Regeling Leerling DAV

Download Report

Transcript Regeling Leerling DAV

Notitie :

3VERAS-ASB.07186.N

Voor :

Inspectie en Ministerie SZW

Van Versiedatum :

VERAS / VVTB

:

16 januari 2014

Betreft :

regeling Leerling DAV (hierna LDAV) Deze notitie dient als input voor het overleg tussen asbestbranche (Ascert, VERAS en VVTB) en Inspectie en Ministerie van SZW over de zogenoemde Leerling Deskundig Asbestverwijderaar. - In artikel 4.45d, vijfde lid, van het Arbobesluit is bepaald dat asbestverwijderingswerkzaamheden worden verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon die beschikt over het persoonscertificaat Deskundig Toezichthouder Asbest (DTA). - In het zevende lid van dit artikel is bepaald dat, indien ook andere personen dan de DTA-er de asbestverwijderingswerkzaamheden mede uitvoert, deze persoon in het bezit dient te zijn van het persoonscertificaat Deskundig Asbestverwijderaar (DAV). - De certificatieplicht voor de DAV-er is aan het Arbobesluit toegevoegd in 2006 en deze bepaling is per 1 januari 2008 in werking getreden 1 . - De certificatieplicht voor de DAV-er is door de asbestbranche destijds positief ontvangen, maar er is daarbij toen direct al aangegeven dat zal moeten worden voorzien in een regeling die erop neer komt dat een persoon voorafgaand aan de persoonscertificatie eerst kennis kan maken met het werk van asbestverwijderaar. - Dit is uitgewerkt in de figuur van de LDAV zoals uitgewerkt in het Reglement inschrijving Leerling Asbestverwijderaar (hierna Reglement) 2 , die al bestaat sinds de certificatieplicht voor de DAV-er. - Het Reglement LDAV is verankerd in de Sc-530. De Minister van SZW heeft dit voor de eerste keer geaccordeerd door in te stemmen met de 2008 versie van de Sc-530 3 . Tot op heden is er ook nooit discussie geweest over de legitimiteit van de LDAV 4 . - De branche ziet de combinatie van eerst een LDAV periode en daarna het proces van persoonscertificatie daarom als meest effectief. De situatie dat een persoon pas de eerste stap in het ‘werkgebied’ mag zetten nadat hij een persoonscertificaat heeft is praktisch onwerkbaar en ook onnodig. De belangrijkste redenen daarvan zijn worden hieronder samengevat. 1 Besluit van 7 juli 2006 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit houdende regels met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van asbest (implementatie van wijzigingsrichtlijn nr. 2 3 2003/18/EG), met in artikel artikel 9.37b het overgangsrecht ( Staatsblad 2006, nummer 348).

Sc-525, thans versie 04 d.d. 15-11-2012.

Besluit d.d. 11 maart 2008 betreffende de aanpassing van artikel 4.27 van de Arboregeling, met de verwijzing naar deze versie van de Sc-530 (Staatscourant 20 maart 2008, nr. 57 / pag. 9).

4 In de door het Ministerie van SZW zelf geschreven toelichting op het sanctiebeleid in het kader van certificatietoezicht (Sc-530, bijlage J) wordt juist ook ingegaan op de LDAV.

Pagina 1 van 3 Postbus 159, 4190 CD Geldermalsen www.sloopaannemers.nl

telefoon 0345-471390 telefax 0345-471381

- Het vak van asbestverwijderaar moet bij een ‘persoon’ passen. De praktijk leert dat dit vooraf moeilijk in te schatten is. Door de LDAV periode kunnen werkgever en werknemer in een korte periode in de praktijk nagaan of het werk bij de persoon past. Aandachtspunten daarbij zijn onder andere dat de persoon: - zorgvuldig moet kunnen werken in de specifieke asbestcondities, zowel tijdens verwijderen van bronnen als tijdens het schoonmaken; - het werk lichamelijk moet aankunnen (dat blijkt niet uit de keuring); - geen last moet hebben van hoogte- / engtevrees bij het werken in asbestcondities; - gedurende een langere periode een masker moet kunnen dragen; - bestand is tegen 3 x per dag douchen (hoe reageert lichaam en huid). - Het uitvalspercentage van personen, waarvoor na de ‘leerling-periode’ wordt vastgesteld dat het vak van asbestverwijderaar niet past is relatief groot. Nog daargelaten de praktische problemen, zou de situatie dat een werknemer zonder ‘leerling-periode’ eerst volledig moet worden opgeleid en geëxamineerd grote kostengevolgen met zich meebrengen. - Indien de LDAV figuur wordt afgeschaft zal dat grote en onwenselijke gevolgen hebben voor de instroom van werknemers in deze sector. Dat zal ons inziens zelfs contraproductief zijn en leiden tot ‘kwaliteitsverlies’ van de instroom van personen, omdat er geen fatsoenlijke voorselectie mogelijk is. - Ook bestaat het gevaar voor allerlei neveneffecten, bijvoorbeeld de extra instroom van buitenlandse werknemers onder de noemer van ‘kortdurende’ arbeid (zie hieronder). - Harde voorwaarde is uiteraard dat geborgd is dat de LDAV gedurende zijn leerling-periode zijn werkzaamheden veilig en gezond uitvoert. Dat is de verantwoordelijkheid van de werkgever en dat is reeds geregeld in de Arbowet (wettelijke bepalingen rondom voorlichting en onderricht). - Het is daarom van belang dat de LDAV vooraf door het bedrijf goed wordt voorgelicht en geïnstrueerd. Het zal daarbij met name moeten gaan over het gebruik van ABM en het toepassen van de decontaminatieprocedure. Wellicht is het goed om in het Reglement LDAV en / of in de Sc 530 hieraan concretere eisen te stellen, zoals een uitgewerkt bedrijfsintern instructieprogramma voor de LDAV. Daarmee wordt dit ook onderdeel van bedrijfsintern- en certificatietoezicht. - Volgens het Reglement LDAV werkt de LDAV onder direct toezicht en in aanwezigheid van de mentor DTA. Ook in zoverre is de veiligheid van de leerling geborgd. - De stelling van Inspectie SZW dat de DTA-er voor deze rol niet competent is wordt stellig bestreden. Dat is juist zijn rol, namelijk toezicht houden en sturend optreden vooral waar het gaat om veilig en gezond werken. Dat is uitgewerkt in de eindtermen van de DTA-er en onderdeel van het examen. Niet valt in te zien dat de DTA-er

wel

in staat is om een persoon die net examen heeft afgelegd (en nog geen één keer in de praktijk is geweest) te begeleiden en

niet

de begeleiding van de Leerling DAV adequaat kan plegen. Pagina 2 van 3 Postbus 159, 4190 CD Geldermalsen telefoon 0345-471390 www.sloopaannemers.nl

telefax 0345-471381

- - De regeling voor LDAV moet robuust zijn en zo min mogelijk fraudegevoelig. Onduidelijk is op welke feiten Inspectie SZW haar stelling baseert dat de regeling wordt misbruikt voor ‘handjes aan het werk’. Ons beschikbare informatie en data steunt dit in ieder geval niet. Bovendien staat het Reglement LDAV dat niet toe. - - Overigens zal het afschaffen van de LDAV ontwijkgedrag c.q. overtreding van normen en wettelijke voorschriften niet wegnemen, maar eerder leiden tot een toename van ontwijkgedrag en illegaliteit. - Er kan uiteraard altijd worden gekeken naar verbetermogelijkheden en in dat kader is thans ook een wijzigingsvoorstel van het Reglement LDAV in voorbereiding. Dat de LDAV niet goed is verankerd in artikel 4.54d van het Arbobesluit is ons inziens vooral geen reden om dit af te schaffen. In tegendeel, zoals hierboven aangegeven is de certificatieplicht voor DAV juist vergezeld gegaan van de figuur van de LDAV. Indien dat juridisch niet sluitend is geegeld, zal het Arbobesluit hierop moeten worden aangepast. Alternatief is om het Reglement LDAV en / of andere Sc normdocumenten zodanig aan te passen dat de regeling wel in overeenstemming is met het Arbobesluit. Dat is ter nadere overweging. Reden te meer om de LDAV in stand te laten is de situatie met betrekking tot kortdurende arbeid van buitenlandse werknemers. Het kan ons inziens niet zou zijn dat er voor dergelijke personen wel alternatieven zijn voor het persoonscertificaat en voor de reguliere instroom niet. Postbus 159, 4190 CD Geldermalsen telefoon 0345-471390 Pagina 3 van 3 www.sloopaannemers.nl

telefax 0345-471381