Dekkerswald-3 - WordPress.com

Download Report

Transcript Dekkerswald-3 - WordPress.com

Een stukje fleschiedenis (uit het Watermeerwiikverhaal)
~\i Het gebied dat we Dekkerswald noemen, maakte deel uit van het enorme oerbos dat zich uitstrekte van
de Duivelsberg via Westermeerwijk-Heumensoord-Mookerheide-Jansberg
tot het Reichswald aan toe.
Men noemde het Ketelwoud. Door Tacitus wordt het 't "Nernus Sacrum"genoemd, Heilig Woud. Hier
werd door Claudius Civilis de opstand der Bataven tegen de Romeinen beraamd, kunnen we in de
Annalen lezen.
I~]
In dit bos heeft, in 800, Keizer Karel gejaagd. Hij verliet graag zijn Valkhof voor een ritje te paard.
En volgens een legende was in 980 de echtgenote van Otto II, een Byzantijnse schone, zwanger en
wel, op weg van Keulen naar de Palts in Nijmegen. Ze heeft de burcht niet op tijd bereikt en is midden
in het bos bevallen van een gezonde zoon, de latere Otto lil.
~" Tot 1200 was het hele Ketelwoud een Kroondomein (bezit van de keizer). Vaàaf 1200 werd het
~ eigendom van de hertogen van Gelre of Kleef en werd het Rijkswald genoemd. De hertogen van Gelre
en Kleef waren voortdurend met elkaar in gevecht en het bezit van het gebied pingpongde op en neer.
......... - .... - Hetbos-had-geldwaardegekregen
en werd als onderpand bij schulden gebruikt. In 1433 werd het
opgedeeld in Oberreichswald (Hertogen van Kleef) en Nederrijkswald (Hertogen van Gelre).
-~
In 1559 heeft Karel Veen rekenkamer ingesteld. Vanaf toen werd er toezicht gehouden op de
bezittingen. Hoofddoel was bosbeheer, zoveel mogelijk productie maken. Vanaf 1645 konden
particulieren grond in erfpacht krijgen. Heel veel Nijmeegse notabelen hebben zo'n stuk verworven.
Ze woonden binnen de vesting, werkten als burgemeester, advocaat of handelsman en wilden graag
voor korte of langere tijd de (stinkende, benauwde) stad ontvluchten. Het Nederrijkswald lag op ideale
afstand, 20)n uurrijden met de koets. Op hun stuk grond zetten ze een landhuisachtige boerderij,
'.1\ verbouwden gewassen (vooral rogge) en deden aan bosbouw. Ieder-deel van het natuurlijke landschap
!~l~
werd op de economisch meest geschikte wijze gebruikt: De hoge, droge zandgronden gebruikte men
voor bos en heideveld, lösshoudende dalen en hellingen voor bouwland en lagere (veen)gronden voor
'u wei en hooiland. Dit laatste was schaars en werd soms elders gepacht.
,I
~
~
Het bos
In de loop der eeuwen heeft een ontwikkeling plaatsgevonden van economische waarde naar
recreatieve waarde.
Al indeRomeinsetijd
werd er veel gekapt voor timmer- en brandhout. Er was een' grote legerplaats,
er waren steen- en pannenbakkerijen, bewoning in de wijde omgeving. Veel hout nodig voor
verwarming. Van de Kastanje, door de Romeinen geintroduceerd,werden de kastanjes geoogst,
Daarvan werd kastanjemeel gemaakt om koeken te bakken. Kastanjehout werd als brandhout gebruikt.
Na het vertrek van de Romeinen keerde de rust weer en kon het EikenJBeukenbos zich herstellen.
Vanaf de 12e eeuw nam de bevolking toe en werd er weer grootschalig ontbost en ontgonnen.
Er moesten hutten worden gebouwd, schuren, karren ..en er was veel brandhout nodig. Van
herbeplanting was nog geen sprake. Het werd een grote kaalslag en het Nederrijk werd als gevolg
daarvan een grote heidevlakte.
Toen de Gelderse rekenkamer in 1559 het beheer op zich nam, kwam er een structuur, die zich
';S
jaar zou handhaven:
De Waldgraaf, adellijk persoon (onbezoldigd, dus moest andere inkomstenbronnen hebben)
stond aan het hoofd, sprak ook recht bij houtdiefstal e.d. en regelde de houtverkoop. (van
Balveren was een goeiel)
De Waldschrijver was zijn secretaris.
3 Waldforsters, zij waren de jachtopzieners en stuurden de arbeiders aan bij het kappen,
planten enz.
De doelstelling van de Gelderse Rekenkamer was goed bosbeheer om de productie van timmer- en
brandhout te vergroten. Daarnaast wilden ze door grond in erfpacht te geven, inkomsten verwerven.
00
~
~
.,~".._~,
De jaarlijkse houtverkoping was in november en december op het Valkhof. Doordat er teveel vraag
was, werd het verkochte hout steeds jonger.
Dit bosbeheer botste enorm met de belangen van de verschillende bevolkingsgroepen:
De Burgers hadden van oudsher sprokkelrecht op dood hout. Het was wel aan regels
gebonden: het hout mocht niet dikker en langer zijn dan een mensenarm. Het meegebrachte
hout werd gecontroleerd aan de stadspoort. De jagers deden graag een oogje dicht als er laag
hangend, levend hout gesprokkeld werd. Dat vergemakkelijkte hun ritjes te paard door het.
bos.
De Boeren hadden het bos nodig aIsI wdeidegebied. Het was vroeger gebruikelijk dat het vee de
bossen ingedreven werd om boom b a eren, boombast, eikels enz te eten.
Nu werden de bospercelen omwald door de Rekenkamer oflandeigenaren (wallen vooral in de
Westermeerwijk en het Kraaiendal nog goed te zien) om vee en wild te keren. De boeren
maakten stiekem gaten in de wallen om hun vee te laten overleven.
Er was altijd gebrek aan hooiland. De gulden regel was: de voorraad hooi bepaalde hoeveel
runderen de boer in de winter kon hebben en dus kalfjes in het voorjaar,
Heide natuurlijk belangrijk voor het houden van schapen en het potstalgebruik.
Boeren hadden natuurlijk ook sprokkelhout, nodig voor brandhout en geriefhout .
,- __ D~ arme riJ.en?,~_Il..~a_1den
het bos ook nodig voor hout, honing, bosvruchten (wilde appel,
mispel, bosbes, braam, hazelnoten.jeneverbes), Aanvankelijk had iedere burger recht op 1
mandje per jaar. Er was in Groesbeek zelfs een speciale bosbessenpluk-vakantie op scholen.
De heide werd gebruikt om materiaal voor bezems te oogsten. Bezems werden zelfs in de 20e
eeuw nog huis aan huis verkocht. Een bronzen beeld bij het stadhuis in Groesbeek herinnert
nog aan dit marskramerberoep.
De Gegoede burgerij, die een boerderij bezat en vaak verpachtte, kwam ook vaak in botsing
met de Rekenkamer, omdat zij meer bos voor landbouw wilden ontginnen of meer heide
wilden creëren.
De stuwwal was oorspronkelijk een eiken/beukenbos (uit pollenonderzoek blijkt veel Beuk,
Zomer en Wintereik). Als er gekapt was, werd niet herbeplant. Er waren wel
Eikenhakhoutpercelen. Op de Meiberg zijn de contouren van een vroeger Eikelkamp te zien, een
omwald perceel waar eikels werden ingezaaid. 5 tot 1O-jarig Eikenhout werd geoogst, de bast
werd eraf geschild (dat deed de EekschilIer) en met een molen (Windmolen op de stuwwal,
watermolen aan de voet van de stuwwal) klein gemalen, Daarna werd de gemalen bast (run
genoemd) met water gekookt en in dat water werden runderhuiden zachtgemaakt (gelooid). In die
')~,r1,.Qast zit nl. looizuur. In onze bossen zijn honderden jaren oude Eikenhakhoutstobben te zien. Van
~oudsher was in Nijmegen veel schoenindustrie, zoals ,§.wift ~R.oQ..~
\ Vanaf 1500 kwam men op het idee van herbeplanting. Eerst Eik en Beuk, vanaf 1750 Grove Den
(afgekeken van onze Oosterburen). DtlEerken...~~~ii!,~
het ee.rste
.
\ dennenplantgebied.
,
komt de mijnbouw sterk op en dennenhout was zeer geschikt'om onderaardse
gangen te stutten ("het spreekt voordat het breekt")
\ De bosbouw was in het begin heel moeizaam:
I -rnen koos vaak het verkeerde seizoen om te planten
-jonge boompjes waren vaak te lang onderweg
;
-gebrekkige kennis van geschikte grondsoorten
-vraat van wild en vee
-door monocultuur massaal dennenbladwesp/meikevers/gestreepte dennenrupsvlinder
(Adrianus de Beyer, amateur entomoloog, organiseerde begin 1800 de bestrijding. Meikevers
\
werden per kilo gevangen. Dat leverde geld op.)
\"vanar5egillîSüo
I
I
Weetjes:
-In 1899 werd Staatsbosbeheer opgericht. In 1930 komt Staatsbosbeheer pas in het Nederrijk in
beeld.
Voor 1815 waren er 3 boswachters voor het hele gebied{ ~ ') 0 l-t ct-')
{(
2
.r
1950-1960
maximale houtopbrengst
natuur en recreatie
1960-1970
kaalkap wordt schermkap (selectief kappen, niet te grote stukken om verstoring te
voorkomen
1970-1980
gevarieerde bossamenstelling
verantwoord recreatief gebruik
1980-1990
Natuurbehoud
natuurlijke verjonging
beperken van exoten
Kostendekkende houtoogst (voor papier, hardboard, spaanplaat)
dood hout laten liggen
(In het Reichswald is het bosbeheer nog altijd gericht op een zo hoog mogelijke houtopbrengst)
Karakteristiek voor het Groesbeekse Bos:
. Lanen en houtwallen
Op de hoge[,ge~anne
delen overheerst Berken-Eikenbos
Op de hellingen (löss) Beuken-Eikenbos (ook Wintereik)
Restanten van.cude.Eikenhakhoutbosjes
'
Gióot áimtär Wlnièr-ëlken
.~
~__
~
-o_~
...
..--,--"
--.-".--
Veel Bosbesstruiken (vooral onder Grove den, omdat deze licht doorlaat en geen bladval
heeft)
Wilde appel, Wilde mispel, Kleinbloemige linde, Wilde kers, Bergvlier
Havik, Kneu, Nachtzwaluw, Boomleeuwerik, Zandhagedis, 8 vleermuissoorten
Ruimtelijke ordening
Tot 1930 bestond in Nederland nauwelijks een ruimtelijke ordening .
915 wordt hëfnoOl-delijke deel van het Nederrijkswald geannexeerd door Nijmegen: dat wordt de
wijk Kwakkenberg
.
In d~ellig LandStichting was in 1936 een uitbreidingsplan gemaakt voor 252 woningen en 88 villa's,
~.
Door de oorlog is een groot deel van het plan niet doorgegaan.
Er lagen plannen voor vakantiehuizen in het Kraaiendal en duizenden woningen in de But en de
Westermeerwijk (bij het Kasteeltje). Lv.m, de bescherming van de bossen heeft Groesbeek deze
plannen destijds getorpedeerd.
Er werd wel voortdurend aan de randen van het bosgebied geknabbeld. De Sophiaweg bijv. en
._~q_e~iop:~\N'~g.
De bebouwing langs deze laatste weg is echt tegen alle regels in ontstaan. Aan de
haJte"HeiligLand".-Daarvoorhad
Dekkerswald een brede strook bos afgestaan aan
her-Bijbels Openluchtmuseum, zodat er een verbindingsweg (de Sionsweg) kon worden aangelegd.
.
Voorwaarde was, dat de strook teruggegeven zou worden, als de halte zou worden opgeheven.
Toen de halte inderdaad verdween, nam de gemeente Nijmegen de weg over, maar Suys gaf de strook
) bos niet terug aan Dekkerswald en verkocht de grond voor de bouw van huizen.
..
.rn-ï
. '\'C_~SP.·,o.o.:};,;veg'Wäs-een
"--'
.