Wtw11729 Vergunning

Download Report

Transcript Wtw11729 Vergunning

Rijkswaterstaat
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
beschikking
30JULI 2014
Datum
Nummer
Onderwerp
RWS-2014/35197 1
Wijziging van de watervergunning van
Odfjell Terminal Rotterdam BV.
Dossiernummer: 028.0957.A.wtw11729
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Aanhef
Besluit
Aanvraag
Toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer
Procedure
Ondertekening
Mededelingen
1.
Aanhef
De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 6 mei 2013 een aanvraag
ontvangen van Odfjell Terminal Rotterdam B.V (hierna Odfjell) om de vigerende
vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten
van handelingen in een watersysteem te wijzigen.
De aanvraag is geregistreerd onder nummer 26012/028.0957.A.wtw11729.
2.
Besluit
Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling,
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene wet bestuursrecht en
de hieronder vermelde overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en
Milieu als volgt:
De aan Odfjell Terminal Rotterdam B.V. verleende vergunning van
17 september 2004 met kenmerk AWE/2004.8395 1, het laatstelijk gewijzigd bij
besluit van 14 november 2007 met kenmerk AWE/2007.10432 1 als volgt te
wijzigen:
Pagina 1 van 5
Het dictum wordt gewijzigd in:
Datum
1.
Aan Odfjell Terminal (Rotterdam) B.V. te Rotterdam (Botlek) vergunning te
verlenen als bedoeld in artikel 6.2, lid 1 Wtw voor het brengen van stoffen in
de 3e Petroleumhaven,
II. Aan Odfjell Terminal (Rotterdam) B.V. te Rotterdam (Botlek) vergunning te
verlenen als bedoeld in artikel 6.5, onder a Wtw voor het onttrekken aan
en/of het brengen van water in de 3e Petroleumhaven,
afkomstig van haar bedrijfsterrein aan Oude Maasweg 6 te Rotterdam, met de
activiteiten tank op- en overslag, destillatie (PID) en verwerken van afvalwater
van derden, met de volgende voorschriften:
3.
Aanvraag
3.1
Algemeen
Nummer
RWS2014/35197 1
3.1.1 Aanleiding
Het bedrijf heeft bij besluit met kenmerk AWE/2004.8395 1 een vergunning
gekregen op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) en de
Wet op de waterhuishouding (Wwh) voor het brengen van stoffen in
de 3e Petroleumhaven en het onttrekken van oppervlaktewater uit de
3e
Petroleumhaven.
Op 22 december 2009 is de Waterwet (Wtw) in werking getreden. De Wvo en
Wwh zijn daarin opgegaan. De vigerende vergunning wordt sindsdien aangemerkt
als Watervergunning.
De Watervergunning is destijds tijdelijk verleend omdat Odfjell is aangemerkt als
een inrichting waarin afvalstoffen worden verwijderd. Volgens artikel 8.17,
tweede lid, van de Wet milieubeheer, mochten vergunningen voor een inrichting
waarin afvalstoffen, die van buiten de inrichting afkomstig zijn en worden
verwijderd slechts worden verleend voor een termijn van ten hoogste tien jaar.
Aangezien de Wm-vergunning (thans Omgevingsvergunning) destijds is verleend
voor een periode van 10 jaar, is ook de Wvo-vergunning (thans Watervergunning)
voor een termijn van 10 jaar verleend.
3.1.2 Bedrijfssituatie
De bedrijfsactiviteiten van Odfjell kunnen worden verdeeld in de volgende
activiteiten:
1. Tank op- en overslag;
2. Destillatie (PID);
3. Verwerken van afvalwater van derden.
OTR beschikt over ca. 300 landtanks waarin minerale producten en chemicaliën
worden opgeslagen. De producten kunnen worden aangevoerd en afgevoerd door
middel van zeeschepen, binnenvaartschepen, spoor, vrachtwagen en
pijpleidingen.
3.2
Beschrijving aangevraagde wijziging
De Watervergunning is verleend voor een periode van 10 jaar en vervalt op
17 augustus 2014. In de aanvraag geeft Odfjell aan een revisievergunningtraject
op te starten voor hun beide bedrijfsiocaties.
Pagina 2 van 5
Het vergunningstraject voor een nieuwe omgevingsvergunning en
Watervergunning is gestart in juni 2013. In het vooroverleg van februari 2013
kwam naar voren dat vanwege de gecoördineerde aanvragen en de tijdsplanning,
de geldigheidsduur van de huidige Watervergunning in het gedrang kan komen.
De kans bestaat dat voor de bovengenoemde expiratiedatum nog geen nieuwe
watervergunning in werking is getreden.
Op grond van het bovenstaande verzoekt Odfjell de vigerende Watervergunning
voor onbepaalde tijd te laten gelden.
4.
Datum
Nummer
RWS-2014/35197 1
Toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer
4.1 Beoordeling aangevraagde wijziging
Volgens artikel 8.17, tweede lid van de Wet milieubeheer (Wm), mochten
vergunningen voor een inrichting waarin afvalstoffen die van buiten de inrichting
afkomstig zijn, worden verwijderd, slechts worden verleend voor een termijn van
ten hoogste tien jaar. In verband hiermee is destijds de vergunning aan een
termijn gebonden. Het Wm-bevoegd gezag heeft de geldigheidsduur van de
Wm-vergunning beperkt tot 10 jaar. Gelet op artikel 7b, lid 5 Wvo is de
Watervergunning destijds voor een zelfde termijn verleend.
Op grond van artikel 1.2, vijfde lid, van de overgangsrechtelijke bepalingen van de
Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het
vergunningvoorschrift waarbij krachtens artikel 8.17, tweede lid, van de Wm de
tijdelijkheid van de vergunning is bepaald, van rechtswege komen te vervallen.
De Wabo-vergunning is daardoor voor onbepaalde tijd geldig geworden. In de
Waterwet is hierin niet voorzien. De tijdelijkheid kan uitsluitend met een aanvraag
of wijziging van de vergunning uit de watervergunning worden geschrapt.
Op 30 december 2013 zijn door Odfjell aanvragen voor een nieuwe
omgevingsvergunning en watervergunning ingediend. In de periode tussen
9 januari 2014 en 16 april 2014 heeft Odfjell aanvullingen voor de aanvraag voor
de nieuwe watervergunning ingediend. Met deze aanvullingen is er sprake van een
ontvankelijke aanvraag.
Vanwege de complexiteit van de aanvragen, de verplichte gecoördineerde
procedure en de bijbehorende proceduretermijn bestaat er een gerede kans dat er
voor de expiratiedatum van de vigerende watervergunning geen nieuwe
Watervergunning in werking is getreden.
Met de huidige voorschriften wordt gewaarborgd dat de doelstellingen van het
waterbeheer voldoende worden beschermd. Om te voorkomen dat er bij Odfjell
een onvergunde lozingssituatie ontstaat tijdens de gecoördineerde
Wabo/Wtw-procedure bestaan er geen overwegende bezwaren om de
geldigheidsduur van de watervergunning niet om te zetten naar onbepaalde tijd.
Pagina 3 van 5
5.
Procedure
Datum
5.1 Algemeen
De Waterwet bepaalt dat op de voorbereiding van een beschikking tot het
verlenen van een vergunning voor het brengen van stoffen in een
oppervlaktewaterlichaam de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van
afdeling 3.4 van de Awb en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing
zijn. In het Waterbesluit zijn hierop uitzonderingen gemaakt. Een dergelijke
uitzondering is in dit geval niet van toepassing.
Nummer
Rw52014/35197 1
5.2 Behandeling van zienswijzen
De aanvraag met bijbehorende stukken en de ontwerpvergunning hebben van
12 juni 2014 tot en met 23 juli 2014 voor het naar voren brengen van zienswijzen
ter inzage gelegen. Naar aanleiding van de ontwerpvergunning zijn geen
zienswijzen naar voren gebracht. Hierdoor wordt de vergunning ongewijzigd
vastgesteld ten opzichte van het ontwerp.
6.
Ondertekening
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
namens deze,
afdelingshoofd Vergunningen
Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid
mw. ir. A.H. Bos-Massop
Pagina 4 van 5
7.
Mededelingen
Datum
Bent u het niet eens met dit besluit?
Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep indienen bij de
bestuursrechter. Met deze procedure legt u de zaak aan de rechter voor om te
bepalen of Rijkswaterstaat het juiste besluit heeft genomen. U moet hiervoor wel
belanghebbende bij het besluit zijn.
Nummer
RWS-2014/35197 1
De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het opstellen van
een beroepschrift:
Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent?
Welk doel wilt u met uw beroep bereiken?
Is het u voldoende duidelijk wat een beroepsprocedure inhoudt en weet u of u
met deze procedure uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere,
wellicht eenvoudigere wijze bereiken?
-
-
-
Hoe dient u beroep in?
Om in beroep te gaan bij de bestuursrechter moet u binnen zes weken na de dag
waarop dit besluit is bekendgemaakt, een beroepschrift indienen. U kunt uw
beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar u woont. Indien u niet
zelf, maat namens een bedrijf of Organisatie een beroepschrift indient dan kunt u
het beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de
organisatie is ingeschreven.
In het beroepschrift moet in ieder geval het volgende staan:
uw naam en adres;
een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u beroep instelt
(bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden) en
zo mogelijk een kopie van het besluit;
de reden waarom u beroep instelt;
de datum en uw handtekening.
Voor de behandeling van een beroepschrift wordt een bedrag aan griffierecht in
tekening gebracht.
-
-
-
-
Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent
dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw beroep in behandeling is. Als u dit
niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan
kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. U doet dit door de
Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een
voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of
organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige
voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de
organisatie is ingeschreven.
De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen.
U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via
htt://loket.rechtsraak.nl/bestuursrecht. daarvoor moet u wel beschikken over
een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de
precieze voorwaarden.
Pagina 5 van 5