23571___.PDF - Radboud Repository

Download Report

Transcript 23571___.PDF - Radboud Repository

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University
Nijmegen
The following full text is a publisher's version.
For additional information about this publication click this link.
http://hdl.handle.net/2066/23571
Please be advised that this information was generated on 2015-01-24 and may be subject to
change.
Van Dijken e.a.: Composietinlays
Composietinlays
J.W.V. van Dijken, tandarts'
CM. Kreulen, tandarts'
A.W.J, van Pelt, tandarts1
Sam envatting. K rim p van c o m p o s ie t tre ed t op tijdens uitharding en bij de directe composiettechniek kan dit ongew enste gevolgen hebben. De iniaytechmek, waarbij krim p buiten de mond
plaatsvindt, kan d it o n de rvangen. In dit artikel w orden inlaytechnieken, klinische procedures en
het effect van secundaire polym erisatie op de materiaaleigenschappen beschreven. Klinische
gegevens over siijtage, randaansluiting en levensduur zullen met elkaar worden vergeleken. Tot
slot zal w o rd e n aangegeven w a n n e e r de com posietinlay geïndiceerd is.
1 03:468-71.
De vraag naar tand kleurige restauraties heeft geleid tot een
groeiende populariteit van directe composiet res la uraties in tic
zijdelingse delen van het gebit. Een nadeel van composiet is nog
steeds cle polymerisatiekrimp van het materiaal, die gevolgen
kan hebben voor de integriteit van de restauratie en de hechting
aan het tandweefsel. De meeste krimp treedt direct op lijdens
uitharding en leidt tot spanningen in het materiaal, waardoor
de hechting aan tandweefsel kan verbreken. O m de gevolgen
van krimp te verminderen zijn er verschillende restauratietech­
nieken geïntroduceerd, zoals de laagsgewijze vul techniek en de
toevoeging van voorgepolymeriseerde materiaaldelen, De laat­
ste is een variant van een techniek die al .sinds de iaren xeve
wordt loegepast: tle composielinlay. O f hierdoor de ideale res
tauratietechniek ís verkregen, zal worden besproken.
•i|-
2 Composietinlay-technielc
c van composietm ate­
riaal buiten de m o n d vrij krimpen. Afwijkend van directe res
tauii*atics heeft de krim p van hel restauratiemateriaal daarom
geen invloed op de hechting van de restauratie. De totale in
vivo-krimp van de restauratie wordt beperkt tol de krimp van
het composietcemeni bij hel plaatsen van de inlay. Daardoor
treden er m in der spanningen op in de rest au ral ie en hel ele
ment, en is er ook m i n d e r kans op lekkage,
De composielinlay wordt in twee fasen uitgehard. Na eersl
voorlopig te zijn uilgehard ondergaat het materiaal een secun­
daire polymerisatie builen de m o n d . Hij eomposielinlay-syste
men wordt de volgende p r o c e d u r e gevolgd:
van de initieel ui teeharde reslauralie.
Inlays k u n n e n op ‘directe' en 'indirecte1 wijze worden ver­
vaardigd. Hij indirecte systemen wordt de inlay op een
gebitsmodel vervaardigd; directe inlay.s worden recht
streeks in het geprepareerde element gemaakt. Hiervoor
kan licluhardend composiet dan wel zelfpolymerisereiul
composiet materiaal worden gebruikt.
2. vSeamdaire polymerisatie huilen de mond.
Secundaire polymerisatie is voornamelijk gebaseerd op
toevoer van warmte, w a ard o o r materiaaleigenschappen
i i i * .
* i
Plaatsen van de inlay.
Composietinlays worden vervolgens geplaatst niet een
composietbevestigingscemenl, waarbij de binnenzijde kan
worden opgeruwd, m aar vooral moei worden gereinigd.
‘K>H
Trefwoorden; Materiaalkunde»
Composietinlays
Datum van acceptatie: 18 juni 1990.
DIJKEN JWV VAN, KREULEN CM, PELT AWJ VAN. Composietinlays. Ned Tljdschr Tandheelkd 1996;
1 Inleiding
Ult 'de afdeling Karlologie van de Dental
School van Umen ín Zweden,
•'dc vaktjroüp Pedodoniologie van hot
Academisch Centrum Tandheelkunde
Amsterdam (ACTA) en do vakgroep
Orale functieleer van de Katholieke
IJnlverslioit van Nijmegen, on 'een
algomone praktijk te Vccndnm.
Adres: Dr. CM . Kreulen,
ACTA, Louweswuy I ,
I OGCi EA Amsterdam.
De directe inlay wordt in één zitting vervaardigd en geplaatst.
De meeste indirecte inlay-systemen worden in het t a n d t e c h ­
nisch laboratorium vervaardigt!.
3 Primaire en secundaire polymerisatie
Harding van kunstslofcomposiclen vindt plaats d o o r het
openbreken van dubbele O b i n d i n g e n (C (!) in de polymeerketens, waardoor kelens groeien en dwarsverbindingen w o r ­
den gevormd met andere ketens in de kunststof. Kr ontslaat
zodoende een driedimensioneel poiymeernelwcrk, waarin de
vulstof is ingebed. 1Iet percentage opengehrnken C C h i n d i n gen Ís daarbij maatgevend voor de polymerisatiegraad (
versie). Het blijkl dat zowel chemisch als lichthardende com~
posieten een polymerisaliegraad kennen van 30*75%. D o o r
warmtetoevoer kan het conversiepercentage mei 10-20% w o r ­
den verhoogd, waardoor de hoeveelheid r e s l m o n o m e e r
afneeml. Door de warmtebehandeling blijkt er een t o e n a m e
van de conversie van 10 -25% te k u n n e n worden bereikt,1C o n
versieverhoging gaat echter gepaard met m eer polymerisatie
krimp van hel materiaal.
De verhoging van de polymerisatiegraad is afhankelijk van
de tem peratuur en de tijdsduur. Hij een t e m p e r a tu u r boven
H0-90"C (liet glasiranshiepunt van composieten) wordt hel
materiaal voldoende viskeus om de ketenvorm ing voort le z e t ­
ten. Bij na volledige conversie wordt bereikt bij 150’'C. O m d a t
er dan meer dwarsverbindingen ontstaan in plaal.s van keten
groei, wordt het materiaal brosser en breukgevoeliger.' Hij de
meeste systemen is gekozen voor t e m p e r a tu re n tussen 100"C.)
en 1^5'C, met als warmtebron een oven of een halogeenlamp.
Ook wordt doinpelmg in kokend water toegepast, maar hel is
niet bekend of liet water interfereert met de vorming van de
polymeerbruggen. De convcrsiegraad kan vertier verhoogd
worden lot H5-U0% door warmtetoevoer te combineren niet
een tl ruk van ó bar. Wendt vond dat tle meeste slijtvaslheid en
hoogste oppervlaktehardheid werden verkregen bij een t e m ­
peratuur van 125" C gedurende 7,5 m i n u t e n . ' Toch is niet
,‘kend bij welke te m p era tu u r en gedurende welke tijd de
optimale polymerisatiegraad wordt verkregen. Daarbij k o m t
dal de optimale conversie niet per definitie gelijk is aan dc
maximale conversie.
Door de verhoogde conversie verbetert een aantal lysische
eigenschappen van de meeste composielen. Hogere conversie
verbetert de h reu kst erkte van liet materiaal en ook de buig- en
druksterkle nemen toe. De w arm tebehandeling geefl ook een
spanningsrelaxalie in hel materiaal en dit tl raagt wellicht m e e r
«.
N a ! 't
ijtlin
hr T a m l l u v l k d KM ( l lJ %
)
t i
november
Thema; Tand kleurige restauraties
Afb. i Goede a fs lu itin g van cle a p p ro x im a te restauratie rand na v i j f j a a r k l i ­
Afb. 2. Randspleet van eie occlusale restauratierand na v i j f j a a r klinisch
nisch fu n cio n e re n .
fu n c io n e r e n .
aan een verhoogde shjtageweerstand dan de hogere polymerisatiegraad. De spanningsrelaxatie buiten de m o n d zorgt
e r v o o r dat de rand aan sluiting m inder aan stress onderhevig is.
pyptj
ï meeste inlaysyste
gebruikt als voor directe restauraties. Zowel hybride als microie com posieten k u n n e n w orden gebruikt. De
van
ero n jn e com posieten us iets groter aan van
s iet en, C o m posiet met vul deeltjes kleiner dan één m ic ro n en
r' een g
et cem ent aan oe im«
t ruwe interne
h echting beiangrijker is dan de chemische hechting. Er is
i m m e r s n o g m a a r weinig re s tm o n o m e e r aanwezig; hoe hoger
cle conversie is des te zwakker is de hechting van het cement.
D o o r zuurstofpolymerisatie-inhibitie h a r d t de oppervlakkige
laag van het cement tot op een diepte v an circa .100 jlm niet
goed u it en zal het snel wegslijten u it cle randspleet ( ‘ditte voorkomen k an het ce m en t
polymerisatie met bijvoorbeeld gtycerinegel w orden afgedekt,
.
•
>
v )
y
.ƒ*•
»
‘,xr
ti
^
f
iie d iam an tsteen en
v o o r een a d e q u a t e
door
î n ta c t
o
',en
is
«
"'.en.
#
V
rA
4
n *■
t
*
i
;,,1':ie is
Reinigen en opru w en kan ook
•:>v /¿t
>rm
Etsen m e t f Iu o r w a t e r s t of’ en sil a n i s er e n
inlays w a a r b i j tijdens c e m e n t e r e n g e e n gel w a s a a n g e b r a c h t ,
s na
slijtage van het cement op. Na een jaar n e e m t d e s l i j t a g e af,
waarschijnlijk doordat het cement m e e r
om ringe
s tr u c tu r e n
in röntgenopaciteit van
m lí
ís c e m e n t
to t o
den in de
l van restauraties. Bij cem ent m et een
;ntie dan de inlay k a n verdenking o n ts ta a n
* e r e r<
c e m e n te n
van een kier
pVfrK )
5
4-
o n tsta n e ru im te tussen
:>la atsen
T ijd en s het plaatsen krim pt het cement
Op p n "
o
O
¿X t
; over een
toch een hoge initiële
r a i ':j r í \/ r
la lm p s p a rrn in g op in ■j/ >r cement.
::\ï i r
cernent zal d i t m o e ien
cement of aan het
i e i , dan kan d i t leiden
a K c o m p o si e t - 1a n o we eise.
* 5!V
a i~c u r e - c o m p o ? m eeste b e ves tigingsc em enten zijn
stel mat erial e n. Deze hebben naast een lichtgevoelig initiator/katalysator-systeeni een chemische harder. D a a r d o o r kan
op plaatsen waar o n v o ld o e n d e ucnt Kan ornnencrnngen
? po 1ymerisatie w o rd en verkregen. De chern isch h ar ~
V
1 1
>
,
X
c e m e n t a l l e e n bli
? con vers lí
:rcioor o n t s t a a n v e r s c h i l l e n in
5 ■/
De caviteitspreparahe is vergelijkbaar m e t die v o o r gegoten
irilays, m a a r cle eisen aan retentie en resistentie zijn veel m i n :ls zijn niet nodig. O m de i
gemakkelijk uit de caviteit te k u n n e n
mu
n e m e n , is een grote
nuttig
ven, m aar
op gevuld met glasiono mee ree inent o f
een m o e t e n
divergente eaviteitsvorm van de inlay
verwijderd dan voo r
m o et m eer sla;
restauratie.
van vocht aan te rad
ís voor
vervaard, hxi n o
plaatsing rubber d a m toe te passen. De
ile sensiil
n
m o n o m e r e n (.ctenti n e p r i m e r ,
dens liet plaatsen approximaal overmaat van cement: te voorm matrix.band en vvigjes w orden aangebracht,
separatie m e t
matrijs m o et door een go
*r.
isatiegraad
bínnen
het
cem ent.
Dit
aarom zal het c e m e n t m oe
jil op de
ten w o rd e n belicht. O m
i m o e te n
van de caviteli te verkrijgen zou
erd. Een andere oi
..I e 11
n
c h e m i s c h h a r d e n d c e m e n t te g e b r i
an g e u j R r n a m vc
kracht en in c
ais gevoia
in
t
/mensa
•elaxatie ti
■mi er ist
he 1er imp kan
1 * ^
/
t
ji
I
* W
’a i
zijn p l a a t s komt.
j
y
>
Ned Tijdsehr Tí
s r n Der
469
Afb. 3. Directe inlay, direct na vervaardiging (a), en na acht jaar klinisch functioneren (b).
6
*
klachten na enige tijd verdwenen en een dergelijk beeld werd
ook gevonden bij directe composietrestauraties. Het restaurat ie t r a u m a is w a a r sc h ij n 1ij k v a n mee r
paste materiaal.
*
■6,1 Slijtage
Toename van slijtvastheid blijkt niet structureel op te treden.
Zo bleek er na drie jaar geen verschíl in slijtage tussen nagepoly.merisee.rde restauraties en alleen initieel geharde inlays.3 De
slijtage van (Brilliant) directe inlays bleek in een eigen, nog
na zes jaar echter lager te zijn
dan van directe composietrestauraties,12
6.2 Randaansluitmg
en Morsteen onderzoenten vjjr jaar na
randaansluiting van twee- en drievlaks composietinlays.10 Met
scaiiningelectronenmicroscopie werd gevonden dat bij 84 %
van de onderzochte randlengte geen spleetvorming werd
waargenomen (afb. 1), Cervicale randen vertoonden de ernstigste randspleten en ook werd hier overhang van cement
eezien. De cemendaae had occlusaal een gemiddelde breedte
van 60 urn en
reiding 8-266 jirn)(afh, 2).
6 3 Postoperatieve bezwaren
Pijnklachten bij composietrestauraties worden vaak teruggevoercl op de door krimp ontstane spanningen in het element,
en op lekkage. Door de vrije krimp bij inlays zou minder
igheid verwacht worden. Kreulen et al rapporteerden
postoperatieve gevoeligheid bij zowel amalgaamrestauraties
als composietinlays,13 Bij beide soorten restauraties waren de
Afb. 4, Indirecte inlay direct na vervaardiging
470
(a).
6.4 Levensduur
Er is weinig longitudinaal klinisch onderzoek gedaan n aa r de
levensduur van composietinlays. In het Brilliant D.I-onder­
zoek werd een uitvalspercentages van 6% na zes jaar gevon­
d en .12 Er werden 100 twee- en drievlaks directe inlays vergele­
ken met directe composietrestauraties, gemaakt volgens de
sandwich-techniek, en de uitval van cle laatste groep was 15%
tal cariësactieve pa tien ten
betrokken bij het onderzoek, m a a r toch was secundaire cariës
bij de inlays nauwelijks reden voor vervanging, terwijl dat bij
de directe vullingen wel op de v o o rg ro n d trad. De combinatie
van een dentinevervanger in de vorm van glasionomeercement en composietinlay.mater.iaal met het dentine w ordt
door sommige onderzoekers wel aangemerkt als nadelig voor
de restauratie door verschillen in elasticiteitsmodulus. Toch
heeft dit in het onderhavige onderzoek niet geleid tot een
h o o g lí i t va 1s p e r c e n t a g e.
Een eigen, nog niet gepubliceerd onderzoek van 180 indirec­
te inlays en 60 twee- en drievlakanmlgaamrestauraties leverde
voor beide vulmaterialen een uitvalspercentage van 1-2% na
ongeveer vier jaar (afb. 4 ). Deze percentages komen overeen
met die van directe composietrestauraties uit een eerder o n d e r ­
zoek, hoewel beide patiëntengroepen niet goecl vergelijkbaar
zijn. Het verschil in vervangingspercentage met het Briiliantonderzoek kan voor een deel worden verklaard uit het verschil
Zelfde inlay v i j f j a a r later (b).
N ed T i j else h r T a n d h e e lk d 103 (1996) no v e in bei
Thema: Tancikleurige restauraties
in uitbreiding van de restauraties. Bij het Brilliant-onderzoek
waren grotere restauraties betrc
, m e t d e cervica
apicaal van de g la zu u rce m en tg ren s. Pallesen en Qvist v o n d e n
upp'n v ^ r s r n ik rn A/pr\nvng
re sta u ra tie s.1'1
aar echter wel een aanzienlijk verschil: van
8% en van directe com posietrestauraties 4 % . 15 Bij alle b o v e n ­
staande klinische o n d e r z o e k e n w erd de b i n n e n k a n t van de inlay
:>r» o
gereinigd, m a a r niet specia?
r.* £*
De v e r b e te r in g van m a te n a a le ig e n s
h o o g d e conversie uiten zich v o o r n a m e l i j k in t
n a pl a a t s e n v an cle r e s t a u r a t ie . D e ze i n i t i ë 1e v e r b e te t
juist van belang v o o r de integriteit van
irect na
■/:*f-'tit:\
atsen en liiken gunstig in vereeliikine tot
co m p o sie tre sta u ra tie s. Vergeleken m e t de porseleinen inlay
:w:*
VJ
P reparatie-eisen zijn h i e r d o o r mincler kritisch, Welke cle
ige restauratie is v o o r k
meest
111 m o m e n t niet
7 Overwegingen en indicaties
t
8 Slotbeschouwing
t
de directe co m pos iet resta u ra tie heeft k r i m p een nadelig
van
•iaat aan
aöfse*.
het cervicale gedeelte van klasse II-re s ta u ra tie s resteert vaak
e n s pp 1^
nog wemig g lazu u r en
le *e 'tv o rm in g is
D o o r de grote afttancl. tot h e t c e n t r u m v a n de k r i m p e n d e re s­
tauratie w o rd t cervicaal bij directe
t. M et
verancierine a o o r e e
‘a vinaterías
buiten de m o n d plaats. D a a r d o o r zullen na het plaatsen van de
restaura
s p a n n in g e n in
Na het plaatsen v an cle inlay t r e d e n evenwel k r i m p s p a n n i n g e n
op in het bevestig ingscem ent en dit zo u s a m e n m e t de m e c h a ­
nische en c h e m is c h e desintegratie van het c e m e n t een cluurzame cv
. De
g
D
:e:r met op een cl er ge i i j k nacieet van
H e t is n iet aan te bevelen o m kleine caviteiten en p r im a ire
a
cariës met c o m p o sie tin la y s te r e s ta u re re n c
daarvoor te w einig w eefse lb esp aren d is. V ervangingen van
1 \ CC* Il-a m a le a a n rre sta u ra tie s m e t een st<
v o rm is wel een goede indicatie. O n d e r z o e k heeft aan g eto on d
dat boxgedeelten, die apicaal van de g la z u u r c e m e n tg r e n s einsaam k u n n e n w o r d e n g e re s ta u re e rd m e t c o m ♦
\
ß
«
Literatuur
1
Ferracane JL, C o n d o n JR. P o s t- c u r e heat t r e a tm e n t s fo r com posites;
p r o p e r t i es a n d f r ac t o g r a p liy. D e n t M a t e r 1992; 8: 290-5.
2
A s m u s s e n E, P e u t z f e l d t A. M e c h a n i c a l p r o p e r t i e s o f heat treated resto­
ra tiv e resins f o r use i n the i n l a y / o n l a y t e c h n iq u e . Scan cl J D e n t Res
1990;98:564-7.
3.
W e n d t SL, Lei rife Icier HF. C l i n i c a l e v a l u a t i o n o f a heat-treated resin
c O' m p o si t e inlay; 3 - ye a r res u Its. A m J D e n t 1992; 5: 25 8 - 62.
4. Swift hi, B r o d e u r C , C v i t k o E, Fires JAP. T r e a t m e n t o f c o m p o s i t e s u r ­
face s f or inclirect b o n d i i t g D e n I M a t e r 19 9 2 ; 8 : 193- 6
5.
B r e e d in g L C , D i x o n D l , C a u g h m a n W F . T h e c u r i n g p o te n tia l o f lig h tactivated c o m p o s it e resin l u t i n g agents. J Frost he!. D e n i 1991; 65; 512-8.
6.
H asegawa E A , B oyer I >11, C h a n D C . H a r d e n i n g o f d u a l cu red cem ents
u n d e r c o m p o s i t e resin inlays. J P r o s tlie t D e n t 1.991; 66: 187-92.
7.
Rueggeberg FA, C a u g h m a n W F . T h e i n f l u e n c e o f light exposure o n
p o l y m e r i z a t i o n o f d u a l cure resin cements. (3 per D e n t 1993; 18: 48-55.
8.
I t c h K, Yanagawa T , W a k u m o t o S. tiffed: o f c o m p o s i t i o n a n d c u r i n g
i.f V.»
ty p e o f c o m p o s i t e o n a d a p t a t i o n to d e n t i n c a v it y walls. D e n t M a t e r
1986;5:260-6.
9.
F e tlze r A ] , A ] Gee de , D a v i d s o n C L Q u a n t i t a t i v e d e t e r m i n a t i o n o f
stress r e d u c t i o n b y How in c o m p o s i t e r e s to r a tio n s , D e n t M a t e r 1990;
6: 167-71.
restauraties rn r
D e co m p o sie tin la y is iets m i n d e r k o s t b a a r d an de k e r a m i ­
sche of m e tale n i
- en m a te ria a lk o s ten» m aar
? van
sl prijs. N aa st
tie een n o ge re
tandtechnische fase,, blijkt uit een tijd stu d ie d a t de gehele
inlayprocedure ongeveer 1,5 m aal zoveel w erktijd vergt d an de
2com
5 van een acinesieve t
an v an een gegoten
voor een d u u r z a m e m e ta le n inlay enerzijds en het lage tarief
, plaatst
v o o r grote directe c o m p o s ie tr e s ta u ra tie s an
fivr
anti arts v o o r een
10 D ii ken J W V van , H o r s led I. P, M a r g i n a l b r e a k d o w n o f 5 - y e a r - o ld
d i r e c t c o m p o s i t e inlays, J D e n t 1996; 24: dece rn b e r ( in press)..
11 S u z u k i S, L e i n f e l d e r K L Shinkai. K, W e a r resistance o f resin cements,.
A m J D e n t 1995; 8: 83-87.
(2 D i j k e n J W V van , A six year e v a lu a t io n o f a d i r e c t c o m p o s it e resin
i n l a y / o n l a y system a n d glass i o n o m e r c e m e n t - c o m p o s i t e resin s a n d ­
w ic h
r e s to ra tio n s , A c ta O d o n i o l Scand 1994; 52: 368-76.
13 K r e u l e n C M . A s t u d y on assessing q u a l i t y aspects o f Class II re s to ra ­
tio n s .
Resin c o m p o s i t e versus a m a lg a m . A c a d e m is c h
p r o e fs c h r ift.
A m s t e r d a m : U n iv e rs ite .it van A m s t e r d a m , 1992.
14 Pallesen U ;1 Q v i s t V . C l i n i c a l e v a lu a t io n o f three resin m a te ria ls fo r f i l ­
lin g s and inlays: 2 -year r e p o r t . j D e n t Res (992; 71; 719,
15 W a s s e ll RW> W a l l s A W G , M c C a b e JF. D i r e c t c o m p o s it e inlays versus
c o n v e n t i o n a l r e s to ra tio n s : th re e -y e a r c l i n i c a l results. Hr D e n t J
<v
1.79: 343-9,
Summary
COMPOSITE INLAYS: AN OVERVIEW
Key w ords; Dental materials -• Dental c o m p o s ite s - C o m p o site inlay
C o m p o site r e s to r a tio n s shrink m o s t during curing. In large cavities m o re shrinkage may be e x p e c te d , The com posite
irday is especially d e v e lo p e d to o v e rc o m e th e s e d is a d v a n t a g e s . Aftercuring o f the c o m p o s it e inlay causes se c o n d a ry
poly m erizatio n increasing several material p roperties such as w ear resista n c e and stre ss relaxation. Clinical results
are review ed an d the benefits o f the c o m p o site inlay te c h n iq u e d is c u s s e d .