Lees verder - Pieter Duisenberg

Download Report

Transcript Lees verder - Pieter Duisenberg

Interview:
‘IK ZOU WEL IETS MEER
CONTROL IN DE KAMER
WILLEN’
10
MCA: april 2014, nummer 2
De Haagse politieke arena lijkt ver verwijderd van de comfortzone van een CFO.
Debatten worden immers gevoerd op basis van ideologische strijdpunten in plaats
van checks and balances. Pieter Duisenberg zit na vijftien jaar bedrijfsleven sinds
2012 voor de VVD in de Kamer. Hoe vergaat het deze controller in de politiek?
Frank Verbeeten en Peter Steeman: Ook
al is de stap van bedrijfsleven naar publieke zaak
groot, de weg ernaar toe verliep voor Pieter Duisenberg geleidelijk. In zijn carrière ging zijn voorkeur
de afgelopen tien jaar uit naar die terreinen waar
veranderingen en de behoefte aan innovatie het
grootst zijn. Hij vond daarvoor onder andere een
uitlaatklep als CFO bij Shell International Renewables, het bedrijfsonderdeel dat zich bezighoudt met
de winning van alternatieve energie. ‘Die transitie
naar de toekomst vind ik heel boeiend. Het ontwikkelen van nieuwe strategieën die voor de maatschappij interessant zijn. Toen ik werd gevraagd om
kandidaat te worden voor de VVD en uiteindelijk
werd gekozen was dat een sprong in het diepe. Misschien is je invloed als Kamerlid in de praktijk helemaal niet groot. Maar ik vond dat ik in ieder geval
een poging moest wagen. Als je voor die verantwoordelijkheid wegloopt, moet je de rest van je leven je mond houden. Dan kan je niet meer zeggen
dat ze het in Den Haag verkeerd doen.’
ik vaak in mijn vorige werk gebruikte. OGSM staat
voor Objectives, Goals, Strategies and Measures.
Binnen de commissie Onderwijs werken de VVDkamerleden nu volgens deze methodiek om zo meer
lijn te brengen in onze activiteiten. Wat is ons doel?
Waar staan we? En waar moeten we bijsturen? Ik
heb het gebruikt voor een plan om het niveau van
leraren te verhogen. Hoe kun je dat doen? Door hogere eisen te stellen. Scholen kunnen bijvoorbeeld
meer academische leraren aanstellen. Vervolgens
heb ik in de Kamer een voorstel gedaan om alleen
nog maar academici in de bovenbouw van het vwo
voor de klas te halen. Dat voorstel is aangenomen en
wordt nu uitgevoerd.’
‘Ik heb het voordeel dat ik lid ben van een partij
die wel wat in de melk te brokkelen heeft. Van tevoren wist ik niet dat het 41 zetels zouden worden. Ik
wist ook niet dat we in de regering zouden komen.
Je stem telt, helemaal als regeringspartij. Als ik het
eens ben met de PvdA over een richting, dan heb ik
een vrij grote kans dat het gebeurt.’
Slecht idee
Hoog scoren
Het contrast tussen de werkwijze van een financieel
bestuurder en van een Kamerlid is groot. ‘De democratie werkt echt heel anders dan een bedrijf. Het
eerste wat opvalt, is de transparantie. Als je vergadert, zitten er journalisten en lobbyisten mee te
schrijven. Nog een verschil is het dualisme. In het
bedrijfsleven wijzen alle neuzen dezelfde kant op als
een beslissing eenmaal genomen is. Dat is hier niet
het geval. Het rationele gaat hand in hand met politieke meningen en emotie. Terwijl je bezig bent met
de uitvoering van je strategie, blijven mensen roepen dat het een slecht idee is. Daar moet je mee omgaan en zorgen dat je standvastig je lijn vasthoudt.’
Maar er is ook een overeenkomst tussen bedrijfsleven en politiek. ‘Het begint met een vonk, betrokkenheid. Vervolgens moet je het professioneel
uitrollen. Ik heb een methodiek geïntroduceerd die
Als Kamerlid heeft hij hoger onderwijs en lerarenbeleid in zijn portefeuille. Vorig jaar diende Duisenberg een amendement in om het aantal promotiestudenten te verhogen. ‘Nederland heeft in Europa,
na Cyprus, het minste aantal promovendi. In Nederland is die verhouding 6,1 promovendi per duizend inwoners. Wanneer je als kenniseconomie wilt
concurreren in de wereld, moet je hoog scoren op
diverse gebieden. Deze rangschikking past niet bij
de ambitie die we hebben. Daar moeten we wat aan
doen.’
Maar is dat niet in strijd met de wens om kwaliteit na te streven? Als universiteiten alleen de top
laten promoveren, neemt hun aantal immers eerder
af dan toe. Hij ziet de keuze voor meer promovendi
niet als een tegengestelde beweging. ‘Meer en een
hoge kwaliteit gaan prima samen. Je moet de pieken
MCA: april 2014, nummer 2
11
‘Een Powerpoint-presentatie was men
niet gewend. Het hele apparaat stond
op zijn achterste benen. Hoe moeten
we slides notuleren?’
stimuleren en niet naar de middelmaat streven.
Voorwaarde is dat we andere wegen vinden om te
promoveren. Je kan bijvoorbeeld je beste masterstudenten in een vroeg stadium benaderen. Laat ze alvast beginnen met een onderdeel van hun promotietraject. De medische faculteit in Leiden biedt aan
studenten die uitblinken de mogelijkheid om te promoveren. Dan beginnen ze tijdens de reguliere studie al met het kiezen van een onderwerp, doen al
onderzoek. Op die manier maak je mensen enthousiast die geen geduld hebben om te wachten tot ze
aio zijn.’
Eigen niveau
Een ander voorstel van Duisenberg betrof het verkorten van het hbo-traject voor vwo’ers zodat ze
een studielast hebben die hetzelfde is als voor de
wo-route (180 studiepunten). ‘Als leerlingen klaar
zijn met het vwo maken ze een keuze tussen we-
OVER PIETER DUISENBERG
Een groot deel van zijn loopbaan, van 1992
tot 2007, werkte Pieter Duisenberg (46) bij
Shell, onder andere als finance manager retail Nederland, CFO bij Shell International
Renewables en controller exploratie en productie Europa. Eind jaren negentig maakte
hij een tijdelijke overstap naar McKinsey
waarvoor hij ook in Australië werkte. Na
Shell werkte hij twee jaar bij een startup op
het gebied van Led-verlichting. Daarna werkte hij als directeur finance & risk voor de
Eneco Groep. Sinds 2012 zit Pieter Duisenberg in de Tweede Kamer voor de VVD. Hij
studeerde macro-economie aan de Erasmus
universiteit en volgde de Controllersopleiding aan de VU.
12
tenschappelijk of beroepsonderwijs. Het aantal
vwo’ers dat kiest voor het hbo is scherp gedaald.
Dat is jammer want het gaat erom dat een student
op de plek terechtkomt die bij hem past. Een derde
van de studenten valt in het wetenschappelijk onderwijs uit na het eerste jaar. Misschien komen
sommige vwo’ers beter tot hun recht in het beroepsonderwijs. Maar hbo is voor vwo’ers niet
aantrekkelijk. Ouders adviseren meestal hun kinderen om voor een universiteit te kiezen. Dan zit
je tussen mensen van je eigen niveau, is de gedachte. Een hbo-bachelor duurt vier jaar tegenover een bachelor van drie jaar in het wetenschappelijk onderwijs. En dan komt daar voor hbo’ers
die voor een master gaan nog een premastertraject bij. Als je voor vwo’ers een driejarig hbotraject creëert, ondervang je beide bezwaren. Je
kan het in drie jaar doen met een groepje dat uit
vwo’ers bestaat. Op die manier ontstaat er ook een
grotere doorstroom van hbo’ers naar een masteropleiding aan de universiteit.’
No alternative
Een recente trend in het onderwijs zijn MOOC’s
(massive open online course). Hij volgt de ontwikkelingen hierover nauwlettend. In de zomer van
2013 informeerde hij bij de minister van OCW of de
wet- en regelgeving geen beperking vormt voor instellingen die MOOC’s willen aanbieden. Hij is enthousiast over de mogelijkheden die het biedt. ‘Ik
wilde altijd naar Wharton, dat geldt als een van de
beste business schools ter wereld. Het is er nooit
van gekomen. Ik hoop nu via een MOOC alsnog
toegang tot Wharton te krijgen.’
Toch valt er volgens critici wel wat af te dingen
op de populariteit van MOOC’s. Een nadeel van
MOOC’s is het hoge uitvalpercentage. Van zevenduizend aanmeldingen blijven er na een aantal lessen soms maar een honderdtal over die het afron-
MCA: april 2014, nummer 2
‘In het bedrijfsleven wijzen alle
neuzen dezelfde kant op als een
beslissing eenmaal genomen is. Dat is
hier niet het geval’
den. Een ander nadeel is de beperkte interactie met
andere deelnemers omdat ieder de lessen op een zelf
gekozen tijdstip volgt. Duisenberg vindt dat een te
beperkte voorstelling van zaken. ‘Je moet je niet verzetten tegen zo’n ontwikkeling, maar kijken welke
kansen het geeft en welke zaken je in de praktijk
kunt verbeteren. Bij Shell hadden we vroeger een
scenario dat TINA heette: ‘There Is No Alternative’.
De toekomst houd je niet tegen. Dat geldt ook voor
MOOC’s. We vinden het belangrijk dat mensen blijven leren. Het stelt je in staat modulair onderwijs te
volgen. Zodat je certificaten kunt opbouwen tot iets
groters. Het is meer dan alleen kijken naar een filmpje op je laptop. Je staat in contact met klasgenoten
over de hele wereld. Je hebt discussies, lost cases op.’
Het succes stimuleert ook een andere ontwikkeling, stipt hij aan. ‘Veel mensen uit het bedrijfsleven
willen best les geven maar haken af omdat het scholingstraject veel tijd kost. Als je de opleiding tot docent kunt opknippen in deelcertificaten, wordt dat
doel makkelijker realiseerbaar. Het onderwijs moet
dynamischer en responsiever. Dat was ook een van
de conclusies van het WRR-rapport ‘Naar een lerende economie’. Met praktijkmensen in het onderwijs
haal je de maatschappij naar binnen.’
Internationaal concurreren
Duisenberg denkt dat het een geschikte vorm van
onderwijs voor de permanente educatie van RC’s
kan zijn. ‘Als controller ben je verplicht die veertig
punten per jaar te halen. Daar zijn MOOC’s heel geschikt voor. Het past in de internationale ontwikkeling van het vak. MOOC’s stellen je in staat in contact te komen met studenten uit andere landen.’
De RC-opleiding zelf is nog heel Nederlands gericht. Op de vraag of er meer samenwerking moet
zijn met internationale opleidingen als het Amerikaanse Institute of Management Accountants
(IMA) volgt een genuanceerd antwoord. ‘Je moet in
ieder geval een internationale titel hebben. Maar dat
betekent niet dat we alles overboord moeten gooien
en ons moeten aansluiten bij een buitenlands instituut. Onze RC-opleiding is van hoog niveau. Misschien moet er een constructie komen waarbij een
student via een aantal aanpassingen in het curriculum naast een RC-titel ook een internationale titel
haalt. We moeten zorgen dat we ook in onze opleidingen blijven concurreren met de rest van de wereld. Net zoals een master van Harvard anders
wordt gewaardeerd dan een master van de University of Oklahoma. Op dezelfde manier moet een controller die is afgestudeerd aan een Nederlandse universiteit zich positief kunnen onderscheiden.’
Reageren
Wordt er vanuit het perspectief van de financial
slim bezuinigd in Den Haag? Als lid van een coalitiepartij kan hij niet anders dan dat beamen. Maar
het debat over de keuzes die partijen maken is gebaat bij meer helderheid, vindt hij. ‘Ik zou wel iets
meer control in de Kamer willen. De methodische
aanpak zoals je die leert in een controllersopleiding
– wat is mijn langetermijnstrategie, wat zijn mijn
doelen, hoe zit het met de inzet van middelen, wat
heb ik gepresteerd en waar stuur ik bij – maakt niet
vanzelfsprekend deel uit van de politiek. Je hebt hier
minder objectieve reflectie. De politieke verhoudingen in de Eerste en Tweede Kamer spelen een belangrijke rol. Toen ik voor het eerst als lid van de
commissie Onderwijs de behandeling van een begroting meemaakte, ging het over alles behalve de
begroting. Er werden bijvoorbeeld vragen gesteld
over actuele ontwikkelingen die de week ervoor in
het nieuws waren, zoals een mislukte fusie van hogescholen bij Amarantis. De behoefte om te reageren op wat er in de buitenwereld gebeurt, wint het
op zo’n moment van de controlerende taak.’
Controleren en agenderen zijn verschillende
MCA: april 2014, nummer 2
13
kwaliteiten die je meer uit elkaar moet trekken,
vindt hij. In de commissie Onderwijs heeft hij daarom het initiatief genomen om een soort audit committee in het leven te roepen. Die bestaat uit twee
personen: een uit de coalitie en een uit de oppositie.
Duisenberg: ‘We worden ondersteund door het Bureau Onderzoek Rijksuitgaven. Dat zijn ambtenaren
die speciaal voor Kamerleden werken. Dat levert een
op feiten gebaseerde reflectie op de verantwoording,
zeg maar het jaarverslag van het ministerie van Onderwijs. Je kijkt naar het beleid en de risicogebieden.
Kunnen we als Tweede Kamer de bewindspersoon
afrekenen op bepaalde doelen? Is er voldoende gedaan met bevindingen van risicoanalyses? Je moet
het eens zijn over wat je wilt meten. Vervolgens kun
je in het debat focussen op de verschillen.’
Achterste benen
Vorig jaar mei was het ‘audit committee’ voor het
eerst actief. ‘Toen hebben we terug gerapporteerd aan
de commissie. Aan een Powerpoint-presentatie was
men niet gewend. Het hele apparaat stond op zijn achterste benen. Hoe moeten we slides notuleren? Ik heb
het nu twee rondes gedaan. De commissie is er enthousiast over. Ook al is de praktijk soms weerbarstig.
Dan wil een commissielid een analyse over het aantal
leerlingen in een klas omdat het politiek handig is.
Het vereist een goede collegiale verstandhouding met
het Kamerlid dat namens de oppositie in de audit
committee zit, dat is gelukkig het geval.’
Het controllersperspectief werkt aanstekelijk.
‘Het succes heeft er ook toe geleid dat we als commissie een dag op de hei willen organiseren om te
praten over de kwaliteitsmaatstaven waarlangs we
willen meten. De onderwijsbegroting is 30 miljard
per jaar. Maar wat bedoelen we als we praten over
de kwaliteit van onderwijs? Is dat de Cito-score of
iets anders? Zo’n bijeenkomst is in de politiek niet
gebruikelijk. We noemen het daarom ook de Utopia-sessie.’
BEROEPSETHIEK
VOOR
ACCOUNTANTS
IN BUSINESS
'LQVGDJPHL=ZROOH
www.overfinancieelmanagement.nl/beroepsethiek
14
MCA: april 2014, nummer 2