Transcript 04g brief de heer Houba (PDF - 102 kB)

Van:
Aan:
Onderwerp:
Datum:
Bijlagen:
Jan Houba
Waterschap Peel en Maasvallei
brief aan AB over bestuurlijke integriteit; toezending per mail. Geregistreerd in MyCorsa: 2014.21715
woensdag 17 september 2014 19:07:38
WPM; brief AB over bestuurlijke integriteit; sept. 2014.docx
AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
==========================
Bijgaand zend ik alvast per mail mijn brief aan uw bestuur met als onderwerp: Bestuurlijke integriteit.
Het ondertekende origineel is heden per post verzonden.
Verzoek aan de ambtelijke organisatie om mij een ONTVANGSTBEVESTIGING van deze mail te sturen.
Hoogachtend,
JPM Houba.
Dit e-mailbericht bevat geen virussen en malware omdat avast! Antivirus actief is.
______________________________________________________________________
This email has been scanned by the IT101 powered by MessageLabs Email Security
System.
For more information please visit http://www.it101.be
______________________________________________________________________
Drs. JPM Houba
Etnalaan 23
5801KA Venray
Bestuursjurist
Tel. 0478-582813
Mail: [email protected]
Venray, 17-9-2014.
Het Algemeen Bestuur van het waterschap Peel en Maasvallei
Postbus 3390
5902 RJ Venlo
Onderwerp: Bestuurlijke integriteit.
Geachte dames en heren, leden van het algemeen bestuur,
Als ingeland en als oud lid van uw bestuur (periode 1994-2000; vertegenwoordiger Ingezetenen)
wend ik mij tot u als hoogste bestuursorgaan van uw waterschap over een aangelegenheid die de
bestuurlijke integriteit van uw voorzitter aangaat. De reden van deze actie is de volgende.
Uw waterschap kent formeel als bestuursorganen: een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en
een voorzitter. Ik verwijs daarvoor naar bepalingen in de Waterschapswet en het Provinciaal
Reglement voor uw waterschap (Prov. Blad 2008, no. 4).
Mij is gebleken dat uw voorzitter, Mr. A.M.G. Gresel, zich in de prakrijk ( o.a. in correspondentie met
derden, in uw nieuwsbrief Waterwijzer en op de website van uw waterschap) bedient van afwijkende
functiebenamingen en wel die van “Dijkgraaf” en van “voorzitter/dijkgraaf”. Omdat ik vind dat dit
onjuist is en dus niet kan, heb ik hem daarop recentelijk schriftelijk aangesproken. Hij neemt in zijn
schriftelijk antwoord aan mij het standpunt in dat hij terecht de functienaam van dijkgraaf gebruikt
omdat hij bij KB van 26-8-2010, nr. 10.002359 is benoemd tot dijkgraaf van uw waterschap, alsmede
dat het aan het staatshoofd is om bij KB te bepalen onder welke benaming de voorzitter wordt
benoemd. Onderzoek leert dat in genoemd KB inderdaad de functienaam van dijkgraaf gebezigd is,
maar logica en gezond verstand zeggen daarvan dat de gebruikte benaming in dit KB een kennelijke
vergissing is / moet zijn. Immers, geheel volgens de geldende procedure en voorschriften hebt u de
heer Gresel vnd. aanbevolen voor benoeming tot voorzitter van uw waterschap (AB-besluit 16-62010). Ook in de correspondentie die daarop volgde met Gedeputeerde Staten en tussen dat college
en de (toenmalige) Minister van Verkeer en Waterstaat wordt – terecht – uitsluitend gesproken over
de functienaam van voorzitter. Het kan toch niet zo zijn dat in zo’n benoemingsprocedure aan het
slot plotseling een andere benaming voor de functie van de benoemde “uit de hoge hoed komt”!
Maar evident onjuist is de stelling van de heer Gresel dat het aan de Kroon zou zijn de benaming van
de voorzitter te kiezen. Zoals u zult weten bestaan er in Nederland – veelal op historische gronden diverse benamingen voor de functie van voorzitter van een waterschap, naast die van voorzitter met
name die van dijkgraaf en watergraaf. Limburg kent hierin geen historie of traditie en gebruikt de
benaming van voorzitter. En het is – uitsluitend en alleen - aan de Provinciale Staten om de aan die
voorzittersfunctie een naam te geven. Ik verwijs in dit verband naar artikel 14 van het Reglement
voor uw waterschap (Prov. Blad 2008, no. 4) en naar artikel 10 van de Waterschapswet. Dat laatste
artikel geeft de mogelijkheid om bij Provinciaal reglement af te wijken van de benaming van
voorzitter en van andere bestuursorganen van een waterschap. Nogmaals, dat is in Limburg niet aan
de orde.
Naar mijn stellige overtuiging gebruikt de heer Gresel zijn afwijkende functienamen tegen beter
weten in, speelt hij de vermoorde onschuld, en bezigt hij de functienamen van dijkgraaf en van
voorzitter/dijkgraaf uitsluitend ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Dijkgraaf klinkt immers heel
wat gewichtiger dan (eenvoudig) voorzitter. Bovendien is vreemd, ongebruikelijk, ongepast en
onjuist om naar buiten toe tenminste 2 (in de praktijk zelfs meer) verschillende benamingen voor zijn
functie te gebruiken, hetgeen hij doet.
Bovendien is curieus dat de voorzitter van het andere Limburgse waterschap (Roer en Overmaas te
Sittard) bij KB van 21-1-2011, nr. 11.000179, is herbenoemd tot voorzitter van dat waterschap.
Het kan toch niet zo zijn dat we in het ene Limburgse waterschap een voorzitter kennen en in het
andere een dijkgraaf. Ik hoor ook uit betrouwbare bron dat betrokkenen hierover naar elkaar toe en
ook naar anderen (flauwe) grapjes maken, zo van “ik ben meer dan jij” en “jij bent maar voorzitter” !
Geachte leden van het Algemeen Bestuur. Dit alles is beslist geen grap maar een uiterst serieuze
aangelegenheid die de bestuurlijke integriteit van uw voorzitter en die van uw waterschap aangaat.
U als hoogste bestuursorgaan van het waterschap heeft de taak daarover te waken en het zou u
passen en sieren als u uw verantwoordelijkheid in dezen zou nemen door uw voorzitter tot de orde
te roepen door hem te verbieden nog langer een andere functiebenaming te gebruiken dan die van
voorzitter. De eerstvolgende gelegenheid daarvoor is 1-10 a.s. tijdens uw AB-vergadering.
Tenslotte: omdat mij het bewaken en het behoud van bestuurlijke integriteit zeer aan het hart gaat,
zal ik - zoals eerder richting de heer Gresel aangekondigd - een formeel verzoek doen aan de
Minister van Infrastructuur en Milieu om zijn benoemings-KB alsnog te doen wijzigen of te doen
vervangen door een ander waarin de juiste functiebenaming van voorzitter is vermeld.
Ik geef u in overweging om als Algemeen Bestuur eenzelfde verzoek te doen; ook dat zou getuigen
van moed en van het nemen van uw verantwoordelijkheid.
Ik zie uw antwoord met belangstelling tegemoet.
Hoogachtend,
JPM Houba.