Bijbelliefhebbers en seksualiteit: een reactie op ds. Axel Wicke

Download Report

Transcript Bijbelliefhebbers en seksualiteit: een reactie op ds. Axel Wicke

Bijbelliefhebbers en seksualiteit: een reactie op ds. Axel Wicke

Seksualiteit en de bijbel: het blijft het beladen thema. Ds. Axel Wicke nam in het februarinummer van

Kerk in Den Haag

stevig stelling en ageerde tegen wat hij een “vaag geformuleerd beroep op de bijbel” noemde. Ik herken mij in Wickes schaamtegevoel voor een kerk die direct wordt geassocieerd met de discriminatie van seksuele minderheden. Tevens deel ik met Wicke de visie we bij het lezen van de Bijbel recht moeten doen aan de context op zowel cultureel, historisch als literair vlak. Met Wicke voel ik er dan ook wel iets voor om bijvoorbeeld rondom homoseksualiteit een andere beslissing te maken dan de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) heeft gedaan. Toch heb ik wel iets aan te merken op het stuk van Wicke. Ik ben als predikant in opleiding met name teleurgesteld in de manier waarop Wicke zijn tegenstanders wegzet, en in de slechte kwaliteit van zijn argumenten. Naar mijn mening heeft een predikant een grote verantwoordelijkheid bij het uitleggen van de Bijbel en dient hij, zeker wanneer hij in een medium als

Kerk in Den Haag

schrijft, zijn argumenten zorgvuldig te presenteren. In dit korte artikel zal ik dan ook Wickes artikel bekritiseren. Ik zal ten eerste methodisch kritiek leveren en ten tweede een aantal van zijn exegetische stellingen onder de loep te nemen. De lezer dient mijn artikel dan ook niet te zien als een orthodoxe verdediging, maar als inhoudelijke kritiek op de gebruikte argumenten. Ik hoop dat ds. Wicke mijn reactie ziet als een stimulans om zijn eigen positie nog beter uit te diepen en door een gedegen exegese en hermeneutiek te komen tot een steviger betoog.

Methodische kritiek

Ten eerste stelt Wicke in zijn artikel een andere manier van bijbel lezen te verdedigen dan bijvoorbeeld de CGK doet. Hij stelt hierbij dat hij “Bijbelliefhebber” is en zijn tegenstanders te weinig rekening houden met de context. Wicke stelt dat "de behoudende kerken" hun standpunt kracht bij zetten met "een vaag geformuleerd beroep op de bijbel". Zelf meent hij wel recht te doen aan de Bijbelse teksten en deze niet "uit hun literaire, historische en culturele context te rukken en vele andere verzen gemakshalve over het hoofd te zien." Dat is naar mijn mening een misleidende en incorrecte tegenstelling. Ook kerken die een ander standpunt dan Wicke innemen houden rekening met context en plaatsen verzen in een groter geheel. Wicke en de CGK lezen de Bijbel echter vanuit een andere visie op hoe wij ons nu toe deze tekst dienen te verhouden. Zoals gezegd valt er voor Wicke standpunt zeker iets te zeggen. Alleen de keuze die hij maakt, maakt hij niet op grond van het lezen van de Bijbel, maar op grond van de vraag wat de tekst ons nu nog te zeggen heeft. Wie zoals Wicke de Bijbel ziet als "ondersteunende partner om mee te dansen" komt immers op hele andere standpunten uit dan zij die menen dat teksten uit Leviticus en Deuteronomium ook in onze context direct gezaghebbend zijn. Het is dan ook niet het geheel van de Bijbel die Wicke aan zijn kant heeft, terwijl dit voor de CGK niet geldt. Dat Wicke de Bijbel zelf niet aan zijn kant heeft komt het duidelijkst naar voren in zijn argument over homoseks, wat een verschrikkelijk term trouwens! Zo stelt Wicke zelf al dat het "eigenlijk" in de bijbel niet over homoseksualiteit gaat en dat de seks die wordt veroordeeld "in de regel" door getrouwde mannen werd bedreven. Blijkbaar acht Wicke het nodig tweemaal een slag om de arm te houden en zijn

andere interpretaties van deze teksten mogelijk. Het is hier dus zijn hermeneutische visie en niet de exegese die de doorslag geeft. Dit wordt tevens duidelijk wanneer Wicke zelf moet toegeven dat de bijbelschrijvers homoseks als bedreigend ervoeren. Ten tweede maakt Wicke twee fouten in zijn argumentatie. Zo voert hij de aanwezigheid van de naam van Ruth in Jezus' stamboom op als argument om te laten zien dat seks met ongetrouwde vrouwen in orde is. Dit is een denkfout, een naam in een stamboom heeft niets met goedkeuring van een bepaalde visie te maken. Dat zou bijvoorbeeld ook veronderstellen dat de namen van Juda en Tamara in diezelfde stamboom in Mattheüs 1 veronderstellen dat God seks met je schoondochter ook goed keurt. Juist iets wat in Leviticus 18-20 wordt afgewezen. (1) Tevens maakt Wicke een redeneerfout in zijn betoog door enerzijds te stellen dat homoseksualiteit in de Bijbel niet bestond zoals wij dat kennen en dat we die term dus niet op de tekst moeten plakken, terwijl hij vervolgens zelf David als biseksueel bestempelt. Deze categorie kende men al zeker niet in deze tijd. Hiermee trapt Wicke in zijn eigen valkuil. (2)

Exegetische kritiek

Vervolgens komt Wicke met een aantal exegetische opmerkingen die hoogstens twijfelachtig zijn en wat mij betreft misleidende informatie geven aan lezers. Ten eerste stelt Wicke dat seks voor het huwelijk werd ontmoedigd en niet werd verboden. Ik ben benieuwd waar hij dat op baseert. Het wordt volgens mij algemeen aangenomen dat in het Oude Testament seksualiteit en het huwelijk samen vielen. Wie met elkaar naar bed ging, moest ook met elkaar trouwen. Dit omdat seksualiteit zo iets bijzonders is dat de partners met elkaar op bijzondere wijze werden verbonden. Seks en huwelijk vielen dus samen. Zo meent Exodus 22:15 bijvoorbeeld een regel die inspeelt op dat wat blijkbaar soms gebeurde: dat man en vrouw voor het huwelijk met elkaar naar bed gingen. Mij valt eerder op dat in de Bijbel heiligheid rondom seksualiteit erg belangrijk is, zie met name Leviticus 18-20 en Deuteronomium 22:13-28. Doen alsof het Oude Testament seks voor het huwelijk ontmoedigt is een verkeerde voorstelling van zaken waarvoor ik geen bijbeltekst kan vinden. Wicke mag van mij best stellen dat we Bijbel in deze tijd anders moeten lezen en dat hij seks voor het huwelijk in orde vindt. De argumenten die hij hiervoor geeft houdt hij echter stil, terwijl hij argumenten opvoert die tekort schieten. Ten tweede voert Wicke aan dat het paar in het boek Hooglied ongetrouwd zou zijn. Dit is zeer onzeker. Vanuit de context van die tijd is seks voor het huwelijk eerder een uitzondering dan een gewoonte. Aangezien we aan het woordgebruik van Hooglied niet kunnen ontlenen of het stel getrouwd was of niet, heb ik dan ook de neiging ervan uit te gaan dat het paar getrouwd. Zakovitch (77) stelt dat in veel liederen uit het Hooglied er inderdaad niet duidelijk sprake is van een getrouwd echtpaar. Zowel in dit commentaar als in andere wordt daar echter geen argument voor gegeven. Het is een stelling die niet kan worden aangetoond. Uit de tekst zelf is dit namelijk onmogelijk op te maken. Wicke gaat dus veel te snel door dit zomaar als waarheid te stellen. Het wordt echter nog veel bonter wanneer hij op de rol van David ingaat. Zo stelt hij n.a.v. 1 Sam 16:23

dat het met op de lier spelen iets seksueels wordt bedoeld. Er zal vast een artikel zijn waarin dit wordt beweerd, maar een dergelijke interpretatie past totaal niet in de context van dit stuk, is niet gebaseerd op een mij bekende betekenis van het Hebreeuws en wordt door geen enkel commentaar dat ik kon vinden ondersteund. Wickes interpretatie is dus tenminste hoogst onzeker en naar mijn mening ongefundeerd. Tot slot de claim dat David biseksueel zou zijn (n.a.v. 2 Sam 1:26). Dat David een homoseksuele relatie zou hebben is wel door sommige auteurs verdedigt ( m.n T. Horner), maar heeft weinig ondersteuning gevonden. Het is een projectie van onze visie op een cultuur waarbinnen homoseksualiteit werd verafschuwt. Binnen het oude Israël zou men dan ook geen homoseksualiteit aan de ideale koning van toeschrijven. Dat David biseksueel zou zijn, baseert Wicke dan weer op de informatie dat hij ook met vrouwen sliep. Beiden conclusies lijken mij getuige van een projectie van moderne gedachten op deze oude teksten. Ten eerste is er in 2 Sam 16 sprake van een poëtische tekst en geen verhalende tekst. Ook wij kunnen soms de liefde voor vrienden lyrisch uitdrukken. (Er zijn daarvan zat voorbeelden. Neem bijvoorbeeld de liefde van Sam voor Frodo in The Lord of the Rings). Het is waarschijnlijk dat ook hier sprake is van een dergelijke vriendschap die lyrisch wordt uitgedrukt. Ten tweede was homoseksualiteit zoals wij dat kennen, zo stelt ook Wicke, niet bekend in het OT. Dat wij bij deze tekst aan homoseksualiteit moeten denken, is niet vreemd, maar voor de auteurs van de Bijbel lijkt dit zeer onwaarschijnlijk. Zij kenden homoseksualiteit niet en verwierpen seks tussen twee mannen. In de Bijbel wordt inderdaad voluit de lichamelijke liefde bezongen, met name in het Hooglied, echter niet die tussen twee mannen. De lichamelijke liefde tussen twee mannen wordt nadrukkelijk afgekeurd (o.a. Leviticus 18-20 en Romeinen 1). Biseksualiteit kende men al helemaal niet. David als biseksueel schetsen gaat er ten eerste van uit dat de passages over Jonathan duiden op een relatie tussen de twee mannen en trekt vervolgens de conclusie dat David gevoelens voor mannen en vrouwen had en dat als zijn identiteit zag. Dit terwijl er nergens over seks tussen David en een andere man wordt gesproken en we zoals uiteengezet de tekst over David beter niet als sprekend van een homoseksuele relatie kunnen uitleggen. Ook hier verwerp ik Wickes te snelle en generaliserende conclusie. Wie wel een voorstander wel zijn van homoseksuele of biseksuele liefde dient zich dan ook niet te beroepen op David en Jonathan, maar dient te stellen dat wij nu anders tegen seksualiteit aankijken dan men toen deed. In dit geval kunnen we met elkaar een gesprek voeren.

Tot slot

Naar mijn mening is de bijbel vanzelfsprekend geen handboek seksualiteit zoals wij dat zouden schrijven. Je kunt bijvoorbeeld niet zeggen dat

de

Bijbel seks voor het huwelijk verbiedt. Wat mij betreft kun je wel zeggen dat de bijbel seksualiteit als iets heiligs en bijzonders schetst. Elke gelovige zal op zijn of haar eigen manier op zoek moeten gaan hoe hij/zij zich verhoudt tot deze teksten. Voor mij staat daarbij boven water dat de Bijbel daarin soms andere lijnen schetst dan onze cultuur doet en dat dat ons voor vragen stelt. Wie zoals Wicke argumenten in de Bijbel zoekt om zijn al bedachte positie te ondersteunen gaat daarbij verkeerd te werk en is net zo schuldig aan een verkeerde interpretatie als degene tegen wie hij zich verzet.

Robin ten Hoopen

Robin ten Hoopen heeft theologie gestudeerd aan de Universiteit van Leiden en volgt nu de master Gemeentepredikant van de PthU locatie Amsterdam met als hoofdvak Oude Testament. Hij is lid van de Christus Triumfatorkerk in Den Haag en predikant in opleiding.

Belangrijkste gebruikte bronnen

A.A. Anderson,

2 Samuel

, Dallas: Word Book Publisher, 1989. A.G. Auld,

I & II Samuel

, Louisville: Westminster John Knox Press, 2011. Y. Zakovitch,

Das Hohelied,

Freiburg/Basel/Wien: Herder, 2004. A.H. Van Zyl,

1 Samuel II

, Nijkerk: Callenbach, 1989.