Veiligheidsregelementen

Download Report

Transcript Veiligheidsregelementen

Veiligheidsreglement SV Dongeloop

Veiligheidsregels die gelden voor iedereen die zich op het schietsportcentrum Tichelrijt bevindt

1.

Iedereen die tijdens de verenigingsavonden van SV Dongeloop aanwezig is op het schietsportcentrum Tichelrijt, dient zich aan deze veiligheidsvoorschriften te houden, ongeacht of hij komt schieten of niet. 2.

Ieder (ballotage, aspirant of volwaardig) lid dient zich bij binnenkomst op het schietsportcentrum in te schrijven in het presentieregister van SV Dongeloop, ongeacht of hij komt schieten of niet. 3.

Iedere lid dient gedurende zijn verblijf op het schietsportcentrum zijn lidmaatschapsbadge zichtbaar te dragen, derhalve ook in de kantine. 4.

Iedere gastschutter of introducé dient zich onder begeleiding van een bestuurslid van SV Dongeloop in te schrijven in het introducéregister. 5.

Gasten en introduce’s dienen een badge te dragen waaruit blijkt dat zij te gast zijn bij SV Dongeloop. 6.

Schutters van andere verenigingen die contractueel op de verenigingsavonden van SV Dongeloop mogen schieten en beschikken over een lidmaatschapsbadge van hun eigen vereniging waaruit blijkt dat zij volwaardig lid zijn van deze vereniging, worden voor de toepassing van dit reglement gelijkgesteld met leden van SV Dongeloop. Als zij niet over een dergelijke lidmaatschapsbadge beschikken, worden zij gelijkgesteld met een gast van SV Dongeloop.

Veiligheidsregels die specifiek gelden op de schietbanen (pistool en geweer)

7.

Gasten, introducés, ballotage- en aspirantleden mogen niet op de baan aanwezig zijn of een schietoefening doen zonder dat een bestuurslid of een KNSA gecertificeerde trainer van SV Dongeloop hiervoor toestemming heeft gegeven. 8.

Indien er een KNSA gecertificeerde Verenigings Veiligheids Functionaris (VVF) op de schietbaan aanwezig is, treedt deze op als baancommandant. Indien er geen KNSA gecertificeerde VVF op de baan aanwezig is, is de schutter op het meest rechtse schietpunt die volwaardig lid is van SV Dongeloop de baancommandant. 9.

Iedere schutter dient de aanwijzingen van de baancommandant zonder tegenspraak en onverwijld op te volgen. 10.

Verenigingspistolen / -revolvers dienen in de koffertjes vervoerd te worden van de wapenkluis naar de pistoolbaan. De pistolen / revolvers worden, nadat de baancommandant hiervoor toestemming heeft gegeven, op de schietpunten uit de koffertjes gehaald, gecontroleerd en vervolgens met een kamervlag in de kamer, geopend en met de loop daar de kogelvanger, neergelegd.

11.

De baancommandant geeft aan wanneer de schutters zich gereed kunnen maken, kunnen laden en mogen schieten. Pas nadat hij gecontroleerd heeft of alle schutters hun gehoorbescherming dragen en hij de rode lampen boven de schietpunten heeft uitgezet mag er geschoten worden. 12.

Als een schutter uitgeschoten is, brengt hij een kamervlag aan en legt hij het wapen open en zonder patroonhouder op de daarvoor bestemde tafel met de loop in de richting van de kogelvanger. Patroonhouders dienen ongeladen op de tafel te liggen. Daarna verlaat hij het schietpunt en gaat achter de gele (pistoolbaan) of witte (geweerbaan) lijn achter het schietpunt staan. 13.

Als alle schutters zijn uitgeschoten controleert de baancommandant of alle wapens ongeladen zijn en of aan hetgeen in punt 12 staat is voldaan. Daarna zet hij de rode lampen boven de schietpunten aan en geeft vervolgens aan of de schutters naar hun kaart kunnen gaan om de resultaten te bekijken en eventueel de gaten af te plakken. 14.

Storingen aan een wapen dienen altijd en direct aan de baancommandant gemeld te worden. De schutter mag deze niet zonder toestemming van de baancommandant verhelpen. Ook bij storingen en het verhelpen hiervan wijst de loop van het wapen altijd in de richting van de kogelvanger. 15.

Een inkijk-exemplaar van dit Veiligheidsreglement is altijd aanwezig in het presentieregister, zodat u dit te allen tijde kunt raadplegen.