Brochure Piep! - Huis van Alijn

Download Report

Transcript Brochure Piep! - Huis van Alijn

24 Kuifje, Kapitein Haddock,
Professor Zonnebloem
en Jan(s)sen
Mirim, België, 1960-65
Beeldhouwer Nat Neujean vereeuwigde in
1953 samen met Hergé Kuifje en Bobbie.
Dit beeld diende als basismodel voor
deze piepfiguren. Elk detail is aanwezig:
de plooien van de golfbroek, het kuifje,
de ribbels in de kousen en de rustige
zelfzekerheid van een avonturier. Samen
met Bobbie de hond en zijn kompanen
Kapitein Haddock, Professor Zonnebloem
en detectives Jansen en Janssen gaat
Kuifje als reporter de wereld rond. De
beperkte oplage van deze piepfiguren
maakt van het Mirim-label een begrip bij
verzamelaars.
25 Asterix en Obelix
Delacoste, Frankrijk, 1967
Asterix is een Franse stripreeks met de
gelijknamige Galliër en zijn beste vriend
Obelix in de hoofdrollen. Geschreven
door René Goscinny en getekend door
Albert Uderzo. Asterix, klein en slim, en
Obelix, zo sterk dat hij vaak een menhir
op zijn rug draagt, komen in 1959 voor het
eerst ten tonele in het Franse stripblad
Pilote. In 1967 stelt de verkoopcataloog
van Delacoste het beroemde Gallische
koppel voor. In 1970 worden ook andere
stripfiguren uit deze reeks als piepfiguren
vervaardigd.
Achter elke verzameling schuilt een passie van een verzamelaar.
Het was de liefde voor sprookjes en geïllustreerde kinderboeken
die Isabelle Lecomte ertoe bracht om piepspeelgoed te verzamelen.
Sneeuwwitje, Pinokkio of Buratino, allemaal komen ze in haar
verzameling tot leven als piepspeeltje. Na twintig jaar verzamelen
telt haar collectie meer dan 700 piepfiguren. Niet alleen bekende
sprookjesfiguren, maar evengoed figuren uit onbekende en vergeten verhalen kregen een plaats in haar verzameling. Sommige
stukken zijn uniek en zeldzaam, andere piepfiguren zijn in massa
geproduceerd. Haar verzameling bevat stukken van Europese,
Japanse, Russische en Amerikaanse makelij. Als kunsthistorica is
Isabelle Lecomte gebeten door de ontwerpen, de vormgeving, de
materialen en het productieproces. Als auteur is ze geboeid door
de populaire kindercultuur van de 20ste eeuw. Met haar verzamelaarsoog wist ze een unieke internationale collectie piepspeelgoed
bij elkaar te brengen.
De bonte verzameling is een schatkamer aan verhalen. En bovenal
van geluiden. Piepspeeltjes worden gemaakt om in te knijpen en zo
vrolijke geluidjes te maken. Aanvankelijk zijn het vooral eendjes en
andere vogels die piepgeluiden voortbrengen. Geleidelijk verschijnen ook andere dieren en poppen in de speelgoedwinkel. De oudst
gekende piepspeeltjes dateren van ca. 1880, vervaardigd uit natuurlijk rubber. Vanaf de jaren 50 worden ze populair babyspeelgoed
en gebeurt de productie op industriële schaal. Met hun vrolijke
kleuren, vormen, geluiden en vervaardigd uit innovatieve en veilige
kunststoffen worden ze als educatief, prikkelend en stimulerend
voor de zintuiglijke ontwikkeling van de allerkleinsten beschouwd.
Wanneer Kuifje, Lucky Luke, de Smurfen en andere beroemde
strip- en tekenfilmfiguren als piepers verschijnen, krijgen piepfiguren een nieuw status als verzamelgadget. Ook piepende televisiesterren worden populair vanaf de jaren 60. Mickey Mouse,
Donald Duck en Pluto, talrijke Walt Disney-figuren worden als
piepfiguren op de markt gebracht.
Twintig jaar verzamelen genereert vele kleine geschiedenissen.
Sophie de giraf, Golliwog of Ho-Ho de lachende Boeddha,
elke pieper heeft een eigen verhaal. En een eigen geluid. Luid, zacht,
fel, dof. Aifoon, partner van het Huis van Alijn voor deze expo, legde
zijn oor te luisteren en registreerde de geluiden. De soundscape
Piep in het bos neemt u mee in de expo, het geluid van Piep!
José Géal, bezieler van het gerenommeerde Brusselse poppentheater Toone.
Gebaseerd op de handpoppen brengt
Sica de personages als pieper in de
winkelrekken.
1
Bonhommet en Tilapin
Sica, België, ca. 1966-71
In de jaren 60 sturen Bonhommet en
Tilapin de kinderen naar bed. Deze
Belgische kinderserie met de verhalen
van Renée Fuks en de handpoppen van
José Géal verschijnt in 1966 voor het
eerst op de televisie. Er volgen 340 afleveringen, vooral in zwart-wit, enkel de laatste 45 zijn in kleur opgenomen.
Ook in Zwitserland en Canada wordt
deze Franstalige productie uitgezonden.
Naast piepfiguren van de Belgische
fabrikant Sica, komen boekjes en elpees
op de markt met de avonturen van deze
kleine jongen en zijn konijn.
2
Bébé Antoine, Paprika,
Rutabaga en Parasol
Sica, België, ca. 1965-69
Bébé Antoine wordt in 1962 als één van
de eerste Belgische televisieprogramma’s
voor kinderen op de RTB uitgezonden.
De serie is zo succesvol dat Sica vier
personages uit de reeks als piepspeeltjes
uitbrengt: Bébé Antoine, Paprika de beer,
Rutabaga de leeuw en de cavia Parasol.
Hoewel de handpop een jongetje is,
krijgt hij zijn stem van de actrice Marion.
Elke aflevering duurt 7 minuten en Bébé
Antoine wenst de jonge kijkers op het
einde welterusten.
3
Candy en Plum Plum
Sica, België, ca. 1969-72
In 1969 verschijnen Candy en Plum Plum
op de Belgische televisie. Ze brengen,
net als hun voorgangers Bonhommet en
Tilapin, verhalen voor het slapengaan.
In elke aflevering beleven de vrolijke
kapoen Plum Plum en zijn hond Candy
een kort avontuur. Een creatie van
scenariste Renée Fuks en theatermaker
PIEP!
i.s.m. Isabelle Lecomte, Museum Hallepoort Brussel en Aifoon vzw
4
PIEP!
4
Steenbok en haan
Y, USSR, ca. 1975
De Russische mythologie is druk bevolkt
door dieren. Beren, vossen, wolven,
vooral dieren die de Russische winter
trotseren spreken tot de verbeelding.
Ook de steenbok en de haan zijn klassiekers in Russische verhalen. De haan
symboliseert de waakzaamheid en de
steenbok straalt kracht uit. Deze piepers
dragen met bont afgewerkte mantels,
een verwijzing naar de ijskoude winters.
5
Buratino en Tortilla de schildpad
USSR, ca. 1980
De Russische schrijver Aleksej Tolstoj
schreef een eigenzinnige versie van de
Italiaanse klassieker Pinokkio, De avonturen van Buratino. Net zoals Pinokkio is
Buratino een houten pop met een lange
neus die tot leven komt. Deze piepfiguur
van Russische makelij is opvallend door
het kapsel van de pop met nylon haar.
6
Maroesja en vossenwelp
USSR, ca. 1980
De vos is een klassieke protagonist in
Russische sprookjes, een sluw en hongerig dier. In het sprookje Kolobok of ‘klein
gebakje’ is de vos sluwer dan de haas, de
wolf en de beer. Maar hij haalt niet altijd
zijn gram. In het verhaal van De kleine
rode kip laat hij zich misleiden door de
dappere kip en slaagt er niet in zijn buik
te vullen.
7
Snegoerotsjka en Ded Moroz
USSR, ca. 1980
Tijdens de koude Slavische winters krijgen de kinderen bezoek van Ded Moroz
of Vadertje Vorst. Samen met zijn kleindochter Snegoerotsjka reist hij rond op
een slede getrokken door rendieren. Met
zijn lange baard en rode mijter lijkt hij
op een Slavische Sinterklaas. Op oudjaar
deelt deze kindervriend cadeautjes uit.
Na de Russische Revolutie van 1917 wordt
Ded Moroz verbannen. Twintig jaar later
komt hij terug in beeld. Populairder dan
ooit maakt hij deel uit van de Russische
eindejaarsfeesten, ook als pieper.
8
Golliwog
Sun Shine, VK, 1957-59
The adventures of two Dutch dolls and
a Golliwogg wordt uitgegeven in 1885.
Dit kinderboek, geschreven door de
Brits-Amerikaanse Bertha Upton en
geïllustreerd door haar dochter Florence
Kate Upton, vertelt de avonturen van
een zwarte lappenpop. De Duitse firma’s
Steiff en Schuco brengen Golliwog of
Golli als speelgoed op de markt. Naast
de lappenpop verschijnt in de jaren 50
ook een piepende versie in vinyl. In de
jaren 60 wordt het boek onderwerp van
een heftig debat. De Golliwog-figuur
wordt als beledigend en racistisch beschouwd en verboden. De pieper wordt
uit de handel genomen.
9
Kosmonaut
Gumotex, Tsjecho-Slowakije, 1964
Terwijl in de jaren 60 de ruimtevaart
in volle expansie is, ontwerpt Libuše
Niklová deze piepende kosmonaut. Met
haar kleurrijk kinderspeelgoed in plastic
bepaalt ze een belangrijk hoofdstuk in
1
de geschiedenis van modern Tsjechisch
design. Ze levert samen met producenten
Gumotex en Fatra baanbrekend werk als speelgoeddesigner. Naast plastic en
kleur is ook lucht een basiselement voor
haar creaties.
10
Kewpie
Cameo, VS, ca. 1963
Ho-Ho
Cameo, VS, 1940
In 1909 publiceert schrijfster en illustratrice Rose O’Neill verhalen met de Kewpies
in de hoofdrol. Een échte Kewpie herken
je aan de stervormige handen, twee
kleine vleugeltjes op de rug, een haarlok
op het hoofd en immense ogen die opzij
kijken. Kewpies zijn er in alle formaten,
verkrijgbaar in porselein, ivoor maar ook
in vinyl met een pieper in de rug. Vooral
als pop veroveren de Kewpies vele harten
en groeien ze uit tot één van de eerste
Amerikaanse rages. Dertig jaar later
ontwerpt Rose O’Neill een nieuwe figuur:
Ho-Ho, de kleine lachende Boeddha. In
tegenstelling tot de Kewpies kent de HoHo weinig succes.
11
Tod-L-Tot
Sun Rubber, VS, ca. 1953
De vervaardiging van piepspeelgoed is
onlosmakelijk verbonden met die van
speelgoedpoppen. De Amerikaanse
speelgoedfabrikant Sun Rubber brengt
al in 1928 poppen met een fluitje uit. In
1952 lanceert de firma de Tod-L-Tot-pop.
Deze poppen zijn volledig in vinyl, ook de
schoentjes, kousjes en het broekje. Twee
PIEP!
jaar later is ook een zwarte Tod-L-Tot verkrijgbaar. Sun Rubber verwerft licenties
van Walt Disney en brengt een Peter-Pan
versie van de pop uit.
12
ideaal om vast te grijpen. Bovendien wordt
de sympathieke giraf aangeprezen als
troostend bijtspeeltje bij de eerste tandjes.
Ook andere speelgoedfabrikanten brengen een piepende giraf uit, maar Sophie
is de populairste. Vandaag wordt Sophie
de giraf wereldwijd verkocht, nog steeds
manueel in natuurlijk rubber vervaardigd.
Meisje met rode pop
ca. 1945
Meisje met groen slipje
Irwin, VS, ca. 1955
Eind 19de eeuw verschijnen de eerste rubberen figuren met fluitje in de speelgoedwinkel. Uit deze periode zijn geen bewaarde piepers gekend. Het fluitje werd toen
ingewerkt en met een metalen plaatje
afgewerkt, zoals bij het piepend meisje
met rode pop. Het risico dat het plaatje
en fluitje los kwamen bij het spelen was
groot. Vanaf de jaren 40 wordt gezocht
naar veilige alternatieven. Er verschijnen
piepers waarbij het fluitje wordt samengesmolten met het materiaal zelf of diep
binnenin het speeltje wordt bevestigd. Bij
het piepend meisje met het groene slipje
is het fluitje bevestigd in een holte van het
vinyl. Voor dit veiligheidssysteem verkreeg
de speelgoedmaker een patent.
13
Sophie de giraf
Vulli, Frankrijk, 1961
Pierre Brault, speelgoeddesigner bij
Delacoste, is de ontwerper van Sophie, de
kleine giraf. Ze dankt haar naam aan de
datum van haar officiële inwijding, 25 mei
1961, de feestdag van de heilige Sophie.
De vorm van een giraf leent zich perfect
voor babyspeelgoed. De lange nek is 14
Meneer Konijn
Technigom, Frankrijk, 1958-68
Een dichter en zijn bewonderaarster,
de beroemde verliefden van illustrator
Raymond Peynet (1908-1999) inspireren
de Franse firma Technigom. Het duo
verschijnt als pieper en vanaf 1958 worden
ook enkele dierenkoppeltjes gemaakt.
Zachte pastelkleuren, hartjes en andere
liefdessymbolen zijn typisch voor deze
Peynet-poppen. Meneer Konijn houdt een
hart tegen zijn borst en Mevrouw Varken
heeft een handtas met een hartje vast. In
deze reeks verschijnen ook Meneer en
Mevrouw Eekhoorn, Schaap en Poes.
15
Nijlpaard
Combex, VK, 1972
Hinde
Farmi, Spanje, ca. 1970
De jaren 50 en 60 zijn hoogdagen voor
piepspeelgoed. Tegelijk wordt de concurrentie met nieuw speelgoed dat massaal
op de markt komt alsmaar groter. Figuren
met een opvallend design moeten de
populariteit van de piepers opnieuw
doen stijgen. Het Britse speelgoedbedrijf
Combex brengt in 1972 de reeks Modern
Animals uit. Dit nijlpaard is een van deze
‘moderne dieren’. Deze piepers zijn groot,
strak en monochroom. Het Spaanse
bedrijf Farmi ontwerpt dieren met zeer
hoekige vorm, zoals deze hinde.
2
De BBC lanceert in 1970 een televisie­
programma met de kinderheld, steeds in
rode trui met geruite gele broek en sjaal.
Ook zijn vriendje Big Krulstaart krijgt als
pieper zijn typisch kostuum.
16
Olifant
Carideng, België, jaren 1950
Bruikleen Speelgoedmuseum Mechelen
Niet alleen speelgoedfirma’s, ook bedrijven uit de rubber- en kunststofindustrie
produceren piepfiguren. Deze olifant is
vervaardigd door het Belgische bedrijf
Carideng, gespecialiseerd in rubberen
fietsbanden, motorriemen en buizen.
Hoewel deze firma op kleine schaal
piepers produceert, verkrijgen ze voor
enkele Walt Disney-figuren de productie­
licentie. Zo krijgen Peter Pan en de muizen
Pieter en Tom uit de Assepoester-film het
Carideng-label.
17
Misha
K, USSR, 1980
Het Russisch symbool bij uitstek is de
beer. In veel Russische sprookjes en
volksverhalen zijn ze te vinden. De
Russische illustrator Victor Chizhikov is de
ontwerper van Misha de beer. Tijdens de
Olympische Spelen in 1980 in Rusland is
Misha de mascotte. De olympische ringen
sieren de riem van Misha. Voor het eerst is
een mascotte van een sportwedstrijd een
grootschalig commercieel succes. Misha
verschijnt ook als pieper, met en zonder
olympische ringen.
18
Bruintje Beer en Big Krulstaart
VK, ca. 1965
Rupert Bear is het hoofdpersonage van de gelijknamige Britse stripreeks. Zijn
avonturen staan in 1920 voor het eerst in de Daily Express. Bedenker Mary
Tourtel vond haar inspiratie bij klassieke
sprookjes. Bruintje Beer krijgt het dan ook vaak aan de stok met heksen, draken en tovenaars. In 1935 wordt de strip hernomen door Alfred Bestall. PIEP!
19
Zouzou en Toutou
Delacoste, Frankrijk, 1967-69
Het huis en de kleurrijke tuin van Zouzou
en Toutou, kat en hond, zijn het decor
voor hun avonturen in het programma
Het Huis van Toutou. De eerste aflevering,
door Georges Croses, verschijnt in 1967.
Delacoste brengt het duo al snel na de
televisiepremière als pieper uit. Het zijn
twee aparte figuren maar bedoeld om
samen te staan zodat Zouzou haar poot
rond Toutou kan leggen. Een derde personage, Kiki de kikker, bleek door zijn smalle
poten en breed bovenlichaam moeilijk te
produceren. Concurrent Paris-Latex lost
dit op door een zittend trio als pieper uit
te brengen.
20 Nounours en zijn neefjes, Pimprenelle, Nicolas en Cornichon
Delacoste, Frankrijk, 1963-70
Net voor het avondjournaal komt
Nounours op een wolk aangevlogen om
zijn vriendjes Pimprenelle en Nicolas een
verhaaltje te vertellen. Deze kinderreeks
Bonne nuit les petits wordt vanaf 1962 op
de Franse televisie uitgezonden. Twee jaar
later verschijnt er ook een Nederlandse
versie met Barend de Beer. Bedenker
Claude Laydu schreef 568 afleveringen.
Er duiken van zijn verhalen al snel elpees,
boeken, poppen en piepers op.
21
Aglaé en Sidonie
Delacoste, Frankrijk, 1970
De Franse animatiereeks Aglaé et Sidonie
wordt in 1969 voor het eerst uitgezonden. Het programma verschijnt ook op
de Belgische, Canadese en Zwitserse
televisie. Aglaé het varken en Sidonie
de gans wonen op een boerderij samen
met enkele vriendjes. Hun grootste zorg
is Croquetout de vos verschalken. Het
Franse speelgoedmerk Delacoste laat de
hoofdrolspelers piepen. Aglaé het varken
wordt slechts één jaar geproduceerd, een
zeldzame pieper dus.
22 Rikske en Fikske
Sica, België, 1960
Rikske en zijn hond Fikske zijn het gezicht
van enkele populaire jeugdtijdschriften
van uitgeverij Averbode. Vanaf 1959 is het
laatste blad van het tijdschrift Zonnekind
voorbehouden aan één van hun avonturen, geschreven door Nonkel Fons. Rikske,
getekend door Gray, draagt altijd een rode
trui en een zwarte broek. Dit onbeschilderd piep-exemplaar is een onafgewerkte
versie van fabrikant Sica.
23 De Smurfen
Sica, België, ca. 1963
Ze duiken in 1958 op in het stripverhaal
Johan en Pirrewiet maar krijgen al snel
hun eigen reeks. Tekenaar Peyo creëerde
De Smurfen en smurfte hen een eigen
leefwereld en woordenschat. Bij de lancering van het eerste album in 1963 brengt
Sica deze piepende Smurfen uit. Naast de
stripverhalen maakt vooral de televisiereeks van Hanna-Barbera hen wereldwijd
bekend. Daar waar in het midden van
de jaren 70 piepers niet meer populair
zijn, kent de jaren 80 een invasie van Les
Schtroumpfs, Die Schlümpfe, Los Pitufos,
De Smurfen. Ook in Kroatië, de Verenigde
Staten, Spanje, Argentinië en Vietnam
worden ze vervaardigd.
3