proefopzet-ten-behoeve-van-een-onderzoek-naar

Download Report

Transcript proefopzet-ten-behoeve-van-een-onderzoek-naar

W E R K D O C U M E N T
PROEFOPZET TEN BEHOEVE VAN EEN ONDERZOEK
NAAR DE DRIEHOEKSMOSSEL
(DREISSENA POLYMOWHA PALLAS)
I N HET IJSSELMEER EN MARKERMEER
..,..
door
A. b i j de V a a t e
1977-49 Bbw
O R
D E
februari
I J S S E L M E E R P O L D E R S
M E D ' I N G H U I S
L E L Y S T A D
Probleemstellingen
le. Onderzoek naar de invloed van de vervuiling van het IJsselmeer op
de daarin levende driehoeksmosse1,s.
2e. Onderzoek naar de verspreiding van de driehoeksmossel in het
IJsselmeer en Markermeer (I)').
Ui tvoering
Op een plek in het IJsselmeer waar een hehoorlijke hroedval valt te verwachten (afb. 4) worden een aantal P.V.C.-platen uitgezet (2).
Het uitzetten va? deze platen dient te geschieden voordat de broedval
begint (3). Wanneer zich voldoende larven op de P.V.C.-platen hebben
vastgezet worden ze op een aantal plaatsen in het IJsselmeer uitgezet
(4)
-
Om de verspreiding van de driehoeksmossel te kunnen onderzoeken dienen
eveneens een aantal lege platen op de onderzoekplaatsen te worden uitgezet ( 5 ) .
Materiaal
Als aanhechtingssubstraat voor de driehoeksmossel lijkt ondoorzichtig
P.V.C. het meest geschikt (2).
Grootte van de platen: 50 x 50 x 0 , 5 cm.
.Op de platen dient met behulp van stroken P.V.C. een vakverdeling te
worden aangehracht (6). Deze vakverdeling is noodzakelijk om tijdens
het onderzoek de plaatsbepaling van de driehoeksmosselen op de platen
te vergemakkelijken (in verband met metingen aan steeds dezelfde individuen) . Vier P.V.C.-platen (tofaal 1 m2 oppervlak) worden met een onderlinge tussenruimte gemonteerd op een betonnen voet volgens afbeelding 2.
Als voet zou een straattegel 50 x 50 x 6 cm kunnen dienen, deze heeft
een gewicht van ongeveer 35 kg.
De manier van plaatsing van het geheel is weergegeven in afbeelding 2A.
Lokaties
~nder'invloed van de IJssel die via het Ketelmeer in het IJsselmeer uitmondtbestaatereen vervuilingsgradiSnt in de richting van de Afsluitdijk.
In deze gradiznt zullen een zevental plaatsen worden gezocht (7) waarin
de groei, ontwikkeling en het voorkomen van de driehoeksmossel gedurende een aantal jaren zullen worden gevolgd. De genoemde zeven plaatsen zullen komen te liggen nahij (afb. 3 ) :
A. Ketelhaven
B. Kamper- of Zwolsehoek,
. .
C. Rotterdamse hoek
D. Staveren
E. Breezanddijk
F. Andijk
G. Trintelhaven
'
In het Markermeer zullen twee plaatsen worden gekozen in het gebied
waar de randmeren van een mogelijke Markerwaard zijn geprojecteerd.
Gekozen is voor plaatsen in de buurt van bevolkingscentra. De plekken
komen te liggen in,de buurt van:
H. Leekerhoek
K. Marken.
'
')
De cijfers tussen haakjes komen overeen met de punten in de toelichting.
Analyses
I
.
le. Lengte-metingen van de aangegroeide driehoeksmossels (beldwerk)
2e. Bij voldoende aantal en na een bepaalde groeiperiode bLpaling van
de calorische waarde, het vetgehalte en eiwitgehalte van de dieren
(8).
3e. Bij slecht groeiende populaties het gehalte van een aaital zware
metalen in de dieren (9).
Benodigde tijd voor het onderzoek
I
Voor het veldwerk zijn, onder normale omstandigheden, jaariijks 12 mandagen noodzakelijk. De tijd nodig voor het analyseren van ;e catorische
waarde en van zware metalen hangt af van het aantal binnengebrachte monsters,
In 1977 worden daarvoor nog geen monsters binnengebracht oddat de driehoeksmosselen dan nog te klein zijn.
!
Vanaf 1978 dient rekening te worden gehouden met ongeveer 5k8 mandagen
voor de bepaling van de calorische waarde en 15 tot 20 mandagen voor
I
het analyseren van zware metalen.
Toelichting
!
1. Het onderzoek naar de verspreiding van de driehoeksrnossei kan zich
beperken tot de gebieden waarin door anderen weinig of geen driehoeksmossels zijn aangetroffen. Onderzoek naar de verspreiding 'van
de driehoeksmossel wordt momenteel uitgevoerd door het RiI.V.0. te
IJmuiden die periodiekeen aantal plekken (zie afb. 5) bemonsteren
met een bodemhapper. , .
Bij ons onderzoek naar de verspreiding van de driehoeksmdssel zal
het voorkomen van mossellarven in gebieden met eengeringe populatie
centraal staan. Er zullen dan:ook jaarlijks nieuwe plate< moeten
worden uitgezet, of de oude platen voor de broedval schoonmaken.
1
2. Walz (1972) heeft aangetoond dat ondoorzichtige P.v:c.: platei'.het
beste a a n h e c h t i n g s s u b s t r a a t ' v o r m e n voor larven van de driehoeksmossel (zie afb. 6).
Omdat driehoeksmossels negatief fototroop zijn dienen de Alaten met
de vlakverdeling naar onderen op het statief te w o ~ d e nbevestigd.
. '1
3. In het IJsselmeer begint de broedval jaarlijks omstreeks eind mei en
duurt dan tot ongeveer augustus. De P.V.C. -platen dienen derhalve
!
medio mei te worden uitgezet.
De dichtheid van de broedval kan worden gerelateerd aan d2 dichtheid
van de populatie van driehoeksmosselen. Blijkens afbeelding 4 ligt
de meest geschikte plek boven de lijn Medemblik-Staveren. 1
4. Wanneer de platen met daarop kleine driehoeksmosseltjes op de onderzoekplekken worden uitgezet is het niet noodzakelijk ze <n water
ondergedo&$=ld te vervoeren. Driehoeksmosselen kunnen zonder bezwaar
een aantal uren op het droge doorbrengen.
5. Lege platen dienen we1 op enige afstand van de begroeide p;laten te
worden uitgezet, daar anders een beinvloeding van de begroeide plaI
ten op de lege platen kan ontstaan.
6. Een driehoeksmossel zoekt graag een beschutte plek om zich/daar blijvend te kunnen vestigen. Door een vlakverdeling met stroken P.V.C.
op de platen aan te brengen is getracht aan deze voorwaarde te voldoen (afb. 1)
I
I
1
J
. .>?
'
.
.
.'
.; .
:..
? ,
-
7. Driehoeksmosselen prefereren dieptes van ongeveer 5 tot 8 meter.
Er is derhalve gekozen voor plaatsen langs de kust waar een diepte
van groter dan 8 meter haalbaar is.
Er dient echter we1 rekening mee te worden gehouden dat, wanneer in
de winter ijsgang ontstaat, dit we1 eens desastreuze gevolgen voor
de opstellingen kan hebben.
Het verdient aanbeveling in de wintermaanden de opstellingen in een
wat "beschermde" omgeving, bijvoorbeeld nabijgelegen havens, te
plaatsen.
8. Het zou kunnen zijn dat de driehoeksmossel als gevolg van de vervuiling niet alleen langzamer gaat groeien maar ook minder reservevoedsel gaat produceren.
9. Driehoeksmossels zijn filterfeeders, de mogelijkheid bestaat dat zich
in de dieren zware metalen gaan ophopen die geadsorbeerd zijn aan het
weefsel (plankton, detritus e.d.).
Analyses van zware metalen dienen te worden uitgevoerd in relatief
langzaam groeiende of afstervende populaties.
Als referentie zal eveneens een aantal analyses dieqen te worden uitgevoerd in normaal groeiende populaties.
p
Z
U
~
Afbeelding 3. De onderzoeksplekken in het
IJsselmeer
-
RFCEEL~~Wci--Fig. 9: Mchtheid van de Driehoeksmokdel in het Llaselmeer.
I
IJSELMEER
Rnjks lnslotuut woo, vmsserij
Ona.rzorh 1Jmud.n
dichtheid A
0
.
Swrk, Q . W . ~ . vg*
\)s,
ib
Ct370)
O\&a-.a\X
drbL=k\bssd, breisseka
100-500
500-lm
s,pcktc* u s h da o e c o b : e
P ~ \ Y - e ~ r A - \ V=,\\*J, $379 [Lqhel\ibr.Iwkq\-..,
\p)( S s d w .
~OC'L. u e r r L g .
7-
ausgezahlt. Die Ergebnisse s i n d l n
ADD.
Abb.
4.l raar&uabwaLU.
47 Be~iiedlungvon ex-
ponierten P l a t t e n
.mi$ Ureissena-Larven.
OS P Plattenobersgite,
US P P l a t t e n u n t e r ~ ~ e i t
Exposition vom
28,8.
18.10.19~1.
-