Rubber- en kunststofindustrie MJA3

Download Report

Transcript Rubber- en kunststofindustrie MJA3

MJA-Sectorrapport 2013
Rubber- en kunststofindustrie
Colofon
Projectnaam:
Datum:
Status:
Kenmerk:
Locatie:
Contactpersoon:
Ondersteunend adviesbureau:
MJA-monitoring Rubber- en kunststofindustrie
8 juni 2014
Definitief
1235678/CAB/156018
Utrecht
Christiaan Abeelen
EEI
Inhoud
Hoofdstuk 1.
Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2.
Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3.
Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4.
Spiegeling aan het MJP ...................................................... 3
Hoofdstuk 5.
Resultaten per pijler.......................................................... 5
Hoofdstuk 6.
Tabellen .......................................................................... 7
Databaseversie d.d.: 25-04-2014 14:08
Samenvatting
Kerngegevens
Sectorgegevens
Rubber- en kunststofindustrie
Aantal MJA-deelnemers in 2013
Aantal beschouwde bedrijven voor 2013 in dit rapport
Aantal toetreders in 2013
Aantal uittreders in 2013
Werkelijk energieverbruik 2013 (TJ)
Effecten van maatregelen
Procesefficiencyverbetering
Besparing in de keten [TJ]
Duurzame energie [TJ]
2013 t.o.v. 2012
2,1%
2.782
116
99
99
1
0
9.439
2013 t.o.v. 2005
13,6%
4.019
-207
Resultaten
Energieverbruik
Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 9.439 TJ in 2013. Dit is ongeveer
0,2% hoger dan in 2012. Onderling zijn er vrij grote verschillen tussen bedrijven. Veel bedrijven kennen een geringe verandering van het energiegebruik, maar er zijn ook enkele bedrijven met grote daling of stijging van het energiegebruik. Ten opzichte van 2005 is het energiegebruik met 7% gestegen, voornamelijk door het toetreden van nieuwe bedrijven.
Uitvoering van het meerjarenplan van de sector
In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot
een jaarlijkse besparing van 3.362 TJ leiden. Na één jaar bedraagt het jaarlijkse effect van
maatregelen 3.098 TJ. Hiermee is 92% van de voorgenomen besparing uit het MJP al gerealiseerd. Deze hoge mate van realisatie is voornamelijk te danken aan één groot (keten)project,
dat verantwoordelijk is voor ongeveer de helft van de totale gerealiseerde besparing in de sector.
Energiebesparing in het proces
Procesmaatregelen in 2013 hebben een besparing van 200 TJ opgeleverd. De belangrijkste
procesmaatregelen zijn:
Condenspotten tijdig vervangen
LED verlichting aanbrengen
Stoomafsluiters / leidingen isoleren
Energiebesparing in de keten
Ketenmaatregelen hebben in 2013 een totale besparing van 6.017 TJ opgeleverd. Dat is 4.019
TJ hoger dan de besparing die in 2005 werd gerealiseerd en 2.782 TJ hoger dan de besparing
in 2012. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn:
Verbetering isolatiewaarde
Verlenging levensduur van staalkabels t.b.v. takelen m.b.v. kranen
Dematerialisatie
I
Inzet duurzame energie
De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 209 TJ in 2013. Dit bestaat vrijwel
volledig uit de inkoop van groene stroom. Opgemerkt moet worden dat maar een klein deel
(14) van de bedrijven duurzame energie opwekken of inkopen.
Vooruitblik
Algemene ontwikkelingen
De rubber- en kunststofindustrie heeft zich in 2013 verder hersteld en de ondernemers zijn
positief gestemd over de ontwikkelingen in de komende jaren. De totale omzet groeide tot 7,8
miljard euro mede door de sterke groei van de export.
Voor de verschillende deelmarkten zijn de verwachtingen voor de komende periode nog wel
sterk verschillend. Met name de consumentenmarkt en de bouw- en constructie blijven ontwikkelen zich traag, terwijl de verpakkingsmarkt en de technische producten hogere omzetten
realiseren.
De verwachting is dat het herstel zich ook zal uiten in meer banen. De laatste maanden zien
we een duidelijk herstel. Voor het eerst sinds 2008 stijgt het aantal vacatures bij de bedrijven.
Waar bij extra orders of bij natuurlijk verloop tot nu toe functies niet vervangen ingevuld,
maar taken verdeeld werden, zien we nu dat er voldoende vertrouwen is om nieuwe medewerkers aan te nemen.
Ketensamenwerking gericht op duurzame innovatie
Een belangrijke ontwikkeling die we waarnemen is de toename van ketensamenwerking binnen
de RKI. We zien een duidelijke toename en een positievere houding hij de ondernemers om
samen te werken bij ontwikkelingsprojecten. Waren in het verleden kwesties over industrieel
eigendom nog een grote bottleneck bij het starten van gezamenlijke projecten, nu zien we een
open houding bij de bedrijven. De redenen hiervoor zijn dat de ondernemingen zien dat samenwerking de concurrentie positie verbeterd, doordat de projecten sneller verlopen, producten innovatiever en duurzamer zijn en een hogere marge hebben. Daarnaast genereren de
partners tijdens de samenwerking veel nieuwe productideeën. Verduurzaming staat ook centraal in de bedrijfsvoering. 33 bedrijven zijn een collectief project ISO26000 gestart onder leiding van NRK, Berenschot NEN en RVO.nl.
Convenantactiviteiten
Nadat de Kansenkaart 2012-2030 voor de bedrijven in de Rubber- en Kunststofindustrie in
2012 is gepubliceerd en gecommuniceerd, is in 2013 met volle kracht ingezet op de activiteiten die moeten leiden tot de realisatie van de doelstellingen, zoals die zijn opgenomen in de
Kansenkaart: Door hergebruik, inzet biomassa, duurzame producten en energiebesparing bespaart de Rubber- en Kunststofindustrie in 2030 twee keer het eigen energieverbruik! De resultaten in de periode 2009-2012 ondersteunen dat. In 2014 zetten de bedrijven zich met onverminderd energie weer in.
De activiteiten worden over een breed front gestart, waarbij nauw wordt samengewerkt en
afgestemd met het Innovatienetwerk RKI en de Topsector Chemie. Daarnaast wordt in toenemende mate aangehaakt bij Europa en de regio.
Op basis van nieuwe afspraken met EZ en RVO.nl is een ambitieuze MJA-projectenagenda
ontwikkeld die in 2014 al ruim 12 aparte projecten omvat. Uiteraard staat bij alle projecten de
deelname van bedrijven centraal. Belangrijk is de ondersteuning van 102 bedrijven bij de moII
nitoring zodat bedrijven de resultaten van acties uit hun EEP goed meten. In 2014 koppelen
EZ, RVO.nl en NRK de EEP maatregelen aan het Ondernemingsdossier waardoor bedrijven de
hun acties op eenvoudige wijze kunnen plannen, uitvoeren en beheren. Dit helpt hen vervolgens weer bij juist rapporteren in het kader van de monitoring MJA.
Naast de minimaal 12 MJA ondersteunende projecten worden projecten ontwikkeld met de partijen uit het in 2010 opgerichte www.innovatienetwerk-rki.nl dat nu bestaat uit Kamer van
Koophandel, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, DPI Value Centre, hogescholen Windesheim en Stenden PRE, Polymer Science Park en SPE met de NRK en branches. Het helpt de
bedrijven aan antwoorden op vragen, en biedt de bedrijven een gezamenlijke innovatiekalender met alle workshops en bijeenkomsten op het gebied van energie, strategie, innovatie en
MVO. Het Innovatienetwerk RKI ontwikkelt zich ook in de richting van de topsector chemie.
Ook worden activiteiten opgestart om aan te haken bij Europese Innovatieprogramma’s en projecten. Zo is via DPI Value Centre toegang tot ECP4, een Europees netwerk van onderzoeksinstellingen en bedrijven die als doel heeft te participeren in Horizon2020 projecten.
Veel van de projecten die de NRK opstart staan in het teken van het thema Sluiten van de Keten. Zo tekende de NRK op 12 november het Ketenakkoord Kunststof Kringloop en zette voorjaar 2014 de groep NRK Compoundeurs op. Deze groep speelt een belangrijke rol bij het sluiten van de keten omdat zijn de link is tussen de recyclers en de materiaalleveranciers.
III
Hoofdstuk 1. Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant.
De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:
de ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009;
de verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar;
de spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector;
de ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle
relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen.
Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het
kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de
methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de
methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl.
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik
Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien. De
groei in het energiegebruik is vooral het gevolg van het toetreden van nieuwe bedrijven. Sinds
2005 zijn er 24 bedrijven toegetreden. Hoewel er in die periode net zoveel bedrijven zijn uitgetreden, waren deze gemiddeld kleiner. Netto hebben toe- en uittreders sinds 2005 voor een
groei van ruim 10% van het energiegebruik gezorgd.
Jaarlijks primaire-energieverbruik
Elektriciteitsverbruik
Aardgasverbruik
Verbruik overige brandstoffen
Warmteverbruik
Energieverbruik [TJ primair]
10.000
9.000
8.000
7.000
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0
2009
2010
2011
2012
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
2013
2014
2015
2016
Pagina 1 van 11
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik
Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het
energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect tot doel (het relatieve energieverbruik wordt minder). In 2013 levert dit een besparing van 200 TJ op. Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) heeft in 2013 een relatief gering effect
van 55 TJ ontsparend (meer energieverbruik) door een hogere productie. Het deel Overige
invloedfactoren is de optelsom van alle invloedfactoren die de sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig jaar of gunstige/ongunstige
weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan uiteindelijk besparend
of ontsparend zijn. De post Onverklaard is de restpost. Deze restpost is in 2013 39 TJ ontsparend, wat inhoudt dat 0,4% van het energiegebruik niet is verklaard. Dit is een zeer goede
onderbouwing.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 2 van 11
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP
Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEPmaatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde
EEP-periode. De horizontale lijn is de voorgenomen besparing voor 2016 op basis van resp.
zekere (minimaal) en zeker plus voorwaardelijke maatregelen (maximaal). De voorgenomen
maximale besparing van 35,1% voor de periode 2013-2016 is na één jaar al voor een groot
deel gerealiseerd. Dit komt voornamelijk door één groot ketenproject (verhoging van de isolatiewaarde van het product), dat voor ongeveer de helft van de totale besparing zorgt.
De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen
product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek
op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2012. Hieruit blijkt
dat het resultaat in 2013 voornamelijk bepaald wordt door besparingen in de productie- en
productketen (zie ook H.5).
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 3 van 11
Tenslotte zijn in onderstaande figuur de resultaten over de totale periode van het MJA3convenant weergegeven ten opzichte van de doelstellingen uit de Meerjarenplannen voor resp.
2005-2008, 2009-2012 en 2013-2016. De opeenvolgende doelstellingen zijn afgezet op het
resultaat dat is bereikt in het jaar vóór de nieuwe MJP-periode. In de periode 2009-2012 bleef
het resultaat sterk achter bij de doelstelling voor die periode, voornamelijk vanwege lagere
besparingen door ketenprojecten (door lagere afzet van producten) en minder inkoop van
duurzame energie. Daarom ligt de doelstelling voor 2016 lager dan die voor 2012. De
doelstellingslijnen zijn gebaseerd op de maximaal voorgenomen besparing, d.w.z.
zekere+voorwaardelijke maatregelen. Naast het totaalresultaat is ook het resultaat door
procesefficiency weergegeven.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 4 van 11
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler
Het MJA3-convenant kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie.
De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat
alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector.
De besparing door procesefficiency maatregelen bedraagt in 2013 2,1%. Dit is aanzienlijk hoger dan vorig jaar. Over de hele periode vanaf 2005 is nu een besparing van bijna 14% gerealiseerd.
De besparing door ketenprojecten is in 2013 fors toegenomen, voornamelijk door één groot
nieuw project, hoewel ook de besparing door andere ketenprojecten is toegenomen. De totale
besparing wordt vooral gerealiseerd door vele projecten op het gebied van materiaalbesparing
en twee grote projecten in resp. ‘optimalisatie levensduur’ en ‘vermindering energiegebruik
tijdens productgebruik’.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 5 van 11
DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005)
Inkoop
Opwekking
1,0%
0,0%
Aandeel DE
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
-1,0%
-2,0%
-3,0%
-4,0%
-5,0%
De besparing door duurzame energie ligt iets hoger dan vorig jaar, hoewel de besparing nog
steeds onder het niveau van 2005 ligt. Het grootste deel van de besparing wordt gerealiseerd
door inkoop van duurzame energie.
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 6 van 11
Hoofdstuk 6. Tabellen
De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009.
De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen
op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau).
De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd.
Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2013 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2013 in dit
rapport zijn meegenomen. Alle waarden zijn in TJ primair per jaar.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers.
Resultaten per jaar [TJ]
2009
Werkelijk energieverbruik
8.389
Besparing door PE-maatregelen
KE-besparing in de productieketen
1.913
KE-besparing in de productketen
889
Inkoop van duurzame energie
98
Opwekking van duurzame energie
144
2010
9.119
195
2.648
87
3
5
2011
9.334
167
1.834
1.551
101
5
2012
9.417
71
1.776
1.459
88
5
2013
9.439
200
2.632
3.385
205
4
2014
2015
2016
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2013.
Effect [TJ] ten opzichte van 2012
Categorie
Subcategorie
Procesefficiency
Procesmaatregelen
Installaties en gebouwen
Energiezorg en gedragsmaatregelen
Strategische projecten
Subtotaal procesefficiency
Ketenefficiency
Duurzame energie
Verwacht eindresultaat
in 2016 (MJP)
Gerealiseerd jaarlijks
effect t/m verslagjaar
249,3
221,4
191,9
35,3
698,0
45,6
48,7
84,9
20,6
199,8
1.682,4
757,3
2.439,6
208,1
855,7
1.926,3
2.782,0
116,5
Maatregelen in de productieketen
Maatregelen in de productketen
Subtotaal ketenefficiency
Inkoop van duurzame energie
Opwekking van duurzame energie
16,1
-0,5
Subtotaal duurzame energie
224,1
116,0
3.361,8
3.097,8
Totaal
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 7 van 11
Tabel 3a Deelnemende bedrijven binnen de sector.
Bedrijfsnaam
4 PET Recycling BV
Acodeq Kunststoffen Industrie BV
Advanced Medical Solutions BV
AFP Holland BV
AKG Polymer
Alkor Draka BV
Apollo Vredestein BV
Basf Polyurethanes Benelux B.V.
Bema Kunststoffen BV
Berdal Rubber & Plastics Twentse rubber & plastics
BN International BV
BPI Indupac BV
Caligen Europe BV
Carlisle Construction Materials BV
Cedo Recycling
CurTec Nederland bv
Depron BV
Draka Interfoam
DS Plastics BV
Dunlop Conveyor Belting
Dyka
Eagle Simrax BV
Ertecee BV
Essentra Extrusion BV
Euro Mouldings BV
Fardem Packaging bv
Flestic BV
Flevo Rubber Compounding
Flevo Rubber Extrusion B.V.
Folietechniek International BV
Forbo-Novilon B.V.
Future Pipe Industries BV
Haval Disposables BV
Helvoet Rubber & Plastic Technologies BV
HK Plastics BV
Holonite BV (Tholen)
Hordijk Spuitgiet Verpakkingen
Hordijk Verpakkingsindustrie BV
Hordijk Verpakkingsindustrie BV Verpakkingen en Isolatieprodukten
Howden Netherlands BV
Industrie & Handelmij. Rivièra BV
Kivo Plastic Verpakkingen
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Plaats
Arnhem
Leek
Etten-Leur
Apeldoorn
Vroomshoop
Enkhuizen
Enschede
Boxtel
Zierikzee
Almelo
Huizen
Hardenberg
Breda
Kampen
Geleen
Rijen
Weert
Hillegom
's-Heerenberg
Drachten
Steenwijk
Kerkrade
Oldenzaal
Buitenpost
Nijverdal
Edam
Dronten
Lelystad
Lelystad
Raamsdonksveer
Coevorden
Hardenberg
Gemert
Hellevoetsluis
Almelo
Tholen
Zevenhuizen
Zaandam
Delft
Hengelo
Huizen
Volendam
Pagina 8 van 11
Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher BV ( folie )
Krehalon Industrie B.V.
Kunststoffen Industrie Waalwijk BV
Kunststofplus BV
Mauser Benelux BV
Moens Mouldings
Oerlemans Plastics BV (Giessen)
Oerlemans Plastics BV / Oerlemans Packaging BV
Omefa
Parker Hannifin Manufacturing Netherlands (Hose) BV
Parker Hannifin Manufacturing Netherlands (Polyflex) B.V.
Pekago Kunststoffen BV
Perfon BV / Oerlemans Packaging BV
Phillips Medisize Netherlands B.V.
Pipelife Nederland BV
Plasthill BV
Plastic Herverwerking Brabant BV
Plastic Industrie Twente BV
Plasticon The Netherlands BV
Plastisol BV
Poly Products BV
Polycomp BV
Profextru BV
Promens Zevenaar b.v.
QEW Engineered Rubber B.V.
Quadrant EPP Nederland BV
Recticel BV (Kesteren)
Renolit Nederland BV
Reobijn BV
RPC Packaging Kerkrade BV
RPC Tedeco-Gizeh BV
Rubber Resources BV
Ruma Holding BV
Schoeller Allibert
Sekisui Alveo BV
Sekisui Jushi Strapping BV
Snelcore BV
Sonoco Plastics BV
SPHERE Nederland BV
Stramit BV
Sylvaphane Plastics BV
Synbra Technology BV
Synprodo Produktie BV
Timmerije BV
TN Plastics BV
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Rijssen
Deventer
Waalwijk
Naaldwijk
Oosterhout
Beverwijk
Giessen
Genderen
Nieuwkoop
Hoogezand
Almelo
Goirle
Goor
Hillegom
Enkhuizen
Hillegom
Waalwijk
Almelo
Hengelo
Wanroij
Werkendam
Vorden
Hardenberg
Zevenaar
Hoogezand
Almelo
Kesteren
Enkhuizen
Haaksbergen
Kerkrade
Deventer
Maastricht
Hoogeveen
Hardenberg
Roermond
Roermond
Arnhem
Berkel en Rodenrijs
Hardenberg
Someren
Tolbert
Etten-Leur
Wijchen
Neede
Ter Aar
Pagina 9 van 11
TPP Technische Profielen Produktie BV
Trelleborg Ede BV
Trelleborg Ridderkerk BV
Trespa International BV
Vernay Europa BV
Verpakkingsindustrie Velsen BV
Voestalpine Polynorm NV
Voestalpine Polynorm Plastics BV
Wavin Nederland BV
Wisa BV
Witcom Engineering Plastics BV
Wittenburg b.v.
Vaassen
Ede
Ridderkerk
Weert
Oldenzaal
Wieringerwerf
Putte
Roosendaal
Hardenberg
Arnhem
Etten-Leur
Zeewolde
Tabel 3a geeft alle 99 bedrijven weer die in 2013 deelnemen aan het MJA3 convenant. Al deze
bedrijven hebben hun monitorgegevens ingediend en alle gegevens zijn opgenomen in dit rapport.
Tabel 3b Uitgetreden bedrijven binnen de sector.
Bedrijfsnaam
Aarts Plastics BV
Artiplast BV
Bison International
Burgers Flexiprint
De Woerd BV
Deen Polyester
Derco Bv
Insigne B.V.
Kera Kunststoffen B.V.
Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher BV ( papier )
Kunststoffenindustrie Van Boven BV
MCi (Mirror Controls International) Netherlands BV
Mecari Plastics BV
MediaMotion Manufacturing B.V.
Morssinkhof Plastics BV
Plastics Recycling Simons BV
Plaats
WAALWIJK
Lelystad
Goes
Putten
BARNEVELD
EMMELOORD
Rijen
OUD ALBLAS
Son
Rijssen
Gorinchem
Montfoort
Raamsdonksveer
Uden
Lichtenvoorde
Zevenbergen (Moerdijk)
Raytec BV
Rieter Automotive Nederland B.V.
RIS Rubber NV
RPC Packaging Halfweg
Rymoplast
Ten Cate Nicolon bv
Villeroy & Boch Wellness
Wavin Diensten BV
Wicro Plastics BV
Wientjes plastics en Wientjes composites
RAVENSTEIN
Weert
Lelystad
Halfweg
Lichtenvoorde
Almelo
Roden
Hardenberg
KESSEL LB
Emmen
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 10 van 11
Wientjes Roden B.v.
Zuiderplastics BV
Roden
Zundert
Tabel 3b geeft de bedrijven weer die ooit hebben deelgenomen aan het MJA3-convenant, maar
inmiddels zijn uitgetreden. In 2013 zijn er geen bedrijven uitgetreden; al deze bedrijven zijn
vóór 2013 uitgetreden.
***
| Definitief | MJA-Sectorrapport 2013 Rubber- en kunststofindustrie |
Pagina 11 van 11