1 Oefeningen met B – P

Download Report

Transcript 1 Oefeningen met B – P

1 Oefeningen met B – P
Instructie
Gelijk of ongelijk? boot – boot (gelijk); boot – poot (ongelijk)
Hoort u B of P?bouw (B)pauw (P)
Naspreken en terugluisteren. banaan
Antwoord geven. Heb je betaald? Nee, ik heb nog niet betaald.
Luisteren
Luisteren 1 Gelijk of ongelijk? U hoort twee woorden.
1 n pot bot 11 n paarden baarden
2 j part part 12 j borden borden
3 n bed pet 13 n banden panden
4 j plan plan 14 j bezoek bezoek
5 j prijs prijs 15 n parken barken
6 n bang pang 16 n bellen pellen
7 n bit pit 17 j banken banken
8 j been been 18 n beren peren
9 n brak prak 19 j bestaan bestaan
10 j buurt buurt 20 n binnen pinnen
Luisteren 2 Hoort u B of P? Korte woorden.
1 P poot 11 P pakken
2 B bon 12 B basis
3 B boek 13 P lepel
4 P ploeg 14 P open
5 P punt 15 P pikken
6Bbus 16Bgebit
7 P paar 17 B bedrijf
8 B band 18 B beneden
9 B beeld 19 B blauwe
10
B
bij20 P
pinpas
Luisteren 3 Hoort u B of P? Lange woorden.
1
P
computer11
P
rapportage
2 B beeldscherm 12 P prioriteit
3
P
diploma13 P
praktijkles
4
B
benzine14 B
bijvoorbeeld
5
B
betekenis15 P
apparaat
6
B
combinatie16 B
belangrijkste
7
P
persoonlijk17 B
gebruiksaanwijzing
8 P accepteren 18 P programma
9
B
bedoeling19 P
percentage
10 P
verpleging20 B
mobiliteit
1
Luisteren 4 Hoort u B of P? In zinnen.
1 B Dit is het begin.
2 B Dat is een goed boek.
3 B Blijkbaar heeft hij gelijk.
4 B Dat is een beetje lastig.
5 B We beginnen wat later.
6 B U wordt bedankt.
7 P Een persoonlijk gesprek.
8 P Dat is een positief resultaat.
9 B Ik moet even bellen.
10 P Hij heeft precies genoeg geld.
Spreken
Spreken 1 = Luisteren 2. Naspreken korte woorden. Spreken 2 = Luisteren 3. Naspreken lange woorden. Spreken 3 = Luisteren 4. Naspreken zinnen.
Spreken 4 Vragen beantwoorden. 1 Is dit belangrijk?
2 Past die broek je?
3 Heb je problemen?
4 Was dat de bedoeling?
5 Woont u in de buurt?
6 Begrijp je die zin?
7 Heeft u boodschappen gedaan?
8 Was het een prettig gesprek?
9 Heb je die brief gekregen?
0 Ben je bij de politie geweest?
2