Wahhabi en de aftakkingen zoals ISIS 191

Download Report

Transcript Wahhabi en de aftakkingen zoals ISIS 191

Mediena Business School
http://www.tangali.net
Publicatie 191
School for Islamic, Management and Business Studies
[email protected]
www.sobm.nl
ISLAM KENNIS
IS MACHT!
WAHHABI EN AFTAKKINGEN ZOALS ISIS
“Voorwaar, Wij hebben menige Jinn en mens geschapen wier einde de hel zal zijn; zij hebben harten maar begrijpen er niet mede en zij hebben ogen maar zij zien er niet mede en zij
hebben oren maar zij horen er niet mede; zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer (dan
dit), zij zijn de achtelozen.” Surah al-Aa’raaf (7) vers 179
Prof. dr. Alhaaj al-Imam Mohamed Juzoef Yahya Tangali
Qadri Razvi, MBA MA BA
Alle rechten voorbehouden
Niets uit deze uitgave mag worden geproduceerd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,
of in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën of op andere wijze,
zonder de voorafgaande toestemming van de Copyright eigenaar.
Copyright © M.J. Tangali
Druk 1
Amsterdam, 26 augustus 2014
Uitgever: Mediena Business School/Stichting Noorani Islamic Research Institute
Bezoekadres op afspraak:
Haags Ondernemershuis
Vaillantlaan 154
2526 HP Den Haag
Tel: +31840036293
Fax: +31848723606
E-mail: [email protected]
Website: www.tangali.net
Bijdragen aan een nobel doel
De bankdetails zijn als volgt voor de broeders en zusters die willen bijdragen aan ons werk.
Organisatie: Stichting Noorani Islamic Research Institute
Bank: IBAN NL77ING0005995368
SPONSOR het drukken van een boek
Neem met ons contact op als u het in hardcopy uitgeven van een boek wilt sponsoren voor de Iesaale
Sawaab van de marhoems in uw familie en vriendenkring. Dit is Sawaab-e-Jaariyah en een vorm van
opleiden van de Ummah van de Heilige Profeet Mohammed (sallallaaho alaihi wa sallam).
Kennis is macht!
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
2
Inhoud
Voorwoord
4
1. Ontstaan van de Wahhabisme
7
2. De sekte Wahhābisme is gebaseerd op drie leerstellingen 8
3. Het concept Hāzier en Nazier 9
4. Mazaar (graftombe)
10
5. Radd‐e‐Wahhābi 11
6. 73 groepen
14
7. Ottomanen
14
8. Tamhied-e-Iman
15
9. Besluit
17
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
3
Voorwoord
Tegenwoordig laten veel geloofsgenoten (dus de soennies) zich in de dwaling van de anders gelovigen
(denk aan de bat-aqieda’s zoals salafieten, Wahhābis, Qadianis en Tableeghi Jamaats, deze gaan allen naar
de hel gaan) meeslepen. Deze helbewoners beweren dat Hāzier-o-Nāzier van de Heilige Profeet sallallaaho
alaihi wa sallam onmogelijk is, sinds hij is overleden. Wij soennies zeggen, dat inderdaad conform de Heilige
Qur'aan koelloe nafisien za’iekatoel maut (dat wil zeggen, iedere ziel zal de dood beleven, soera al-Imraan
vers 185), maar wij zeggen ook dat Allah Ta'ala de overleden personen zal doen herleven (wa basal ba’dal
maut in Iman-e-Mufassal).
Over het algemeen weten de moesliems uit de ahadith, dat het gaat gebeuren op de Dag des Oordeels.
Daarnaast weten de volgelingen (soennies) van de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam ook uit
islamitische schriftelijke bronnen, dat voor Allah Ta'ala het niet onmogelijk is ook in het graf de mensen tot
leven te brengen. Sheikh-ul-Islam, Taj-ul-Ulama, Badr-ul-Fuqaha, Mujaddid-e-Meh’ta Hadira Ala Hazrat Aziem-ul-Barkat Imam Ahmad Raza Al-Qadri schrijft in zijn boek over Mi’raaj Sharief dat de Heilige
Profeet sallallaaho alaihi wa sallam tijdens zijn verheven Mi’raaj = hemelreis (hierin geloofd de Ahmadia
ook niet) mogen aanschouwen, dat niet alleen in het graf Hazrat Moesa alaihis salām in leven was, maar ook
in de hemel. Is de Dag des Oordeels, dan al geweest? Neen, dus voor Allah Ta'ala is alles mogelijk! De
Nederlandse vertaling van dit boek over Mi’raaj sharief van Ala Hazrat kunt u downloaden van
www.tangali.net
Ala Hazrat citeert een hadith uit Tabrani in zijn boek over Devote Kennis: “Imam Tabrani rapporteert dat
Sayyedina Abdullah ibne Abbas (radi Allaho anho) zei dat Sayyedina Rasoeloellah (sallallaaho alaihi wa
sallam) Allah Ta’ala zag. Akrama (radi Allaho anho), die zijn student was vroeg aan hem: "Heeft Sayyedina
Rasoeloellah (sallallaaho alaihi wa sallam) Allah Ta’ala gezien? "Hij antwoordde:" Ja, Allah Ta’ala heeft
• Sayyedina Moesa ((alaihis salām) ) gezegend met Dialoog,
• Sayyedina Ibrahim ((alaihis salām) ) met Vriendschap en
• Sayyedina Mohammed (sallallaaho alaihi wa sallam) met Zijn Goddelijke Aanwezigheid ".
• Verder in de woorden van Tabrani, "En voorwaar Sayyedina Mohammed (sallallaaho alaihi wa sallam)
zag Allah Ta’ala twee keer ".
Wij moeten dus begrijpen dat degene die niet willen geloven in de overleveringen van de Salf-e-Salihin (dus
Sahāba, Taba’ien) hardhorend zijn.
Wahhābi
Wahhābis onderscheiden zich van de orthodoxe soennieten door zichzelf te labelen als salafieten, die
verwijst naar het woord Salaf (de periode waarin de vroege moesliems leefden in de eerste 300 jaar na de
Hijri. (Hijri is de verhuizing van de profeet Mohammed sallallaaho alaihi wa sallam van Mekka naar Medina
in 622 en waarmee de islamitische jaartelling begint).
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
4
De Sahāba (metgezellen), de Taba’ien (volgers) en Taba al‐Taba’ien (opvolgers) die in de periode van de
Salaf leefden zijn voorbeelden bij uitstek van wat en hoe moesliems moeten zijn zoals de Profeet (sallallaaho alaihi wa sallam) deze moesliems had geprezen als de beste moesliems. Daarom is het doel van
iedere moesliem sinds de tijd van de Profeet Mohammed (sallallaaho alaihi wa sallam ) geweest, zich te
houden aan en de voetstappen van de aanhangers van de Salaf. Dit betekent dat wanneer een Wahhābi
zichzelf een Salafie noemt, hij beweert een echte volgeling van de ongerepte islam te zijn. Dit is echter
verre van de waarheid!
De orthodoxe soennitische moesliems geloven dat zij de ware dragers van ongerepte islam zijn sinds de tijd
van de Salaf, omdat er tijdvakken zijn tussen de adellijke periode van de Salaf en de eeuwen die daarna
volgden. De authentieke posities van de vroege moesliems gepasseerd door Oelama (Schriftgeleerden) van
die tijd en daarna naar de latere generaties overgebracht via nauwgezette, systematische en methodische
wijze van hechtenis.
Deze kennis werd door de eeuwen heen doorgegeven door gekwalificeerde wetenschappers aan andere
gekwalificeerde wetenschappers, die het vervolgens hebben doorgegeven aan de massa. Deze ononderbroken keten van kennis uit de tijd van de Salaf tot nu toe is authentiek bewaard gebleven door de
orthodoxe soennieten. Orthodoxe soennieten hebben daarom wortels in de Salaf, en worden vandaag
voorgesteld door de vier overgebleven authentieke scholen van islamitische jurisprudentie: Hanafi, Shafi'i,
Maliki en Hanbali scholen (Mazāhib). De laatste Aliem die deze canonieke scholen heeft beschermd is
Imam-e-Ahle Soennat Mujaddid-e-Azam Shah Ahmad Raza Khan radi Allaho anho en ook bekend als
Maslak-e-Alahazrat.
De Wahhābis, door zichzelf te bestempelen als salafieten willen niet alleen aanspraak maken op de voet‐
sporen van de vroege moesliems, maar ook gebruik maken van semantiek voor de gek en allure en minder
geïnformeerde moesliems door ze de Wahhābisme te laten accepteren. Wahhābis zeggen: "U moet de
moesliems van de Salaf volgen." (Dit is ongetwijfeld waar!) De Wahhābi semantiek is ook: "Daarom moet je
een salafieleer volgen en niets anders, anders ben je geen moesliem.” Door dergelijke bedrieglijke semantiek geloven de minder geschoolde en geïnformeerde moesliems dat salafieten (Wahhābi) echt de onge‐
repte interpretaties van de vroege moesliems van de Salaf vertegenwoordigen.
Immers, het woord Salafi klinkt als Salaf, dus het moet echt representatief zijn, verre van dat. Als de minder
geïnformeerde moesliem de semantiek blind gelooft en niet onderzoekt wat een Salafi gelooft, waardoor
de waarheid onthuld wordt van het begrip van salafieten (wahabieten), dan weten de soennies niet de
tegenstrijdige betekenis van het begrip Salaf versus Salafie en de posities van de vrome moesliems die de
Salaf zijn en de meerderheid van de moesliems vormen die ooit hebben geleefd, namelijk de soennieten.
De meerderheid van Wahhābis zijn afkomstig uit Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en Saudi‐Arabië.
Percentagegewijs 47% van Qataris, 45% van de Emiraten, 6% van Bahreini en 2% van de Koeweiti's zijn
Wahhābis.
Bron: http://gulf2000.columbia.edu/images/maps/GulfReligionGeneral_lg.png (2013).
Wahhābis zijn de "dominante minderheid" in Saoedi‐Arabië, 23% van alle Saoedi's zijn Wahhābieten (ge‐
concentreerd in Najd). De radicale overtuigingen van Wahhābisme maakt haar volgelingen aan niet‐
Wahhābi en mainstream moesliems te bestempelen als afvalligen, samen met niet‐moesliems, aldus de
weg voor hun bloedvergieten bestrating. Anno 2014 ISIS groep.
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
5
Het Europees Parlement is gewezen op de Wahhābi (nu ISIS) beweging als de bron van het wereldwijde
terrorisme en een bedreiging voor de traditionele en diverse islamitische culturen van de hele wereld. Veel
gebouwen in verband met de vroege islam, waaronder Mazār, mausolea, en andere artefacten zijn in
Saudi‐Arabië en andere Arabische landen vernietigd door Wahhābis (ISIS) sinds het begin van de 19e eeuw
tot het heden.
Tot slot, het is goed voor zowel de minder geschoolde soennies als niet-moesliems om goede notie te
nemen van de vertaling van het vers in de Heilige Qur’aan:
“Voorwaar, Wij hebben menige Jinn en mens geschapen wier einde de hel zal zijn; zij hebben harten maar
begrijpen er niet mede en zij hebben ogen maar zij zien er niet mede en zij hebben oren maar zij horen er niet
mede; zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer (dan dit), zij zijn de achtelozen.” Surah al-Aa’raaf (7) vers 179
Imam Suyuti tafsir: En, Wij hebben inderdaad aangespoord tot hel veel van de Jinn en de mensheid, met
harten waarmee zij de waarheid niet begrijpen. En zij hebben ogen maar zij beseffen het niet [de bewijzen
van Allah’s macht met een perceptie dat reflectie met zich meebrengt]. En zij hebben oren maar ze horen
niet [het tekenen of de vermaningen, op een manier om te reflecteren en zie toe]. Deze, ze zijn als vee, in
hun falen om te begrijpen, waarnemen of luisteren - neen, ze zijn juist verder afgedwaald dan vee. [omdat
[tenminste] zij [vee] streven naar wat goed voor hen is en blijf weg van wat schadelijk is tot hen: deze
mensen, aan de andere kant, zijn marcheren voort naar het Vuur, uit [pure] koppigheid.] Deze - zij zijn de
achteloos.
Moge Allah Ta’ala de soennies beschermen. Amien!
Dit boek heb ik ook in gesproken tekst gepubliceerd.
Klik op de YouTube icoon.
Juzoef Tangali
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
6
1. Ontstaan van de Wahhābisme
In Mirat-ul-Haramayn staat geschreven dat de oprichter van de Wahhābisme Muhammad bin Abdul Wahhab is. Hij werd geboren in het jaar 1111 Hijri [1699 A.D.] in de stad Huraymila in Najd en stierf in Darr'iyya
in het jaar 1206 Hijri [1791 A.D.]. Hij werd dus 105 jaar oud.
In zijn jonge jaren ging hij vaak op handelsreis naar onder andere Basra, Bagdad, Iran, India en Damascus
waar hij de boeken van de criminele Ahmad ibni Taymiyya te lezen kreeg. Deze boeken zijn contra de Ahle
Soennat. Hij bestudeerde de boeken grondig en bewapend met deze kennis, sluwe en sterke misleidde
overtuiging werd hij bekend als de "Shaykh-e-Nadjd."
In 1125 werd hij gestrikt door de Britse spion Hempher, beïnvloed en geholpen door de Britten in hun
activiteiten om de islam schade toe te brengen. Ook hebben de Britten de afvallige Mirza Qadiani gestrikt
in hun sluwheid waarmee de Qadianisme is ontstaan. In een andere webinar gaan wij het Qadianisme
behandelen.
Door de sluwheid van de Britten stichtte Muhammad ibn Wahhab de Wahhābi ketterij op. Om zijn ketterij
te vergroten kreeg hij een opleiding van de geleerden van de Hanbali Mazhab in de heilige stad Medina
Munawwarah en vervolgens in Damascus. Na de voltooiing van zijn educatie ging hij terug naar Najd, waar
hij begon boeken te schrijven.
Met zijn zieke gedachten bedroog hij de dorpelingen, vooral de bewoners van Dar'iyya en hun stamhoofd
Muhammad bin Saud. Hij dwong de soennies om zich te bekeren tot Wahhābisme. Dit deed hij niet alleen
woordelijk, maar ook door de mensen onder de hoeven van de paarden te vertrappelen en met sabels af te
slachten. Degenen die de ideeën van deze crimineel accepteerde werden Wahhābi genoemd, ook wel
nadjdi genoemd. De Wahhābisme ontstond dus in 1150 Hijri.
Het was gemakkelijk om de onwetende soennies te misleiden waardoor de Wahhābi sekte in aantal toenam. Ook introduceerde hij zichzelf als de Qazi en introduceerde hij Muhammad bin Saud als de Amir en
gouverneur. Hij had het vastgelegd dat hij en Saud alleen door hun nageslacht zouden worden opgevolgd.
Toen het boek Mirat-ul-Haramayn in 1306 Hijri werd gedrukt [1888 A.D.], was de Amir van de Najdis
Abdullah bin Faisal.
Mohammed bin Abdul Wahhab zijn vader was Abdul Wahhab, een goede moesliem. Hij en de Oelama in
Medina zagen het aankomen dat de zoon van Abdul Wahhab een corrupte omwenteling teweeg zou
brengen en adviseerden daarom alle moesliems (soennies) om op geen enkele wijze contact met de
criminele Wahhābi ketters te onderhouden.
Er zijn te veel verkeerde ideeën op te noemen die hij in zijn boeken schreef, vooral in het boek Kitāb-utTawhied, dat het akeligste boek is, en vervolgens in het boek Fath-ul-Majid, dat een toelichting is op het
boek Kitāb-ut-Tawhied. Deze toelichting is door zijn kleinzoon AbdurRahman bin Hasan geschreven.
Op 8 januari 1926 werd Ibn Saoed, de sultan van Nadj, gekroond tot koning van de Hijaz in de Masjid
al-Haram (in Mekka) waar hij Najd op 27 januari 1927 heeft verheven tot de status van een koninkrijk. Een
paar maanden later werd in het Verdrag van Jeddah op 20 mei 1927 het koninkrijk erkend door Groot-
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
7
Brittannië en werd het wereldwijd bekend als het Koninkrijk Nadj en Hijaz. De Wahhābi zijn dus criminelen
en dieven.
2. De sekte Wahhābisme is gebaseerd op drie leerstellingen
1. Op pagina's 17, 48, 93, 111, 273, 337 en 348 van het boek Fath-ul-Majid staat geschreven dat de Wahābi
de daden en de aanbidding als onderdeel zien van Imān; wie niet eens één farz actie naleeft zoals het
verrichten van de namāz, wordt een kāfir. De Wahābi zegt dat deze persoon dan gedood moet worden
en zijn eigendom mag worden verdeeld onder de Wahhābieten. Wij zien dus keer op keer dat deze
tweevoetige honden criminelen en dieven zijn.
2. Zij verklaren verder dat degene die om shafaat (voorspraak, bemiddeling) vraagt aan de zielen van de
profeten of de Awliya, of die hun Mazār bezoeken en via hun bemiddeling dua (smeekbede) doet een
kāfir wordt. ‘Abdurrahman bin Hasan schrijft verder op blz. 503 van het Wahābi boek Fath-ul-Majid
over Hāzier-o-Nazier: "Toen Rasoeloellah sallallaaho alaihi wa sallam nog leefde was het toegestaan
om zich bij hem te beroepen voor zegen. In feite mag aan iedere vrome die leeft gevraagd worden voor
zegen smeekbede. Als een kwestie van feit, toen Hazrat ' Umar radi Allaho anho op het punt stond te
vertrekken naar Mekka voor Umra zei Rasoeloellah sallallaaho alaihi wa sallam: 'O Umar, vergeet ons
niet in uw dua (smeekgebed).' Ook is het toegestaan voor de levenden dua te sturen naar de zielen van
de doden die zijn begraven of nog zal worden begraven, maar (zeggen de Wahābi) het is niet toegestaan om dua te laten vragen door degenen die in de graven zijn.
De Wahhābi zegt verder: “Allah heeft verklaard dat het vragen van dua aan degenen die niet horen of
kunnen antwoorden shirk is (dus een partner aan Allah toeschrijven). De doden en degenen die ver weg
zijn waardoor zij niet kunnen horen kunnen niet beantwoorden. Geen van de Sahāba of Taba’ien
hebben bij Rasoeloellah sallallaaho alaihi wa sallam zijn tombe iets gevraagd. Als het was toegestaan
om iets aan de profeet, na zijn dood te vragen, dan zou Hazrat 'Umar hem vragen voor regen, maar hij
bezocht zijn graf niet en vroeg geen hulp aan hem. Hazrat Umar radi Allaho anho vroeg om dua aan
Hazrat Ibn Abbaas radi Allaho anho die nog levend en aanwezig was." Ook staat op blz. 70 van Fath-ulMajid geschreven: "Iets vragen aan een dode persoon of aan een persoon die niet aanwezig is, betekent een partner aan Allah toeschrijven."
3. Op de pagina’s 70, 77, 98, 104, 239, 248, 223, 503 en 504 van het Wahhābi toelichting boek Fath-ulMajid staat dat de Wahābis geloven in alleen wat leeft effect heeft, maar de doden hebben geen effect
( het heeft geen zin iets aan ze te vragen).
Zij zeggen verder, dat een persoon die iets vraagt aan een overledene of aan een levende die afwezig
is een moeshrik (polytheist) is. Wahhābis proberen hun woorden recht te doen door te bewijzen met
die ayaat (verzen) die zijn nedergezonden voor afgodendienaars. Dit doen zij op basis van tafsir bi’lra’y. Deze vorm van tafsir (exegese) wil zeggen verduidelijking van de betekenissen van de Qur’aanverzen op basis van zelfstandig oordeel. Sommige mufassirs (exegeten) zeggen dat tafsir bi-‘l-ra’y niet
is toegestaan op basis van persoonlijk oordeel, andere mufassir zeggen dat onder bepaalde voorwaarde van ijtihad het wel mogelijk is. In een komende webinar over tafasir gaan wij dit verder behandelen.
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
8
Allah Ta’ala openbaart:
“ En zeg niet van degenen, die voor Allah’s zaak zijn gedood, dat zij dood zijn; neen, zij leven, maar gij bemerkt
het niet.” Surah al-Baqarah (2) vers 154
Ibn Abbas tafsir: “Allah herinnert aan de uitspraak van de huichelaars over de martelaren van de oorlogen
van Badr, Oehoed en alle andere gevechten: "Zo-en-zo zijn gestorven en verloren alle comfort en geluk",
dit om oprechte gelovigen te grieven, en dus zegt Allah: (En zeg niet over degenen die gedood zijn op de
weg van Allah) in gehoorzaamheid van Allah, op de Dag van Badr of in een andere strijd ("een dode") zoals
elke andere dode mens. Neen, ze leven, ze leven net als de andere levenden in het Paradijs, en worden
voorzien van alle comfort en gulle geschenken, (alleen gij bemerkt het niet) u bent niet bewust van de eer
die geschonken is aan hen of van hun echte status.”
Imam Suyuti: “En zegt niet over degenen die gedood zijn in Allah’s weg: 'Ze zijn dood', maar veeleer ze
leven, hun geesten zijn (volgens een hadith) in groene vogels veranderd die vleugels hebben en vrij kunnen
gaan naar waar ze willen in het Paradijs; maar gij bent niet bewust en kent hun toestand niet.”
3. Het concept Hāzier en Nazier
Hāzier en Nazier (aanwezig zijn en getuigen) wordt in de Heilige Qur'aan uitgelegd. Voordat wij dat gaan
bestuderen staan wij stil bij het begrip Hāzier-o-Nāzier. Deze terminologie wordt als volgt verhelderd:
● Hazier: aanwezig zijn (fysiek of spiritueel)
● Nazier: zien of aanschouwen met de eigen ogen (zowel van dichtbij als van ver)
Weet, dat voor waarlijk aanwezig zijn en aanschouwen u ‘ bewust dient te zijn van’ en ‘begrijpen’ wat u
ziet. Nu u de begrippen Hāzier en Nazier samen met de definitie van getuigenis heeft begrepen, gaan wij
kijken wat in de Heilige Qur'aan staat geopenbaard over de Heilige Profeet sallallaaho alahi wa sallam.
“O Profeet, Wij hebben u als getuige, drager van blijde tijdingen en waarschuwer gezonden.” Surah al-Ahzaab
(33) vers 45.
“ En wat geschiedt, wanneer Wij een getuige van elk volk zullen roepen en u als getuige tegen deze zullen
brengen.” Surah an-Nisa (4) vers 41
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
9
Imam Suyuti: Dus hoe zal het zijn, de kritieke situatie van de ongelovigen, wanneer Wij voorwaarts van
iedere gemeenschap een getuige presenteren, om te getuigen over hun daden, en dit zal hun profeet zijn,
en wij brengen u, O Mohammed als getuige voor deze profeten.
Let op! In bovenstaande verzen wordt de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam getuige genoemd
voor alle naties die Allah Ta'ala op aarde heeft gezet. Dan moet de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa
sallam toch aanwezig moeten zijn geweest en zelf ook met eigen ogen gezien (Nāzier) hebben wat gebeurd, dus is hij sallallaaho alaihi wa sallam nog steeds aanwezig (Hāzier) na zijn aardse leven.
4. Mazaar (graftombe)
Volgens de Wahhābis is het niet toegestaan om een mazār (graftombe) te bouwen boven de graven, om
namāz te verrichten bij de graven, kaarsen te branden voor degenen die daar komen bidden en de graftombe onderhouden.
De inwoners van Mekka en Medina gingen koepels en muren aanbidden. Om deze reden, zeggen de
Wahhābis dat de moesliems (Ahle Soennat) polytheisten zijn geworden. Ze zeggen dat het halāl is om hen
(de soennies) te doden en om hun eigendom te plunderen. Wat een criminelen, zij denken alleen maar aan
stelen.
Als het niet was toegestaan om tombes te bouwen boven en om de graven heen, dan zouden Hazrat Abu
Bakr en Hazrat ' Umar radi Allaho anhoma niet begraven worden naast onze meester Rasoeloellah sallallaaho alaihi wa sallam in een Turba (kamer). Een mazār is niet gebouwd om de dode persoon te aanbidden,
nee het is gebouwd om liefde en respect naar hem toe te tonen en voor de bescherming tegen regen en zon
te bieden aan degenen die de heilige graven bezoeken zodat zij gedurende hun gebeden voor de ziel van de
overleden persoon niet in de hitte en regen hoeven te staan.
Op blz. 552 van deel 2 van het boek Majma'ul-Anhur staat geschreven: “Toen Abdullah bin Abbas radi
Allaho anho begraven werd door Muhammad bin Hanafiyā radi Allaho anho, zette hij een tent op over zijn
graf. De bezoekers deden hun gebeden in deze tent gedurende drie dagen."
Wij zien dus dat degene die op de voetsporen van de Sahāba zijn de tomben niet slopen, maar juist tombes
bouwen. Het zijn de salafieten, een aftakking van de Wahhābi, die de mazār sharief ruïneren.
Verder staat in Kashf-un-Noer geschreven: “Bouwen van mazār over de graven van de Oelama en van de
Awliya is om hen te beschermen tegen de beledigingen van de onwetenden.”
Ook in Jami'ul-Fatãwa en in Tanwir staat geschreven, dat het niet makroeh is om een koepel boven een
graf te bouwen.
Ibni Hajar-i Makkie schreef op blz. 125 van zijn boek Fatãwa-i-fiqhiyya, dat het Sahih is om namāz te
verrichten bij de graven van profeten. Het is zelfs niet makroeh. Profeten zijn levend in hun graven, maar
hun leven verschilt in elk opzicht van ons leven.
Grote islamitische geleerden, zoals Abdul Qadir-i Jilani, Muhiyuddin-ibni Arabi, Taqiyyuddin-i Ali Subki,
Ahmad Ibni Hajar-i Makkie en Abdul Ghani Nabulusi radi Allaho anhoem hebben gedocumenteerd bewezen
dat het was toegestaan om de graven van de Awliya te bezoeken om smeekbede te vragen voor Allah’s
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
10
gratie en barmhartigheid door de Awliya als tussenpersonen te kiezen, zelfs allang voordat de Wahhābis
honden bestonden.
5. Radd-e-Wahhābi
De Oelama van Ahle Soennat schreven veel boeken met het oog op het weerleggen van de Wahhābisme.
Enkele van de Oelama en de titels van hun boeken zijn:
1. Het zeer waardevolle Fatãwa boek van Muhammad ibni Sulaiman "rahmatullahi 'alaih', een Sjafi
geleerde van de gezegende stad Medina.
2. Het boek Addur-Russaniyya Firazia 'al-Wahhabiyya van Ahmad Zaini Dahlan-i-Sjafi, hoofd van de
Oelama van de gezegende stad van Mekka. Te vinden in de stadsbibliotheek Istanbul.
3. Het boek Risalat-us-Sunniyyin firrazi al-mubtadien van Mustafa Qirimi "rahmatullahi 'alaih'. Eveneens te vinden in de stadsbibliotheek Istanbul.
4. Het boek Minhat-ul-Wahabiyya van Hazrat Dawoed bin Sulaiman Baghdadi "rahmatullahi 'alaih', die
is geregistreerd in de naam Khalidi in het boek Munjid. Ook te vinden in de stadsbibliotheek Istanbul.
5. In Tarih-ul-Mazhahib-al-Islamiyya beschrijft Muhammad Abu Zuhra de Wahhābis en informeert ons
in detail dat ze ahl-i-bid’at zijn.
6. Allama Ibni Abidin "rahmatullahi ta'ala 'alaih' schrijft op blz. 309 van deel 3 van zijn stemverklaring in
zijn fiqh commentaarboek Durr-ul-Mukhtar. "De la-Mazhabi mensen noemen zichzelf moesliems en
degenen die niet geloven polytheisten of ongelovigen. Dus zeggen ze dat het sawāb is om de Ahle
Soennat en hun Schriftgeleerden te doden. In 1233 Hijri overwon de Ahle soennat hen (de Wahhābi
dus) en werden zij gekwetst en noodlijdend." Een fotokopie van het bovengenoemde rapport is gepubliceerd onder de naam Kitāb-ul-Ayman door Hakikat Kitabevi.
7. De moefti Sayyed AbdurRahman van Zabid zei: "om de Wahhābis te weerleggen en om uit te leggen
dat zij ketters zijn, volstaat het om de volgende hadith citeren, onze profeet sallallaaho alaihi wa sallam
verklaart: "Sommige mensen zullen in Oost Arabië verschijnen. Ze gaan de Qur’aan al-Karim reciteren.
De Qur’aan al-Karim gaat echter niet door hun strot. Zij zullen de islam verlaten zoals een pijl de boog
verlaat. Hun wangen zal altijd geschoren zijn." Een van de meest belangrijke kenmerken van de meeste
van hen is het scheren van hun hoofd. Ze gaan hun wangen scheren en scherpe baarden tot alleen op
hun kin hebben.” Dit hadith Sharif toont dus aan, dat de Wahhābis zich afscheiden van het rechte pad.
8. In het boek Assayf-us-Saqil van Zahid-ul-Kawthari "rahmatullahi ta'ala 'alaih', worden de ideeën van
Ibni Taymiyya en Ibni Qayyim uitgelegd en weerlegd.
9. Het boek Wahhabilere Reddiyye door de 69ste Shaikh-ul-Islam Sayyed Muhammad Ataullah Bey is
beroemd.
10. In het boek Shawahid-ul-Haqq van Yusuf-i Nabhani weerlegt hij Ibni Taymiyya en de Wahābis met
sterke documenten als bewijs. Een deel van de waardevolle geschriften staat in het Arabisch boek
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
11
'Ulama-i-Muslimien, dat in 1972 werd gedrukt. Deel van de vertaling is geschreven aan het eind van de
Turkse boek, Ashāb-i Kirām, in post Yusuf-i Nabhani, nr. 253.
11. Het boek as-Siham-us-sahiba, door Yusuf Nabhani, weerlegt opnieuw, Wahābis door middel van
documentaire ayats.
12. Ahmad Dahlan beantwoordt de laster van de Wahābis met documenten in zijn boeken Khulasat-ulkalām en Al-Futuhat-ul-islamiyya. Het tweede deel van het voormalige boek heeft gedrukt door
offset afdrukmethode door Hakikat Kitabevi in Istanbul.
13. Imam-i-Subki bewijst in zijn boek Shifa-us-siqam dat het is toegestaan om Rasoeloellah sallallaaho
alaihi wa sallam en de Awliya te bezoeken en te bidden voor hun zielen. Het werd gedrukt in Bulaq
Printhouse in Egypte in 1318 Hijri [1900 A.D.] Hij is afgedrukt door offset afdrukmethode meerdere
malen door Hakikat Kitabevi in Istanbul.
14. Shaykh Sulaiman, de broer van Muhammad bin Abdul Wahhab Najdi was een van de Oelama van de
Ahle Soennat. Toen hij zag dat zijn broer Muhammad Abdul Wahhab Najdi afdwaling begon schreef hij
weerleggingen voor zijn corrupte boeken. Van zijn boeken werd Sawaiq-i-ilahiyya firrazi al-Wahhabiyya gepubliceerd in 1306, en het werd gedrukt door offset afdrukmethode in 1395 [1975] door
Hakikat Kitabevi.
15. Muhammad bin Ali Zamlikani, de Qazi van Aleppo en een Shafi'i geleerde, bewijst in zijn boek Durratul-Madiyya firrazi-'ala-ibni Taymiyya dat het is toegestaan om te bidden door middel van de graven
van profeten.
16. Ahizada Abdulhalim bin Muhammad, de Qazi van Thracië, bewijst in zijn boek Fi-isbat-il-kamālāti-LilAwliya halāl hayāt wa ba'dal-mamāt dat de Awliya Karamāt doen, ook na hun ontzieling. Hij overleed
in 1013 A.H.
17. Het boek, al-Aqaid-us-Sahiha fi tardid-al-Wahhabiyya, door Hasan Jan Faruqi, bewijst dat de
Wahābis de islam willen ruïneren. Hij is afgedrukt door offset afdrukmethode door Hakikat Kitabevi.
18. Grote Schriftgeleerde en perfecte Wali-e-Kamiel Sayyed Abdulhakim-i-Arwasi, schrijft in zijn boek
Kash-koel, zijn geschriften beëindigt door weerleggen Wahābis als volgt: miljoenen liefhebbers, die
kashfs en shuhuds hadden, hebben Rasoeloellah sallallaaho alaihi wa sallam bezocht en oneindige
zegeningen van Allah Ta'ala ontvangen. In plaats van verschillende voorbeelden te geven, is het
genoeg om te lezen de lofrede door Imam-ul-Aimma en Siraj-ul-Ummah Imam Abu Hanifa Numan bin
Thabit radi Allaho anho, die hij begon met: "O Meester der meesters! Ik ben hier voor u. Ik smeek u met
mij blij te zijn. Ik bescherm mijzelf door toevlucht te nemen in u.
19. Het boek Sabil-un-Najat, in het Arabisch, onthult de corrupte en ketterse overtuigingen van de
Wahābis en hen weerlegt met documenten. Eerst gepubliceerd in 1394 in India, is het geweest fotokopie door Hakikat Kitabevi vermenigvuldigd.
20. Het boek al-Masail-ul-Muntahaba meldt de corrupte overtuigingen die Wahhābis hebben geprobeerd
te verspreiden onder de jongeren, en weerlegt hen met documenten. Eerst gepubliceerd in 1391 in
Pakistan, heeft het gereproduceerd door fotokopie door Hakikat Kitabevi.
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
12
21. Het boek al-Habl-ul-Matin legt uit dat het noodzakelijk is om een van de vier Mazāhib te volgen,
beschrijft Karamāt en hoe voordelen te verkrijgen van de zielen van de Awliya. Voor het eerst gepubliceerd in Pakistan, heeft het gereproduceerd door fotokopie door Hakikat Kitabevi.
22. Het boek Fatãwa Husam-ul-Haramayn (Het zwaard van de twee heiligdommen op de slachtpunt van
godslastering en leugen) werd geschreven door Imam Ahmad Raza Khan Breilawi radi Allaho anho, één
van de grote Schriftgeleerden van India. Hij weerlegt met authentieke documenten als bewijsmateriaal
de Wahhābis en de la-mazhabi mensen. Hij heeft ook in detail uitgelegd dat de organisatie Natwat-ulOelama in Luqnow, een stad van India, een instelling is die schadelijk is voor de islam. Het boek is
geschreven in het Arabisch in 1317 en werd gepubliceerd in Pakistan en gedrukt door offset afdrukmethode in 1977 door Hakikat Kitabevi in Istanbul.
23. Het boek al-Madarij-us-Saniyya-firrazi 'al-Wahhabiyya antwoorden Wahābis in Arabisch en Urdu.
Het heeft zijn gereproduceerd door Hakikat Kitabevi.
24. Het boek Tariq-u-Najat geschreven door Muhammad Hasan Jan Faruqi werd gepubliceerd in 1931 in
Sind Haiderabad en heeft zijn gereproduceerd door fotokopie door Hakikat Kitabevi in Istanbul.
25. Sun'ullah-i Halabi, een van de geleerden van de gezegende stad van Mekka, bewijst in zijn boek
Sayfullah 'ala-man-kazzaba 'ala-Awliya Allah dat Karamāt van de Awliya blijft bestaan, zelfs na hun
sterven. Hij schreef dit boek van hem in 1117 A.H.
26. Hazrat Shah Ahmad Said-i Dahlawi, weerlegt met documenten in zijn boek Tahqieq-ul-Haqqiel-Mubien, veertig valse verklaringen van de Wahhābis. Hij stelt in het veertigste antwoord, dat Abdul' Aziz-i
Dahlawi in zijn stemverklaring over de Fatiha zei: "Wanneer u aan iemand hulp vraagt en alleen op hem
vertrouwt zonder na te denken dat aan wie u hulp door Allah Ta’ala is geautoriseerd om hulp te geven,
dan is het harām. Vragen voor hulp aan iemand anders door te denken, dus is de hetzelfde als vragen
voor hulp van Allahu ta'ala."
Hazrat Abdulhaq Muhaddith-i Dahlawi schreef in zijn vertaling van Mishkāt: "De meeste grote Shaykh
en de meerderheid van de geleerden van fiqh zeiden dat het was toegestaan om hulp te vragen aan
profeten en aan de Awliya na hun dood. Bezitters van kashf en perfectie hebben meegedeeld dat dit
correct was. De meeste van hen werd verheven door ontvangende Fayz van zielen. Zij noemden die
verheven door deze manier Owaysi.
Een van de superieure grote Shaykh zei dat hij vier grote Awliya had gezien die actief waren na hun
dood net zoals toen ze nog leefden, twee van deze waren Maruf-i Karhi en Abdul-Qadir Jilani radi
Allaho anhoma.
De Wahābis zeggen dat Adam ('alaihi van-salām) geen profeet was. In het Wahhābi boek Kashf-ushShuhubat staat op blz. 1 dat de eerste profeet Noah (alaihi-salām) was.
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
13
6. 73 groepen
Er zullen 73 groepen zijn die de feiten anders geloven. Onder hen is een groep wiens geloof is de Ahle
Soennat (soennie). Degenen die afgedwaald zijn van het rechte pad en verkeerde betekenissen geven aan
het geloof worden ketters genoemd. Sjiieten, Qadianis en Wahābis behoren tot deze afvallige groepen.
Iemand die probeert de corrupte overtuigingen, de verkeerde betekenissen aan Qur’aan verzen op basis
van valse wetenschappelijke ontdekkingen door te geven aan een moesliem (soennie dus) wordt een zindiq
of wetenschappelijke yobaz genoemd.
Het is om deze reden dat in een hadith is verklaard: "Hij die de Qur’aan volgens zijn eigen inzicht (tafsir ray)
interpreteert wordt een ongelovige."
Daar de la-mazhabis en dergelijke sekten zoals Ahmadia’s deze subtiliteit niet kunnen begrijpen zeggen ze:
"iedereen moet het geloof voor zichzelf begrijpen door zelf de Qur'aan en hadiths te lezen en te interpreteren.” Deze mensen die dit doen worden onder andere beïnvloed door de aftakkingen van de Wahhābi zoals
de Salafieten, Tableeghi Jamaat, Ahle Hadith, Ahle Qur’aan en Deobandies. Zij zijn dus allen niemand
anders dan de Wahhābis. Het Perzische boek Radd-i-Wahhābi geeft uitstekende antwoorden op de laster
van deze La-Mazāhib.
Moesliems die op de weg lopen van de Salaf‐e‐Sālihien "rahmatullahi ta'ala 'alaihim ajma’ien' worden Ahle
Soennat genoemd. De ketters die afgeweken zijn van de manier van de Salaf-i-salihin worden Silfiyya of
Salafiyya genoemd. De bid’at genoemd Silfiyya werd eerst gesticht door de beruchte ketter Ibni Taymiyya
en bepleit door de Mohamed ibn Wahhāb Najdi en zijn volgelingen. Deze mensen beweren dat ze op de
weg van de Sahāba zijn. Met verkeerde en verdorven betekenissen die zij aan Qur’aan al-Karim en hadith
Sharifs geven belasteren zij de ware soennie moesliems.
Het is geschreven op blz. 377, deel 5 van Fatãwa-i-Hindiyya dat het farz is voor iedereen om de grondbeginselen van geloof te leren, de leerstellingen te beoefenen en de harām dingen te vermijden.
Hazrat Yusuf Nabhani, die lange uittreksels en authentieke documenten uit de boeken van die verheven
Oelama citeert, degradeerde de Wahābis in zijn boek Shawahid-ul Haqq. Vijftig pagina's van dit Arabisch
boek werd gepubliceerd in het boek ' Ulama-ul-Muslimin wal-Wahhabiyyun in 1972.
Dus de verstandige en toereikende jongeren dienen direct te beseffen dat Wahhābis handlangers van Iblies
(Satan) zijn, dom en leugenaars.
7. Ottomanen
De eerste oorlog tussen de Mekkanen en de Wahhābis werd uitgevochten in 1205 Hijri [1791 n. Chr.]. In die
jaren voerde het Ottomaanse leger zijn strijd tegen de buitenlandse vijanden. Daardoor ontstond chaos in
het binnenland.
De gezegende steden van Mekka Mukarrama en Medina Munawwara werden bestuurd door de Ottomanen
met rechtspraak en eerbied; miljoenen riyal werden besteed aan de restauratie en eerherstel van de heilige
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
14
plaatsen. De gezegende mensen van de Haramayn (Mekka en Medina) woonden in comfort en overvloed.
Deze tijd van geluk duurde tot de Eerste Wereldoorlog. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog [1332
-1336 Hijri (1914-1918)] verdreven de vijanden (dus de Britten die hadden voldaan aan hun verlangens van
het breken van de islam eenheid) de Amir Sharif Husain bin Ali van Mekka en de andere notabelen van de
Ahle Soennat uit de Hijaz. Deze vijanden kondigde aan de hele wereld aan dat de Amir was gevlucht. Abdul
'Aziz bin Saud, die in Najd woonde, kwam naar Mekka in 1344 [1926] en vormde een nieuwe regering.
Tijdens de tijd van de Ottomanen, werd Wahhābisme verspreid in India en Afrika.
In het boek Ifadat-ul-Akhyar van Muhammad Arabi dat in Mekka werd gedrukt, in het boek Mawqif-ul-‘Aql
wal-ilm wal-Alam van Sheikh-ul-Islam Mustafa Sabri Bey, en in het boek van artikelen Majallatu Jami'ul
Azhar van Yusuf-i Dajwi (een lid van de Raad van de geavanceerde kennis over Tanzania) van Jami'ul Azhar,
die werd uitgegeven in Egypte in 1966, zijn de Wahhābi ideeën weerlegd met authentieke documenten als
bewijsmateriaal. Op een gegeven moment werd Ibni Taymiyya ook misleid door de overvloed aan zijn
kennis en daalde hij ook af in ketterij.
8. Tamhied-e-Iman
8.1 Voorzichtigheid en waarschuwing toegepast
O Moesliems! O Moesliems! Denk aan uw Imān, uw godsdienst, uw Almachtige Allah voor wie u moet
verschijnen op de Dag des Oordeels. Denk na over hoe voorzichtig ik ben in het bestempelen van een
moesliem als een ongelovige ondanks de vele genoteerde redenen om zo te handelen. Het is volkomen
schaamteloos, misdadig en oneerbiedig van deze respectloze mensen om mij valselijk te beschuldigen
andere mensen overhaast tot ongelovigen te verklaren. Ongetwijfeld, zij hebben een leugen verzonnen.
Profeet Mohammed sallallaaho alaihi wa sallam zegt, en datgene wat hij zegt is juist: “wanneer je niet
schaamteloos bent, doe dan wat je wilt.”
8.2 Veroordeelt tot ongelovigen
O Moesliems, zegt Ala Hazrat, u hebt voor u deze kristalheldere en krachtige verklaringen. Sommige zijn
tussen 10 en 17 jaar geleden gepubliceerd en 19 jaar geleden geschreven. Deze respectloze mensen zijn
sinds 1320 Hijri veroordeelt tot ongelovigen, het jaar van de Al-Mutamad-ul-Mustanad publicatie;
ongeveer 6 jaar geleden. Lees deze verklaringen zeer nauwkeurig en wees rechtvaardig met vrees voor
Allah en Zijn Profeet. Deze vonnissen weerleggen niet alleen de aanval van deze verzinner van de leugen,
maar zij bewijzen eveneens dat een gewaarschuwde moesliem geleerde deze respectloze mensen niet als
ongelovigen had genoemd, totdat hun ongeloof duidelijker werd dan de zon, en er absoluut geen kans
meer bestond (binnen de islamitische uitleg) om hen tot ongelovige te verklaren. Deze dienaar van Allah,
is toch dezelfde man, die ongeveer 70 aanklachten van ongeloof heeft opgesomd die iedere prominente respectloze persoon tegenspreekt, en toch hem geen ongelovige noemt. Hij geeft hen het voordeel
van de twijfel in het licht van Profeet Mohammed’s bevel dat een Moesliem niet bestempeld moet worden
tot ongelovige zolang zijn ongeloof niet duidelijker wordt dan de zon en hij niet binnen de kaders van de
Islam gehandhaafd kan worden. Deze dienaar van Allah is dezelfde man, die 78 redenen gaf die hun
ongeloof rechtvaardigt en toch zijn onwil uitdrukt om hen als ongelovige te beschouwen, omdat in dit
stadium hij niet exact de beledigende woorden kent die gebruikt zijn tegen Allah en Zijn Profeet. Hij
had geen woede tegen hen. Hij had geen gemeenschappelijke kenmerk met hen, die opheldering kon
geven over het op dat ogenblik heersende meningsverschil. De relatie tussen de Moesliems hangt af van
liefde of haat jegens Allah en Zijn Profeet. Zolang deze respectloze mensen geen beledigende woorden
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
15
gebruiken of deze dienaar van Allah deze beledigende uitingen jegens Allah en Zijn Profeet niet zelf gezien
of gehoord had, respecteerde hij hun lippendienst tot de Islam. Hij gebruikte uiterste voorzichtigheid en
sloot zich niet aan bij die geleerden die van mening waren dat deze respectloze mensen het verdienden
ongelovigen te worden genoemd. Anderzijds sloot deze dienaar van Allah zich aan bij die geleerden die van
mening waren grote zorgvuldigheid toe te passen bij het noemen van een Moesliem als ongelovige. Toen
hij met zijn eigen ogen de beledigende uitingen zag jegens Allah Almachtige en Profeet Mohammed en
werd hij overtuigd dat deze respectloze mensen gefaald hadden de essentiële principes van de Islam te
waarborgen. Hij had toen geen keus meer en verklaarde deze respectloze mensen tot ongelovige. U hebt
al in het begin gelezen, de opinies van de grote Imams dat iemand die twijfelt aan de daad van ongeloof
ook zelf een ongelovige wordt. Het was noodzakelijk mijn eigen Imān te beschermen en de Imān van de
Moesliem broeders en Islamitische gemeenschap. Vandaar dat een vonnis van ongeloof werd gepubliceerd
en uitgegeven.
Hij die twijfelt in de bestraffing van deze respectloze mensen en twijfelt of hun ongelovige zijn, wordt zelf een
ongelovige.
Allah Almachtige openbaart:
“En zeg: het wezenlijke is gekomen en het ijdele is vergaan. Het ijdele is waarlijk vergankelijk”. Surah al-Isra (17)
vers 81
En Allah Almachtige openbaart verder:
“Er is geen dwang in de godsdienst. De rechtgerichtheid is duidelijk onderscheiden van de verdoling”. Surah
Baqara (2) vers 256
Samengevat zijn vier hoofdpunten ingewikkeld gemaakt:
• De geschreven en gepubliceerde verklaringen van deze respectloze mensen zijn definitief beledigingen
van Allah Almachtige en Zijn Profeet Mohammed.
• Een ieder die Allah Almachtige en Zijn Profeet Mohammed beledigd is definitief een Kāfir (ongelovige).
• Een ieder die hen geen Kāfir noemt, met hen een vriendschappelijke band onderhoudt of hun positie in
overweging neemt als leraren, verwanten of vrienden wordt ook definitief een van hen. Hij wordt een
ongelovige net als zij. Op de Dag des Oordeels zal hij eveneens worden vastgebonden aan hetzelfde
touw.
• Wat voor zwakke excuses en bedrieglijke argumenten zij ook geven, ze zijn ongeldig en vals.
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
16
9. Besluit
Beste moesliem, met dit hoofdstuk ga ik deze thema over Wahhābisme beëindigen. Een oprechte man van
de Dien (godsdienst islam) die de islam wil dienen, moet de betekenissen geven aan de godsdienstregels
(dus hij moet zeggen en schrijven) die afgeleid zijn van de geschriften van de Ãkābier Oelama van de Ahle
Soennat. Oelama moeten in hun toespraken de namen en de grootheid van de Ãkābier Oelama van de Ahle
Soennat in de hoofden van het volk en de jongeren prenten. Oelama moeten in hun toespraken ook de
boeken als referenties opgeven waaruit zij de kennis putten, omdat de bad aqieda en la-mazhabi praten met
verwijzing naar hun boeken als zijn authentiek. Het moesliem volk en vooral de jongeren krijgen je mee in
het gedachtegoed als zij de referenties ook hebben gehoord, anders vergeten zij al gauw wat zij hebben
gehoord zodra ze de moskee verlaten.
In Europa zijn de soennie moesliems met weinig kennis van de Dien vergiftigd door het lezen van vertalingen van de boeken die geschreven zijn door de ketters Ibni Taymiyya, Mohammed Abdoe, Mawdudi, Said
Qutb, Abdusalaam, Ahmad Deedad, Zakir Naik en Hamidullah. Zij veronderstellen dat de Oelama van de
Ahle Soennat de Qur’aan al-Karim en Hadith niet kon begrijpen.
Zij achten de opstellers van de prachtige en islamitisch juridisch stevig verankerde geschriften van de
superieure Oelama van Ahle Soennat zoals Imam Ahmad Raza Khan en Seyed Muhiyuddin ibn Arabi radi
Allaho anhoma als nietig, en zelfs gaan zij zover om de geschriften van de Sahāba zoals tafsir van Ibn Abbas
te verafschuwen.
Ibn Hajar al-Asqalāniy citaten az-Zahābie in zijn boek Durar al-Kamina: "Toen de Oelama Ibn Taymiyya
aanspraken over zijn leemte in de kennis werd Ibn Taymiyya boos en probeerde om terug te slaan door
iedereen te beledigen."
Imam as-Suyuti schreef in zijn boek Kam' al-Mu'arid: "Ibn Taymiyya was arrogant. Hij was zelf verwaand.
Het was zijn gewoonte om zichzelf als superieur aan iedereen voor te doen, de persoon met lichte kennis
die hij aansprak daarvan maakte plezier als belediging van grote moesliems."
Muhammad 'Ali Beg schreef in zijn boek Hittat ash-Sham: "Ibn Taymiyya en de priester Luthers doelstellingen waren identiek. Terwijl de christelijke hervormer succesvol was, is de hervormer van de islam mislukt."
Ibn Taymiyya schreef over Sadr ad-Din al-Qenāwi: "Sadr ad-Din, een vriend van Muhiyuddin Ibn al-'Arabi,
overtrof zijn meester in wetenschappelijke kennis en kalām, maar hij was ongeloviger, minder geleerd en
had minder Imān dan zijn meester zelf had.”
Sommige islamitische geleerden zei dat Ibn Taymiyya een ongelovige was, en de meeste anderen zeiden
dat hij een van ahl al-bid’at.
Shaykh al-Makkie, Yavuz Sultan Salim Khan, geleerde beantwoordt de aanvallen tegen Hazrat Muhiyuddin
ibn al-'Arabi en schreef: "Ibn Taymiyya zei dat de ongelovigen uit de Hel bevrijd gaan worden nadat voor
vele jaren daarin gestraft zijn, en dit onderbouwd hij met de hadith, 'op een dag gaan de deuren van de hel
open en zal gras groeien op zijn grond.' “ Hij citeerde ook sommige andere hadiths.
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
17
Overwegende dat, het staat duidelijk in de Heilige Qur'aan dat de ongelovigen eeuwig in de hel blijven. Er
is tawātoer en iejma' op dit vers en feit. De meeste Oelama zeiden dat Ibn Taymiyya zich verzet tegen deze
tawātoer en iejma." [Al-janāb al-gharbi, Rashid Efendi, bibliotheek Istanbul, sectie Sulaimaniyya.]
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
18
www.tangali.net
- Wahhabi en aftakkingen
19