Liturgie bemoedingsdienst Arjen den Admirant

Download Report

Transcript Liturgie bemoedingsdienst Arjen den Admirant

Liturgie
uitzendingsdienst
Arjen en Ester den Admirant
Zondag 17 augustus 2014
Voorganger: ds. P.J. den Admirant
Organist: Jan Stolk
Inleidend orgelspel
Afkondigingen
Korte toespraken
Zingen: Maak ons tot een stralend licht voor de volken
Maak ons tot een stralend licht voor de volken,
Een stralend licht
Voor de mensen om ons heen.
Tot de wereld ziet
Wie haar het leven geeft.
Laat het schijnen door ons heen.
Maak ons tot een woord van hoop voor de volken,
Een levend woord
Voor de mensen om ons heen.
Tot de wereld weet
dat U verlossing geeft.
Uw genade door ons heen.
Maak ons tot een zegening voor de volken,
een zegening
voor de mensen om ons heen.
Tot de wereld weet
wie elke schuld vergeeft.
Uw genezing door ons heen.
En bouw uw koninkrijk in de volken, uw wil geschied’
in de mensen om ons heen.
Tot de wereld weet
Dat Jezus Christus heerst.
Bouw uw koninkrijk in ons.
Bouw uw koninkrijk op aard’!
Stil gebed
Votum en groet
Zingen: Psalm 100: 1 en 3
Juich aarde, juich alom den HEER',
Dient God met blijdschap, geeft Hem eer;
Komt, nadert voor Zijn aangezicht;
Zingt Hem een vrolijk lofgedicht.
Gaat tot Zijn poorten in met lof,
Met lofzang in Zijn heilig hof;
Looft Hem aldaar met hart en stem;
Prijst Zijnen Naam, verheerlijkt Hem.
Wij lezen het gebod van de HEERE
Zingen: Psalm 86: 5 en 6
Al de heid'nen door Uw handen
Voortgebracht in alle landen,
Zullen tot U komen, HEER',
Bukken voor Uw aanschijn neer,
En Uw Naam ter ere leven.
Gij zijt groot en hoog verheven;
Gij doet duizend wonderheên:
Gij zijt God, ja Gij alleen.
Leer mij naar Uw wil te hand’len,
'k Zal dan in Uw waarheid wand’len;
Neig mijn hart, en voeg het saam,
Tot de vrees van Uwen Naam.
HEER', mijn God, ik zal U loven,
Heffen 't ganse hart naar boven;
'k Zal Uw Naam en majesteit
eren tot in eeuwigheid.
Gebed om de opening van het Woord en de verlichting door
de Heilige Geest
Schriftlezing: Genesis 13
1 Zo trok Abram weg uit Egypte naar het Zuiderland, hij en
zijn vrouw, en alles wat hij had, en Lot met hem.
2 En Abram was zeer rijk, aan vee, aan zilver en aan goud.
3 En hij reisde van rustplaats tot rustplaats, vanuit het
Zuiderland tot aan Bethel, naar de plaats waar zijn tent
eerst gestaan had, tussen Bethel en Ai,
4 naar de plaats van het altaar dat hij daar vroeger gemaakt
had; en Abram riep daar de Naam van de HEERE aan.
5 Lot, die met Abram meeging, had ook kleinvee en
runderen en tenten.
6 En dat land liet het niet toe dat zij bij elkaar woonden,
want zij hadden veel bezittingen, zodat zij niet bij elkaar
konden wonen.
7 Er ontstond dan ook onenigheid tussen de herders van het
vee van Abram en de herders van het vee van
Lot. Bovendien woonden in die tijd de Kanaänieten en de
Ferezieten in dat land.
8 En Abram zei tegen Lot: Laat er toch geen onenigheid zijn
tussen mij en jou, en tussen mijn herders en jouw herders.
Wij zijn immers mannen die broeders zijn!
9 Ligt heel het land niet voor je open? Scheid je toch van mij
af: als jij naar links gaat, dan zal ik naar rechts gaan, en als jij
naar rechts gaat, dan zal ik naar links gaan.
10 En Lot sloeg de ogen op en zag dat heel de Jordaanvlakte
rijk aan water was; voordat de HEERE Sodom en Gomorra te
gronde gericht had, was zij in de richting van Zoar als de hof
van de HEERE, als het land Egypte.
11 Daarom koos Lot voor zichzelf heel de Jordaanvlakte en
Lot trok naar het oosten; en zij werden van elkaar
gescheiden.
12 Abram woonde in het land Kanaän; en Lot woonde in de
steden in de vlakte en zette zijn tenten op tot bij Sodom.
13 De mannen van Sodom waren echter slecht en grote
zondaars tegenover de HEERE.
14 En de HEERE zei tegen Abram, nadat Lot zich van hem
afgescheiden had: Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de
plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het
oosten en het westen.
15 Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en
uw nageslacht geven.
16 En Ik zal uw nageslacht maken als het stof van de aarde;
als iemand het stof van de aarde zou kunnen tellen, dan zou
ook uw nageslacht geteld kunnen worden.
17 Sta op, ga het land door in zijn lengte en in zijn breedte,
want Ik zal het u geven.
18 En Abram zette zijn tenten op en ging bij de eiken van
Mamre wonen, die bij Hebron zijn, en hij bouwde daar een
altaar voor de HEERE.
Inzameling der gaven
Zingen: Psalm 119: 7 en 13
'k Heb and'ren al de rechten van Uw mond
Met lust verteld, hen vlijtig onderwezen.
Uit al den schat van 't grote wereldrond
Is nooit de vreugd in mijn gemoed gerezen,
Die 'k steeds in Uw getuigenissen vond,
Door mij betracht, en and'ren aangeprezen.
Geef mij een hart dat U met vreugde groet
geef mij verstand –daar zal ik wel bij varen–
dat ik niet haak naar zilver, goud of goed,
niet gretig schatten om mij heen vergare.
Als U de weg der wet mij weten doet,
dan zal ik die ten einde toe bewaren.
Verkondiging:
Vertel hoe je rijk kunt worden - hoe rijk je kunt worden
Zingen: Psalm 72: 2 en 4
De bergen zullen vrede dragen,
De heuvels heilig recht;
Hij zal hun vrolijk op doen dagen,
Het heil, hun toegezegd.
't Ellendig volk wordt dan uit lijden
Door Zijnen arm gerukt
Hij zal nooddruftigen bevrijden;
Verbrijz'len, wie verdrukt.
't Rechtvaardig volk zal welig groeien;
Daar twist en wrok verdwijnt,
Zal alles door den vrede bloeien,
Totdat geen maan meer schijnt.
Van zee tot zee zal Hij regeren,
Zover men volk'ren kent;
Men zal Hem van d' Eufraat vereren,
Tot aan des aardrijks end.
Uitzending van Arjen en Ester
Onderwijzing
Geliefde broeders en zusters in onze Heere Jezus Christus,
Wij geloven en belijden dat deze wereld door God is
geschapen en daarom ook Zijn eigendom is. We belijden
ook dat mensen en volken zich onttrokken hebben aan
Gods heerschappij en dat de schepping zucht onder de
tirannie van de boze. God heeft de wereld echter niet
geschapen om haar prijs te geven. Hij wil niet dat mensen
verloren gaan. Daarom riep Hij Abraham om zijn land en
volk te verlaten, en volkomen op Hem te vertrouwen. Hij
sloot een verbond met Abraham, Izaäk en Jakob. Hij leidde
hun nakomelingen uit Egypte naar het beloofde land. Israël
werd geroepen om een zegen te zijn voor alle volken van de
aarde.
We geloven en belijden dat Jezus Christus, de Zoon des
mensen, door de Vader in de wereld werd gezonden en
geboren werd in Bethlehem zoals door de profeten was
voorzegd. Hij kwam om te dienen en niet om gediend te
worden. Hij stierf aan een kruis buiten de poorten van
Jeruzalem. We belijden dat Hij Zijn leven gaf tot verzoening
en tot herstel van de breuk tussen God en mensen. Hij
stond op uit de doden en voer op ten hemel om aan de
rechterhand van Zijn Vader voor altijd te leven en te
regeren als de Vredevorst. Zijn Rijk is nu nog verborgen.
Maar de dag komt dat Zijn Koningschap voor het oog van
alle volken zichtbaar zal zijn.
Wij geloven en belijden dat de Heilige Geest op het
Pinksterfeest op bijzondere wijze aan de discipelen van
Jezus werd gegeven. Zij getuigden van de dood en
opstanding van Jezus Christus en riepen op tot geloof en
bekering. Met de komst van de Geest werd de opdracht van
Christus bevestigd. Namelijk dat in Zijn Naam bekering en
vergeving van zonden verkondigd moet worden onder alle
volken, te beginnen in Jeruzalem.
Nu, na tweeduizend jaar, heeft het evangelie zich verspreid
over de hele aarde, maar de taak van de wereldzending is
nog onvoltooid. Nog steeds is de christelijke gemeente
geroepen om in woord en daad de Naam van de Heere te
belijden. De Heilige Geest rust de leden van de gemeente
toe om dit allereerst in de eigen omgeving te doen.
Sommigen worden bovendien geroepen en toegerust voor
een zendingstaak in andere culturen en over de
landsgrenzen heen.
De gemeente te Antiochië in Syrië (Handelingen 11)
ontstond door het getuigenis van eenvoudige volgelingen
van Jezus die moesten vluchten uit Jeruzalem. Ze werden er
voor het eerst christenen genoemd omdat ze kennelijk
opvielen in de stad. Oók werden enkele gemeenteleden,
namelijk Paulus en Barnabas, uitgezonden naar andere
gebieden om daar het evangelie te verkondigen.
Zendingswerk is ten diepste het onweerstaanbare,
verkiezende werk van de Drie enige God. De Vader is de
zendende Vader, de Zoon de zendende Zoon en de Geest de
zendende Geest.
Vandaag wordt zichtbaar dat de gemeente zendende
gemeente is. Want vandaag worden Arjen en Ester den
Admirant uitgezonden tot getuigenis en dienst in de Naam
van de Heere Jezus Christus in Kazan, om samen en als team
onder studenten te werken. Hij, Jezus, zegt zowel tot hen
die uitgaan als tot ons die hier blijven: "Zoals Mij de Vader
gezonden heeft, zend Ik ook u."
We willen nu overgaan tot de uitzending.
Ik verzoek u nu op te staan en in het midden van de
gemeente te antwoorden op de volgende vragen:



1. Belijden jullie, Arjen en Ester den AdmirantKoelewijn dat u zich geroepen weet als gezondenen
van de Heere Jezus Christus en Zijn gemeente?
2. Belijden jullie dat de Schriften van het Oude en
Nieuwe Testament het enige en volkomen Woord
van God zijn en verwerpt u elke leer die daarmee in
strijd is?
3. Beloven jullie om in de kracht en met de gaven die
God jullie heeft gegeven met liefde in te zullen
zetten en trouw te blijven aan de opdracht, als leden
van Christus' gemeente hier én daar?
Wat is hierop jullie beider antwoord?
Uitzending
Vanuit het midden van Gods gemeente zenden we u,
broeder en zuster Arjen en Ester den Admirant-Koelewijn
uit naar Kazan als gezondenen van Christus om in Zijn
Koninkrijk te werken.
Handoplegging en zegen
De almachtige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
vervulle jullie met Zijn genade, liefde en kracht.
Hij geve dat jullie in Zijn dienst met vrucht bezig zijn tot eer
van Hem, tot uitbreiding van Zijn Rijk en tot opbouw van de
gemeente. Amen
Toezingen (staande): Psalm 134: 3
Dat 's HEEREN zegen op u daal';
Zijn gunst uit Sion u bestraal'.
Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer:
Looft, looft dan aller heren HEER'.
Dankgebed en voorbeden
Zingen: Psalm 67: 2 en 3
De volken zullen U belijden,
O God, U loven al te zaâm.
De landen zullen zich verblijden,
En juichen over Uwen Naam.
Volken zult Gij rechten,
Hunne zaak beslechten,
In rechtmatigheid;
Volken op deez' aarde,
Die Uw arm vergaarde,
Die Gij veilig leidt.
De volken zullen, HEER', U loven;
O HEER', U loven altemaal,
Die d' aarde vruchtbaar maakt van boven
Dat z' ons op haar gewas onthaal'.
God is ons genegen;
Onze God geeft zegen
Hij, die alles geeft,
Hij zal zijn geprezen,
Hem zal alles vrezen,
Wat op aarde leeft.
Zegen beantwoord door:
Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus, onze Heer,
Amen, God, uw naam ter eer!
Na de dienst is er in Eben Haëzer gelegenheid om koffie te
drinken en Arjen en Ester Gods zegen toe te wensen.