Gerecht in 1e Aanleg

Download Report

Transcript Gerecht in 1e Aanleg

JAMES MARTIN & ASSOCIATES

Attorneys-at-Law / Tax & Trademark Attorneys

Gemeenschappelijk Hof van Justitie Datum: 12 februari 2014 Tijdstip: 11.00 uur

Kenmerk: STRAF-SRKG 84/2014 P L E I T N O T A

inzake: Julio DE LA CRUZ PAULA wonende te Aruba verzoeker Advocaten: Mrs J.F.M. Zara, D.L. Emerencia & G. de Hoogd contra: HET LAND ARUBA zetelende te Aruba gerekwestreerde Gemachtigde: A. Lumenier & J. Harewood ------------------------------------------------------------------

JAMES MARTIN & ASSOCIATES

Attorneys-at-Law / Tax & Trademark Attorneys

EdelGrootAchtbaar College, Uit het inleidend rekest blijkt

de casus

: een bijna een jaar (in voorlopige hechtenis) gedetineerde cliënt die doodziek is en lijdt aan prostaatkanker. De man is geboren in de Dominicaanse Republiek, is 53 jaar oud en woont al 23 jaar in Aruba. Collega Zara heeft op 23 december 2013 een verzoekschrift tot schorsing van de voorlopige hechtenis bij Uw Hof ingediend.

Achtergrond

: zowel de inrichtingsarts van de KIA als extern uroloog Petronilia hadden (inderdaad) geconstateerd dat cliënt aan een ernstige vorm van prostaatkanker lijdt, dat het gaat om een levensbedreigende situatie en dat dit alleen verholpen kan worden in het buitenland, meer bijzonder in Colombia. Ik verwijs naar de producties

1

en

2

. De behandeling van het verzoek tot schorsing heeft in raadkamer plaatsgevonden. Aldaar bleek al dat het Openbaar Ministerie een merkwaardige houding aannam. Erkend werd dat cliënt prostaatkanker had en behandeling nodig heeft, maar het OM vond dat inmiddels de verblijfstitel van cliënt is verlopen –

dat is juist, want cliënt kon gelet op zijn detentie niet op tijd actie tot verlenging ondernemen

– dat de man van oorspong uit de Dominicaanse Republiek komt en dat hij daar maar naartoe uitgezet moest worden. Duidelijk werd toen al dat er vanuit de overheid een

inhumaan standpunt

werd ingenomen. Het lijkt erop dat het standpunt is:

de man is vanuit overheidsstandpunt een crimineel, daar gaan we geen geld aan besteden en hij moet maar elders creperen

. Uw Hof heeft op 5 februari 2014 het schorsingsverzoek gehonoreerd en de voorlopige hechtenis geschorst met ingang van de dag van de vliegreis van cliënt naar Colombia voor het ondergaan van zijn medische behandeling en het Hof heeft verder bepaald dat de schorsing zal voortduren totdat de medische behandeling van cliënt is beëindigd (

productie 4

). Aan de schorsing zijn (de gebruikelijke) voorwaarden verbonden. Nu zouden U en ik

als mens en als jurist

denken dat de overheid uitvoering geeft aan een gerechtelijke uitspraak, een ticket gaat kopen voor cliënt en zorgt dat hij zijn medische behandeling in Colombia krijgt. Niet dus. De overheid van Aruba heeft daarop een geheel andere kijk. Het Land probeert zich met man en macht aan zijn verantwoordelijkheden te onttrekken. Eergisteren vernam ik van de heer Lumenier – representant van het Land – n.a.v. een verzoek aan de Minister (

productie 5

) dat cliënt niet doodziek is, dat een geschorste gedetineerde geen gedetineerde meer is, dat cliënt geen AZV-pas heeft, dat het Land de behandeling van cliënt niet zal vergoeden en dat het “om geld” ging. Ik ben bijna 30 jaar advocaat, ik heb veel gezien en veel meegemaakt, maar ik moet zeggen dat dit aan te horen toch wel een

geheel nieuwe

– maar ook

verbijsterende

- ervaring is. Laat ik 2

JAMES MARTIN & ASSOCIATES

Attorneys-at-Law / Tax & Trademark Attorneys

beginnen dat het Land kennelijk niet onder ogen wil zien dat vanuit de algemene rechtsbeginselen een overheid de zorg heeft voor zijn gedetineerden.

Dit in de meest ruime zin des woords

: het verstrekken van voedsel, het toepassen van medische zorg, etc. In een penitentiaire wet zijn de basisrechten van een gevangene vastgelegd. Nu doet zich de curieuze situatie voor dat in Aruba wel wat wetgeving op het gebied van penitentiaire beginselen voor handen is, maar niet iets wat gaat over medische zorg.

Hier is echter geen onoverkomelijke hobbel

. Dat een overheid de zorg heeft voor zijn gevangenen lijkt mij al eeuwen terug verankerd te zijn in de algemene rechtsbeginselen. Algemene rechtsbeginselen zijn fundamentele opvattingen die behoren tot het wezen van een samenleving en die geacht worden van een dergelijk groot belang te zijn, dat zij

juridisch normerend zijn

. Het zijn zeer vaak ongeschreven, vrij abstracte normen en waarden. In zekere zin zijn het rechtsnormen op het meest abstracte niveau. Alhoewel zij bijna nooit expliciet geformuleerd worden, vormen zij de onderliggende beweegreden voor vele andere, geschreven wetten en regels.

Zij zijn afdwingbaar voor het gerecht

. Zij laten toe de wet aan te vullen, te interpreteren en soms zelfs bij te sturen, wanneer die wet onvolledig of onduidelijk is. Dat ook het Land – zonder dat dit nog ingevoerd is – overtuigd blijkt te zijn dat er penitentiaire beginselen (behoren te) zijn, blijkt uit een ontwerp Landsverordening

houdende nieuwe regels inzake de huisvesting en de behandeling van gedetineerden in een penitentiaire inrichting

(AB 2005 no. 75). Ik verwijs naar

productie 3

. In artikel 38 is bepaald dat iedere gedetineerde recht heeft op

een adequate medische behandeling

en verzorging

ten laste van het Land

. Een inrichtingsarts beslist over de aanwijzing van een behandelend specialist (lid 1 onder a.). Ook is medische behandeling en verzorging in een ziekenhuis in het buitenland mogelijk indien de inrichtingsarts van oordeel is dat bij een gedetineerde sprake is van een medisch zodanig levensbedreigende situatie, dat die alleen in het buitenland kan worden opgeheven (lid 1 onder b.). Omtrent de vraag, of een gedetineerde ten aanzien van wie door de inrichtingsarts een situatie is geconstateerd dat hij in het buitenland medisch behandeld en verzorgd wordt, beslist de Minister, de procureur-generaal gehoord (lid 2). De ontwerp Landsverordening ligt er al 9 jaar, maar hij is nog steeds niet ingevoerd. Maar met de algemene rechtsbeginselen in mijn

juridische gereedschapskist

, de ontwerp Landsverordening en de ruime mogelijkheid daarop te anticiperen ben ik van mening dat U een heel eind kunt komen met de beoordeling van het onderhavige verzoek ex art. 43 Sv. Ik zei al dat n.a.v. het verzoek aan de Minister van 5 februari 2014 de heer Lumenier een aantal markante standpunten heeft ingenomen, welke ik per onderdeel zal bespreken. Allereerst het standpunt dat cliënt niet doodziek is. Wie is het Land om zoiets te vertellen als twee duidelijke verklaringen van artsen voor handen zijn (producties 1 en 2) en het Hof – kennis 3

JAMES MARTIN & ASSOCIATES

Attorneys-at-Law / Tax & Trademark Attorneys

genomen hebbende van het dossier van cliënt – op 5 februari 2014 cliënt schorst in de voorlopige hechtenis om hem zijn benodigde medische behandeling te laten ondergaan in Colombia? Het is op zijn minst gezegd

aanmatigend

dat een representant van het Land die – net als U en ik geen medicus is – dit openlijk durft te beweren. Dan de visie dat een geschorste gedetineerde geen gedetineerde meer is. Om twee redenen is dit onjuist: 1.

Client is

nog steeds gedetineerd

en wordt pas geschorst “met ingang van de dag van zijn vliegreis naar Colombia voor het ondergaan van zijn medische behandeling…” (productie 4); en 2.

Mijn lezing is dat een gedetineerde waarvan de voorlopige hechtenis is opgeheven geen gedetineerde meer is, maar dat een gedetineerde waarvan de voorlopige hechtenis is geschorst

juist wel een gedetineerde is en blijft

; Deze gezochte “vindingrijkheid” - je moet maar durven - van het Land gaat dus (ook) niet op. Ik kom op het standpunt dat cliënt geen AZV-pas heeft en dat het Land de behandeling

daarom

niet zal vergoeden. Dat cliënt geen AZV-pas heeft klopt.

Maar waar lees ik in de algemene rechtsbeginselen dat een gedetineerde een AZV-pas zou moeten hebben

? En waar lees ik in de Ontwerp Landsverordening waarop naar mijn mening geanticipeerd kan worden dat een AZV pas een vereiste is? Ik lees in artikel 38 van de ontwerp Landsverordening

juist iets heel anders

, namelijk

dat iedere gedetineerde recht heeft op een adequate medische behandeling en verzorging ten laste van het Land

. En die is ten behoeve van cliënt – n.a.v. de schorsingbeslissing van Uw Hof - op 5 februari 2014

uitdrukkelijk gevraagd en tot dusverre niet toegekend

. Tenslotte vertelde de heer Lumenier eergisteren dat het “om geld” ging. Daar ben ik het geheel mee eens en dat is de inzet van deze rechtsstrijd. In navolging van het OM heeft het Land geen zin om de kosten te betalen van een gedetineerde die van oorsprong uit het buitenland komt, waarbij het er op lijkt dat het Land er voor opteert

liever geen geld uit te geven, een gedetineerde als door mij geschetst aan zijn lot over te laten en dan maar dood te laten gaan

. Als advocaat ben ik inmiddels zelf 7 jaar woonachtig in Aruba en in zijn algemeenheid ben ik er

happy

. Maar toen ik de onderhavige casus en problematiek deelde met een andere jurist zei hij mij: als ik naar deze zaak kijk lijkt Aruba toch wel wat op een bananenrepubliek. Ik fronste en dacht na dit gehoord te hebben: ik hoop toch niet dat we aan dit rijtje landen ons geliefde Aruba eveneens moeten toevoegen. Maar wat ik de afgelopen 7 dagen van het Land heb gezien maakt mij zowel

als mens als jurist

triest. Ik vind

überhaupt de discussie

al die ik moet voeren

een zwarte bladzijde in de moderne geschiedenis van het eiland

. Wat hier speelt 4

JAMES MARTIN & ASSOCIATES

Attorneys-at-Law / Tax & Trademark Attorneys

heeft te maken met verantwoordelijkheid nemen. Dat doet het Land tot dusverre niet, maar ons advocatenkantoor wel. Soms moet je zelfs als advocaat op oudere leeftijd nog de barricade op. Mijn cliënt heeft geen geld en zou in beginsel voor een pro deokaart in aanmerking komen. Maar als ik die bij Sociale Zaken van het Land aanvraag, dan gaat het zeker drie maanden duren om vervolgens te horen te krijgen dat de pro deokaart wordt geweigerd, omdat het Land geen procedure bekostigt

die tegen het Land

wordt gevoerd. Vervolgens zou ik daartegen in rechte moeten opkomen en dat waarschijnlijk wel winnen. Maar als ik die weg volg dan is mijn cliënt al overleden en kan ik alleen nog op zijn graf zeggen dat ik de pro deokaart inmiddels op zak heb. Wat wil ik hiermee zeggen: wij als advocatenkantoor helpen deze cliënt gratis en zullen waar ter wereld – en bij welk juridisch relevant loket dan ook – aankloppen om deze cliënt zijn medische behandeling in het buitenland te laten ondergaan. Tenslotte. N.a.v. de uitlatingen van de heer Lumenier van eergisteren, het negeren door het Land van Uw Hofbeslissing d.d. 5 februari 2014 en bij de voorbereiding van de zaak van vanochtend begin ik mij er steeds meer ongerust over te maken dat het Land – op het moment dat U de gevraagde voorziening toe zou wijzen – toch stil blijft zitten waar gehandeld behoort te worden. Elke dag in deze zaak telt. Client moet acuut naar een ziekenhuis in Colombia. Hoewel dat in zijn algemeenheid ongebruikelijk is, wil ik U in deze bijzondere zaak – gelet op het feitencomplex – toch in overweging geven het Land

een forse dwangsom

op te leggen. Dit als stok achter de deur om cliënt

zeer snel op het vliegtuig te zetten

. Ik zeg U dank voor de aandacht en concludeer

tot persistit

! Advocaten, ……………………. Mr J.F.M. Zara ………………………….. Mr D.L. Emerencia ………………………. Mr G. de Hoogd 5