1 BEHANDELING DYSEXECUTIEVE SYNDROOM

Download Report

Transcript 1 BEHANDELING DYSEXECUTIEVE SYNDROOM

BEHANDELING DYSEXECUTIEVE SYNDROOM INFORMATIETEKST 4 ALGEMENE PLANNINGSAANPAK (APA)

Dr. J.M. Spikman, drs. D. Boelen, drs. K.F. Lamberts & prof. dr. L. Fasotti

Na hersenletsel kunnen er stoornissen in de executieve functies ontstaan (een dysexecutief syndroom). Dit betekent dat men problemen kan hebben met het plannen, uitvoeren en reguleren van activiteiten en gedrag. Het gaat hierbij vooral om situaties en taken die nieuw en ingewikkeld zijn, en niet om taken die routinematig uitgevoerd kunnen worden. Echter, het komt vaak voor dat taken die voor het hersenletsel wel vanzelf gingen en automatisch verliepen, na het hersenletsel niet meer op dezelfde, routinematige manier uitgevoerd kunnen worden. Ook dit soort taken zijn als het ware nieuw en ingewikkeld geworden. Veel patienten met executieve problemen pakken dit soort taken echter nog aan zoals ze altijd gewend waren, waardoor het vaak niet goed gaat. Eigenlijk moeten ook dit soort taken, net als nieuwe taken, op een nieuwe manier gepland en gereguleerd worden. Juist voor patienten met executieve stoornissen is dit erg moeilijk: executieve stoornissen houden namelijk in dat men problemen heeft met het ZELF plannen, uitvoeren en reguleren van activiteiten en gedrag. In de behandeling van het dysexecutieve syndroom worden daarom methodes (strategieen) aangeleerd om dit op een bewuste en gecontroleerde manier te doen. De eerste strategie die wordt aangeleerd is de Algemene Planningsaanpak (APA), die zich richt op het kunnen plannen van taken en situaties. In de daarna volgende onderdelen komen twee strategieen aan bod die zich richten op de uitvoering en regulatie van de gemaakte plannen. Deze worden in de volgende informatieteksten uitgelegd. Hieronder volgt een nadere uitleg van de Algemene Planningsaanpak.

Algemene Planningsaanpak (APA).

De APA is een strategie waarmee u leert om allerlei verschillende situaties en taken op dezelfde, bewuste en gecontroleerde manier te plannen. In feite is het een methode waarmee u alle activiteiten in uw leven leert omschrijven in de volgende termen: een einddoel (wat wil ik bereiken?) een plan: de stappen naar het einddoel toe (hoe ga ik dit doel bereiken?). Op het schema APA 1 ziet u hoe deze strategie er uit ziet. Het kan hierbij gaan om situaties die op een korte termijn plaats kunnen vinden (bijvoorbeeld het avondeten koken), maar ook om middellange termijnsituaties (de vakantie van deze zomer plannen) en om lange termijn situaties (een werkcarriere plannen). Belangrijk bij de APA is dat zowel het doel, als de afzonderlijke stappen naar het doel toe, zo precies en concreet mogelijk omschreven worden. Dat betekent bijvoorbeeld dat niet alleen globaal beschreven moet worden wat het doel is, maar ook wanneer dit bereikt moet worden. En dat betekent dat niet alleen de stappen beschreven worden, maar ook hoe lang ze zullen duren, en wat er benodigd is per stap. Hoe beter dit lukt, hoe groter de kans dat de uitvoering van het plan een succes wordt. Een voorbeeld is de activiteit: Eten koken. Een globale omschrijving van einddoel en plan kan er als volgt uitzien:

Doel

: de maaltijd is klaar

Plan:

stap 1: boodschappen doen Stap 2: koken Stap 3: opdienen. 1

Met zo’n globale uitwerking is het nog niet precies duidelijk wat er moet gebeuren en op welk moment, waardoor u nog steeds te veel ervan uitgaat dat u het allemaal nog op uw oude manier goed zult doen. De kans is hierbij groot dat door executieve problemen (bijvoorbeeld, u hebt onvoldoende overzicht in uw hoofd over wat er allemaal moet gebeuren, u hebt niet goed ingeschat hoe lang u er over zult doen, of u hebt geen rekening gehouden met het feit dat u niet meer net als vroeger allerlei dingen tegelijk kunt doen) het doel toch niet of niet goed behaald wordt. Een specifiekere uitwerking, waarbij de kans veel groter is dat het goed gaat lukken, kan er als volgt uitzien: Doel: een pasta maaltijd voor 4 personen is om 6 uur klaar.

( u hebt niet alleen bedacht dat er eten klaar moet zijn, maar ook wat het moet zijn, voor wie allemaal en hoe laat het klaar moet zijn)

Plan: ’s ochtends: stap 1: een recept zoeken voor een pastamaaltijd stap 2: een lijstje met ingredienten maken geschikt voor het aantal personen dat komt eten stap 3: kijken wat er nog in huis is stap 4: een boodschappenlijst maken om de ontbrekende ingredienten aan te schaffen stap 5: de boodschappen in huis halen ’s middags: stap 6: tijdig (om half 5) de ingredienten klaarzetten (welke allemaal) stap 7: voorbereiden, bijvoorbeeld groenten snijden voor een saus stap 8: afhankelijk van de bereidingstijd beginnen met bereiden (bijvoorbeeld, de saus kost volgens het recept 45 minuten, en het koken van water en pasta 30: begin dan om kwart over vijf met de saus en om half zes met de pasta) stap 9: de maaltijd wordt om 6 uur opgediend (het doel is behaald). Dus: hoe preciezer u uw doel en plan hebt omschreven, hoe groter de kans dat de uitvoering een succes wordt. In de behandeling zal daarom veel geoefend worden in het zo precies en concreet mogelijk leren omschrijven van doelen en plannen. Een onderdeel daarvan is het goed leren inschatten hoe lang bepaalde stappen zullen duren. Wanneer het u goed lukt om concrete doelen te stellen en een planning te maken, is CONTROLE een volgend onderdeel van de APA training. Er zal gewerkt worden aan het leren beoordelen van de haalbaarheid van plan en doel. Met andere woorden, u leert om heel kritisch te kijken of het gestelde doel voor u haalbaar is, en u leert om tijdens het maken van het plan steeds te controleren of de stappen ook daadwerkelijk naar het doel zullen leiden. Een volgend onderdeel van deze strategietraining is het leren vooruitkijken naar mogelijke probleemsituaties, en het alvast leren maken van een alternatief plan, zodat u in de praktijk niet overvallen hoeft te worden door een verandering in de situatie. Bijvoorbeeld in het bovengenoemde geval kunnen er bij allerlei stappen probleemsituaties ontstaan, zoals: wat als er in de winkel essentiele ingredienten niet aanwezig zijn wat als er ’s middags blijkt dat meer mensen blijven eten wat als u pas om 5 uur thuis kunt zijn wat als u tijdens het koken gebeld wordt U leert om voor eventuele probleemsituaties bij een bepaalde stap een subdoel te stellen, waarvoor u weer een plan maakt. Dit kunt u opnemen in het gehele planningsschema. 2

Wanneer het niet lukt om het plan aan te passen, kan een andere oplossing bestaan uit het aanpassen of zelfs veranderen van het einddoel. Een voorbeeld hiervan is het volgende:

Doel:

in Amsterdam zijn voor een afspraak om 13:00

Plan:

( u bezit geen auto en reist altijd per openbaar vervoer)

Stap 1: informatie zoeken over de reistijden per trein Stap 2: tijdig de trein nemen zodat er enige speling is Stap 3: 12: 30 arriveren op het CS in Amsterdam Stap 4: de tram nemen naar het adres van de afspraak Stap 5: om 13:00 op de afspraak zijn (doel behaald) Mogelijke problemen: Bij het uitvoeren van Stap 1 ontdekt u dat er die dag een treinstaking is -> het

subdoel

wordt dan: een andere vervoersmogelijkheid zoeken. Met dit subdoel past u uw oorspronkelijke

plan

aan; dit kan dan als volgt gaan: Stap 1: informeren of u de auto van een vriend kunt lenen Stap 2: tijdig vertrekken zodat er enige speling is Stap 3: 12: 30 arriveren op het in Amsterdam Stap 4: parkeerruimte zoeken Stap 5: om 13:00 op de afspraak zijn. Er kunnen zich ook problemen voordoen bij stap 2 (zowel van plan 1 als plan 2). Bijvoorbeeld: tijdens de reis blijkt dat er vertraging zal ontstaan (met de trein) of dat u in een file terecht komt (met de auto). U stelt dan een

subdoel:

de afspraak verschuiven. De stappen zijn dan: Substap 1: contact opnemen met degene met wie u de afspraak had Substap 2: inschatten hoeveel later u zult zijn Substap 3: de afspraak naar dat tijdstip verplaatsen Hiermee past u uw plan en uw oorspronkelijke

doel

aan; als volgt: Het

doel

wordt nu: ’s middags de afspraak in Amsterdam halen Stap 1: informeren naar de vervoersmogelijkheden om om 1300 in Amsterdam te zijn Stap 2: tijdig vertrekken zodat er enige speling is (er ontstaat een

probleem

: treinvertraging/file) ->

subdoel:

de afspraak verschuiven Stap 3 (Substap 1): contact opnemen met degene met wie u de afspraak had Stap 4 (Substap 2): inschatten hoeveel later u zult zijn Stap 5 (Substap 3): de afspraak naar dat tijdstip verplaatsen Stap 6: arriveren op het in Amsterdam Stap 7: op de plaats van bestemming komen Stap 8: ’s middags op de afspraak zijn, later dan 13;00. Uiteraard kunnen zich ook problemen voordoen, waardoor het doel helemaal niet gehaald kan worden, en er een nieuw doel gesteld moet worden, zoals bijvoorbeeld: - de treinen staken en u kunt geen ander vervoermiddel regelen -> de afspraak moet verzet worden naar een ander tijdstip - u bent wel vertrokken, maar de vertragingen zijn zodanig ernstig dat de afspraak niet meer op die dag plaats kan vinden en verzet moet worden naar een ander tijdstip.

Conclusie

; Met behulp van de APA leert u dus niet alleen om goed vooruit te denken en te plannen, uw doel en plan goed te controleren, maar ook om eventuele probleemsituaties te voorzien en daar in uw plannen alvast rekening mee te houden. 3