Praktijkopdracht Verpleegbeleid

Download Report

Transcript Praktijkopdracht Verpleegbeleid

Praktijkopdracht
Verpleegbeleid
Naam: Iris van Rijnbach
Studentnummer: 500642240
Groep: DG_LV13-3KIN4
Opleiding: hbo-verpleegkunde
Instelling: Hogeschool van
Amsterdam
Inleverdatum: 29 mei 2014
Stage instelling: Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
Stage afdeling: B8 Neurologie
Werkbegeleiders: Merel Warmink en Martijn
Visser
Stagebegeleider: Florien Verhoeff
Stagedocent: Saskia van der Plas
Studiegidsnummer: 3500STVE12
Aantal woorden: 2622
Inhoudsopgave
•
•
•
•
•
•
•
•
Inhoudsopgave
Blz 2
Keuze patiënt
Blz 3
Inleiding
Patiëntencasus
Verpleegsituatie 1: Stoelgang
Situatie
Betrokken partijen en belangen
Belangen afweging
Eigen visie
Vuist regels
Verpleegsituatie 2: ADL
Situatie
Betrokken partijen en belangen
Belangen afweging
Eigen visie
Vuistregels
Verpleegsituatie 3: Mobiliseren
Situatie
Betrokken partijen en belangen
Belangen afweging
Eigen visie
Vuistregels
Verpleegsituatie 4: Verzekering
Situatie
Betrokken partijen en belangen
Belangen afweging
Eigen visie
Vuistregels
Blz 3
Blz 4
Blz 6
Blz 8
Blz 10
Blz 12
2
Inleiding
Verpleegkundige zorg wordt voor een belangrijk deel gestuurd door het verpleegplan.
Een aantal andere factoren spelen ook een rol bij verpleegkundige zorg zoals factoren
vanuit de instellingsorganisatie, vanuit het team verpleegkundigen en vanuit de
medepatiënten. In de uitvoering van de zorgverlening moet dan ook vaak een afweging
van verschillende belangen gemaakt worden. Deze afweging gebeurt vaak onbewust.
Door middel van het ontwikkelen van een verpleegbeleid wordt ervoor gezorgd dat veel
voorkomende afwegingen verantwoord genomen worden. Hierdoor wordt er bewust
over nagedacht en wordt er gewerkt in het belang van de patiënt.
Keuze patiënt
De patiënt die ik gekozen heb voor deze opdracht ontvangt zorg van een
multidisciplinair team en bevind zich in een niet standaard verpleegsituatie. Ik heb voor
deze patiënt gekozen, omdat er sprake is van onenigheid in de samenwerking met de
patiënt en de verpleegkundige. Daarnaast heeft deze patiënt een lange periode op de
afdeling gelegen, waardoor ik zijn situatie goed in kaart kan brengen. In dit verslag
breng ik vier verpleegsituaties naar voren en beschrijf ik welke belangen vanuit elke
betrokkene een rol speelden. Ook breng ik mijn eigen visie naar voren en stel ik
vuistregels op na het afwegen van ieders belang.
3
Casus Patiënt
Meneer G. is op 23 maart overgenomen van de IC. Hij heeft het syndroom van Guillan-
Barré, waarbij autonome dysfunctie. Guillain-Barré is een aandoening aan het perifere
zenuwstelsel wat demyelinisatie veroorzaakt. Hierdoor had meneer pareses, waarbij
zelfs een pareses facialis. Hij is beademd en had een maagsonde op de IC. Zijn
trachcanule en maagsonde zijn beide verwijderd voordat hij naar de afdeling Neurologie
kwam. Meneer is onverzekerd, wat heeft gezorgd voor een complex beloop van zijn
verblijf op Neurologie.
Binnen enkele weken boekt meneer veel vooruitgang en zijn autonome stelsel wordt
steeds minder functioneel. Zijn spierkracht is in die tussentijd flink afgenomen. Meneer
praat veel en wil alles weten over wat je gaat doen en waarom en hoe. Daarnaast maakt
hij overal een discussie van, hij zoekt de grenzen op. Sinds het begin van zijn verblijf
heeft meneer obstipatie. Hij is erg gefixeerd op zijn ontlasting en praat hier veel over.
Met de arts besproken om lactulose te starten. De ontlasting van meneer verloopt niet
soepel en blijft soms enkele dagen uit. Meneer vind lactulose geen goede optie, omdat
wanneer zijn ontlasting komt, het wel dun is. Met de arts besproken om een klysma te
geven, maar dit weigert meneer. Na het bespreken met meneer over het belang van
ontlasting, tot de conclusie gekomen om movicolon te starten. Volgens meneer is dit een
'peristaltiek-bevorderaar', wat er dus voor zorgt dat er activiteit in de darmen komt,
maar de ontlasting niet dunner maakt. Na enkele dagen had meneer nog geen aandrang
en zijn er extra zakjes movicolon voorgeschreven. Soms had meneer aandrang, maar
zonder resultaat. Meneer geadviseerd veel te drinken en te mobiliseren, vooral het
laatste gaat bij meneer moeizaam. De fysiotherapeut oefent met meneer om zijn
spierkracht op te bouwen, maar wanneer zij weg is, ligt meneer vooral op bed. Meneer
zegt dan vaak uit bed te komen, maar wanneer de verpleegkundige terugkomt, is dit
vaak niet het geval. In meerdere rapportages is terug te lezen dat meneer gestimuleerd
wordt tot zelfzorg, maar aan het einde van de dienst is er nergens wat van gekomen. Het
verpleeg probleem is besproken met de arts en andere disciplines, waarbij er een
dagprogramma is gestart. Hierbij is aan meneer uitgelegd dat het belangrijk is te
mobiliseren en spiermassa op t bouwen, hij is wilsbekwaam, dus het is uiteindelijk zijn
verantwoordelijkheid. Het is voorgekomen dat meneer het oefenen met de fysiotherapie
heeft afgezegd. Intussen is de afdeling druk bezig met het zoeken van een vervolgtraject
4
voor meneer. Dit is erg lastig, omdat meneer niet verzekerd is. Hiervoor moet meneer
een aantal papieren ondertekenen, waar lange tijd overheen is gegaan omdat meneer er
een discussie van maakt en het er niet mee eens is. Er zijn mensen gekomen van het HVO
(organisatie voor daklozen) om meneer financiële papieren te laten ondertekenen, waar
meneer na lang beraad een handtekening onder heeft gezet. Meneer is inmiddels
uitbehandeld op de afdeling neurologie en zou (mits verzekerd) een revalidatie traject
krijgen om verder aan te sterken. Aangezien meneer niet verzekerd is, is er gekeken
naar de opties. De Aak, een maatschappelijke opvang voor daklozen met een somatische
zorgvraag, is de enige optie voor meneer. Meneer heeft daarna papieren gekregen van
de Aak, hij moet deze tekenen. Hij was het hier niet mee eens, wilde meteen naar Reade.
Op 15 mei zou meneer terecht kunnen in de Aak. Op de dag zelf, wanneer zij meneer
kwamen ophalen weigerde meneer de papieren alsnog te tekenen. Hij is voor de keuze
gesteld om mee te gaan of buiten gezet te worden. Meneer heeft voor het laatste gekozen
en is met schone kleren buiten gezet door de beveiliging.
5
Verpleegsituatie 1: Stoelgang
Situatie: sinds meneer op de afdeling ligt zijn er problemen wat betreft zijn stoelgang.
Zijn stoelgang blijft soms enkele dagen uit. Dit komt vooral door zijn bedlegerigheid.
Meneer is erg gefixeerd op zijn stoelgang, hij praat hier vaak over. Hij neemt moeilijk aan
wat de verpleegkundigen en artsen hem adviseren. Hij heeft laxantia voorgeschreven en
zelfs twee maal een klysma gehad. Soms wil meneer zijn laxantia niet nemen en hij komt
ook niet veel uit bed. Eenmaal heeft meneer gezegd 2,5 week geen ontlasting te hebben
gehad, terwijl in de rapportage stond dat meneer in die tussentijd wel ontlasting heeft
gehad.
Betrokken partijen en belangen:
Patiënt: de obstipatie van meneer kan pijn en een opgezet gevoel veroorzaken. Hij maakt
zich zorgen om de situatie, hij wil graag ontlasting hebben. Soms heeft meneer waterige
ontlasting nadat hij een laxantia heeft genomen. Meneer wil geen waterige ontlasting,
omdat hij geen vocht wil verliezen.
Verpleegkundigen: voor de verpleegkundigen is het soms lastig om meneer te
vertrouwen op zijn woord wat betreft de frequentie van zijn ontlasting. Er wordt
geprobeerd om meneer te motiveren uit bed te komen en zijn laxantia in te nemen.
Daarnaast moeten de verpleegkundigen geduldig zijn in het communiceren met meneer,
omdat hij veel praat over zijn ontlasting en ons advies slecht vertrouwd.
Belangen afweging: het is van belang dat meneer een frequente stoelgang heeft. De
verpleegkundigen zijn opgeleid om met obstipatie om te gaan en geven meneer het best
mogelijke advies. Meneer wil zelf ook graag een frequente stoelgang, maar neemt ons
advies niet goed aan. Hij wil graag alles tot in de puntjes weten, waar hij tot in zijn recht
is, daarom is het belangrijk dat wij hem goed uitleggen wat hij krijgt en waarom hij het
krijgt. Op deze manier kunnen wij tot een compromis komen. De beweeg redenen van
6
meneer zijn niet dat hij het vies of naar vindt, maar met name omdat hij onze expertise
slecht vertrouwd.
Eigen visie: Ik vind het belangrijk dat meneer een frequente stoelgang heeft. Persoonlijk
denk ik, dat wanneer meneer meer mobiliseert het misschien vanzelf op gang komt. Het
is belangrijk om met de patiënt te overleggen, dit is ook gebeurt en hierna is er
movicolon gestart in plaats van lactulose. Dit vind ik een goed idee. Daarnaast is het
belangrijk dat een patiënt alert is op zijn herstel proces, maar het is ook belangrijk dat
meneer luistert naar wat de verpleegkundige adviseert. Het is goed dat hij alert is op wat
hij inneemt, maar als wij kunnen verantwoorden waarom meneer iets krijgt, doen wij
dat ook in zijn belang en niet om hem te pesten.
Vuistregels:
− Houdt het defeacatie schema goed bij. (ook al is het soms onbetrouwbaar bij
meneer)
− Motiveer meneer om uit bed te komen.
− Biedt meneer zijn laxantia aan en overleg over alternatieven.
− Onthoud dat meneer wilsbekwaam is, de verantwoordelijkheid ligt bij hem.
7
Verpleegsituatie 2: ADL
Situatie: over het algemeen wordt de ADL zorg bij de patiënten in de ochtend gedaan. In
het begin van zijn verblijf was meneer niet in staat zichzelf te wassen, waardoor wij hem
hielpen. Doordat hij snel opknapte en veel zelf kon doen, is het als taak van ons als
verpleegkundigen om hem te stimuleren. Een belangrijk doel op neurologie is
stimuleren tot zelfzorg. Dit is een vorm van revalidatie. Meneer was ongemotiveerd en
waste zichzelf soms meerdere dagen niet. Hij zei wel dat hij het ging doen, maar bleef na
veel treuzelen, toch in bed liggen.
Betrokken partijen en belangen:
Patiënt: meneer wast zichzelf soms wel, maar meestal niet. Hij zegt dan in de ochtend
dat hij het gaat doen, maar in de avond is er soms nog steeds niks gebeurd. Meneer geeft
als argument dat hij moe is, wat vaak is na de fysiotherapie.
Verpleegkundigen: het bevordert het herstel als meneer zich fris voelt. Daarnaast is
zelfzorg een vorm van revalideren en krijgt hij zo ook meer spierkracht terug. Het
belang van de verpleegkundigen is dat meneer zich zelf wast. Daarnaast is dit ook een
vorm van mobiliseren, wat ook weer zijn stoelgang bevordert.
Belangen afweging: wij proberen meneer te motiveren om zichzelf te wassen. Het is
belangrijk om afspraken te maken met meneer hierover, zodat het beter verloopt. Het is
vervelend dat meneer belooft zich hier aan te houden, maar het uiteindelijk toch niet
doet. Het is ook in het belang van meneer zelf om zich op te frissen, voor zijn herstel. Het
is begrijpelijk dat meneer moe is naar de fysiotherapie, hij zou hierna even kunnen
rusten voordat hij begint met ADL zorg.
8
Eigen visie: ik vind dat meneer zichzelf moet wassen. Als hij moe is van de fysiotherapie,
mag meneer rusten op bed. Hij is capabel genoeg om zijn eigen dag in te delen en hier
zelf keuzes in te maken. Helaas gebeurt dit uiteindelijk niet. Daarnaast is het zijn eigen
keuze, dus wanneer zichzelf echt niet wil wassen, is het zijn verantwoordelijkheid.
Vuistregels:
− Blijf meneer stimuleren tot zelfzorg.
− Maak een dagprogramma met meneer, probeer hem te herinneren dat hij zich
aan zijn afspraken moet houden.
− Werk nauw samen met de fysiotherapeut zodat meneer tijd heeft om uit te rusten
tussendoor.
9
Verpleegsituatie 3: Mobiliseren
Situatie: wanneer een patiënt langere tijd verlamd is geweest, is de spierkracht
afgenomen. Om deze terug te krijgen, zijn wij begonnen met fysiotherapie, mobiliseren
en stimuleren tot zelfzorg. Al deze punten, zegt meneer als relevant en begrijpelijk te
vinden, maar in de praktijk bewijst het tegendeel zich. Het is al meerdere keren
voorgekomen dat meneer zegt uit bed te komen, maar dit gebeurt niet. Ook als wij
aanbieden hem te helpen, wijst hij dit af. Het is ook wel eens voorgekomen dat hij de
fysiotherapie afwees. Wij hebben uitgelegd dat het belangrijk is voor zijn longen en zijn
spierkracht om in de stoel te zitten en meer uit bed te komen.
Betrokken partijen en belangen:
Patiënt: meneer praat veel over zijn eigen situatie en benoemt het belangrijk te vinden
om zijn spierkracht op te bouwen. Daarnaast is meneer dakloos en zodra hij
zelfstandiger wordt en beter kan mobiliseren, wordt hij ontslagen uit het OLVG. Het zou
kunnen dat meneer hierover heeft nagedacht en zijn ontslag het liefst zo lang mogelijk
wil uitstellen. In tegenstelling tot wat hij zegt, doet hij niet wat hij belangrijk vindt,
namelijk mobiliseren.
Verpleegkundigen: het belang van de verpleegkundigen is om een patiënt zo snel
mogelijk te mobiliseren. Natuurlijk op begeleiden van belastbaarheid. De voornaamste
reden is omdat mobiliseren het herstel bevordert en complicaties kan voorkomen. Dit
zijn bijvoorbeeld decubitus en een pneumonie. Als een patiënt snel herstelt, is de
ziekenhuis opname van kortere duur.
Belangen afweging: het klinkt alsof meneer hetzelfde doel heeft als de verpleegkundigen,
maar in de praktijk gebeurt het niet dat meneer mobiliseert. Wij maken beloftes met meneer
voor ADL en mobilisatie maar meneer houdt zich hier niet aan. Het zou kunnen dat meneer
zijn ontslag wil uitstellen. Daarnaast voert meneer veel discussies, zo ook over mobiliseren. Ik
begrijp het belang van meneer, dat hij houdt van uitleg en verantwoording, maar zoals ik al
eerder benoemde is het wel belangrijk dat meneer ons advies opvolgt als wij het goed
10
beargumenteren. Daarnaast kan zijn uitstel van ontslag een rol spelen, wat ik in zijn situatie te
begrijpen is.
Eigen visie: Ik vind het tegenstrijdig hoe meneer met deze situatie omgaat. Als meneer
vermoeid is, kan ik dit begrijpen en is het van belang dat wij rust momenten inplannen.
Meneer is nog niet hoog bejaard en zou in zijn situatie in staat moeten zijn om vaker te
mobiliseren. Daarnaast vind ik het onrechtvaardig als meneer gebruikt maakt van zijn
verblijf in het ziekenhuis door niet te mobiliseren.
Vuistregels:
-
Motiveer meneer uit bed te komen.
-
Werk nauw samen met andere disciplines.
-
Maak een dagprogramma, plan ook hier rustmomenten in.
-
Wees consequent onderling met verpleegkundigen zodat er een gelijkgestemd beleid is.
11
Verpleegsituatie 4: Verzekering
Situatie: meneer is dakloos. Hij is niet verzekerd en dit maakt de situatie voor hem
lastiger. Verpleegkundigen hebben een zorgplicht, of iemand verzekerd is of niet.
Daarom is meneer opgenomen en ondanks de situatie wordt hij op een zo goed
mogelijke manier geholpen. Dit is ook gebeurd en meneer herstelde snel. De afdeling
heeft ook geholpen om meneer een revalidatie plek aan te bieden en onderdak. Meneer
is erg tegendraads geweest en heeft meerdere papieren niet willen ondertekenen,
vanwege zijn eigen beweeg redenen. Het OLVG had voor meneer geregeld dat hij nadat
hij medisch uitbehandeld was, zou kunnen aansterken in het Aak. Dit heeft meneer naar
veel discussies afgewezen. Wij konden toen niets meer voor hem betekenen en hebben
meneer uit het ziekenhuis gezet.
Betrokken partijen en belangen:
Patiënt: wat de beweegredenen van meneer zijn, is mij eigenlijk nog steeds onduidelijk.
Ik heb een aantal keer meneer verpleegd en het toen eenmaal aan hem gevraagd. Ik
moest namelijk zijn huisarts en apotheek noteren in het systeem, waarbij hij melde dat
hij deze niet had en zo kwamen wij op het onderwerp. Mijn idee is dat meneer alles wat
met de overheid te maken heeft, hier niet achterstaat omdat hij het idee heeft opgelicht
te worden. Meneer bespaart natuurlijk een hoop geld zonder verzekering, maar ik heb
niet het idee dat dit zijn belang is.
Verpleegkundigen: ons werk wordt betaalt door de overheid en de overheid ontvangt
weer geld vanuit belastingen en zorgpremies. Het is daarom, moreel gezien, wel zo
eerlijk als iedereen deze betaalt. In principe is ons belang dat wij iedere patiënt gelijk
behandelen, ongeacht of deze verzekerd is. Wij willen graag dat de patiënt goed terecht
komt, ook na ontslag, dit om de continuïteit van de zorg te waarborgen.
Belangen afweging: de belangen van beide zijn erg tegenstrijdig. Wij vinden het
belangrijk dat de patiënt verzekerd is, het is eerlijker voor het verlenen van zorg en
daarnaast makkelijker voor de administratie, wat ons een hoop werk zou besparen.
Daarnaast werkt meneer niet mee en al onze opties wappert hij weg. Het is erg lastig om
12
voor een dakloze een opvang te zoeken, daarom zou meneer alle hulp moeten grijpen.
Vanwege persoonlijke redenen en opvattingen, weigert meneer dit.
Eigen visie: ik vind het erg lastig te begrijpen dat meneer onze hulp niet aanneemt. In
principe verplegen wij al iemand die nooit enige zorgpremie heeft betaalt, maar dat is
natuurlijk ook onze baan en wij behoren iedereen gelijk te behandelen. Dan vind ik wel
dat meneer niet ondankbaar over hoeft te komen. Ik vind het daarom ook terecht, na al
het mogelijke geprobeerd te hebben, dat wij meneer uit het ziekenhuis hebben gezet. Dit
is een multidisciplinaire beslissing geweest en goed overwogen.
Vuistregels:
-
De verpleegkundige verleent zorg aan iedereen, ongeacht verzekering.
-
De patiënt moet de verzekeringspapieren die het ziekenhuis aanbiedt moeten
-
Bij dergelijke beslissingen zoals het eindigen van de zorg, wordt dit
-
Wij streven voor een zo goed mogelijke opvangplek voor daklozen.
ondertekenen.
multidisciplinair overlegt.
13