woordzetter 8

Download Report

Transcript woordzetter 8

woordzÊtter . vlot en corr€ct lezen o g,1 n leesblad
I
Ër was een$eenvink.
D i ez e i ;' l k h i n k .
lk ben mank.
Maarhoe ik ookjank,
ik benen blijfmank.'
Ër was nog eenvink.
Ookdie vinkwa$mank.
H i jz e i :' l k h i n k .
Hoeik ookjank,
ik benen blijfmank.'
F
l
\
llt\\
|
t 1 1 \1\ \ \
't
1t lt
Totop eendag,
vinkéénvinktwee zag!
^
vink
pink
hink
bink
Vollig Ícrcn lssn
dank
jank
rnank
bank
' woordcettcr
. kern 8
@ Ultgcverij
denk
Henk
schenk
wenk
Zwijoea B.V, TiÍbug
6
vonk
p i nk
bonk
jank
e
woordzetter r vrot en correct rezen 3 g,ï o leesbtad
2
vink
dank
vonk
Henk
denk
h i nk
jank
bonk
mank
wenk
pink
vonk
schenk
bank
denk
bink
Ër was eenseenvink.
D i ez e i :- l kh i n k .
lk ben rnank.
Maarhoeik ook jank,
ik benen blijfmank.'
Er was nog eenvink.
Ook die vinkwas mank.
H i jz e i :' l k h i n k ,
Hoeik ookjank,
ik benen blijfmank.'
,,7
t/,
lflr
r l
{
t t
l1
ïot op eendag,
vinkéenvinktweezagl
\tr
'Jij bent
mank en ik ben mank"
Jij één poot en ik eén poot.
Met zijn twee zijn wij de bink.'
Kijk,daar gaanze: vink en vink.
Vcilig leren Iszm r woordzetter
. lrern I
@ Uitgeverij Zwijren 8.V., Tilburg
F
ffi
woordtetter
r vlot en correct lezen . g,p .
leesblad I
lk zit in nacht.
Ën nieti n d a g .
lk zit in vocht.
Ën nietin droog.
l k z i t i n zacht.
Ën nietin hard"
lk zit in vacht.
Ën nietin vel.
lk zit in lacht.
Ën nietí n h u i l t .
l k z i t i n bocht.
Ën ook in tocht"
\
l\
, I]
í
I
":
dicht
licht
nicht
richt
Veilig lucn
lucht
kucht
zucht
vlucht
leÍ,en I woordr€tter
. kerl
I
bocht
mocht
tocht
kocht
O Ui geveciiSwifscn S.V.,Tilburg
-
'1...'-
lacht
wacht
nacht
vacht
woordzetter c vrot en correct rezen r g,2 r leesblad
2
nicht
wacht
vecht
kucht
zacht
bocht
nacht
licht
lk zit in nacht.
Ën nietin dag.
lk zit in vocht"
En nietin droog.
lk zit in zacht.
En nietin hard.
lk zit in vacht.
En nietin vel"
lk zit in lacht,
En nietin huilt.
lk zit in bochi.
Ën ook in tocht,
dicht
zucht
recht
vocht
)
/t-
U \
i/
I
r a l -
r
'
lI
, *
l4*^lr
l
Lr
/-+
l-:
'
n
Nachten zachten vacht.
Vochten bochten tocht.
Weetje al wat je zocht?
lk bende chfl
Vcllig lucn lezen . woordretter o kcrn I
vacht
tocht
Iacht
lucht
tg Uitgeverij Z-wifsea8.V., Titburg
H
rcoordzetter r vlot èn correct lezen .
8.3 e leesb/ad í
Mijnma is dol op rauw.
Op peenen bieten kool,
Ze lijktwel op een haas.
Zo nu en dan kooktze wat,
Maarvaakis het sla,sla,sla.
Mijnpa en ik zijnzo niet.
Wij zijn mêergek op friet.
Op frietrnetfriet-saus,
Ja, dat is fijn"
Ën er na eenbak r-netvla.
Heellangwas mijn ma de kok.
Dustoen was er heelvaak sla.
Fnnu?
sla
vla
pa
rna
sta
la
na
ga
Veilig lcren lezen . woordretter
r kerl 8
la
vla
sla
pa
ma
sta
ga
na
@ Uitge+crij Zwijscn 8,V., ïitburg
vlo
ho
ZQ
Ko
plu
nu
hu
nu
woordzetter . vlot en correct lezen r g,3 c leesblad
2
sla
zo
NU
ma
vlo
la
sta
hu
plu
vla
sla
ho
ZA
sta
nu
na
Mijnma is dol op rauw.
Op peeren bieten kool.
Ze lijkt wel op esn haas.
Zo nu en dan kooktze wat.
Maarvaakis het sla,sla"sla.
Mijnpa en ik zijnzo niet.
Wij zijn rneergek op friet.
Op frietmet friet-saus.
Ja, dat is fijn.
En er na eênbak metvta.
Heellangwas mijnma de kok.
Dustoenwas er heelvaaksla.
Ën nu?
Nu kooktmijnpa ook mee.
En dat is pret voor twee.
Zij maaktsla en hij baktfriet.
En ik zorgvoorde vla.
Ycilig lcren lezen r woordzctter r kern g
@ Uitgeverij Zwijsen 8.V,,'Íilburg
vlo
hu
pa
Ia
PIU
rna
sla
za
rnroordzetter r vlot en correct lezen . g.4
" leesblad I
Ër was eenseenprins.
Diegingnietin bad.
Hij was bangvoorzeep.
Hij stonkecht heelerg.
Zijn haarwas woest.
Zijnjas was stuk"
En op zijn hoedzat geen
Ct
@
o
(í
Zitrnpa wa$ niet trots.
De prinszag er nietuit,
Zo kreeghij vastgÊenvrouw.
Echtnietsen nietshielp,
r\ti
De prinsbleefeenviespeuk.
I
LN
ír/ï
t
tl
i fl ;
krant
krent
klant
plant
prins
spons
krans
plons
plots
flits
trots
plaats
staart
stort
start
stuurt
stink
stonk
drÍnk
dronk
plank
fl i n k
klank
slank
Veilig lerea lezcn r woordzetter
r lcern 8
O Uitgeverii Zwijsen 8.V., Tilburg
s
woordzettsr r vlot en correct lezen . g,4 r leesblad
2
kwast
f lits
spon$
plant
prins
staart
krant
klomp
drink
plank
stonk
I i nk
sterk
trots
Elans
slecht
vraagt
speelt
prÍkt
klapt
slank
dronk
e
klank
stink
t r
,
&
p
i"t\\
,TI\
Hij was bangvoorzeep.
Hijstonkechtheelerg.
Zijnhaarwas woest.
Zijnjas was stuk.
En op zijn hoedzat geenp l u i m "
Zijnpa was niettrots,
De prinszag er nietuit.
Zo kreeghij vast geenvrouw.
Echtnietsen nietshielp.
De prinsbleefeenviespeuk.
\t
7,
&
2z/
De prinswoontnu in eenstal,
Met hiereen big en daareenbig"
Met een hoop mestin de buurt.
En de prinsheefthet naar zijnzin.
vj
ffi
a 1
L (c
€J
Veilig lcren lezcn . woordzetÍeÍ
. kêrs 8
O Uitgeverij Zwijsen 8,Y.,Iïtrburg
ïvoordzetter ' yrot en correct rezen o g,5 e
reesbtad .í
I
Juf Wiesjestaatvoor de klas.
'f;r klopt
ietsniet,'zegtze.
'Loesje
had een koekje.
Nu is dat koekjeweg.
Wie heeftdat koekjeop?'
j
I
Juf WiesjekÍjktnaarde klas"
'lk weet
van niks,'zegtDaantje.
'lk ook niet,'
zegtNoortje.
Ze heeftwel kruimop haarwang.
En Jantjezegt:'lk deedniks,hoar"
lk wistechtniet,
dat Loesjeeen koekjein haarjaszakhad",
Wiesje
Josje
Loesje
Basje
koekje
zusje
roosje
voetje
slakje
gansje
hertje
rupsje
boontje
vuurtje
tuintje
beentje
Noortje
Jantje
Daantje
Floortje
beertje
schuurtje
deurtje
schaartje
muisje
vosje
poesje
haasje
raampje
boompje
duimpje
rijmpje
Veilig lcren lssn
r woordzettcr r hers 8
@ Uitgerrrii Zwiircn 8.V,, ïilburg
lvoordzetteru
vliegje
stokje
krukje
slotje
vlot en correct lezen c g.E c leesblad 2
fietsje
kaarsje
wolkje
mutsje
traantje
speentje
kroontje
zwaantje
Juf Wiesjestaatvoorde klas.
'Hrklopt
ietsniet,'zegtze.
'Loesje
had een koekje.
Nu is dat koekjeweg.
Wie heeftdat koekjeop?'
Juf Wiesjekijktnaarde klas.
'lk weetvan
niks,'zegtDaantje.
'lk ook niet,'
zegtNoortje.
Ze heeftwel kruimop haarwang.
EnJantjezegt: 'lk deedniks,hoor.
Ik wistecht niet,
dat Loesjeeen koekjein haarjaszakhad.'
Weetjij wie het deed?
Washet Noortjeof Daantje?
Of Jantje?
Hoewist hij van het koekjein de jaszak?
Vcilig leren lelen . woordzetter . ktrn I
O Uitgcverij Zwijser 8.V., TilSurg
prinsje
kwastje
plantje
sponsje
woordzetter r vlot en correct lezen c g.6 r
leesblad I
s
Ëlk nren$wÊrlqtvoor zijn brosd
De smid stooktzijnvuurheet,
Hij maaktvan staaleenzwaard.
De kok kooktzuurkool.
Hij schepthet op eenbord.
De boerpluktzijn boorn
Hij geeftje een mandvol
En is je haardosnogalwild?
!k weetwie hemvoorje knipt.
En is er eenmensmette veelgeld?
Danvolgthiereenheelgoedplan.
$'YJ
hand
band
tand
mand
Veilig lerca leren . woordrett€r
\s
'.í,'(.
lJIltr
,.nl$
zwaard
baard
haard
paard
wlld
geld
schuld
scheld
. kern I
€) Uitgevcrij Zwijsen 8,V., ïilburg
mand
hond
eend
land
uíoordzetter r vlot en correct fezen . 8.6 *
I e e s b l a d2
geld
hand
bord
hemd
smid
brood
stad
bruid
mond
zwaard
mand
wild
Elk rnen$workt voonzljn brood
De srnidstooktzijnvuurheet"
Hij maaktvan staaleenzwaard.
De kok kooktzuurkool.
[-{ijschepthet op een bord.
De boerptuktzijnboomleeg"
Hij geeftje een mandvol fruit.
En is je haardosnogalwild?
lk weetwie hemvootje knipt.
En is er een mensmet te veelgeld?
Danvolgthiereenheelgaedplan.
Neemmij maarbij de hand.
Ga met rnij mee naar de stad.
lk kiesveel speelgoeduit"
Koop dat voor mij"
En op is het geld!
g l V t v ! v .
b
Vcitig leru
lezes ' woordz€ter
r kern g
v
6 Uitgeverij Znijcn 8,V., Tilburg
speelgoed
zeehond
hoektand
warhoofd