Taxibedrijf van Kampen

Download Report

Transcript Taxibedrijf van Kampen

50 jaar:
Taxibedrijf van Kampen
Dit jaar viert Taxi van Kampen uit Schijndel haar 50-jarig bestaan. Het bedrijf is in 1963 opgericht door Wim van Kampen.
Inmiddels is zijn zoon, Jan van Kampen, 25 jaar eigenaar van het bedrijf. En als je in een familiebedrijf zit, werk je 24 uur
per dag, 7 dagen in de week.
“Die werktijden, dat is iets waar je
mee opgroeit”, vertelt eigenaar Jan.
“Wij kunnen geen winkeldeur achter
ons dichtdoen”, vult zus Yvonne aan.
Omdat de taxiwereld volgens Jan
van Kampen en Yvonne van Lieshout
steeds harder en zakelijker wordt, is
juist het persoonlijke contact de kracht
van hun familiebedrijf.
Geschiedenis
In 1963 begon vader Wim van Kampen
met een autorijschool en vrij snel
daarna met het taxibedrijf. Een rijles
26 TAXIMAGAZINE.NL
kostte toentertijd 7,5 gulden. Op een
gegeven moment kreeg hij het verzoek
of hij taxi kon rijden. “Voor 4 gulden
bracht mijn vader mensen weg binnen
Schijndel.” Hij kreeg steeds meer
vraag voor taxivervoer en het wagenpark werd al snel uitgebreid met een
auto en een scooter. De eerste auto
was een Simca. Later kwam er nog
een Opel en een Mercedes bij voor
trouwvervoer. “In tegenstelling tot nu
was het vroeger een stuk gemakkelijker om een taxibedrijf te beginnen.
Als je een rijbewijs had, mocht je taxi
rijden. Uiteraard had je wel een vergunning nodig, maar die kreeg je van de
provincie. Zo hadden we een vergunning voor schoolvervoer en straattaxi.”
De communicatie tussen de taxichauffeur en de centrale verliep toen via de
telefooncel. De chauffeur belde vanuit
de telefooncel onderweg op naar de
centrale om door te krijgen of er nog
ritten waren. “Naderhand kregen we
de mobilofoon, maar die kon wel afgeluisterd worden door de concurrentie.
Mijn vader zei dat je altijd moet uitgaan
van je eigen kracht. Maar op zich was
TAXIBEDRIJF IN BEELD
er genoeg werk, vooral in de horeca. Schijndel
telde toentertijd 40 kroegen. Zelf heb ik 25
jaar geleden de zaak overgenomen. Ik ben er
mee opgegroeid. Toen ik 12 jaar was, nam ik al
de telefoon op en maakte ik de taxi’s schoon.
Mijn eerste taxirit was toen ik 17 was, toen heb
ik iemand op de scooter naar huis vervoerd.
Het ging vroeger allemaal gemoedelijker. Dat
mensen soms een tijdje moesten wachten, was
geen probleem. Als je tegenwoordig een paar
minuten te laat bent, krijg je gelijk klachten. Ook
krijgen we steeds meer te maken met agressieve klanten. Voor de chauffeurs heeft dit een
enorme impact. Los hiervan blijft taxichauffeur
het mooiste beroep van de wereld”, aldus Jan.
Wagenpark
Het wagenpark van Taxibedrijf van Kampen
bestaat uit 16 voertuigen. Het is afgestemd
op de vervoersactiviteiten van het bedrijf, die
bestaan uit rolstoelvervoer, ziekenvervoer,
directievervoer, leerlingenvervoer en straattaxi.
“We hebben 6 Skoda’s Superb die erg goed
bevallen. Van mijn vader hebben we eigenlijk het ‘Ster-virus’ meegekregen, maar deze
Skoda’s zijn als taxi erg geschikt. Met name de
beenruimte achterin is geweldig, daar kan geen
andere auto tegenop. Daarnaast hebben we
nog 4 Fordbusjes voor het leerlingenvervoer en
3 Mercedes Vito’s voor schoolvervoer met een
rolstoel. Voor het rolstoelvervoer beschikken
we over 3 Mercedes Sprinters waarvan er 2
zijn uitgerust met Flex-i-Trans systeem en 1 met
het systeem van Tribus. Binnenkort krijgen we
nog 1 bus erbij, waarin ook het Tribus systeem
zit. Een aantal voertuigen is voorzien van het
datacommunicatiesysteem van Cabman en
drie voertuigen met Taxitronic, dat gekoppeld
TAXIMAGAZINE.NL
27
is aan de TaxSysPro software
van BSautomatisering. Een doeltreffend en gebruiksvriendelijk
programma dat werkt onder
Linux en waarmee wij goed uit
de voeten kunnen. We hebben
meerdere centralisten. Daarnaast
kunnen alle chauffeurs de centrale
bedienen en ritten inplannen.
Binnenkort gaan we overschakelen naar de BCT van Cabman,
wat hopelijk veel kosten gaat
besparen. Als klein taxibedrijf
is het voor ons van essentieel
belang om op de kosten te letten,
maar dat is best lastig gezien de
marges in de taxiwereld.” Want er
is de afgelopen 50 jaar veel veranderd voor het taxibedrijf, ook als
het gaat om het onderhoud van de
inmiddels zestien auto’s. “Terwijl
vroeger alles zelf gedaan werd,
wordt het onderhoud nu allemaal uitbesteed”, vertelt Yvonne.
“Ook het soort vervoer is veranderd. Vroeger ging het alleen
om straattaxi. Daarna kwam het
schoolvervoer en rolstoelvervoer
en nu verzorgt Taxi van Kampen
ook het zittend ziekenvervoer.”
Chauffeurs
Taxibedrijf van Kampen heeft 35
chauffeurs in dienst. Van jong tot
oud die deels fulltime en deels
parttime werken. “We proberen
de ritten zo te combineren dat
de chauffeurs voldoende uren
kunnen rijden om een redelijk
28 TAXIMAGAZINE.NL
salaris te kunnen verdienen. Dat
wordt ook gewaardeerd door
het personeel. Er zijn chauffeurs bij die al meer dan 25 jaar
in dienst zijn. We hebben ook
weinig verloop en de onderlinge contacten en sfeer zijn
prima. Daarbij zijn ze ook goed
opgeleid. Ze beschikken allemaal over de chauffeurspas en
worden ook regelmatig bijgeschoold. We zijn TX-Keur en dat
moet je in ieder geval elk jaar
de chauffeurs bijscholen en om
de 2 jaar een cursus levensreddend handelen volgen. Bovendien
wordt het bij aanbestedingen
ook geëist door de gemeenten
en zorgverzekeraars. Dit betekent wel extra investeringen in
bijscholingen en het wagenpark,
dat niet ouder mag zijn dan 10
jaar. Om mee te kunnen doen
met de aanbestedingen hebben
we ons aangesloten bij franchiseorganisatie DVG. Tegen die
grote bedrijven, die vaak heel
laag inschrijven, kunnen we
niet op. Je ziet ook dat steeds
meer kleine familietaxibedrijven
worden overgenomen door grote
taxibedrijven.” Een jammerlijke
ontwikkeling, vinden Jan en zus
Yvonne. “Wij denken dat een familiebedrijf veel meer binding met
een klant heeft. Dat is de kracht
van dit bedrijf. Aan de andere kant
gaan familiebedrijven vaak ten
gronde omdat ze te sociaal zijn.
TAXIBEDRIJF IN BEELD
Bij ons hebben alle chauffeurs een vast
dienstverband, terwijl bij grote taxibedrijven veel meer gewerkt wordt met
flexibele contracten, ZZP- ers, werklozen of mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt. Daarnaast hebben
wij te maken met loontreden die elk
jaar omhoog gaan, waardoor je met
duur personeel werkt en niet scherp
kunt inschrijven bij aanbestedingen.”
Toch is Jan van mening dat investeren
in personeel zich uiteindelijk terugbetaalt. “We hebben hier in Schijndel
een goede naam opgebouwd dankzij
onze goede service en chauffeurs.
Klachten worden nog dezelfde dag
opgelost. En daar mag best een goed
salaris tegenover staan. Aan de andere
kant zie je dat gemeenten en provincies steeds meer gaan bezuinigen,
waardoor de prijzen voor de aanbestedingen onder druk komen te staan.
Terwijl er wel wordt verwacht dat je
investeert in kwaliteit van het personeel
en wagenpark. Daarbij zijn de kosten
voor bijvoorbeeld een chauffeurspas
en opleidingen de afgelopen jaren fors
gestegen. Straks komt daar de investering in de BCT nog bij. Wat dat
betreft worden de ondernemers in de
taxibranche de duimschroeven aangedraaid.” Volgens Jan is er dan ook geen
andere bedrijfstak met zoveel regels en
wetgeving.
Broodroof
De concurrentie in de taxibranche
ziet Jan met lede ogen aan. “Waar wij
veel last van hebben zijn snorders.
In de grote steden lossen de chauffeurs dit probleem vaak zelf op, maar
hier kunnen we niet voor eigen rechter
spelen.” Een mooi voorbeeld noemt
Jan het festival Paaspop, een groot
popfestival in Schijndel waar taxibedrijven uit het hele land komen om
mensen te vervoeren. “En die chauffeurs wordt geen strobreed in de
weg gelegd. Terwijl ik, als ik bij de
Nijmeegse Vierdaagse ritjes zou willen
rijden, aangesloten moet zijn bij een
TTO die alleen maar is weggelegd
voor lokale taxivervoerders. Het is in
feite de wereld op zijn kop en daaraan
valt weinig te veranderen.” Waar Jan
wel voor pleit is het afschaffen van
de loontreden en soepeler ontslagregels. Ook stichtingen, zorgboerderijen,
buurtbussen die subsidie krijgen van
de gemeente en met vrijwilligers op
bussen rijden, moeten worden aangepakt. “Dit is regelrechte broodroof.
Dat dergelijke instellingen gebruik
maken van vrijwilligers vind ik prima,
maar zet ze dan in om mensen te begeleiden tijdens de rit, zodat de chauffeur
zich kan concentreren op zijn werk.
Vervoer dat eigenlijk thuis hoort bij de
Regiotaxi. Maar ook daar wordt door
de provincie steeds meer op bezuinigd.
Hoe de toekomst eruit zal zien, blijft
ongewis. We hopen als familiebedrijf
ons taxibedrijf nog lang voort te kunnen
zetten.”
TAXIMAGAZINE.NL
29