Agrarische kansen op de Balkan Agrarische arische kansen p de

Download Report

Transcript Agrarische kansen op de Balkan Agrarische arische kansen p de

24 mei 2014, pag. 14
p de Balkan
arische kansen op
Agrarische
Novi Sad, Servië. Op de landbouwbeurs van het Servische Novi Sad
staan lokale boeren te watertanden
bij de gloednieuwe tractoren die worden verloot. De meesten hebben het
geld niet om zulke machines te kopen, leningen zijn moeilijk te krijgen.
TEKST EN FOTO’S
STEPHANIE VAN DEN BERG
N
ederland beschouwt de
Balkan als een belangrijke groeimarkt. Dit jaar is
ons land zelfs partnerland op de beurs, de grootste in de
Westerse Balkan met meer dan
300.000 bezoekers uit 30 landen.
,,Servië is traditioneel een belangrijk landbouwproducent, alleen ze hebben in de afgelopen decennia nauwelijks geïnvesteerd in
de modernisering van de landbouw.
De potentie hier is echter enorm’’,
zegt minister Frans Timmermans
van Buitenlandse Zaken die speciaal
is ingevlogen om de beurs te openen.
Nu Servië en buurland Bosnië
juist deze dagen zijn getroffen zijn
door de ergste overstromingen in
meer dan honderd jaar ligt samenwerking met Nederland op het ge-
bied van waterbeheer en irrigatie
voor de hand, zegt hij. Maar er is
meer: ,,Onze landbouwsector floreert vanwege de toegevoegde waarde. Hier is er eigenlijk nauwelijks
toegevoegde waarde, ze halen producten van het land en verkopen
het’’, zegt Timmermans. ,,In veredeling en logistiek hebben ze daar nog
heel weinig geïnvesteerd.’’
Servië ligt strategisch: binnen 4
uur ben je met de vrachtwagen in
Boedapest of Sofia, Wenen kost 6 uur
en na 23 uur sta je in München. Er
zijn goedkope en hoogopgeleide
mensen te vinden van wie de bijna
de gehele jongere generatie Engels
spreekt.
Zoran Puaca doet al 22 jaar zaken
met Nederlandse bedrijven als agent
voor aardappelgigant Agrico in Emmeloord en machinefabriek APH
Group in Heerenveen. Zijn bedrijf
heet Arum, naar het Friese plaatsje –
vanwege jeugdsentiment waar hij
haalbare resultaten te laten zien’’,
zegt ze.
niet verder op in wil gaan, zegt hij
met twinkelende ogen.
I
n het begin moest hij wel wennen aan de Nederlandse bedrijfscultuur met veel overleg en discussie. ,,Iedereen wordt de hele tijd
naar een mening gevraagd maar uiteindelijk is het wel open en eerlijk’’,
zegt hij.
Die openheid valt veel Serviërs op,
vooral als ze Nederlandse aardappeltelers bezoeken. ,,Nederlandse boeren laten alles zien en je kunt altijd
vragen stellen. In Servië geloven
mensen dat ze de kennis beter voor
zichzelf kunnen houden’’, meent
Puaca.
Het is een delicate balans: aan de
ene kant willen mensen graag kennis opdoen en aan de andere kant
zijn ze allergisch voor alles wat als
westerse arrogantie gezien kan worden.
In Jalovik runnen Boudewijn Ke-
‘Zakendoen in
Servië is kwestie
van lange adem’
gels en zijn Duitse partner Viviane
Schneidler een kleine biodynamische boerderij. Schneidler werkt al
elf jaar in Servië en geeft veel workshops en advies aan boeren. Zij waarschuwt voor te hoog inzetten op
technologische verbetering.
,,Het werkt niet om met je grote
machines en technologie hier een
demonstratie te geven en te laten
zien wat je allemaal kunt. Dat voelt
voor Servische boeren als iets onbereikbaars. De truc is om snelle en
O
m in Servië aan de slag te
gaan als boer ,,heb je echt
een pioniersgeest nodig”,
stelt ze terwijl ze uitkijkt over de 6,5
hectare van de boerderij waar ze vijftig soorten groenten en fruit, granen, rogge en gerst verbouwt. Toen
ze in 2008 begonnen, konden
Schneidler en Kegels nergens een lening krijgen. De boerderij moet het
hebben van donaties en privé-investeringen. De financieringsproblemen zijn voor de meeste Servische
boeren zo mogelijk nog groter. Banken lenen nauwelijks geld aan kleine
en middelgrote boerenbedrijven en
de rentes zijn torenhoog.
,,Het grootste struikelblok voor
ons is mensen te overtuigen om te
investeren, omdat er gewoon niet
veel geld is”, zegt Nemanja Ignjatov,
een Servische boerenzoon die werkt
voor Frederik Veneman’s bedrijf
South Hansa. Hij probeert in de regio Nederlandse irrigatiesystemen,
kassen en andere landbouwtechnologie aan de man te brengen. ,,Mijn
vader is een boer en hij vindt onze
systemen heel mooi, maar hij kan
ze niet betalen. Eigenlijk alleen een
paar megabedrijven kunnen zulke
investeringen doen’’, legt hij uit.
Ignjatov werkt onder meer voor
Dacom in Emmen, dat sensoren en
software levert voor teeltoptimalisatie. Voor Alfred Rol van Dacom
blijft de Balkan een aantrekkelijke
markt juist door de achterstand die
er is. Maar hij blijft realistisch. ,,Het
vraagt jaren om ons product in de
markt te zetten’’, zegt Rol, die al
voor het vierde jaar in Novi Sad op
de beurs staat. Het merk Nederland
ligt hier goed, zegt hij. Voor de verkoop van zijn systemen heeft hij
vooral grote ondernemingen nodig
met heel veel hectares die kunnen
investeren. ,,Er is hier geen laaghangend fruit meer, maar het is zeker
een groeimarkt.’’
Dutch Onions uit Emmeloord
staat nu al voor de tweede keer in op
de beurs. Eigenaar William Mol heeft
in de hele regio al veel contacten gelegd en adviezen gegeven maar een
echte klant is er nog niet uit voortgekomen. ,,Je moet een lange adem
hebben om hier binnen te komen.’’
A
grifirm in Apeldoorn, een van
de grootste Nederlandse leveranciers van diervoeders,
zaaizaden, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, is voorlopig
hèt succesverhaal voor investeren in
Servië. Dit jaar heeft Agrifirm de lokale veevoederfabrikant Novimix
overgenomen en gaat zich richten
op de productie en verkoop van premix voor veevoeder in Servië en omringende landen.
Interim-directeur Theo de Vries
van het nieuwe bedrijf, dat is omgedoopt tot Nuscience Premix International, legt uit dat je voorzichtig
moet opereren. ,,Wij staan als Nederland heel hoog aangeschreven qua
agrarische kennis, maar of ze het
echt overnemen is vraag twee’’, zegt
hij. Er gaat heel veel tijd inzitten om
het vertrouwen van mensen te winnen. Voor Agrifirm is dit een langetermijnstrategie.’’
Voor wie de sprong waagt, is er
veel te halen in Servië, zegt Frederik
Veneman, die grootste mogelijkheden voor Nederlandse landbouw en
veeteelt ziet in het vrijhandelsverdrag tussen Belgrado en Moskou.
Voor producten uit Servië, of waarvan er meer dat de helft van de toegevoegde waarde is toegevoegd,
hoeft in Rusland maar 1 procent importheffing te worden betaald. ,,Voor
iedereen die naar Rusland wil exporteren, is Servië de springplank’’, concludeert Veneman.
Viviane Schneidler runt met haar Nederlandse partner Boudewijn
Kegels een biodynamische boerderij in het westen van Servië.
William Mol, eigenaar van Dutch Onions in Emmeloord, probeert
voet aan de grond te krijgen in de Balkan.
Voor de meeste bezoekers van de landbouwbeurs in Novi Sad zijn de buitenlandse producten nog te kostbaar.
Alfred Rol van Dacom (rechts) en Frederik Veneman van South Hansa (links) proberen een Servische bezoeker te overtuigen van hun teeltoptimalisatie-technologie.