OORLOGSTUIG WAARVAN JE ziekWORDT

Download Report

Transcript OORLOGSTUIG WAARVAN JE ziekWORDT

© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt
uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 28 juni 2014
interview
Ze werkten hun halve leven in het
materieeldepot van Defensie in Brunssum.
Stoere kerels waren het toen. Zieke vijftigers
en zestigers zijn het nu. Vertwijfeld. Boos en
bedrogen voelen ze zich. Want waar hebben ze
eigenlijk allemaal mee gewerkt? Waarom is hen
dat nooit zo verteld en waarom hult hun oude
werkgever zich nog steeds in stilzwijgen?
OORLOGSTUIG
WAARVAN JE
ziek
WORDT
door Bram van der Heijden, Serge
Sekhuis en Siebrand Vos
H
enk Coort, Fried Terwee
en Ton Lammers waren
jaren collega’s. Ze werkten in de loodsen van de
POMS-site (Prepositioned
Organizational Material Set) in Brunssum. Ze sleutelden er aan Amerikaanse
tanks en pantserwagens. Schuurden,
poetsten en verfden tot ze blonken.
Begin vorig jaar kwamen ze op het
idee om een reünie te organiseren. Nog
eens met alle jongens samen. Van sommigen hadden ze wel gehoord dat het
niet zo goed met ze ging. Onduidelijke
klachten, onbegrepen ziektes. Plotselinge haaruitval of huiduitslag. Maar rondbellend voor de reünie, werd duidelijk
dat het erger was dan ze dachten. „Gemiddeld dertig op de honderd collega’s
zijn er al niet meer. Dood”, zo inventariseerde Fried.
Rond diezelfde tijd reed Henk langs
zijn oude werkplek. Praatte zich met
een smoes het, sinds de sluiting van de
site in 2004, afgesloten terrein op. Daar
zag hij ze hangen, op de deuren van de
loodsen. Plakkaten met de tekst: ‘Dit gebouw is vervuild met stof waarin zware metalen zitten’. Toen ook ging er bij
Coort een lampje branden. De kanker
die hij twee jaar terug ternauwernood
overleefde, wellicht had die hiermee te
maken? Was hij te naïef geweest?
Het wakkert de strijdlust aan. Henk
en Fried schakelen een letselschade-advocaat in en gaan op zoek naar informatie. Op internet lezen ze over chroom6,
benzeen, verarmd uranium, asbest en
CARC-verf. Over enge ziektes die je ervan kunt krijgen en het belang van goede bescherming.
Henk Coort was senior mechanic en
rupsvoertuigmonteur op de Brunssum-
se POMS-site. Hij begon er nog voor de
officiële opening, in maart 1984. Opgezet als vooruitgeschoven post voor de
inzet van Amerikaanse troepen in Koude Oorlog-crises was het depot in die
dagen nog vooral een materieelopslag.
Dat veranderde na de val van de Muur,
in 1989. De POMS-sites worden dan service-stations voor Amerikaanse tanks
en rupsvoertuigen die worden ingezet
bij vredesoperaties. Eerst op de Balkan,
later ook in Afghanistan en in Irak.
„Soms was wat er terugkwam rijp
voor de sloop. Gehavend door de strijd.
Kapot gereden, vol kogelgaten en totaal
smerig”, herinnert Coort zich. Custom
Clean was de code. Totaal schoon opleveren. „Dat materieel ging uiteindelijk
terug naar de VS en de Amerikanen wilden niet ziek worden van al die troep
uit de woestijn. Dat was de boodschap.
Vaak waren we, met drie of vier man,
drie maanden bezig met één tank. Alles
moest uit elkaar, de geschutskoepel eraf. Er mocht geen korrel zand achterblijven. Dat woestijnzand is als meel, het
zat overal tussen. We haalden zeker 25
kilo zand uit zo’n tank. Kadavers ook.
Dode kevers en schorpioenen. Dan lag
je onder zo’n M1-tank en kietelden collega’s met een schorpioen aan je benen. Lachen, maar je schrok je wild.”
Al dat zand was nog niet het ergste.
Vooral de afdeling preservation, de spuiterij, was berucht. Ton Lammers begon
er zijn POMS-loopbaan. „Daar werden
de tanks schoongespoten en werd met
straalgrit de oude verflaag eraf gehaald.
Lelijk spul. Die gritkorrels knalden tegen de met verarmd uranium versterkte bepantsering aan. Je stond urenlang
in een grote stofwolk, zeker in het begin zonder genoeg bescherming. Een
gewoon mondkapje. Als je verf stond
te spuiten, kwam het er gewoon doorheen. Na afloop stond die kleur van de
Ton Lammers, Fried Terwee en Henk Coort (v.l.n.r.) bij een van de voormalige loodsen
op de in 2004 gesloten POMS-site in Brunssum.
tank om je mond. Ik ben er ziek geworden, chronisch verkouden, en vroeg betere bescherming. Uiteindelijk kreeg ik
die. Een onderdrukmasker, maar daar
kwam nog steeds spul doorheen.”
Terwee, die als wielmonteur werkte:
„In de spuiterij hing een afzuigsysteem.
Maar dat stond in open verbinding met
de rest van de loods. Zo dwarrelde veel
van dat stof gewoon op onze werkplek
neer. En wij zaten daar, nadat er was
bezuinigd op de kantine, tussen de middag ons boterhammetje te eten.”
Het gaat niet goed met de POMSvrienden. Fried kampt met chronische
al in mijn heupen. Het voelt als zand
dat schuurt onder je lijf. Gek word je ervan. ’s Ochtends heb ik overal blauwe
plekken op mijn lijf, terwijl ik me écht
nergens aan gestoten heb. Die plekken
trekken in de loop van de dag wel weg,
maar gerust ben ik er allerminst op.”
Jan-Willem Cohen Tervaert werkt
als klinisch immunoloog in Maastricht.
Hij heeft de oud-werknemers zelf niet
gezien of gesproken, maar zegt in algemene zin wel dat auto-immuunziektes
als ITP, SLE en vasculitis mede kunnen
worden veroorzaakt door het ingeademde stof van zware metalen. „Chroom en
vermoeidheid. Hij ligt halve nachten
wakker. Piekerend. Emotioneel is hij al
lang niet meer wie hij ooit was. Ton begon vorig jaar te sukkelen. In het ziekenhuis dachten ze eerst aan bloedkanker, maar is inmiddels de diagnose ITP
gesteld: Immuun Trombocytopenische
Purpura. Een auto-immuunziekte waarbij het lichaam de eigen bloedplaatjes
afbreekt. Je weerstand verzwakt.
Ton: „Ik merk dat het steeds slechter
gaat. Lopen was altijd mijn passie.
Urenlang hield ik het vroeger vol, nu
ben ik al blij met dertig minuten. Dan
moet ik gaan zitten. Te veel pijn. Voor-
cadmium zijn wat dat betreft berucht.
Uranium ook. De uraniummijnen in de
oude DDR, daar is een epidemie geconstateerd van Lupus onder die mijnwerkers. Hetzelfde zag je in 1992 na de Bijlmerramp en de aardbeving in het Japanse Kobe. Grote hoeveelheden kiezelstof
die zich verspreiden over de omgeving,
mensen krijgen vage, onbegrepen klachten. Later blijkt het dan te gaan om auto-immuunaandoeningen.”
Coort, Lammers en Terwee hoorden
meer ellende van en over andere ex-collega’s. Zoals over Edwin, die maanden
in coma heeft gelegen en met allerlei
foto Luc Lodder
niet verklaarbare klachten kampt. Hij
gaat nu revalideren, maar is een schim
van de stoere kerel die hij ooit was. Andere jongens klagen over afbrekende
tanden, duizeligheid, ademhalingsproblemen, concentratiestoornissen en aandoeningen als de ‘schildersziekte’ OPS.
Stoere kerels. Zo was de sfeer op het
depot, ook bij de leidinggevenden. Niet
zeuren, aanpakken, blij zijn dat je werk
hebt. „Zulke opmerkingen hoorden we
vaak”, weet Terwee.
Zoveel zieke oud-collega’s, het zijn er
gewoon te veel. Het deugt niet. Dat gevoel hadden ze toen ook al wel eens, zo
klinkt het met de kennis van nu. „Soms
moesten we tankwagens leegschuiven
met JP8-brandstof erin. De handschoenen die we ervoor kregen, waren in een
kwartier opgelost. Weg”, aldus Coort.
Het gaat ze niet om het geld, zeggen
de POMS-mannen, maar om de erkenning. „Dat we daar met giftige rommel
hebben gewerkt en ze ons te weinig beschermd hebben”, vat Lammers samen.
De afgelopen weken hebben zich al
tientallen slachtoffers gemeld. Hun weg
loopt via het ABP, dat voor Defensie bepaalt of ze, gezien hun klachten, in aanmerking komen voor een invaliditeitspensioen. Enneüs Sipma, case-manager
veteranenzorg bij het ABP, zou er alles
over kunnen zeggen, maar weigert com-
mentaar. Het ministerie zelf laat het bij
één alinea: het neemt de klachten van
de POMS-mensen serieus en is een eigen onderzoek begonnen. ‘Op dit moment zijn er geen concrete aanwijzingen dat zij structureel blootgesteld zijn
aan gevaarlijke stoffen in concentraties
boven de wettelijke waarden’.
Daar hebben de medewerkers een totaal ander idee bij. Ze lazen een ‘van tafel gevallen’ rapport van onderzoeksbureau Ascor uit Breda, dat in juli 2002 in
opdracht van Defensie onderzoek deed
in Brunssum. De ‘risico-analyses’ melden gevonden waardes chroom6 die op
enkele plaatsen honderden keren hoger
zijn dan de maximale norm. Chroom6
is even kankerverwekkend als asbest en
kan, bij te weinig bescherming, vooral
long- en nierkanker veroorzaken.
„Ik herinner me nog dat we dagen
voordat het bureau kwam, opdracht kregen de hele loods grondig schoon te maken”, vertelt Terwee. „En dan nog dus,
vinden ze zulke concentraties.” Niets is
er na het opmaken van dat rapport veranderd qua bescherming of voorschriften, claimen de oud-medewerkers.
Het is niet voor het eerst dat Defensie in opspraak komt door verhalen van
oud-medewerkers die claimen ziek te
zijn geworden van hun werk. Begin jaren negentig bleek het NAVO-hoofdkwartier in de Cannerberg vol asbest te
zitten. In 2009 eiste een meerderheid in
de Tweede Kamer onderzoek naar de
risico’s van het benzeenhoudende reinigingsmiddel PX-10, nadat zich honderden militairen hadden gemeld met gezondheidsklachten.
Het onderzoek kwam er, met expertise ook van externe specialisten. Maar de
uitkomst was een domper voor de militairen. Er werd geen causaal verband gevonden. Geen onomstotelijk bewijs dat
de soldaten ook écht ziek waren geworden van het benzeen in PX-10.
„Klote”, noemt Henri Lansink die uitkomst en „zulke onderzoeken” in het
algemeen. De ingewikkelde bewijslast
en de daarop volgende teleurstelling bij
de leden. Lansink werkt bij de Vakbond
voor Burger en Militair defensiepersoneel (VBM). Die kreeg de afgelopen weken ruim een dozijn meldingen van ongeruste Brunssumse POMS-leden. „In
deze zaak gaat het, wat ik hoor, vooral
om Chemical Agents Resistant Coating.
CARC-verf die tanks beschermt tegen
roest en aanvallen met chemische wapens. Wij hebben Defensie om opheldering gevraagd. We willen precies weten
welke stoffen gebruikt zijn en aan welke risico’s de mensen h ebben blootgestaan. En snel. Als er in september niets
ligt, gaan we zelf het initiatief nemen.
Ook al omdat het voor de hand ligt dat
dit mede speelt op de POMS-sites in
Eygelshoven, Vriezenveen, Ter Apel en
Coevorden. Daar is net zo gewerkt.”