Gids voor studenten lerarenopleiding muziek_2014-2015

Download Report

Transcript Gids voor studenten lerarenopleiding muziek_2014-2015

© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
1 / 37
Inhoudstafel Trotter SLO muziek
1
1.1
1.2
1.3
De specifieke lerarenopleiding muziek
Toelatingsvoorwaarden
Algemene doelstellingen
Lerarencompetenties/ eindkwalificaties
3
3
3
4
2
Wie is wie?
4
3
Academische jaarkalender
6
4
Opleidingsprogramma SLO muziek
8
5
5.1
5.2
5.3
5.4
Lesrooster
Aanwezigheid
Credits verwerven
Vakgebied pedagogische en didactische vorming in het opleidingspr.
Vakgebied praktijk in het opleidingsprogramma
10
11
11
11
12
6
Formulieren
20
7
7.1
7.2
7.3
7.4
Voorzieningen
Bibliotheek
Studentenparticipatie
Studentenbegeleiding
Ombuds
21
21
21
21
21
8
Wat is… verklarende trefwoordenlijst
22
9
9.1
9.2
Bijlage
Stagereglement Specifieke Lerarenopleidingen
Protocol examens
25
25
35
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
2 / 37
De Trotter
Deze Trotter is je gids voor alle vragen in verband met de lerarenopleiding muziek. Hij is
te gebruiken in combinatie met de Wegwijzer Studenten, de digitale studiegids en de
Onderwijs- en Examenregeling. Je kunt de Trotter verkrijgen op het secretariaat, op het
bureau van de lerarenopleiding en via Blackboard.
1 De specifieke lerarenopleiding muziek
De specifieke lerarenopleiding (SLO) muziek sluit aan bij de academische master
muziek. De SLO is een voltijdse eenjarige opleiding (60 studiepunten) maar kan ook
deeltijds worden gevolgd.
1.1 Toelatingsvoorwaarden
Je kunt starten aan de specifieke lerarenopleiding muziek na het behalen van je diploma
bachelor muziek.
Taalvoorwaarden
“Voor inschrijving in de SLO geldt dat (anderstalige) kandidaat-studenten dienen te
bewijzen voldoende kennis te bezitten van de Nederlandse taal. Bij de inschrijving, onder
welk contracttype dan ook, dient de kandidaat-student te bewijzen voldoende kennis te
bezitten van de Nederlandse taal:
 of door het afleveren van een bewijs van ten minste één met vrucht voltooid
leerjaar in het Nederlandstalig secundair onderwijs;

of door het afleveren van een bewijs van slagen voor een opleiding of één of
meer opleidingsonderdelen, met een totale studieomvang van ten minste 60
studiepunten in het Nederlandstalig hoger onderwijs;

of door het afleveren van het bewijs dat men geslaagd is voor de
Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen (ITNA)”
“Het vereiste niveau van taalbeheersing wordt bepaald volgens het CEFR (Common
European Framework of Reference); voor de specifieke lerarenopleidingen geldt niveau
C1 Nederlands”
“Een taaltest kan worden afgenomen door Linguapolis:
1
http://www.linguapolis.be/main.aspx?c=.LINGUANLANDERE&n=87642”
1.2 Algemene doelstellingen
– De student verwerft binnen de lerarenopleiding didactische en pedagogische
competenties.
– De student verbindt de didactische en pedagogische competenties met vakinhoudelijke
competenties uit de bachelor/masteropleiding waardoor de student de artistieke en
vaktechnische competenties kan aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk.
– De student verfijnt zijn communicatieve en reflectieve vermogens vanuit
leraarsperspectief.
1
fragmenten uit de Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Artesis Plantijn Hogeschool
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
3 / 37
– De student is een bezield, creatief lesgever die de passie van de artistieke beleving
kan doorgeven aan verscheidene doelgroepen.
1.3 Lerarencompetenties/ eindkwalificaties
De basiscompetenties van de leraar (naar een besluit van de Vlaamse regering van 5
oktober 2007) worden als uitgangspunt genomen voor de formulering van de
eindkwalificaties. Ook de eindkwalificaties van de initiële opleidingen dans, drama of
muziek vormen daarbij ook een belangrijk referentiekader. Het is immers enkel de
combinatie van de professionele vakkennis (verworven in de basisopleiding) èn de
psychopedagogische en vakdidactische inzichten in de lespraktijk (opgebouwd in de
lerarenopleidingen) die garant staan voor kwaliteitsvolle leraars. Daarnaast is ook de
brede inzetbaarheid een referentiekader voor de eindkwalificaties. De SLO erkent immers
het belang van de oriëntatie op een ruim afnemend veld: DKO, KSO en HKO maar ook
de kunsteducatieve sector wordt tot het afnemend veld gerekend.
De eindkwalificaties vind je beschreven in de digitale studiegids; http://ects.ap.be
2 Wie is wie?
Coördinatie opleiding
Opleidingshoofd SLO en
Annouk Van Moorsel
artistiek coördinator SLO
dans
Artistiek coördinator SLO
Bob Selderslaghs
drama
Artistiek coördinator SLO
Linda Germeys
muziek
Ondersteuning opleiding
[email protected]
[email protected]
[email protected]
03 244 18 16
0476 82 55 40
03 244 18 14
0485 78 08 15
03 244 18 17
0498 48 57 57
Ombudspersoon
Jodka Crabbe
[email protected]
Onthaal
Manu Mores en
Stefanie François
[email protected]
Wendy Cortois
[email protected]
03 244 18 03
Fax: 03 238 90 17
Floris Lammens
[email protected]
03 244 18 22
Secretariaat
Studentenbegeleiding
03 244 18 05
03 244 18 00
Docenten SLO Muziek
Communicatie
Didactiek van het artistiek leren
Linda Germeys
Bob Selderslaghs
Jan Staes
Linda Germeys
Natalie Gordon – [email protected]
Educatief project
Sanne Caluwaerts – [email protected]
Anne Vandevelde – [email protected]
Lichamelijk bewustzijn voor docenten (onderdeel
Vakdidactiek instrument/zang)
Magda Thielemans
Observatiestage
Jan Staes
Ontwikkelingspsychologie
Annouk Van Moorsel
Portfolio en supervisie
Linda Germeys
Praktijkstudie vakdidactiek (onderdeel
vakdidactiek instrument/zang)
N.N.
Stage AMV/AMC
Marleen Willems
Jo Mahieu
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
4 / 37
Geert Synnave
Stage initiatie
Sanne Caluwaerts
Stage muzikale opvoeding
Mieke Van Berendoncks
Vakdidactiek accordeon
Dieter Janssens
Vakdidactiek AMC jazz/lichte muziek
Jo Mahieu
Vakdidactiek AMC klassiek
Geert Synnave
Vakdidactiek AMT/MT
Peter Thys
Vakdidactiek AMV
Marleen Willems
Vakdidactiek cello
Jaap Kruithof
Vakdidactiek contrabas jazz – basgitaar
PIet Verbist
Vakdidactiek contrabas klassiek
Peter Thys
Vakdidactiek drums
Jan-Kris Vinken
Vakdidactiek fagot
Geert Philips
Vakdidactiek fluit
Peter Verhoyen
Vakdidactiek gitaar jazz/lichte muziek
Guy Vaerendonck
Vakdidactiek gitaar klassiek
Jan Sanen
Vakdidactiek groepsmusiceren jazz/lichte muziek
N.N.
Vakdidactiek groepsmusiceren klassiek
Geert Philips
Vakdidactiek harp
Eline Groslot
Vakdidactiek hobo
N.N.
Vakdidactiek initiatie
Sanne Caluwaerts
Vakdidactiek klarinet-saxofoon
Aïda Van de Perre
Vakdidactiek koper
Jeroen Billiet
Vakdidactiek orgel
Wannes Vanderhoeven
Vakdidactiek piano jazz
Stijn Wauters
Vakdidactiek piano klassiek
Zvezdana Susljic
Vakdidactiek saxofoon jazz
Erik Bogaerts
Vakdidactiek slagwerk
Nik Goovaerts
Vakdidactiek viool jazz/lichte muziek
Jeroen Baert
Vakdidactiek viool-altviool klassiek
Wilfried Wouters
Vakdidactiek zang jazz/lichte muziek
Ilse Duyck
Vakdidactiek zang klassiek
Edwige Cardoen
Mailadressen docenten: [email protected]
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
5 / 37
3 Academische jaarkalender
SEMESTER 1
Week
van
tot
de
36
1/sep
7/sep examens 2 examenkans
37
8/sep
38
15/sep
39
22/sep
40
29/sep
41
6/okt
42
13/okt
43
20/okt
44
27/okt
45
3/nov
46
10/nov
16/nov Lesweek – brugdag op ma 10/nov
47
17/nov
23/nov lesweek
48
24/nov
30/nov lesweek
49
1/dec
7/dec lesweek
50
8/dec
51
15/dec
14/dec Lesweek – 13/dec ‘Iedereen componist’
lesweek
21/dec ma 15/dec indienen preservicestage periode 2
52
22/dec
28/dec kerstvakantie
1
29/dec
2
5/jan
4/jan kerstvakantie
lesweek
11/jan start preservicestage periode 2
3
12/jan
18/jan lesweek – examens
4
19/jan
25/jan gezamenlijke examens
5
26/jan
1/feb gezamenlijke examens
14/sep ma 8/sep examencommissie slo muziek
di 16/sep proloog
21/sep wo 17/sep infovergadering slo muziek
28/sep lesweek
5/okt lesweek
lesweek
12/okt vr 10/okt stagemarkt
19/okt lesweek
lesweek
26/okt ma 20/okt indienen preservicestage periode 1
herfstvakantie
vr 31/okt indienen inservicestage semester 1 of
volledig schooljaar
vr 31/okt grensdatum inschrijving academiejaar
2/nov en semester 1
lesweek
9/nov start preservicestage periode 1
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
6 / 37
SEMESTER 2
6
2/feb
7
9/feb
8
16/feb
9
23/feb
10
2/mrt
11
9/mrt
12
16/mrt
8/mrt lesweek
lesweek
ma 9/mrt indienen inservicestage semester 2
15/mrt ma9/mrt grensdatum inschrijving semester 2
Lesweek – ‘cadenza’ met o.a. iedereen componist
tijdens de open campusdag in de voormiddag
22/mrt za 21/mrt open campusdag
13
23/mrt
29/mrt lesweek
14
30/mrt
5/apr lesweek
15
6/apr
12/apr paasvakantie
16
13/apr
19/apr paasvakantie
17
20/apr
18
27/apr
26/apr lesweek
lesweek
3/mei vr 1/mei feest van de arbeid
19
4/mei
20
11/mei
21
18/mei
22
25/mei
23
1/jun
24/mei lesweek
examens
31/mei ma 25/mei pinkstermaandag
Examens
7/jun ma 1/jun inleveren verslagen, taken & portfolio
24
8/jun
14/jun examens
25
15/jun
21/jun examens
26
22/jun
27
29/jun
28/jun examens
ma 29/jun examencommissies
5/jul di 30/jun departementale proclamatie
35
24/aug
30/aug examens 2 examenkans
36
31/aug
6/sep examens 2 examenkans
37
7/sep
28-34
6/jul
8/feb lesweek
lesweek
15/feb ma 9/feb indienen preservicestage periode 3
22/feb krokusvakantie
lesweek
1/mrt indienen preservicestage periode 3
10/mei lesweek
lesweek
do 14/mei o.l.h. hemelvaart + brugdag op vr
17/mei 15/mei
23/aug zomervakantie
de
de
13/sep ma 7/sep examencommissie slo muziek
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
7 / 37
4 Opleidingsprogramma SLO muziek
Opleidingsonderdeel
Contact Studie Studie
uren
tijd
omvang
Vakgebied pedagogische en didactische vorming





Didactiek van het artistiek
leren
Ontwikkelingspsychologie
Communicatie
Vakdidactiek initiatie
Vakdidactiek algemene
muziekleer (AMV/AMC)
Studie
punten
Evaluatie
de
2
ex.
60
120
180
6
E
X
30
30
30
60
60
60
60
120
90
90
90
180
3
3
3
6
E
PE
PE
PE
X
X
X
X
X
Vakgebied pedagogische en didactische vorming (afhankelijk van masteropleiding)
Master instrument/zang

Vakdid. instrument/zang

Vakdid. groepsmusiceren
45
135
180
6
30
60
90
3
45
135
180
6
30
60
90
3
Master jazz/lichte muziek

Vakdid. instrument/zang

Vakdid. groepsmusiceren
Master compositie en master
pedagogie

Vakdid. AMT/MT

Uitdieping vakdid. algemene
muziekleer (AMV/AMC/MG)
Master directie

Vakdid. groepsmusiceren

Uitdieping vakdid. algemene
muziekleer (AMV/AMC/MG)
PE
PE
X
PE
PE
X
X
X
PE
PE
30
60
90
3
X
30
120
150
6
X
PE
PE
30
60
90
3
X
30
120
150
6
X
30
Vakgebied praktijk preservice of inservice (30 studiepunten)
Preservice

Observatiestage

Stage (afhankelijk van
masteropleiding)

Portfolio
Inservice

Observatiestage

Stage

Portfolio
90
720
90
720
3
24
E
P
0
0
90
90
3
E
X
90
720
90
90
720
90
3
24
3
E
P
E
0
0
X
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
8 / 37
Opleidingsonderdeel
Stagepakket 24 studiepunten
Contact Studie Studie
uren
tijd
omvang
Master instrument/zang en jazz/lichte
muziek

Stage 6 instrument/zang

Stage 9 instrument/zang

Stage 3 groepsmusiceren

Keuze
Master compositie en master
pedagogie
 Stage AMT/MT
 Stage algemene muziekleer
(AMV)
 Stage algemene muziekleer
(AMC/MG)
 Keuze
Master directie

Stage groepsmusiceren

Stage 9 algemene
muziekleer (AMV/AMC/MG)

Keuze
Keuzepakket

Stage initiatie

Stage 6 algemene
muziekleer (AMV/AMC)

Educatief project

Stage muzikale opvoeding
15
15
Studie
punten
Evaluatie
de
2
ex.
180
270
90
180
180
270
90
180
6
9
3
6
P
P
P
P
0
0
0
0
180
180
180
180
6
6
P
P
0
0
180
180
6
P
0
180
180
6
P
0
270
270
270
270
9
9
P
P
0
0
180
180
6
P
0
180
180
180
180
6
6
P
P
0
0
165
165
180
180
6
6
P
P
0
0
E = examen
P = permanente evaluatie
PE = permanente evaluatie + examen
de
X = wel 2 examenkans
de
0 = geen 2 examenkans
Studenten die zich inschrijven voor inservice of preservice stage volgen supervisie.
Een combinatie van inservice en preservice stage is mogelijk. Bij onvolledige
inservicestage wordt de stage aangevuld uit het preservicetraject: in overleg met de
coördinator
Het opleidingsprogramma (60 studiepunten) bestaat uit een theoretische component
(vakgebied pedagogische en didactische vorming, 30 stp.) en een praktijkcomponent (30
stp.). Indien je een geïndividualiseerd studietraject volgt, dien je het
opleidingsonderdeel didactiek van het artistiek leren steeds op te nemen vóór of
gelijktijdig met de vakdidactieken en de observatiestage. Achtereenvolgens kunnen de
stage en als laatste het portfolio in het studietraject worden opgenomen.
Het opleidingsonderdeel Vakdidactiek Instrument/Zang bevat naast 30 contacturen
Vakdidactiek Instrument ook Praktijkstudie Vakdidactiek (10 uur) en Lichamelijk
Bewustzijn voor Docenten (5 uur).
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
9 / 37
5 Lesrooster
dag
begin
einde
opleidingsonderdeel
docent
periode
lokaal
maandag
10.00
12.00
Vakdidactiek groepsmusiceren
Geert Philips
sem. 1
58
klassiek
12.30
15.00
Vakdidactiek initiatie (les met
Sanne Caluwaerts 1 les op 17/11
alle opleidingen)
dinsdag
10.00
13.00
contacturen Educatief Project
N. Gordon
30/09/14
Zwarte zaal: iedereen
(preservice)
P.Renschaw
7/10+14/10 + 21/10/14
Witte zaal: iedereen
A. Vandevelde
18/11/14
435: slo drama
S. Caluwaerts
9/06/15
Zwarte zaal: slo dans
+ nader te bepalen
Witte zaal: slo muziek
Zie onthaal en BB
10.30
11.30
10.30
woensdag
09.00
11.30
12.30
11.30
11.00
Lichamelijk bewustzijn voor
Magda
03/02 +10/02+
docenten (zittende
Thielemans
24/02/15
instrumenten)°
03/03 +10/03/15
Lichamelijk bewustzijn voor
03/02 +10/02+
docenten (staande
24/02/15
instrumenten)°
03/03 +10/03/15
Lichamelijk bewustzijn voor
24/03 +31/03/15
docenten (zangers)
21/04 +28/04/15
Didactiek van het artistiek leren
Jan Staes
sem. 1 + 2
Linda Germeys
(30 lessen: van 24/09 tot
101
101
101
58
03/06)
11.00
13.00
Ontwikkelingspsychologie
Annouk Van
sem. 1
Moorsel
(15 lessen: van 24/09 tot
58
21/01)
donderdag
10.00
12.30
Vakdidactiek initiatie
Sanne Caluwaerts sem. 1
13.00
15.00
Supervisie inservice
Linda Germeys
09/10/14
20/11/14
12/02/15
23/04/15
13.00
15.00
Supervisie preservice
Linda Germeys
02/10/14
27/11/14
05/02/15
30/04/15
vrijdag
9.00
11.00
9.00
11.00
Vakdidactiek Algemene
Geert Synnave
Muziekleer (deel AMC klassiek)
Vakdidactiek Algemene
sem.1 ((exacte lesdagen
58
n.t.b.)
Jo Mahieu
03/10 + 17/10
Muziekleer (deel AMC jazz/lichte
07/11 + 21/11
muziek)
05/12 + 12/12 + 19/12/14
09/01/15
11.00
13.15
08.30
10.30
11.00
13.00
Vakdidactiek Algemene
Marleen Willems
sem. 1
58
Communicatie groep 1
Linda Germeys &
sem. 2
58
Communicatie groep 2
Bob Selderslaghs
(15 lessen: van 06/02 tot
Muziekleer (deel AMV)
22/05)
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
10 / 37
De lesdag en –uren voor Praktijkstudie Vakdidactiek instrument/zang en Vakdidactiek
Groepsmusiceren Jazz/lichte muziek worden later meegedeeld.
Voor de andere opleidingsonderdelen (Vakdidactiek, Stage muzikale opvoeding en
Uitbreiding vakdidactiek) neem je contact op met de betrokken docent.
Let op voor wijzigingen! Deze worden meegedeeld via Blackboard en het digitaal
beeldscherm.
5.1 Aanwezigheid
De aanwezigheid in lessen met permanente evaluatie (P, kijk hiervoor in het
opleidingsprogramma onder de kolom evaluatie) is door de concrete invulling van die
lessen en de hieraan gekoppelde manier van evalueren een voorwaarde voor het
toekennen van een cijfer. Bij opleidingsonderdelen met permanente evaluatie* (P) is de
aanwezigheid dus verplicht!
De aanwezigheden worden door de docent genoteerd in de lessen. De puntenberekening
gebeurt op basis van de effectieve aanwezigheden en gewettigde afwezigheden t.o.v. het
aantal effectief gegeven lessen per academiejaar. Indien je niet aanwezig kan zijn in de
les, kan je dit telefonisch melden aan het onthaal en wordt dit via het postvakje aan de
betrokken docent meegedeeld. Je bent echter pas gewettigd afwezig als je over een
medisch attest beschikt Dit attest bezorg je aan de betrokken docent èn op het
secretariaat.
De ongewettigde afwezigheden van een student bij onderwijsactiviteiten worden als volgt
verrekend in de quotering:
afwezig
aanwezig
Maximum
te behalen
0%
100%
20/20
10%
90%
18/20
20%
80%
16/20
30%
70%
14/20
40%
60%
12/20
50%
50%
10/20
In lessen waar de aanwezigheid geen voorwaarde is om de credit te kunnen behalen (die
enkel worden beoordeeld op basis van examen (E)) is de aanwezigheid niet verplicht
(hoewel de aanwezigheid de slaagkans gevoelig kan verhogen).
5.2 Credits verwerven
Je verwerft een credit voor een opleidingsonderdeel wanneer je tenminste 10/20 behaalt.
Je moet slagen voor elke deelproef van het opleidingsonderdeel om voor het volledige
opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Indien je voor een deelproef niet slaagt, wordt het
laagste cijfer van de deelproef het cijfer van het hele opleidingsonderdeel en word je voor
het hele opleidingsonderdeel doorverwezen naar de volgende examenperiode.
5.3 Vakgebied pedagogische en didactische vorming in het opleidingsprogramma
Hier wordt een algemeen theoretisch kader geschetst in relatie tot de kunsten en tot het
leraarsberoep.
De theoretische opleidingsonderdelen didactiek van het artistiek leren,
ontwikkelingspsychologie en communicatie worden gezamenlijk georganiseerd voor de
SLO dans, drama en muziek.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
11 / 37
De verschillende vakdidactieken bereiden je zeer concreet voor op het lesgeven in een
bepaalde discipline.
5.4 Vakgebied praktijk in het opleidingsprogramma
De praktijkcomponent bestaat uit
– observatiestage
– (doe)stage
– Preservice (als student-stagiair): wie dit traject volgt kiest voor een
praktijkopleiding die wordt gestuurd vanuit de opleiding.
– Inservice (als leraar in opleiding of LIO): wie dit traject kiest heeft een aanstelling in
het onderwijs.
– Combinatie
– Indien je niet de volledige praktijkcomponent inservice kan opnemen, kan je voor
een combinatie van preservice/inservice stage opteren. Hierbij wordt het aantal
lesuren binnen je aanstelling opgeteld en omgezet in studiepunten (zie
onderstaande tabel). De resterende studiepunten kunnen vervolgens d.m.v.
preservice stage worden ingevuld:
studiepunten
96 (tot 143)
6
144 (tot 191)
9
192 (tot 239)
12
240 (tot 287)
15
288 (tot 335)
18
336 (tot 383)
21
384 (tot 431)
24
– supervisie
– portfolio
5.4.1 Observatiestage
– Je observeert 15 lessen binnen een stageschool.
– Je kiest hiervoor uit een lijst die je vindt op blackboard of je stelt nog een andere
stageschool voor aan de coördinator van de opleiding.
– Je bespreekt je stageplanning met de vakdidacticus/coördinator
– Je observeert enkel lessen van leraars die minimum 2 jaar lesgeven en in het bezit zijn
van een pedagogisch diploma
– Je vraagt toelating aan de stageschool om te komen observeren.
– Je kan starten met je observaties na de introductieles ‘observeren’ in de les didactiek
van het artistiek leren èn na toelating van de opleiding en de stageschool. De concrete
observatie-opdrachten krijg je in de les didactiek van het artistiek leren.
– Je observeert:
– 9 lessen muziek :
studenten JALM observeren 5u in de klassieke afdeling en 4u in de JALM afdeling.
Studenten van de klassiek afdeling observeren 5u in de JALM afdeling en 4u in de
klassieke afdeling.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
12 / 37
Bij de keuze van de lessen zal rekening gehouden worden met een mix van:
kinderen-jongeren-volwassenen. Het is de bedoeling dat deze stage zo ruim
mogelijk georganiseerd wordt: houtblazers gaan bij de strijkers en/of koperblazers
en/of tokkelinstrumenten … observeren en vice versa. De observaties in de eigen
discipline horen bij de stage hoofdvak.
– + 3 lessen dans:
verschillende genres (klassieke dans, modern hedendaagse dans, dansinitiatie,
andere…)
3 doelgroepen: kinderen, jongeren, volwassenen
– + 3 lessen drama:
3 onderwijsvormen: DKO, KSO, andere met hieraan gekoppeld verschillende
disciplines
3 doelgroepen: kinderen, jongeren, volwassenen
– De planning van je observatiestage vul je in op het formulier “observatiestage” en je
laat dit formulier afstempelen in de academie of ondertekend door de klasleraar.
2
– Dit formulier voeg je toe aan je het observatieverslag* .
– Dit observatieverslag wordt ingeleverd op het secretariaat voor 1 juni en later
toegevoegd aan het portfolio.”
Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je hieronder
Stageschool
Student
Lerarenopleiding Antwerpen
1. Je kiest stageplaatsen uit de lijst of
1.de coördinator/docenten geven
je zoekt een aantal interessante
advies inzake de keuze van de te
stageplaatsen en bespreekt dit eerst
observeren lessen
formulieren
met vakdidacticus, docenten of
coördinator.
2.Je vraagt de toestemming aan de
directie van de stageschool
3. De directie verleent
de toestemming
4. De les wordt geobserveerd en
observatiestage
genoteerd.
5.Na de les wordt het
formulier
'observatiestage'
afgestempeld of
ondertekend
6. Je maakt een observatieverslag
2
Voor alle termen met een * vind je achteraan een verklarende trefwoordenlijst
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
13 / 37
5.4.2 (Doe)stage
Preservice
Vooraf:
– Je zoekt samen met de coördinator/vakdidacticus voor elke discipline een stageplaats.
Hiervoor wordt o.m. een “stagemarkt” georganiseerd waar stagescholen en studenten
contacten kunnen leggen. Er kan ook een lijst worden geraadpleegd met door de
opleiding aanbevolen stageplaatsen. De stageplaatsen dienen te worden goedgekeurd
door de opleidingscoördinator. Opgelet: je mag enkel stage lopen bij vakleerkrachten
die minimum 2 jaar lesgeven en in het bezit zijn van een pedagogisch diploma.
– Per 3 studiepunten geef je zelf 5 lesuren, steeds voorafgegaan door een observatie in
de klas waar de stage plaatsvindt.
– Bij de keuze van de stageplaatsen hou je rekening met de verschillende doelgroepen
(kinderen, jongeren, volwassenen) èn met de verschillende onderwijsvormen (DKO,
KSO, …).
– Na goedkeuring neem je zelf contact op met de stageschool en de mentor/vakleraar en
maak je praktische afspraken.
– De stageplanning wordt ingevuld op het digitale formulier stages (1 formulier per
stageschool/stageblok . Opgelet: inservice en preservice stages op aparte formulieren
indienen ). Je krijgt hiervoor per stageperiode een link via blackboard – organisaties –
studenten KC – SLO dans/drama/muziek. Na goedkeuring van de stage krijg je een
bevestiging per mail met een overzicht van de door jou ingevulde gegevens (opgelet:
geen formulier = geen stage). In de academische kalender staan de data genoteerd
waarop je ten laatste de stageplanning mag binnenbrengen.
– De opleiding stuurt hierop een raamovereenkomst* aan de betrokken directies.
– Deze wordt ondertekend door de opleiding en de stageplaats.
– Per discipline wordt lesgegeven aan verschillende niveaus of aan verschillende
doelgroepen.
– Je geeft maximum 2 lesuren per dag
– Het volledige stagepakket moet gespreid worden over minimum 2 stageperiodes.
M.a.w. je kan niet al je stagelessen plannen binnen 1 stageperiode
Tijdens:
– Je observeert vooraf de klas waaraan je zelf zal lesgeven en maakt hiervan een
observatieverslag.
– Je maakt voor elke stageles een lesvoorbereiding en een verslag (zelfevaluatie).
– Je wordt begeleid vanuit de opleiding door de stagebegeleiders.
– Je wordt begeleid vanuit de stageschool door de mentoren of vakleraars.
– Voor de begeleiding van de stages worden de formulieren ‘verslag lesbegeleiding’ per
les of ‘verslag – synthese’ voor het beoordelen van meerdere lessen gebruikt. Deze
formulieren kunnen op blackboard teruggevonden worden of afgehaald op het
secretariaat.
– Op vooraf bepaalde data (zie lesrooster) is er een supervisiebijeenkomst. De
supervisie is een onderdeel van het stagetraject en derhalve is de aanwezigheid
verplicht.
– Tijdens de stage ligt een stagemap in de klas ter inzage voor de vakmentor en
stagebegeleider met daarin (week na week verder aangevuld):
– Observatieverslagen (1 per geobserveerde les van de klas waar de stage plaats
vindt)
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
14 / 37
– Agenda
– Alle lesvoorbereidingen: studenten preservice maken voor elke les een
uitgewerkte lesvoorbereiding
De inhoud van de stagemap vormt de basis voor het portfolio*.
– Bij afwezigheid verwittig je de stageschool, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de
coördinator zo snel mogelijk, telefonisch èn per mail.
– Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: je verwittigt de
stageschool, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator zo snel mogelijk,
telefonisch èn per mail.
– Bij niet opvolgen van het stagereglement kan de coördinator beslissen de stage op te
schorten.
Na:
– Voor de evaluatie van de stage gebruiken de stagebegeleiders en de mentoren het
formulier verslag lesbegeleiding* en/of verslag synthese*.
– De stageschool kan voor de evaluatie van de stage ook gebruik maken van een eigen
assessmentsysteem. Van de evaluatie is een schriftelijke neerslag vereist. Deze
evaluatie wordt bezorgd aan de student door de stageschool na afronding van de
stage.
– Alle gegevens van alle stages worden verzameld in het portfolio: bij spreiding van
stages over verschillende academiejaren worden verslagen per stageschool per
academiejaar ingeleverd vóór 1 juni op het secretariaat van het Koninklijk
Conservatorium en uiteindelijk toegevoegd aan het portfolio.
Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je hieronder
Stageschool
Student
Lerarenopleiding Antwerpen
1 Je overlegt over de stageplaatsen
1.de coördinator/docenten geven
met de vakdidacticus en de
advies inzake de keuze van de
coördinator.
stageplaats
formulier
2. Je vraagt toestemming aan de
stageschool
3. de directie verleent
toestemming
4. Je vult het digitaal formulier stages
Stageformulier via
in.
link
5. Per stageplaats wordt een
Raamovereenkomst
raamovereenkomst opgemaakt.
Deze wordt ondertekend door de
opleiding en de stageschool.
6. De (vak)mentor
6. Je geeft de stagelessen - het
6. Je wordt begeleid door de
Lesvoorbereiding
observeert de stage,
verloop hiervan is te volgen via de
stagebegeleider(s)
Verslag
bespreekt, stuurt bij
stagemap
7. De mentor/leraar
9. Op het einde van alle stages worden 10. Er wordt een beoordeling
maakt een beoordeling
alles samengevoegd in een portfolio
lesbegeleiding of
Verslag synthese
Verslag synthese
opgemaakt
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
15 / 37
Inservice
Voor:
– Je stelt bij inschrijving de stageplaats en de omvang van de stage voor aan de
coördinator. Je staaft dit door een voorlopige goedkeuring van je directie met het
formulier inservice voor de grensdatum voor inschrijving (zie jaarkalender).
– De opleiding stuurt dan een LIObaanovereenkomst aan de betrokken
directies/mentoren.
– Deze wordt ondertekend door alle partijen, één exemplaar wordt terugbezorgd aan het
secretariaat.
– De stageplanning wordt ingevuld op het digitale formulier stages (1 formulier per
stageschool, inservice en preservice stages op aparte formulieren). Je krijgt hiervoor
per stageperiode een link via blackboard – organisaties – studenten KC – SLO
dans/drama/muziek. Na goedkeuring van de stage krijg je een bevestiging per mail met
een overzicht van de door jou ingevulde gegevens.
Tijdens:
– Je wordt begeleid vanuit de opleiding door de stagebegeleiders.
– Je wordt begeleid vanuit de stageschool door de mentoren of vakleraars.
– Voor de begeleiding van de stages worden de formulieren verslag lesbegeleiding en/of
verslag synthese gebruikt.
– Op vooraf bepaalde data (zie lesrooster) is er een supervisiebijeenkomst. De
supervisie is een onderdeel van het inservicetraject en derhalve is de aanwezigheid
verplicht.
– Tijdens de stage ligt een stagemap in de klas ter inzage voor de vakmentor en
stagebegeleider met daarin (week na week verder aangevuld):
– Agenda
– Lesplannen
– Bij afwezigheid verwittig je de stageschool, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de
coördinator zo snel mogelijk, telefonisch èn per mail.
– Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: je verwittigt de
stageschool, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator zo snel mogelijk,
telefonisch èn per mail.
Na:
– Voor de evaluatie van de stage gebruiken de stagebegeleiders het formulier verslag
lesbegeleiding* en/of verslag synthese*.
– De stageschool kan voor de evaluatie van de stage ook gebruik maken van een eigen
assessmentsysteem. Van de evaluatie is een schriftelijke neerslag vereist. Deze
evaluatie wordt bezorgd aan de student door de stageschool na afronding van de
stage.
– Alle gegevens van alle stages worden verzameld in het portfolio: bij spreiding van
stages over verschillende academiejaren worden verslagen per stageschool, per
academiejaar ingeleverd vóór 1 juni op het secretariaat van het Koninklijk
Conservatorium en uiteindelijk toegevoegd aan het portfolio.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
16 / 37
Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je hieronder:
Stageschool
Student
1. De stageschool heeft
1. Je bent werknemer in een
de student aangenomen
onderwijsinstelling; je hebt een LIObaan
Lerarenopleiding Antwerpen
formulieren
als personeelslid (LIO
baan)
2. De directie engageert
2. Je vraagt het statuut van “leraar in
zich voor de
opleiding” aan de stageschool
samenwerking met de
lerarenopleiding inzake
de begeleiding van de
inservicestage
3. Je brengt de lerarenopleiding op de
3. Voor instellingen, andere dan formulier inservice
hoogte van je opdracht ( aantal uren en
officiële DKO-scholen of KSO,
periode van aanstelling).
wordt onderzocht of een
samenwerking mogelijk is.
4. Je vult het digitale stageformulier in.
Stageformulier via link
5. Per student en per
Liobaanovereenkomst
stageplaats wordt een
liobaanovereenkomst
opgemaakt. Deze wordt
ondertekend door de opleiding,
de stageschool en de student.
6. De mentor begeleidt
6. Je geeft je lessen en vervult
6. Je wordt begeleid door de
de student
bijbehorende opdrachten
opleiding
7. De mentor en/of
7. Er wordt een beoordeling
directeur maken een
opgemaakt
Verslag lesbegeleiding
Verslag synthese
beoordeling
5.4.3 Supervisie
Supervisie omvat 4 contactmomenten (zie lesrooster), gericht op het reflecteren op de
eigen manier van werken met als doel een persoonsgericht leertraject te doorlopen. Het
aanleren of verder uitbouwen van je vermogen tot reflectie is de kerntaak van supervisie.
Je blikt terug op ervaringen en gaat ze onderzoeken, ruimer kaderen, bevragen, toetsen,
aanpassen en handelingsalternatieven uitproberen. Je medestudenten spelen ook een
belangrijke rol in dit proces via het uitwisselen van ervaringen en informatie en de
feedback die je van elkaar ontvangt. Aanwezigheid op de contactmomenten is verplicht
voor alle studenten die ingeschreven zijn voor (doe)stages.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
17 / 37
5.4.4 Portfolio
In het portfolio bundel je al je activiteiten uit de praktijkcomponent van het programma.
Volgende onderdelen mogen niet ontbreken:
– Inhoudstafel
– Formulier observatiestage en verslagen observatiestage
– Stage
– Per stageblok
– Agenda
– Lesplan (inservice) en/of lesvoorbereidingen (preservice)
– Zelfevaluatie per les
– Verslagen lesbegeleiding en/of syntheseverslagen
– Algemeen Besluit
– Onderzoek
– Je doet een onderzoek naar de functionele gehelen of basiscompetenties van een
leraar: welke competentie(s) moet jij nog verbeteren of verdiepen met het oog op een
voldoende beheersing/verworvenheid ervan?
– Kies 1 basiscompetentie uit die je wil verwerven/ verbreden/ verdiepen/ verbeteren.
– Je formuleert een voorstel (aan welke competentie wil je werken?) en een plan van
aanpak (hoe ga je te werk om de gekozen competentie te versterken?) en presenteert
dit aan de opleidingscoördinator.
– Na goedkeuring ga je aan de slag.
– Rapporteer alle acties die je ondernomen hebt en schrijf hierover een “reflectieverslag
basiscompetenties”. Voeg dit toe aan je portfolio.
5.4.5 Keuze-opleidingsonderdelen
Studenten die gekozen hebben voor preservicestages, dienen een keuze te maken uit de
volgende 4 mogelijkheden:
1 Stage initiatie
2 Stage algemene muziekleer (AMV/AMC)
3 Educatief Project
4 Stage muzikale opvoeding
De stages initiatie sluiten aan bij de vakdidactiek initiatie. Je doet praktijkervaring op in
het werken met jonge kinderen rond muziekinitiatie. Je geeft 10 lesuren en wordt
begeleid door Sanne Caluwaerts.
De stages algemene muziekleer sluiten aan bij de vakdidactiek algemene muziekleer
(AMV/AMC). Je geeft 5 lessen AMV en 5 lessen AMC in het Deeltijds Kunstonderwijs. Je
wordt begeleid door Marleen Willems, Geert Synnave en Jo Mahieu.
De kernopdracht van de student in het Educatief Project is een project op poten te
zetten met een specifieke doelgroep, buiten het reguliere onderwijssysteem. Daaronder
vallen activiteiten als voorbereidingen/plannen maken, het bepalen van een werkwijze die
onderwijskundig en didactisch verantwoord is, het kiezen van het didactisch materiaal,
het bijhouden van een dag- of logboek, het organiseren van een toonmoment, het
beoordelen (evaluatie) van het eigen begeleiden en van de deelnemers, het motiveren
van de deelnemers, het geven van individuele begeleiding en het werken aan een goede
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
18 / 37
sfeer bij de omgang met individuele deelnemers en groepen. De docenten van het
Educatief Project geven een theoretische omkadering tijdens de 15 contacturen (zie
lesrooster). De contacturen zijn een onderdeel van dit opleidingsonderdeel en derhalve is
de aanwezigheid verplicht. Vervolgens krijgt elke student een begeleider toegewezen die
ondersteuning biedt bij de praktische uitwerking van zijn/haar Educatief Project.
Docenten/begeleiders: Natalie Gordon, Sanne Caluwaerts, Anne Vandevelde.
De stages muzikale opvoeding spitsen zich toe op het geven van muzieklessen in het
dagonderwijs. Mieke Van Berendoncks bereidt je hierop voor in 15 contacturen. Nadien
geef je 10 lesuren in het secundair onderwijs en je wordt daarbij gecoacht door Mieke
Van Berendoncks.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
19 / 37
6 Formulieren
Alle formulieren zijn te downloaden via blackboard en op papier te verkrijgen op het
secretariaat.
Inservice (aanvraag)
Met dit formulier vraag je de toestemming aan de directeur om een inservice stage te
doen in zijn school. Op basis van dit document wordt de LIObaanovereenkomst gemaakt.
Lesvoorbereiding (preservice)
Hierop maak je eventueel je lesvoorbereidingen; dat kan digitaal, maar ook
handgeschreven.
Lesplan (inservice)
Dit formulier helpt je voor het opbouwen van een lessenreeks binnen een bepaalde
periode.
Observatiestage
Hierop vul je in waar je bent gaan observeren. Je laat dit ook telkens tekenen of
afstempelen door de betrokkenen.
Stages (preservice + inservice)
Dit digitaal formulier vul je in per stageschool en apart voor preservice en inservice
stages zodat wij alle benodigde gegevens met betrekking tot je stage ter onzer
beschikking hebben. Je ontvangt hiervoor een link via het secretariaat. Je kan het hele
jaar daar inschrijven voor de verschillende stageperiodes doch elke stageperiode wordt
afgesloten op een bepaalde datum (zie jaarkalender). Inschrijven voor die stageperiode is
daarna niet meer mogelijk.
Raamovereenkomst
De overeenkomst voor stages wordt opgestuurd door het secretariaat naar de
stageschool ter ondertekening.
LIObaanovereenkomst
Dit formulier wordt opgestuurd door het secretariaat naar de stageschool ter
ondertekening. De student of de stageschool zelf bezorgt dit document ondertekend
terug.
Verslag lesbegeleiding
Dit formulier wordt door jou bezorgd aan alle betrokkenen bij de begeleiding/evaluatie
van jouw stagelessen ((vak)mentoren, de directies en de stagebegeleiders). Zij vullen dit
in en bezorgen het ons via jou terug (toevoegen aan het portfolio).
Verslag Synthese
Dit formulier wordt door jou bezorgd aan alle betrokkenen bij de begeleiding/evaluatie
van jouw stage ((vak)mentoren, de directies en de stagebegeleiders). Het synthese
formulier wordt gebruikt voor de beoordeling van jouw lespraktijk na afronding van een
stageblok.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
20 / 37
7 Voorzieningen
7.1 Bibliotheek
Meer informatie over de leeszaal, uitleendienst en de collectie m.b.t. muziek vind je in de
wegwijzer voor studenten en de bibliotheekwegwijzer. Naast het aanbod van onze
bibliotheek kan je voor vakliteratuur inzake onderwijs ook een kijkje nemen in de
bibliotheek van het departement BLS, Verschansingstraat 29, 2000 Antwerpen, T 03 259
01 27, [email protected].
7.2 Studentenparticipatie
In de lerarenopleiding besteden we op een systematische manier aandacht aan de
kwaliteit van onze opleidingen. Hiervoor bestaan o.a. opleidingsraden voor de
lerarenopleidingen dans, drama en muziek waarin opleidingshoofden, docenten en
studenten zetelen. Elk jaar zijn we op zoek naar kandidaat studenten om te zetelen in
deze commissie. Je kan je hiervoor kandidaat stellen bij je coördinator of bij het
opleidingshoofd SLO.
7.3 Studentenbegeleiding
Om je studietraject zo optimaal mogelijk te laten verlopen organiseren de opleidingen
studentenbegeleiding. Wanneer je vragen of hulp nodig hebt kan je terecht bij de
coördinatoren en de docenten van jouw opleiding.
De studentenbegeleider voor het departement Koninklijk Conservatorium is Floris
Lammens.
7.4 Ombuds
Bij geschillen kan je beroep doen op een ombudspersoon. Deze persoon is niet
betrokken bij de opleiding maar wel vertrouwd met het departement. Voor de
lerarenopleidingen is de ombuds Jodka Crabbe.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
21 / 37
8 Wat is… verklarende trefwoordenlijst
Agenda
De agenda is een opsomming van lesmomenten in de tijd met vermelding van één tot
enkele kernwoorden in verband met de inhoud van de les. De agenda staat in
rechtstreekse relatie met de lesvoorbereiding.
Lesplan
Het lesplan is een planning van een lessenreeks van vakantie tot vakantie; over een
schooljaar:
Periode 1: van september tot aan de herfstvakantie
Periode 2: van de herfst- tot aan de kerstvakantie
Periode 3: van de kerst- tot aan de krokusvakantie
Periode 4: van de krokus- tot aan de paasvakantie
Periode 5: van de paas- tot aan de grote vakantie
In het lesplan wordt kort en bondig beschreven wat je wil doen, vertrekkend van wat je op
het einde van de lessenreeks wil bereiken en zo les na les opbouwend. Het accent ligt
hier op het traject dat je met een leerling of een klas wil afleggen in functie van de
doelstellingen. Je maakt lesplannen voor inservice stages.
Lesvoorbereiding
De lesvoorbereiding is een schriftelijke neerslag van activiteiten die in de les zullen
worden aangereikt aan de leerling volgens een welbepaalde structuur:
introductie/opwarming, kern van de les, slot.
De lesvoorbereiding bevat volgende elementen:
1 Doelstellingen: wat wil ik bereiken?
2 Beginsituatie: aan wie geef ik de les?
3 Lesverloop met leerinhouden: hoe ga ik te werk om mijn doel te bereiken?
4 Organisatie van de les: hoe organiseer ik het lesverloop?
5 Didactische werkvormen: welke werkvorm gebruik ik? (demonstreren, vertellen,
doceren, groeps/individuele opdracht,…)
6 Tijdsorganisatie: hoeveel tijd besteed ik aan elk deel van de les?
7 Onderwijsleermiddelen. welke muziek, partituur, tekst, beeld- of ander materiaal
gebruik ik?
Er is een voorgedrukt lesvoorbereidingsblad (zowel digitaal als op papier) ter
beschikking. Gebruik ervan wordt gezien als een hulpmiddel doch is niet verplicht. Alle
elementen van de lesvoorbereiding moeten schriftelijk worden genoteerd en voorhanden
zijn op de stageplaats vóór aanvang van de desbetreffende les. De klasleraar en/of
vakdidacticus kan vragen om vooraf de lesvoorbereiding te mogen inkijken. Je maakt
lesvoorbereidingen voor preservice stages.
LIObaanovereenkomst
Dit formulier wordt opgestuurd door het secretariaat naar de stageschool ter
ondertekening. De student of de stageschool zelf bezorgt dit document ondertekend
terug.
Observatieverslag
In de lessen didactiek van het artistiek leren wordt aandacht besteed aan de techniek van
het observeren. Naast de identificatiegegevens van de geobserveerde les zullen de
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
22 / 37
vragen dienen als leidraad voor het observatieverslag. Het observatieverslag wordt
besloten met een reflectie over de ganse observatieperiode (zie ook tekst
“observatieopdracht”), wordt ingeleverd vóór 1 juni en later ook toegevoegd aan portfolio.
Permanente evaluatie
Permanente evaluatie (P), is een evaluatievorm waarbij de student beoordeeld wordt op
zijn activiteit en medewerking in de klas, op het uitvoeren van taken, het voorleggen van
thuis voorbereide opdrachten, etc. Daar deze beoordeling tijdens de lessen gebeurt, is de
aanwezigheid van de studenten onontbeerlijk. Uiteraard is de aanwezigheid op zich geen
beoordelingscriterium, doch wel een vertrekpunt voor het toekennen van een cijfer: bij
100% aanwezigheid vertrekt men voor de toekenning van het cijfer van de maximum
score 20/20, bij 90% aanwezigheid vertrekt men bij de toekenning van het cijfer van 90%
van de maximum score = 18/20, enz. Wanneer men minder dan de helft van de lessen
aanwezig is geweest kan men nooit meer voldoende behalen op het deel dat wordt
beoordeeld via permanente evaluatie.
Let wel: gewettigde afwezigheden worden niet als afwezigheid meegeteld. De betrokken
docent en het secretariaat dienen hier wel vooraf van op de hoogte te worden gebracht.
Welke opleidingsonderdelen worden beoordeeld via P en voor welk percentage vind je
terug in de respectievelijke opleidingsprogramma’s in de kolom evaluatie.
Stagebesluit per stageblok
In het stagebesluit geef je een persoonlijke samenvatting van je ervaring met de
desbetreffende stage: hoe heb je het lesgeven ervaren, is dit wat je ervan verwachtte,
hoe is het contact met de doelgroep(en) geweest, wat heb je hieruit geleerd, hoe heb je
het desbetreffende schoolklimaat ervaren, waar sta je na deze stage, waarin ben je
gegroeid, wat zijn je aandachtspunten?
Stagebesluit na afronding van alle stages
Je geeft een kritische beschouwing van het eigen functioneren binnen het onderwijs. Je
reflecteert over je verschillende stage-ervaringen en je totale leertraject .
Raamovereenkomst
De overeenkomst voor stages wordt opgestuurd door het secretariaat naar de
stageschool ter ondertekening.
Portfolio
In het portfolio wordt de student gevraagd te reflecteren over de opgedane stageervaringen en deze te confronteren met de eigen verworven kennis, vaardigheden,
attitudes (inhoud van het verslag: zie werkwijze).
Het portfolio wordt gebundeld als een geheel, doch met een duidelijke indeling per
stageblok. Op het einde schrijft de student een algemeen besluit waarin hij reflecteert
over zijn leerervaringen. Verder is er een onderzoeksdeel over functionele gehelen
opgenomen.
Het portfolio wordt beoordeeld op taal, presentatie, inhoud, volledigheid en reflectie.
Verslag lesbegeleiding
Het verslag lesbegeleiding is een instrument voor het begeleiden van de stagelessen.
Het verslag wordt ingevuld door de mentor, klasleraar of de stagebegeleider en wordt
aan de student bezorgd. De formulieren worden toegevoegd aan het portfolio..
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
23 / 37
Verslag synthese
Het verslag synthese is een instrument voor het beoordelen van de stage. Het verslag
wordt ingevuld door de mentor, klasleraar of de stagebegeleider. De formulieren die de
student zelf in ontvangst neemt worden toegevoegd aan het portfolio. Formulieren die
later dan de inleverdatum van het portfolio worden bezorgd kunnen worden nagestuurd
naar de opleiding.
Zelfevaluatie
Na elke les blik je terug op je functioneren als leraar tijdens de voorbije les.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
24 / 37
9 Bijlage
9.1 Stagereglement Specifieke Lerarenopleidingen
o
Omschrijvingen
Art. 1 Stage
Stage is een opleidingsonderdeel, deel van een opleidingsonderdeel of een
onderwijsactiviteit, waarbij een student gedurende een bepaalde periode taken uitvoert in
een reële werksituatie. De stage heeft als doel om de verworven competenties te toetsten
aan de realiteit en verder in te oefenen, wat resulteert in beroepservaring.
Voor de duidelijkheid en transparantie worden het betrokken opleidingsonderdeel, deel
van een opleidingsonderdeel of de onderwijsactiviteit, benoemd met stage, conform de
onderrichtingen studiefiche en studiegids, eventueel met aanvullingen.
Art. 2
Stagebegeleider
Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair
tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt.
Art. 3
Stagegever
Instelling of persoon die aan een studentstagiair de mogelijkheid biedt, om in het kader
van een opleiding één of meerdere stageperiodes te volbrengen.
Art. 4
Stagementor
Persoon aangesteld door de stagegever, die de studentstagiair tijdens de stage
begeleidt.
Art. 5
Stageovereenkomst
Document opgemaakt in drievoud waarbij tussen de 3 betrokken partijen (Artesis Plantijn
Hogeschool Antwerpen, de studentstagiair en de stagegever), bepaalde rechten en
plichten worden afgesproken en bepaald.
Art. 6
Stageplaats
Daadwerkelijke plaats waar de stage doorgaat.
Art. 7
Student-stagiair
Student van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen die in het in het kader van zijn
opleiding één of meerdere stageperiodes volbrengt.
o
Toepassingsgebied en kader
Art. 8
Toepassingsgebied
Dit stagereglement is van toepassing op:
de studentstagiair
de stagegever
de stagementor
de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel waaronder stage ressorteert
de stagebegeleider
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
25 / 37
Art. 9
Studiefiche
De stageperiodes zijn als onderdeel van de opleiding beschreven in de studiefiche van
het betrokken opleidingsonderdeel [artikel 4 van de Stageovereenkomst]. De
beschrijving, de volledigheid, de uitvoering en de evaluatie ervan vallen onder de
verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel.
De studiefiche, opgenomen in de toetredingsovereenkomst, wordt ook aan de stagegever
overhandigd voor “gelezen en goedgekeurd”.
Art. 10 Stageovereenkomst
Voor elke stageperiode wordt een stage-overeenkomst opgemaakt.
Voor preservice stages wordt een raamovereenkomst opgemaakt tussen KCA en de
stageschool voor het stagepakket van alle stagiairs.
Voor de inservice stages wordt een LIObaanovereenkomst opgesteld per studentstagiair
per periode.
Art. 11 De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel
Het is de taak van de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel om toe te zien op de
naleving van het stagereglement en de bepalingen opgenomen in de betreffende en
betrokken studiefiche.
Art. 12 Kosten
De prestaties van de studentstagiair worden niet bezoldigd.
Uitzondering: inservice stage: de student verwerft hier het statuut “leraar in opleiding”
(LIO) en wordt bezoldigd volgens bekwaamheidsbewijs “andere”.
o
Keuze van stagegever en stageplaats
A - binnenland
Art. 13 Stagegever en stageplaats worden aangeboden
Indien de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel zelf de stagegever en de
stageplaats aanduidt, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Criteria:
- Verscheidenheid: van de student wordt verwacht dat hij/zij lesgeeft aan kinderen,
jongeren en volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of
beginners/met ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs
(muzische vakken), privé onderwijs, DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs.
- Vakgerichte, gespecialiseerde begeleiding
- Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding
- Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever
Werkwijze:
- Er wordt een stagemarkt georganiseerd. Hier kunnen aanbieders van stages en
studenten contacten leggen.
- Een lijst van stagescholen/stagementoren die partners van KCA zijn in de
opleiding van de student tot leraar aanbevolen, wordt ter beschikking.
- De stageplaatsen worden individueel toegekend in samenspraak met de student.
- Bij niet consensus bepaalt de opleiding waar de student stage loopt.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
26 / 37
-
-
-
-
Na toekenning van de stageplaats neemt de student zelf contact op met de
stageschool en de stagementor en maakt praktische afspraken.
De student vult de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per
stageplaats en aparte formulieren voor preservice en inservice. Er zijn
verschillende stageperiodes; de digitale formulieren worden ingevuld per periode
uiterlijk zie jaarkalender. Hierna wordt het digitale formulier gesloten en kan geen
formulier voor de desbtreffende periode meer worden ingevuld. De stage kan in
die periode niet plaatsvinden.
De opleiding stuurt hierop een stageraamovereenkomst (preservice) ter
bevestiging aan de betrokken directies en/of mentoren.
De opleiding duidt één of meerdere stagebegeleiders aan. De stagebegeleider
bezoekt de student en geeft feedback over zijn functioneren.
Bij het betreden van de stageschool melden zowel student als stagebegeleider
zich steeds op het secretariaat of bij de directie zodat de stageschool op de
hoogte is van hun aanwezigheid.
Op de stageplaats wordt de begeleiding gegarandeerd door de stagementor.
Deze is bij preservicestage tijdens de stagelessen aanwezig, bij inservicestage
bezoekt hij de student en geeft feedback over zijn functioneren. De stagementor
begeleidt de student tijdens de volledige stage.
De stagegever of de stagementor bezorgt de student na de stage een
stagebeoordeling via de formulieren “verslag lesbegeleiding” (verslag na
observatie/begeleiding van een les) en “syntheseverslag” (syntheseverslag na
observatie/begeleiding van verscheidene lessen).
Art. 14 Stagegever en stageplaats te kiezen uit aanbod
Indien de student de stagegever en stageplaats dient te kiezen uit een vooraf bekende
lijst van stagegevers en –plaatsen, dan worden volgende procedure en criteria
gehanteerd:
Zie artikel 13 en 15
Art. 15 Stagegever en stageplaats zelf aan te brengen door studentstagiair
Indien de student voor de keuze van de stagegever en de stageplaats zelf dient in te
staan, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
De student formuleert zelf een voorstel van stageplaats in overleg met de
verantwoordelijken voor de stage. De stageplaatsen dienen te worden goedgekeurd door
de opleidingscoördinator. Bij niet-consensus bepaalt de opleiding waar de student stage
zal lopen.
Criteria:
- Verscheidenheid: van de student wordt verwacht dat hij lesgeeft aan kinderen,
jongeren en volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of
beginners/met ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs
(muzische vakken), privé onderwijs, DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs.
- Gespecialiseerde, vakgerichte begeleiding
- Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding
- Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever
- Stageplaatsen bevinden zich bij voorkeur in de regio Antwerpen, Stageplaatsen in
andere regio’s worden uitzonderlijk toegelaten op aanvraag, mits goedkeuring van
de stagebegeleider en de coördinator.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
27 / 37
Werkwijze:
Na goedkeuring door de opleiding neemt de student zelf contact op met de
stageschool en de stagementor en maakt praktische afspraken.
- De student vult de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per
stageplaats en aparte formulieren voor preservice en inservice. Er zijn
verschillende stageperiodes; de digitale formulieren worden ingevuld per periode
uiterlijk zie jaarkalender. Hierna wordt het digitale formulier gesloten en kan geen
formulier voor de desbtreffende periode meer worden ingevuld. De stage kan in
die periode niet plaatsvinden.
De opleiding stuurt hierop een stageraamovereenkomst (preservice) of een
LIObaanovereenkomst (inservice) ter bevestiging aan de betrokken directies en/of
mentoren.
De opleiding duidt één of meerdere stagebegeleiders aan. De stagebegeleider
bezoekt de student en geeft feedback over zijn functioneren.
Bij het betreden van de stageschool melden zowel student als stagebegeleider zich
steeds op het secretariaat of bij de directie zodat de stageschool op de hoogte is van de
aanwezigheid.
Op de stageplaats wordt de begeleiding gegarandeerd door de stagementor. Deze is
bij preservicestage tijdens de stagelessen aanwezig, bij inservicestage bezoekt hij de
student en geeft feedback over zijn functioneren. De stagementor begeleidt de student
tijdens de volledige stage.
De stagegever (stagementor) bezorgt de student na de stage een stagebeoordeling
via de formulieren “verslag lesbegeleiding” (verslag na observatie/begeleiding van een
les) en “syntheseverslag” (syntheseverslag na observatie/begeleiding van verscheidene
lessen).
(On)verenigbaarheden: wat zijn de criteria en procedure om een stagegever en een
stageplaats niet goed te keuren, en wat zijn de beroepsmogelijkheden van de student
stagiair.
Criteria:
- Verscheidenheid; van de student wordt verwacht dat hij lesgeeft aan kinderen,
jongeren en volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of
beginners/met ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs
(muzische vakken), privé onderwijs, DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs.
- Gespecialiseerde, vakgerichte begeleiding
- Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding
- Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever
- Stageplaatsen enkel in de regio Antwerpen (preservice), stageplaatsen in andere
regio’s worden enkel uitzonderlijk toegelaten op aanvraag, mits goedkeuring van
de coördinator.
- De stagementor is ten minste 2 jaar afgestudeerd als leraar in het onderwijs, of
als deskundige in de sector waar de stage plaatsheeft. De stagementor heeft
tenminste 2 jaar werkervaring.
Wanneer aan de criteria hoger vermeld niet wordt voldaan, zal de stageplaats niet
worden goedgekeurd.
Beroep hiertegen is niet mogelijk. Er zal in overleg met de student worden gezocht naar
een andere stageplaats. Bij niet-consensus bepaalt de opleiding waar de student stage
zal lopen.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
28 / 37
B – buitenland (= buiten de grenzen van België)
Art. 16 Stagegever en stageplaats worden aangeboden
Indien de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel zelf de stagegever en de
stageplaats aanduidt, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Zie artikel 13
Art. 17 Stagegever en stageplaats te kiezen uit aanbod
Indien de student de stagegever en stageplaats dient te kiezen uit een vooraf bekende
lijst van stagegevers en –plaatsen, dan worden volgende procedure en criteria
gehanteerd:
Zie artikel 13 en 15
Art. 18 Stagegever en stageplaats zelf aan te brengen door studentstagiair
Indien de student voor de keuze van de stagegever en de stageplaats zelf dient in te
staan, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Zie artikel 15
(On)verenigbaarheden: wat zijn de criteria en procedure om een stagegever en een
stageplaats niet goed te keuren, en wat zijn de beroepsmogelijkheden van de
studentstagiair.
Zie artikel 15
Art. 19 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel, ook wanneer de student zelf dient in
te staan voor de keuze van de stagegever en de stageplaats, zorgt ervoor dat de stage
enkel kan doorgaan op plaatsen gedekt door de hogeschoolpolis (bv. niet in landen of
streken van oorlog of oproer)
Bij twijfel dient contact opgenomen te worden met de directie personeel
(+32 3 213 93 32 -  [email protected]).
Indien de studentstagiair meent activiteiten te moeten ontplooien die niet gedekt zijn door
de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel en de hogeschoolpolis, handelt hij in
eigen naam en is de hogeschool de facto/de jure niet verantwoordelijk. De hierboven
bedoelde en vermelde activiteiten kunnen nooit in aanmerking komen voor
evaluatiepunten in het kader van zijn opleiding.
De opgedane expertise kan wel via de AUHA EVC-procedure in aanmerking komen voor
het behalen van een “bewijs van bekwaamheid”.
o
Aan- en afwezigheid, inhaalstage
De studentstagiair volgt de werktijden van de stagegever. Hij begeeft zich naar de
stagegever op de gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de
stageovereenkomst.
Art. 20 Werktijden
De studentstagiair volgt de werktijden van de stagegever. Hij begeeft zich naar de
stagegever op de gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de
stageovereenkomst.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
29 / 37
Art. 21 Afwezigheid
Bij afwezigheid van de studentstagiair wordt volgende procedure gevolgd:
De student verwittigt de stagegever, de stagebegeleider, de stagementor en de
coördinator minimum een dag vooraf (bij overmacht zo snel mogelijk) telefonisch én per
mail.
Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: de student
verwittigt de stagegever, de stagebegeleider, de stagementor en de coördinator minimaal
een dag vooraf (bij overmacht zo snel mogelijk) telefonisch én per mail.
Art. 22 Wettiging afwezigheid
Om te bepalen of een afwezigheid van een studentstagiair al dan niet gewettigd is,
worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
De student is gewettigd afwezig enkel wanneer de afwezigheid kan gestaafd worden met
een geldig doktersattest én wanneer de procedure correct wordt opgevolgd. Indien aan
één van beide voorwaarden niet wordt voldaan wordt de afwezigheid als onwettig
beschouwd.
Art. 23 Te weinig uren stage
Wanneer een studentstagiair omwille van bepaalde omstandigheden niet voldoet aan de
vooraf bepaalde en gestelde uren stage, worden volgende procedure en criteria
gehanteerd:
Bij ongewettigde en gewettigde afwezigheid kan, na overleg met de stagegever, de
stagebegeleider en de coördinator een inhaalstage worden opgelegd door de opleiding.
Bij ongewettigde afwezigheid kan, na overleg met de stagegever, de stagebegeleider en
de coördinator én na een gesprek met de student, de stage worden stopgezet.
Art. 24 Inhaalstage
Wanneer de student omwille van bepaalde omstandigheden niet voldoet aan de gestelde
uren stage, kan een “inhaalstage” georganiseerd worden. Hierbij worden volgende
procedure en criteria gehanteerd:
De opleiding kan in consensus met de stagegever een inhaalstage opleggen wanneer de
student onvoldoende de beoogde lerarencompetenties heeft bereikt in het desbetreffende
stage-onderdeel volgens de opleiding. Een inhaalstage vindt plaats op initiatief van de
opleiding in overleg met de stagegever. De student kan een inhaalstage niet afdwingen.
Voor de inhaalstage gelden dezelfde criteria en werkwijze als voor de stage.
o
Preventie, Gezondheid en Milieu
Art. 25 Onthaal
De stagegever staat in voor het onthaal van de studentstagiair op de stageplaats. Hij
bezorgt de studentstagiair de noodzakelijke informatie met betrekking tot het
arbeidsreglement, de veiligheidsvoorschriften (bv het dragen van werkkledij,…), eerste
hulp bij ongevallen, noodprocedures, de aanwijzingen en gedragsregels (bv. roken,…)
eigen aan de stageplaats.
De persoonlijke beschermingsmiddelen (bv. werkkledij, handschoenen,…) worden door
de stagegever ter beschikking gesteld van de studentstagiair.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
30 / 37
Art. 26 Werkpostfiche en risicoanalyse
Aangezien de stage, zoals gedefinieerd in artikel 1, overeenkomt met de omschrijving
van stage vanuit welzijnsoogpunt (Koninklijk Besluit van 21 september 2004 betreffende
de bescherming van stagiairs), is de stagegever verplicht om een risicoanalyse en een
werkpostfiche op te stellen.
Art. 27 Regelgeving van de stageplaats
De studentstagiair is verplicht het arbeidsreglement, de regelgeving inzake roken, de
voorschriften eigen aan de onderneming en/of sector en de werkvoorschriften die
voortvloeien uit de risicoanalyse na te leven.
Art. 28 Risicoanalyse van een werkpost
Stap 0
De opleidingsonderdeelverantwoordelijke voert een screening uit van de stageplaats
(school, bedrijf, instelling,…). De stageplaats moet uiteraard een pedagogische
meerwaarde bezitten, zonder de veiligheid van de student in gevaar te brengen. Hij gaat
na of de stageplaats een risicoanalyse en werkpostfiche voor de werknemers ter
beschikking heeft. Heeft de stageplaats een preventieadviseur en arbeidsgeneesheer in
dienst? Indien niet, door wie worden deze functies vervuld?
Op basis van deze screening kan de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke beslissen of
de voorgenomen stageplaats al dan niet geschikt is voor het veilig uitvoeren van een
stage.
Stap 1
Heeft de stageplaats een risicoanalyse en/of werkpostfiche ter beschikking van de eigen
werknemers?
JA: vraag ze op en voeg deze toe aan de stageovereenkomst.
NEE: de stageplaats zal een risicoanalyse moeten opmaken. De Artesis Plantijn
Hogeschool Antwerpen stelt hiervoor enkele modeldocumenten ter beschikking. Voor de
keuze van het juiste document, zie stap 2.
Stap 2
De stageplaats betreft een:
BEDRIJF/INSTELLING/ORGANISATIE/…: de stageplaats dient gebruik te maken van
het formulier “risicoanalyse model C”. Vervolg zie stap 4.
SCHOOL: zie stap 3.
Stap 3
De stage vindt plaats in het kader van:
LERARENOPLEIDING KLEUTER, LAGER, SECUNDAIR (algemene vakken, lichamelijke
opvoeding , muzische opvoeding), SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING, BANABA
BUITENGEWOON ONDERWIJS of POSTGRADUAAT NIET-CONFESSIONELE
ZEDENLEER: De stageplaats dient gebruik te maken van het formulier “risicoanalyse
model A”. Vervolg zie stap 4.
LERARENOPLEIDING (secundair technische vakken): de stageplaats dient gebruik te
maken van het formulier “risicoanalyse model B”. Vervolg zie stap 4.
Stap 4
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
31 / 37
De student dient het document over te maken aan de directie van de stageplaats.
Wanneer het document is ingevuld en ondertekend dient het te worden bezorgd aan de
opleidingsonderdeel-verantwoordelijke, samen met de stageovereenkomst.
Art. 29 Studentongeval
Afgezien het feit dat de studentstagiair een dubbelstatuut heeft (student en werknemer)
worden ongevallen van een studentstagiair niet beschouwd en behandeld volgens de
arbeidsongevallenwet, maar wel als “studentongeval”.
Meer informatie over de aangifte van een studentongeval is te vinden:
* in de informatiebrochure preventie, gezondheid en milieu
* op de website via www.ap.be/gezondheid
* bij de medewerker personeel-preventie (+32 3 220 56 16 -  [email protected]).
Art. 30 Moederschapsbescherming
Meer informatie over moederschapsbescherming is te vinden in de informatiebrochure
preventie, gezondheid en milieu of op de website via www.ap.be/gezondheid.
o
Verzekeringen
Art. 31
Meer informatie over de verzekeringen ( burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke
ongevallen; reizen en verblijven in het buitenland ) is te bekomen bij de directie
Personeel via (+32 3 220 56 16 -  [email protected]
o
Bepalingen, taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden
Art. 32 Wettelijke bepalingen
Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (BS 4
oktober 2004) met wijzigingen door het KB van 30 september 2005 (BS 13 oktober 2005)
en het KB van 2 juni 2006 (BS 17 juli 2006).
Art. 33 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagebegeleider
- De stagebegeleider onderhoudt het contact met de stagegever (stagementor) en
de opleidingscoördinator in functie van de begeleiding van de student stagiair.
- Bij het betreden van de stageschool meldt de stagebegeleider zich steeds op het
secretariaat of bij de directie zodat de stageschool op de hoogte is van zijn
aanwezigheid.
- De stagebegeleider begeleidt de student tijdens de hele stage.
- De stagebegeleider bezoekt de student tijdens de stage en geeft feedback aan de
student.
- De stagebegeleider vult een formulier “lesverslag en/of synthese verslag
stagebegeleiding” in en bezorgt dit aan de student.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
32 / 37
Art. 34 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagegever
De stagegever garandeert een optimale begeleiding van de student (cf. criteria en
procedures in het stagereglement)
Art. 35 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagementor
- De stagementor onderhoudt het contact met de opleidingscoördinator in functie
van de begeleiding van de student stagiair.
- De stagementor begeleidt de student tijdens de hele stage.
- De stagementor bezoekt de student tijdens de stage en geeft feedback aan de
student.
- De stagementor vult het formulier “lesverslag en/of synthese verslag
3
stagebegeleiding” in en bezorgt dit aan de student voor 1 juni.
Art. 36 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de studentstagiair
De student engageert zich om zo goed mogelijk de lestaken en de daarmee
samenhangende activiteiten uit te voeren. Hij/zij houdt rekening met de richtlijnen vanuit
de lerarenopleiding en met de eisen en verwachtingen van de stageschool.
Stage opdracht onderwijs
 Voorbereiding
Na bepaling van de stageplaats neemt de student zelf contact op met de stageschool
en de mentor en maakt praktische afspraken na goedkeuring door de stageschool.
De planning dient te gebeuren in overleg met de stagebegeleider van de opleiding.
De student vult de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per
stageplaats en aparte formulieren voor preservice en inservice. Er zijn verschillende
stageperiodes; de digitale formulieren worden ingevuld per periode uiterlijk zie
jaarkalender. Hierna wordt het digitale formulier gesloten en kan geen formulier voor
de desbtreffende periode meer worden ingevuld. De stage kan dan bijgevolg in die
periode niet plaatsvinden.
De preservice-stages starten pas na de inlevering van de goedgekeurde planning.
Het stageformulier wordt meegestuurd als addendum bij de stage-overeenkomst.

Observeren
Telkens men aan een andere groep lesgeeft, observeert men de groep gedurende
minimum 1 les en hiervan maakt men een verslag.
o
Lesgeven
De preservicestage bestaat uit stage-blokken (5 lessen = 3 studiepunten).
Van iedere les wordt vooraf een lesvoorbereiding gemaakt.
De lesvoorbereiding bevat volgende elementen:



3
Doelstellingen: wat wil ik bereiken?
Beginsituatie: aan wie geef ik de les?
Lesverloop met leerinhouden: hoe ga ik te werk om mijn doel te
bereiken?
Dit kan eventueel ook gebeuren door de mentor/directeur, dit is afhankelijk van de takenverdeling van de
betrokken stageschool.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
33 / 37


Organisatie van de les: Hoe organiseer ik het lesverloop?
Didactische werkvormen: welke werkvorm gebruik ik?
(demonstreren, vertellen, doceren, groeps/individuele
opdracht,…)
 Tijdsorganisatie: hoeveel tijd besteed ik aan elk deel van de les?
 Onderwijsleermiddelen. Welke muziek, partituur, tekst, beeld- of
ander materiaal gebruik ik?
Er is een voorgedrukt lesvoorbereidingsblad (zowel digitaal als op papier) ter
beschikking. Gebruik ervan wordt gezien als een hulpmiddel doch is niet verplicht.
o
Evalueren
Na de les maakt de student een kort reflectie van zijn les met de positieve punten en
met de onderdelen die niet helemaal verliepen zoals gepland.
o
Stagemap
De stagemap is een belangrijk element in de communicatie tussen student –
stagementor– stagebegeleider en moet beschikbaar zijn tijdens de stagelessen.
De stagemap bevat volgende onderdelen:
1. Agenda van de stage
2. Observatieverslagen
3. Lesvoorbereidingen + zelfevaluatie van de lessen die reeds zijn
gegeven (tot op de dag geactualiseerd)
4. profielen van leerlingen (muziek)
5. Evaluaties stagebegeleider/stagementor (eventueel, indien reeds
voorhanden)
Stage-opdracht educatief project
Procedure

Na de inleidende contacturen met de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke
formuleren de studenten een projectvoorstel. Zij omschrijven daarbij hun
doelgroep, hun doelstellingen, het kader,... (kortom: wie, wat, waar, wanneer?)

Het voorstel van het Educatief Project dient vervolgens goedgekeurd te worden
door de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke en door de opleidingscoördinator.

De student maakt een werkplanning op die resulteert in een toonmoment en
bezorgt die aan de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke.

De opleidingsonderdeel-verantwoordelijke staat in voor de begeleiding van de
student. Hij bezoekt de student geregeld tijdens de uitvoering van het Educatief
Project, en stuurt bij waar nodig.

Na afronding van het Educatief Project organiseert de opleidingsonderdeelverantwoordelijke een evaluerend gesprek met de studenten.

Na afronding van het Educatief Project dient de student een reflectieverslag in bij
de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke: dat verslag is een soort dagboek of
logboek van het Educatief Project in al zijn facetten, waarbij kort nota wordt
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
34 / 37
gemaakt van de werking, de evolutie, het functioneren van de deelnemers én het
eigen functioneren binnen het project.

De opleidingsonderdeel-verantwoordelijke maakt een schriftelijke evaluatie van
elke student.
9.2 Protocol examens
9.2.1 Organisatie
Planning
De examens kunnen worden georganiseerd vanaf de opening van de eerste
examenperiode.
Er worden verder examenweken georganiseerd. In die examenweken wordt er geen les
georganiseerd binnen de SLO. Voor de juiste data kan de onderwijskalender worden
geraadpleegd in de Trotter.
De examenplanning wordt ad valvas en via blackboard bekendgemaakt.
Voor de planning van mondelinge examens schrijft de student zich in op intekenlijsten.
Studenten die niet deelnemen aan het examen verwittigen de betrokken docent en het
secretariaat.
Voor deelname aan de tweede examenperiode is een inschrijving bij de
secretariaatsmedewerker van de lerarenopleiding verplicht.
Verloop
De examens worden afgenomen door de betrokken docenten zonder externe jury.
Indien gewenst kunnen examens door andere docenten worden bijgewoond (interne
jury). Dit kan in bepaalde gevallen wenselijk zijn doch dit is geen standaardprocedure. De
opleidingscoördinator kan als intern jurylid fungeren bij alle examens.
9.2.2 Inhoud
De studiefiches in de digitale studiegids worden elk academiejaar geactualiseerd. Daarin
worden afspraken opgenomen over lessen, examens, projecten, ...
9.2.3 Evaluatievormen (zie ook digitale studiegids)
Mondeling examen of schriftelijk examen afgenomen door de vakdocent: tijdens de
examenperiodes op vooraf aangekondigde tijdstippen en plaatsen.
Procestoets permanent door de vakdocent:
– observatie van het functioneren van de student tijdens de contacturen, microteaching,
oefeningen in het kader van de opleiding en stages, op vooraf aangekondigde
tijdstippen en locaties.
– Taken en opdrachten ter ondersteuning van dit functioneren binnen te leveren op
vooraf aangekondigde tijdstippen en plaatsen. De taken en opdrachten bieden de
mogelijkheid tot de evaluatie van de competenties inzake reflectie en zelfstandig leren
van de student.
Evaluatie/studievoortgangsgesprekken door de opleidingscoördinator en betrokken
docenten: na afronding van het eerste semester op afspraak.
Toonmoment met vakjury en publiek: op vooraf aangekondigde tijdstippen en
plaatsen.
Stagebeoordeling door de stagebegeleider van de opleiding en de mentor van de
stageschool.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
35 / 37
9.2.4 Evaluatiecriteria
Mondeling examen of schriftelijk examen en toonmoment met vakjury en publiek:
de doelstellingen per opleidingsonderdeel zijn opgenomen in de digitale studiegids, zij
zijn geformuleerd in kennis, vaardigheden en attitudes; de examenopgaven toetsen de
mate waarin deze verworven zijn.
Bij procestoets permanent wordt de aanwezigheid van de student als basisvoorwaarde
gesteld voor de mogelijkheid voor de toekenning van het punt. De ongewettigde
afwezigheden van een student worden verrekend volgens % aanwezigheid.
Overzichtstabel:
0% afwezigheid →
100% aanwezig
20/20 kan max. worden behaald
10%
90%
18/20
20%
80%
16/20
30%
70%
14/20
40%
60%
12/20
50%
50%
10/20.
Registratieprocedure aanwezigheden:
– de docenten vullen aanwezigheidslijsten in op het moment dat de lessen worden
gegeven.
– Via die lijsten wordt geteld hoeveel lessen de student afwezig was in verhouding met
het totaal aantal gegeven lessen.
– Dit wordt verwerkt in het totaalpunt volgens de verhouding zoals vermeld in de
studiegids; dit kan variëren naargelang het opleidingsonderdeel.
– Let wel : iemand die ziek is, brengt een doktersbriefje binnen op het secretariaat en is
zo gewettigd afwezig. Gewettigde afwezigheden worden niet als afwezigheid
meegeteld.
– Bij afwezigheid worden de betrokken docent én het secretariaat verwittigd.
Je moet slagen voor elke deelproef van het opleidingsonderdeel om voor het
volledige opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Indien je voor een deelproef niet slaagt,
wordt het laagste cijfer van de deelproef het cijfer van het hele opleidingsonderdeel en
word je voor het hele opleidingsonderdeel doorverwezen naar de volgende
examenperiode.
Evaluatie/studievoortgangsgesprekken hebben een dubbele functie: de student krijgt
kwalitatieve feedback over zijn functioneren, de opleiding krijgt kwalitatieve feedback over
haar functioneren. Daarnaast zijn deze gesprekken vooral ook een instrument voor
studentenbegeleiding.
Stagebeoordeling: via de stagebeoordeling wordt gepeild naar een integratie van de
lerarencompetenties zoals geformuleerd door de overheid (2007). De competenties zijn
aangevuld met artistieke competenties zodat ze aan de specificiteit van het
kunstonderwijs tegemoet komen.
9.2.5 Deliberaties
Tijdens de deliberaties moeten alle stemgerechtigden aanwezig zijn
Een deliberatie is vertrouwelijk. Discretie naar studenten toe is dan ook vereist.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
36 / 37
Contact
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
Desguinlei 25
2018 Antwerpen
Tel. +32 (0)3 244 18 00
Fax +32 (0)3 238 90 17
[email protected]
AP Hogeschool
Centrale administratie
Keizerstraat 15
2000 Antwerpen
Tel. +32 (0)3 213 93 00
Fax +32 (0)3 213 93 41
[email protected]
www.ap.be
EHBO
Onthaal Conservatorium:
Bewaking deSingel:
03 244 18 00
0497 522 920
(intern 1800)
(intern: *920)
e
Voor EHBO en ice packs kan je terecht in het secretariaat of op de 3 verdieping,
Beel hoog in het kiné-osteopathielokaal (lokaal 399) of naast de kleedkamers.
Spoed
Algemeen noodnummer (binnen- en buitenland):
UZA (Universitair Ziekenhuis Antwerpen)
Sint-Vincentius Ziekenhuis
Sint-Augustinus Ziekenhuis
112
tel. 03 821 38 06
tel. 03 285 20 21
tel. 03 443 39 00
Meebrengen: identiteitskaart + SIS-kaart van de patiënt en bij ongevallen een
verzekeringsdocument. Bij ongevallen: rekeningen bijhouden voor terugbetaling.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO Muziek 2014 - 2015
37 / 37