NRC 26-07-2014 (PDF)

Download Report

Transcript NRC 26-07-2014 (PDF)

Biografie
Gilles Candar en Vincent Duclert:
Jean Jaurès. Fayard, 688 blz. € 27,*4
Biografie Jean Jaurès
Hij was het eerste burgerslachtoffer van WOI,
maar bovenal Frankrijks linkse boegbeeld.
Bij Jean Jaurès stond niet ‘de arbeider’ maar
‘de mensheid’ centraal.
Voor het eerst is er een wetenschappelijke biografie over Jean
Jaurès gepubliceerd, waarin de
activist-filosoof geheel doorgelicht
wordt.
Het fatsoen van Frankrijk geëerd
Door Menno Hurenkamp
belangrijker dan het vernietigen van
de eigendomsverhoudingen, hij sloot
graag politieke compromissen om de
greep van de katholieke kerk op het
Franse leven te verminderen. Tegelijkertijd liet hij zijn dochter vrij om eerste communie te doen – over zijn privéleven was Jaurès niet open, schrijven Candar en Duclert, maar het lijkt
er sterk op dat hij zijn geluk meer in
het publieke debat vond. Tegen zijn
opponenten van links die hem al met
al veel te genuanceerd vonden, zei
Jaurès: ‘Jullie zouden me beter begrijpen als ik niet zo helder was’.
H
et is een onvermijdelijke openingsscène
voor een boek. Op 31
juli 1914 wordt de politicus en schrijver Jean
Jaurès vermoord. In
het Parijse café le Croissaint, op de
hoek van Rue Montmartre en Rue le
Croissaint, krijgt de vermaarde vredesactivist en socialist een kogel in
zijn hoofd. Hij is juist bezig zijn collega’s van zijn krant L’Humanité te vertellen over zijn ‘definitieve’ artikel dat
de Franse regering moet overtuigen
zich niet te laten meeslepen in de komende oorlog. ‘Het wordt een soort
J’accuse,’ zegt hij, ‘waarin ik de verantwoordelijken tot de orde roep’.
Jaurès heeft de afgelopen jaren verschillende ministers van Defensie verbijsterd met zijn kennis van militaire
zaken. Hij wéét wat de gevolgen van
de technische vooruitgang zijn. Machinegeweren, gif en granaten zullen
oneindig veel slachtoffers maken. Onder jongens uit het gewone volk.
De tijd dringt. Oostenrijk-Hongarije
heeft Servië al aangevallen. De afgelopen dagen is Jaurès dag en nacht in
touw geweest. De gevierde orator
heeft in heel Frankrijk zalen toegesproken, zijn vingers blauw geschreven en is juist teruggekeerd uit Brussel voor een bijeenkomst van de Socialistische Internationale. Nu is hij
even gaan zitten om wat te eten. Maar
Jaurès is een publieke figuur en in
conservatieve ogen de baarlijke duivel, die het land aan de Duitsers wil
uitleveren. De geestelijk verwarde Raoul Villain neemt de rechtse oproep
om Frankrijk te redden letterlijk,
steekt zijn pistool door het gordijn dat
het Café du Croissaint scheidt van de
straat en doodt het linkse boegbeeld.
Enkele uren daarna verklaart Duitsland Rusland de oorlog, en twee dagen daarna zijn ook Frankrijk en
Duitsland in oorlog.
Ingekleurd portret van Jean Jaurès
ren de auteurs door zijn toewijding
aan de idealen van de Franse revolutie, door de manier waarop hij patriottisme en internationalisme wist te
verbinden en door zijn inzet voor de
emancipatie van mensen, niet van arbeiders. Maar zijn politiek was niet bij
voorbaat door en door verlicht, blijkt
uit deze biografie. Het duurde even
voor Jaurès partij koos tegen het virulente antisemitisme in het Frankrijk
van die dagen. Want de strijd ging immers om de arbeiders en de kleine
boeren. Wat hadden Joden daar nou
mee te maken, zeker als ze ook nog
eens vaak deel uitmaakten van de
bourgeoisie? Uiteindelijk stelde hij
zich in de Dreyfuss-affaire vierkant op
achter de valselijk van spionage beschuldigde joodse legerkapitein en
diens verdediger Emile Zola, die door
zijn pamflet J’accuse ook in de gevangenis belandde.
Kolonialisme
Net zo goed duurde het even voor Jaurès zich verzette tegen het kolonialisme. Als socialist dacht hij eerst dat
verovering van overzeese gebieden
kon helpen om daar de levensomstandigheden te verbeteren. Gaandeweg,
op reis door Noord-Afrika en LatijnsAmerika, keerde hij zich faliekant tegen het imperialisme als een verleng-
FOTO FÉLIX NADAR, PSEUDONIEM VAN GASPARD-FÉLIX TOURNACHON (1820-1910)
Platteland
Raadselachtig
Met deze scène openen de Franse historici Gilles Candar en Vincent Duclert de eerste Franse wetenschappelijke biografie over Jean Jaurès (18591914), het eerste burgerslachtoffer van
de Eerste Wereldoorlog. Zijn roem is
eigenlijk wat raadselachtig, schrijven
ze. Want Jaurès was nooit president of
zelfs maar minister. De al vroeg als extreem intelligent bekendstaande jongen uit de middenklasse begon als leraar en eindigde als volksvertegenwoordiger.
Toch heeft Jaurès door zijn leven en
werk een diepe indruk achtergelaten
op de Europese geschiedenis, door
zijn bereik onder het Franse volk en
onder collega-socialisten uit Europa,
door zijn boeken en artikelen en door
de manier hoe hij mensenmassa’s kon
inspireren. Franse presidenten bewijzen hem nog altijd eer.
Jaurès’ aanhoudende roem verkla-
NRCHANDELSBLAD BOEKEN
In beeld
stuk van het kapitalisme. Uiteindelijk
verdiepte zowel het anti-kolonialisme
als zijn inzet tegen het antisemitisme
het humanistisch socialisme van Jaurès. Hij vertegenwoordigde met zijn
overtuiging dat de mens meer is dan
een economisch wezen het linkse alternatief voor het materialisme van
de overtuigde marxisten.
Jaurès, die als uitblinker tussen
grootheden als socioloog Emile Durkheim en filosoof Henri Bergson de
Franse elitescholen doorliep, hechtte
meer aan goed openbaar onderwijs
voor iedereen dan aan een tamelijk
abstracte revolutie. Ook vrijheid van
godsdienstige dwang was voor hem
Jaurès werkte altijd. Als hij niet las,
schreef hij en als hij niet schreef,
sprak hij. Hij ging regelmatig terug
naar het Zuid-Franse platteland waar
hij vandaan kwam, op verkiezingscampagne, om te schrijven Om het
publieke debat te voeren begon hij in
Parijs een eigen krant met de veelzeggende titel L’Humanité – niet ‘de arbeider’ maar de mensheid staat centraal.
Hij was van jongs af aan wars van het
idee dat mensen door klassentegenstellingen gebonden zijn, werknemers in Frankrijk beschouwde hij als
Franse werknemers, die mede-eigenaar waren van de trotse erfenis van
de Franse revolutie. En er moest een
andere maatschappij komen via gelijke rechten voor mannen en vrouwen
en vooral via een parlement dat mensen bevrijdde uit armoede en achterstand. Het is het soort ethisch patriottisme dat enige decennia later ook
voorlieden van de Nederlandse SDAP
als Stuuf Wiardi Beckman en Willem
Banning tot de verbeelding sprak.
De actualiteit van de activist-filosoof Jaurès schuilt in zijn waardengeladen politiek, waarin de strijd voor
bestaanszekerheid gelijk op gaat met
de strijd om verheffing. Sociaal-democraten en hun linkse critici ploeteren
vooral om de verzorgingsstaat overeind te houden, de een met wat meer
verontwaardiging over inkomensongelijkheid dan de ander.
De ‘politieke waardigheid' van Jaurès,
zoals Candar en Duclert het noemen,
schuilt in een groter verhaal. Daarin
zijn democratie en ontplooiing niet
ondergeschikt aan sociaal-economische ambities, en gaat het er om via
de politiek mensen meer grip op hun
eigen leven te geven, nationaal en internationaal.
Onlangs riep staatssecretaris Jetta
Kleinsma gepensioneerden op om
met het oog op teruglopend inkomen
een moestuintje achter de hand te
houden. De ‘paysan cultivé’ die Jaurès
naar eigen zeggen was, zou vast wel
enig gevoel hebben gehad voor het
beeld van oudjes die solidair staan te
keuvelen rondom een rijtje winterpenen.
Het zou alleen niet in hem opgekomen zijn om individuen op te zadelen
met de last van een vastlopend pensioenstelsel of vergelijkbaar instituut.
VRIJDAG 25 JULI 2014
Rampschilderingen
Op de rampschilderingen van
Olphaert den Otter staan geen
mensen of doden afgebeeld.
Wel ontdek je hoe verf catastrofes
kan bezweren en verzachten.
Ramsj
Olphaert den Otter (Poortugal, 1955) verzamelzijn honderdvijftig rampschilderingen in een
mooi boek. Die serie is gevarieerd en knap
geschilderd, en straalt een soort sereniteit uit.
GUSTAVE FLAUBERT
Door Marianne Vermeijden
E
r is een tentoonstelling in Utrecht met
schilderingen van rampen. Er is net een
boek verschenen met diezelfde honderdvijftig schilderijen. Daar schrijf je
dan een stukje over. En als dat klaar is vinden
298 mensen de dood omdat iemand een stip aan
de hemel zag en die met een raket wilde raken.
Ineens is zo’n stukje dan ongemakkelijk. Dat
ligt niet aan het werk van Olphaert den Otter
(Poortugal, 1955) of zijn boek World Stress
Painting. Die serie van honderdvijftig is gevarieerd en knap geschilderd. En bijna alle beelden
zijn iets kleiner dan een A4’tje.
Aan de hand van krantenfoto’s zet Den Otter al
vanaf 2009 rampen naar zijn hand. Hij weet precies hoe hij kolkende modderstromen, knetterende vuurzeeën en uiteenspattende vrachtauto’s
tot de kern moet terugbrengen. Details worden
weggelaten en de krachten van de elementen opgevoerd, in dunne en dikkere lagen ei-tempera.
Op geen enkel rampenschilderij komt een
mens of een dode voor, en dat is gezien de omvang
van sommige catastrofes onwerkelijk. Criticus en
verzamelaar Frits de Coninck geeft een verklaring in de inleiding van het boek: u kijkt wel naar
chaos, maar u ziet in deze schilderijen een wereld
in verandering, a world in progress, met een eigen
schoonheid en zelfs een eigen vitaliteit. ‘De rust
en de stilte die wij gewoonlijk associëren met de
dood, zijn hier tegelijk de drager van het nieuwe.’
Op de lange termijn is inderdaad alles betrekkelijk en aan verandering onderhevig, maar niemand die in deze dagen rondloopt met het Oekraïense drama in gedachten, zal dat associëren
met ‘a world in progress’, met rust, stilte en een
nieuw begin. En de mensen die bij Den Otter zo
nadrukkelijk afwezig zijn, staan nu juist op de
voorgrond: de doden, en zij die achterblijven.
‘Mensen op mijn schilderijen, daders of slachtoffers, verstoren mijn beeld’, vertelde Den Otter
zo’n drie weken geleden in een radio-interview
aan Gijsbert van der Wal. ‘Mijn werk moet gaan
over ons in het algemeen.’ Het rapport De grenzen aan de groei (1972)van de Club van Rome
maakte destijds een eind aan de maakbare samenleving, zei hij. Van slachtoffer werd de mens
dader, die bijvoorbeeld milieu en duurzaamheid
aan zijn laars lapt. Dat kantelmoment deed hem
anders naar de wereld en economische ontwikkelingen kijken. Daarom wil hij in zijn werk grote
vragen aan de orde stellen en er een ‘smetteloze’
uitvoering aan geven. Want kunst mag dan in de
greep zijn van trends en modes, vluchtigheid en
luchtigheid, intussen is het ambacht wel aan een
ferme opmars begonnen, aldus Den Otter.
Inderdaad, de wereldwijd verspreide catastrofes in dit boek zijn stuk voor stuk vernuftig geschilderd, gecomponeerd en gereproduceerd.
Nergens lees je iets over tijd en plaats, alsof de ene
ramp voor andere, gelijksoortige rampen staat,
en alsof de schilder erop vertrouwt dat de kijker
die zich wel zal herinneren. Bij de gezonken
Concordia, de kerncentrales in Fukushima en
de overstroming in New Orleans is dat het geval,
maar vaker tast je in het duister, al doet dat niets
af aan de impact.
Je kunt je afvragen of je een ramptoerist bent
als je naar dit werk kijkt. Nee, je bent eerder een
waarnemende buitenstaander, die ontdekt hoe
verf drama’s kan bezweren en verzachten. Er is
in dit werk een sereniteit die vreemd is aan bommen en orkanen, overstromingen en bosbranden. De Coninck had bij nader inzien gelijk in
zijn inleiding.
In dat radio-interview zei Den Otter verder
nog dat deze serie ‘oneindig’ zal zijn – wat zonder
twijfel ook opgaat voor het wereldleed. Het werken daaraan roept bij hem steeds weer andere
gedachten op. Neem de ‘natuurlijke cycli’. Den
Otter: ‘Na geweld ontstaat er uiteindelijk verbroedering, mensen gaan inzien dat het zo niet
langer kan.’ Vandaar dat de volgende honderdvijftig rampschilderijen vooral over die ‘belofte’
zullen gaan. Een troostrijke gedachte, zo’n cyclus, maar menigeen in dit land en elders heeft
daar voorlopig geen enkele boodschap aan.
C9
Sebastiaan Kort oogst deze week
de boeken in de uitverkoop
Olphaert den Otter: World Stress Painting.
Timmer Art Books, 151 blz. € 32,50. Tentoonstelling in Centraal Museum Utrecht t/m 31/8.
*
4
Frederick Brown: Flaubert.
A biography. Gebonden, Little,
Brown and Company 2006,
628 blz., van € 35,- voor €12,90
bij Nayler & Co Den Haag
(070-3605454; naylerco.nl)
James Wood kwam in The New
York Times Book Review
woorden tekort om de kwaliteit van Frederick
Browns biografie te benadrukken. ‘Brown’s biography will clearly be the Life for this generation.’
Een zakelijke biografie, met veel aandacht voor
de tegenstrijdigheden in de man zijn karakter en
levenswandel. Reiziger en kluizenaar, bronstig en
onthoudend. Brown schreef ook Zola. A Life
(1995), For the Soul of France (2010), Alexis de
Tocqueville. Letters from America (2012) en recent
The Embrace of Unreason. France, 1914-1940.
BILL BRYSON THUIS
Bill Bryson: At Home. A Short History of Private
Life. Gebonden, Doubleday 2010, 535 blz.,
van €26,50 voor €10,- bij Het Martyrium in
Amsterdam ( 020-6732092; hetmartyrium.nl)
Als uitgangspunt van dit boek gebruikte Bryson
de oude Victoriaanse pastorie die hij in Engeland
bewoont. Zoals hij in A Short History of Nearly
Everything zijn verbazing uitte over zijn gebrek aan
kennis over bijna alles, zo vertelt Bryson ons nu
hoe weinig hij wist over de dagelijkse spullen om
hem heen. Over Brysons wijdlopigheid was de bespreker van deze krant overigens niet te spreken.
SEKS
Diane Wolfthal: In and Out of the Marital Bed.
Seeing sex in Renaissance Europe.
Gebonden, Yale University Press 2010, 252 blz.,
van €35,95 voor €17,50 bij Roelants in Nijmegen
(024-3221734; roelants.com)
Waar u een mooi kunstwerk ziet, daar ziet Diane
Wolfthal een verwijzing naar seks. De hoogleraar
kunstgeschiedenis wijst die aan op tientallen artefacten uit de Renaissance. En ze legt uit dat kunstenaars de kijker subtiel uitdaagden om na te
denken over het dogma van staat en kerk dat seks
iets was dat aan het huwelijk voorbehouden was.
Vernuftige
rampspoed
MIDDEN-OOSTEN
William L. Cleveland & Marten Bunton:
A History of the Modern Middle East.
Fourth edition. Paperback, Westview Press 2009,
618 blz., van €21,- voor €9,50 bij Parimar/de
Boekenmarkt Den Haag (070-3658226; parimar.nl)
Standaardwerk over de recente geschiedenis van
het Midden-Oosten. De lezer wordt in vogelvlucht
meegevoerd van de 7de eeuw tot en met de 18de
eeuw; de nadruk ligt op de laatste twee eeuwen.
De insteek is politiek, maar ook sociale, culturele
en economische ontwikkelingen komen aan bod.
ROMEINEN OP ZEE
ILLUSTRATIES UIT BESPROKEN BOEK
C8
Boven: Vuur 24/3/2009, 26 bij 18 cm
Onder: Water 23/12/2010, 36 bij 51 cm
Bernard van Daele: De Romeinse marine.
Gebonden, Davidsfonds/Leuven 2006, 254 blz.,
van € 24,95 voor €9,90 bij Tialda (ramsj.nl) en
Steven Sterk Amsterdam (020 7401090)
Het was de Eerste Punische Oorlog in 264 v. Chr.
die de Romeinen dwong serieus werk te maken
van een zeestrijdkracht. Voordien werden de
taken uitbesteed aan geallieerde kuststeden met
een lange maritieme traditie. Van Daele legt uit
hoe Rome er daarna in slaagde, gedwongen door
de politieke omstandigheden, een waardige
zeekrijgsmacht op te bouwen. Met illustraties.