"In Kismayo is elk amusement verboden. De paar bioscopen die er

Download Report

Transcript "In Kismayo is elk amusement verboden. De paar bioscopen die er

Fuad
26 maart 2014
"In Kismayo is elk amusement verboden. De paar bioscopen die er
vroeger waren, zijn op last van Al Shabaab gesloten. Jongens die op
straat voetballen, worden gepakt en krijgen een geweer in hun
handen: als je kunt voetballen, kun je een geweer dragen."
Hij was het laatste kind van zijn moeder en had drie volle broers van wie er twee zijn vermoord. Hij heeft ook
een zus. Of ze nog leeft, weet hij niet. Fuad heeft haar na haar veertiende, toen ze werd uitgehuwelijkt, niet
vaak meer gezien. Khadija, zijn vrouw, en hun vier kinderen heeft hij voor het laatst gezien in maart 2010.
Hopelijk leven ze allemaal nog en zijn ze nog bij elkaar.
Pijnlijk
Eén keer heeft Fuad in de afgelopen vier jaar zijn vrouw aan de telefoon gehad. Een jaar geleden ongeveer. Ze
weet dus dat hij nu in Europa is. Het was een moeilijk gesprek geweest want Khadija is boos dat hij is
weggegaan en haar en de kinderen heeft achtergelaten. Het is pijnlijk voor hem. Hij verstopt zijn gezicht achter
zijn hand terwijl hij erover praat. Zijn oudste dochter, Samira, wilde zelfs niet met hem spreken. Najmo, zijn
tweede dochter gelukkig wel. Najmo is nu ongeveer 14. Ze stelde hem honderd vragen. Hij legde haar uit dat hij
in Europa was. Dat er hier geen oorlog woedde, maar dat het leven hier voor hem nog steeds moeilijk was. Dat
hij elke dag en elke nacht aan ze dacht en dat naar Afrika vliegen en hen ophalen het EERSTE was dat hij zou
doen als hij te horen zou krijgen dat hij in Nederland mocht blijven.
Zijn gezin woonde niet meer in Kismayo maar in een nederzetting in de buurt van de grens met Kenia waar een
heleboel vluchtelingen woonden. Het was Fuad zelf gelukt hen op te sporen nadat het Rode Kruis tevergeefs
naar ze gezocht had. Vanaf het begin had hij elke Somaliër in elk AZC waar hij kwam verteld over zijn gezin en
iedereen die op een of andere wijze telefonisch contact had met het thuisland gevraagd of hij wilde informeren
naar zijn vrouw en kinderen. En toen was het een keer raak geweest: iemand zei ze te kennen en via via was
het gelukt met ze te bellen. Maar of ze nu nog wonen waar ze toen woonden en hoe het nu met ze is, weet
Fuad niet. Het bellen was maar één keer gelukt en is nu al weer lang geleden.
Voorbereid
Hij had zijn vlucht wel voorbereid. Hij had het Khadija en de kinderen duidelijk gezegd. Gezegd dat hij niet wilde
eindigen zoals zijn broer Ilyas: doorzeefd met kogels in een graf met drie andere mannen. Dat hij dus zou
vluchten op het moment dat hij geen andere manier meer zou zien om te ontkomen aan de gewapende bendes
van Al Shabaab die doorlopend op zoek waren naar rekruten. Hij had het stukje land dat hij van zijn vader had
geërfd verkocht voor 7000 dollar. Het geld had hij vervolgens naar Dhahabshiil gebracht, een soort bank in
Kismayo. Ze hebben zelf bewakers in dienst en zijn betrouwbaar. Op het moment dat je ze het geld
terugvraagt, geven ze het terug. Zonder rente natuurlijk want rente is haram.
Het moment om te vluchten was voor hem aangebroken in maart 2010 toen opnieuw de groep gewapende
mannen voor de deur had gestaan die hij eerder gezegd had dat hij mee zou gaan om voor ze te werken, als ze
hem nog wat tijd zouden geven om zich ‘voor te bereiden op zijn vertrek’. Hij had 1000 dollar op tafel gelegd
voor zijn vrouw en kinderen en was de achterdeur uitgerend omdat hij wilde leven.
Schatten...
Hij herinnert zich alleen maar dat hij vier dagen achter elkaar heeft geslapen nadat hij op Schiphol aankwam.
En dat hij totaal in de war was door zijn vlucht en alle nieuwe indrukken. Hij had ‘nooit, nooit’ gedacht dat hij
naar Europa zou gaan. Van Nederland had hij nooit gehoord. De reisagent had ‘UK’ gezegd: ‘UK’.
Het was voor het eerst in zijn leven dat hij aan een tafel zat met een witte man tegenover zich toen hij zijn
eerste gesprek met de IND voerde. Hij vond hem stiekem een beetje eng. Van wat ze hem vroegen, begreep hij
geen moer. Het waren allemaal details die er in Somalië niet toe deden. De naam van het stadion in Kismayo.
De namen van de begraafplaatsen. Het stadion heette ‘stadion’. De begraafplaatsen ‘begraafplaatsen’. Hoe
lang hij moest lopen van zijn huis naar zijn werk? In Somalië had niemand een horloge. In Somalië praatte
niemand over halve of hele uren. ‘Je moet het schatten’, hadden ze telkens gezegd. En dus had hij ‘geschat’.
Geschat dat Khadija 22 was, zijn oudste dochter 11 en zijn moeder 70 toen ze stierf. Dat de tijd tussen Shoroeq
en Dhohr –het ochtend- en middaggebed- gelijk aan een half uur was, de tijd dus, die hij moest lopen van zijn
huis naar de plaats waar hij af en toe voor 18 dollar per dag vrachtladingen versjouwde.
Toen ze hem een afwijzing op zijn asielaanvraag gaven zeiden ze dat er niets klopte van alles wat hij gezegd
had. Terwijl hij toch gezegd had, dat hij het niet wist en zij zeiden dat hij wat moest schatten…
Mannen met geweren
In de ontspannen entourage van een café in het centrum van Amsterdam, tekent Fuad uit zichzelf een kaart
van Kismayo en de omgeving waar hij zijn hele leven woonde voor hij vluchtte uit Somalië: Eén lange brede
weg waaraan huizen staan. De wijk Fanole, de kustlijn en de zee. ‘Suuq Mugdi’, de overdekte markt waar zijn
moeder geraakt werd door een verdwaalde kogel terwijl ze haar groente probeerde te verkopen. Gedurende
het gesprek blijft hij bezig met het tekenen van alle bomen in het achterland, opzij van de weg. Het bos
waardoor hij heen en terug liep van zijn huis naar de plaats waar hij als sjouwer pellets leegde. Over de weg
lopen was te gevaarlijk.
Overal waren mannen met geweren, eigenlijk al zolang als hij zich kan herinneren. Zijn vader waarschuwde
hem al als kleine jongen ‘Pas op voor de mannen met de geweren. Je weet nooit wie of wat ze zijn: de bazen of
de boeven.’ En vaak vielen die twee groepen samen. De mannen voor wie hij vrachten sjouwden hoorden ook
bij Al Shabaab. Al Shabaab was overal, in verschillende hoedanigheden: van dronken, gedrogeerde lokale
jongens tot Pakistanen en andere buitenlanders in dure auto’s.
Intens verdriet
De moord op zijn vader was een grote schok. Het was nog voordat Al Shabaab Kismayo in de greep kreeg. Zijn
vader leefde ‘ergens anders’ in Kismayo, bij een andere vrouw dan zijn moeder. Soms ook was hij in
Mogadishu. Hij zag hem niet heel vaak. Toen hij hoorde van zijn dood was hij al begraven. Zijn vader was oud
en had Italiaans en Engels geleerd van Somalië’s vroegere koloniale overheersers. Hij gaf in zijn huis Engelse les
aan kleine groepjes geïnteresseerden. Fuad vermoedt dat dat voor zijn moordenaars de reden is geweest om
hem in zijn huis dood te schieten; ‘ze’ houden niet van mensen die Engels spreken.
Intens verdriet voelde hij bij de dood van zijn moeder. Hij kan er nog steeds niet over praten zonder dat er
tranen in zijn ogen komen. Hij haalde haar lichaam op uit de ‘Suuq Mugdi’ samen met de broer die hij niet veel
later ook zou moeten begraven. Zijn moeder hield van dieren. Ze zorgde voor de geiten en de kippen rond het
huis. Soms mochten de jongens er één naar de slachter brengen, maar hun melk en eieren waren belangrijker
dan hun vlees. Zijn moeder kocht partijtjes groenten en fruit en verkocht die op de markt aan particulieren.
Trouwen in Somalië
Het is goed voor vrouwen om jong te trouwen in Somalië. Hoe eerder je kinderen hebt, hoe beter want van je
kinderen moet je het daarna hebben. Niet van je man want die heeft dan meestal weer een andere vrouw.
Fuad trok er al op uit om bij te dragen aan het gezinsinkomen toen hij een jaar of zes was. Hij poetste
schoenen, had een kistje met een band om zijn schouders hangen en ging van plek naar plek. Hij ging niet naar
school. Lezen en schrijven leerde hij later een beetje van iemand die hem les gaf in zijn huis. Toen hij groot en
sterk genoeg was, ging hij vrachten sjouwen. Kort daarna besloten zijn ouders dat het tijd voor hem was om te
trouwen.
Hij lacht, slaat verlegen zijn handen voor zijn gezicht. Natuurlijk vond hij het leuk om te trouwen. Alle jongens
willen graag een vrouw toch? Maar hij was ook zenuwachtig en verlegen, wist niet goed wat er van hem
verwacht werd. Khadija was nog een paar jaar jonger dan hij. Zo oud als zijn oudste dochters nu. Hij hoopt en
verwacht niet dat díe inmiddels ook zijn getrouwd, want daar wil hij zelf bij zijn. Hij houdt van zijn kinderen.
Drie ‘ladies’ heeft hij en een jongen die een jaar of twee, drie was toen hij hem achterliet.
Leuke dingen
Het was leuk om kinderen te krijgen, fijn om vader te worden. Maar spelen met zijn kinderen deed hij niet. Hij
wist eigenlijk niet wat spelen was voordat hij in Nederland kwam. Herinneringen aan vrolijke gebeurtenissen in
Somalië heeft hij ook niet. Misschien is het daarom dat hij nu zo geniet van leuke dingen. In Nederland zijn
zoveel leuke dingen. Toen hij in Oisterwijk in het AZC zat, is hij naar de kermis in Tilburg geweest. Hij vond het
adembenemend. In Kismayo is elk amusement verboden. Er is geen tv of internet. De paar bioscopen die er
vroeger waren, zijn op last van Al Shabaab gesloten. Jongens die op straat voetballen, worden gepakt en krijgen
een geweer in hun handen: als je kunt voetballen, kun je een geweer dragen.
Nieuwe kans
Het Engels dat hij nu spreekt, heeft hij een klein beetje van zijn vader geleerd, maar vooral hier in Nederland.
Wat er precies in zijn asieldossier staat, weet hij niet. Hij weet niet goed waarom hij een afwijzing heeft gehad
op zijn verzoek. Het heeft ongetwijfeld te maken met de vragen die ze hem stelden toen hij hier net was. Hij
heeft die niet goed beantwoord of de tolk heeft zijn antwoorden niet goed vertaald. Hij heeft nu een nieuwe
advocaat en hoopt op een nieuwe kans. En, zoals gezegd, het eerste dat hij zal doen als hij een
verblijfsvergunning krijgt, is naar Afrika vliegen en zijn gezin ophalen. Verder is het niet moeilijk te bedenken
wat hij daarna zal doen. Hij houdt van werken en hij houdt van het leven.