Downloaden (PDF, 149KB)

Download Report

Transcript Downloaden (PDF, 149KB)

ZAAL A - 8e kamer
Vonnisnr •• 2001/2194
Dossiernr. : 07B002661
-1-
Politierechtbank te Brugge
Openbare zitting van 20 februari 2007
Bet.ichtenummer:
2001/3042
A.~
David
In zake ..!-;Iet Openbaar Ministerie tegen
David An
gebor~~
te Kapellen
op 20 mei 1973 van Belgische nationaliteit
bediende
wonende te 8400 oostende , Eduard De Cuyperstraat 4
gedaagde, vertegenwoordigd door Meester DE KEUKELAERE Tim, advocaat te Gent.
BEKLAAGD als hebbende te Oostende op 10 maart 2006
Als weggebruiker of bestuurder op de openbare weg niet in staat geweest
te sturen of niet de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis
en rijvaardigheid te hebben bezeten (art. 8.3 al.l K.B. 01.12.1975 art.
29 par. 1 al. 3 en art. 38 par.l al.3 van de wet betreffende de politie
over het wegverkeer - KB tot coördinatie van 16 maart 1.968, aangewezen
als zware overtreding bij artikel 2 van het KB van 22 december 2003)
Gezien de stukken van het dossier en het terzake opgesteld proces-verbaal.
Gehoord het Openbaar Ministerie in zijn samenvatting en zijn vordering.
Gehoord de raadsman
verweermiddelen.
van
de
gedaagde
David
An
in
zijn
beweringen
en
1. Voornaamste feitelijke elementen en antecedenten
Op 10 maart 2006 werd proces -verbaal opgemaakt wegens een inbreu.\:. op art. 8.3
In het P.V. staat dat witte hond vooraan in auto op passagie:rszetel
De auto in kwestie was een volkswagen Golf met n~~erplaat HZG526.
lll
A'lR.
lI
•
Beklaagde J titularis van die nummerplaat, schreef: MIk bevestig dat een witte
hond inderdaad vooraan in de passagierszetel zat maar verzeker u hierbij dat
de hond geenszins mijn rijbewegingen belewmerde , daar de hond met leiband was
vastgemaakt aan de passagierszetel.
l
1II
De verbalisante repliceerde met de boodschap dat beklaagde op 10 maart 2006
omstreeks g. 25u. met haar Volkswagen Golf langs de Torhoutsesteenweg te
ooseende reed en dat er naast haar een grote hond op de passagierszetel zat.
'Op het ogenblik van de vaststelling zat het dier stil en keek voor zich uit.
Ik heb een overtreding vastgesteld volgens art. 8.3 AVR: bestuurders moeten
in staat zijn te sturen qua kennis en lichaamsgeschiktheid + alle
rijbewegingen kunnen uitvoeren.
Een voertuig besturen, alert zijn in het
verkeer kur...nen reageren op onvoorziene omstandigheden en maneuvers uitvoereni
lijkt mij zeer onveilig en on~ogelijk met een dergelijk groot dier naast je
in het voertuig dat niet is vastgebonden."
I
Beklaagde werd gedagvaard uit hoofde van een inbreuk op art. 8.3.1 AVR dat
zegt dat elke bestuurder in staat moet zijn te sturen en de vereiste
lichaa~ggeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid meet bezitten.
ZAAL A - 8e kamer
Vonnisnr. I 2007/2794
Dossiernr. : 07B002661
-2-
2. Beoordeling
De
Rechtbank
beschikt
over bij zonder
weinig
infonnatie:
het
enige
wat
vaststaat is dat een grote witte hond op de passagiers zetel naast beklaagde
zat en dat hij of zij
(want het geslacht van het dier blijkt niet uit het
strafdossier) recht voor zich uit keek.
Over het ras van het dier ontbreekt elke informatie. Vast staat wel dat het
niét ging om een Dalmatiër: dat zijn immers uit hun aard witte honden met
zwarte vlekken en de verbalisante heeft klaarblijkelijk geen vlekken gezien,
hoewel zij haar vaststellingen deed op klaarlichte dag (half maart is het om
8.25u. al klaar).
Een herdershond kan het evenmin geweest zijn, want die
zou in zijn poot zijn dagboek hebben vastgehouden en de verbalisante heeft
geen ll1elding gemaakt van een dagboek: van een herdershond- .
Een poedel zou
het eventueel wel kunnen geweest zijn, want die bestaan in zwarte, in bruine
en in witte uitvoering maar die zijn doorgaans dan weer niet groot, terwijl
de verbalisante zeer uitdrukkelijk heeft gepreciseerd dat het ging om een
lIIgrote~ hand.
Precies dit gegeven laat ook toe met zekerheid te stellen dat
het niét ging om een chihuahua.
lil
l
Uit de bijzondere nuttige precisering dat het dier voor zich uit keek, kan
afgeleid worden dat de verbalisante speciale aandacht heeft gehad voor de ogen
van de hond.
Het was blijkbaar geen pekinees I want in dat geval zou het de
verbalisante ongetwijfeld opgevallen zijn dat hij, zoals alle inwoners van
Peking spleetogen had en zij zou dat dan zeker vermeld hebben.
l
Over de vraag of de hond de veiligheidsgordel had omgelegd ontbreekt eveneens
alle informatie.
Ook in dit verband ware het nuttig geweest te weten om welk
ras het ging. Een boxer bvb. heeft uit zijn aard een platte neus, zodat het
niet zo heel veel zou uitmaken indien hij bij een ongeval met zijn snuit tegen
de voorruit zou slaan.
Een collie daarentegen heeft een spitse snuit, zodat
hij een ernstige blijvende invaliditeit en een belangrijke esthetische schade
zou kunnen oplopen indien hij bij een eventuele aanrijding door de niet-
gordeldracht tegen de voorruit zou
terechtkomen~
Het is ook niet bekend of het dier een korte stompe staart had, dan wel een
soort lange pluimstaart waarmee het kwispelde.
Bij een ongeval is het risico
op een staartbreukje in het ene geval natuurlijk groter dan in het andere.
En ook onbekend is of het ging om een hond met korte, spitse rechtopstaande
oortjes, dan wel om een hond met lange slappe en naar beneden hangende
flaporen, die bij een eventueel ongeval kunnen scheuren, waardoor het dier
doof kan worden.
Dit zou voor het beest een enorm inkornstenverlies en een
zware aantasting van zijn economische waarde op de arbeidsmarkt teweeg
brengen.
Immers, een dove hond hoort inbrekers niet en verliest bijgevolg
zijn waarde als waakhond.
I
Bij gebreke aan meer concrete en bewijskrachtige gegevens moet de Rechtbank
dan ook besluiten dat niét bewezen is dat de loutere aanwezigheid van een
groee, witte hond I die stil zat op de passagierszetel van een wagen, recht
voor zich uit keek en noch boe noch ba, noch woef noch waf zei,
noodzakelijkerwijze zou impliceren dat beklaagde, bestuurster van die wageni
niet meer in staat was te sturen of niet meer over de nodige
lichaarnsgeschiktheid kennis en rijvaardigheid beschikte. Zij moet dus worden
vrijgesproken.
l
En met toepassing van àe hogervermelde en de hierna aancrehaalde artikels:
WETBOEK VJL~ STRAFVORDERING: art. 137 138 139 140 145 152 153 159
163
Wet van 15/06/1935: art. 1 11 12 14 31 32 34 35 36 37 41
Wet betreffende Politie over het wegverkeer gecoördineerd door KB van
16/03/1968 en gewijzigd door de Wet van 09/06/1975: art. 28 29 69bis
I
ZAAL A • Se kamer
Vonnisnr.
Dossiernr.
~
: 2007/2794
07B002661
-3-
Wet van 17/04/1878: art. 3 4
Wet vfu~ 07/02/2003 : K.S. 22.12.2003 - Wet van 20/07/2005 - K.B.
30/09/2005
OM DEZE REDENEN
DE RECHTBANK
RECHTDOENDE
Op
strafgebied:
Op tegenspraak:
Spreekt David An vrij zonder kosten voor de betichting .
Laat de kosten, tot op heden begroot in hoofde van David An op 9,74 EUR, ten
laste van de Belgische staat.
Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare
Politierechtbank Brugge op bovengenoemde datum.
Dagvaarding
terechtzitting
van
de
9,74 EUR.
Waar zitting hadden
Rechter
Gerechtelijk stagiair,
Peter VANDAMME
Nadia DJILLALI
in het parlQ:t te Brugge. ~ij beslissing lid. 13 ffiII:U1 2006 van
~ f>rocmeur~ bij ~ Hof van lkroep te Gent lW1;ll:ed\lid
om, mei ingang v:ln 1 april 2006, het alr.bt van ope:nOOar
rniI1isIerie bij het parkel VilII. dil Pro:ureur des Konings bij
de rechtbaok VlL1
ee:rm aanleg
te Brugge gehee.! uil te oefenen.
Ged. Adj-griffier M.B.OS.09.2006
Nadia NOLLET
M.B.oa.09.2006,
~chter,
-
.~
Peter VANDAMME