ook schadeclaims uitgesloten uit een positieve contractbreuk, welke direct
of indirect op mankementen of eigenschappen van de levering berusten. Uw
wettelijke aanspraken worden door deze garantie niet beperkt.
12. Richtlijnen voor het verhelpen van problemen
Probleem: slechte stroomuitgang
Mogelijke oorzaken
Aanbevolen oplossingen
Omvormer niet juiste opgewarmd
onder -5°C
Bedrijfsschakelaar uitschakelen en opnieuw
inschakelen. Indien nodig herhalen.
Voertuig levert geen spanning
Controleer of de ontsteking ingeschakeld is.
Accuspanning onder 11 resp. 22 Volt
Accu opladen of vervangen.
Verbruiker heeft te veel vermogen
nodig
Verminder de last op nominaal vermogen
van de omvormer.
Omvormer schakelt zich vanwege
oververhitting uit
Laat de omvormer afkoelen. Zorg voor goede ventilatie
rondom de omvormer. De permanente belasting mag niet
meer bedragen dan het nominaal vermogen.
Een of meerdere zekering zijn
doorgebrand
Vervang de zekering en controleer of de omvormer
juist of op een geschikte stroombron aangesloten is.
Probleem: lage uitgangsspanning
Mogelijke oorzaken
Aanbevolen oplossingen
Toepassing van een voltmeter met
gemiddelde waarde
Gebruik een voltmeter met effectieve waarde.
Omvormer is overbelast
Verminder de last op nominaal vermogen.
Ingangsspanning onder 11resp. 22 V
Houdt de ingangsspanning boven 12 resp. 24 V
Gelijkstroom, om de regeling te behouden.
Probleem: lage uitgangsspanning
Mogelijke oorzaken
Aanbevolen oplossingen
Accu in slechte toestand
Accu vervangen
Onvoldoende spanning /
extreme spanningsschommelingen
Controleer de kabelverbindingen en de polen.
Schoonmaken of vervangen, indien nodig.
13. Accessoires
Classic Line (CL...)
HighPower Line (HPL....)
elk 1 kabel-set m. sigarettenaansteker-stekker en
Met krokodillenklemmen
Kabel-set met schroefaansluitingen voor
aansluiting op de accu
14. Verwijdering / milieu
Defecte en afgedankte elektrische en elektronische apparaten zijn recyclebaar en
mogen niet samen met het normale huishoudafval verwijderd worden. In
overeenstemming met de EU-richtlijn 2002/96/EU over afgedankte elektrische en
elektronische apparaten moeten deze gescheiden afgevoerd worden. Neem contact
op met de handelaar bij wie het product gekocht is of met de verantwoordelijke autoriteiten,
om te vernemen hoe u het apparaat op milieuvriendelijke wijze kunt recyclen.
15. Technische gegevens
CL-700-D-12
Nominale ingangsspanning [V]
Continuvermogen/nom.vermogen [W]
Kortstondig piekvermogen [W] 0,3 sec.
Ingangsspanning-bereik [V] DC
Nominaal verbruiksstroom [A]
Uitgangsspanning V AC
Frequentie [Hz]
Nominaal uitgangsstroom [A] AC
Uitgang-golfvorm
Rendement
Onderspanning-waarschuwing [V] DC
Overstroombeveiliging [A] DC (zekeringen)
USB-aansluiting (nom.waarde)
Afmetingen (lxbxh) [cm]
Gewicht [kg]
12
700
1400
11 – 15 V
68,6 A
230 V ±5%
50 Hz
3,0 A
gemodificeerde sinus
>85%
10,5 V±0,5V
>120%
5 V, 500 mA
225 x 150 x 70
1,5
Technische wijzigingen, druk- en vertaalfouten en vergissingen onder voorbehoud.