BVBA Dr - Dokter John

Download Report

Transcript BVBA Dr - Dokter John

Vcvcccbcbcbcbcbcbcbvcbcb vvcc
DOKTER JOHN
Op www.dokterjohn.be vindt u nog meer interessante medische publicaties.
SPORT EN PLOTSELINGE DOOD:
PRESPORTIEVE SCREENING
HARTSTILSTAND = VENTRIKELFIBRILLATIE
Screeningsprogramma’s van jonge sporters die enkel een anamnese en een lichamelijke onderzoek
bevatten zijn weinig sensitief, noch specifiek en veroorzaken een groot aantal fout-positieve en foutnegatieve resultaten . Een elektrocardiogram (ecg) toevoegen aan de screening, zoals voorgesteld
voor volwassenen, is bij kinderen niet zo evident: de interpretatie van een ecg op kinderleeftijd
verschilt immers in belangrijke mate van deze van een ecg van volwassenen, met als gevolg een
minder accurate diagnose. Secundaire preventie door het aanleren van eenvoudige
reanimatietechnieken en het gebruik van automatische externe defibrillatoren (AED’s) zou
waarschijnlijk meer levens redden dan om het even welk screeningsprogramma.
Vragenlijst voor sportkeuring
WAT
 De incidentie van plotselinge dood wordt geraamd op 0,5 tot 4,4 per 100.000 sporters
(recreatieve en competitiesporters), in België 25-30 gevallen per jaar.
 Jongeren die sporten, zouden 2,8-maal meer kans lopen op een plotselinge dood dan
jongeren die niet sporten.
 Het gaat vooral over oudere jonge sporters zijn met een piek rond 22 à 23 jaar
 De sporten met het hoogste risico zijn voetbal en basketbal.
 Plotselinge dood treedt meer op bij mannen (x10 in vergelijking met vrouwen) en in bepaalde
rassen (hypertrofische cardiomyopathie bij zwarten, brugadasyndroom bij Zuidoost-Aziaten).
OORZAAK PLOTSE DOOD
Het mechanisme van de plotselinge dood is meestal een ventriculaire ritmestoornis die wordt
veroorzaakt door de productie van catecholamines tijdens fysieke activiteit, die dan inwerken op een
aritmogeen substraat. Uitdroging, hyperthermie, ionenstoornissen en een hogere plaatjesaggregatie
zouden daartoe kunnen bijdragen.
Niet cardiale oorzaken van plotselinge dood. (10-20%)
 hitteslag, uitdroging
 astma,
 longembolie,
 gebruik drugs
Cardiale oorzaken van plotselinge dood. (80-90%)
 Hypertrofische cardiomyopathie : frequentie 1/500 en is de meest voorkomende oorzaak.
 Rechtstreeks trauma op het hart (slag) kan een ventrikelfibrillatie uitlokken
 Afwijkingen van de kransslagaders al of niet aangeboren







Linker ventrikel hypertrofie (vergroting) van onbekende oorsprong
Myocarditis
Aritmogene dysplasie van het rechter ventrikel
Geopereerde aangeboren hartziekte
Ruptuur van een aneurysma van de aorta (Marfan)
Aortaklepstenose
Degeneratie van de mitralisklep
Genetische cardiale oorzaken en andere ritmestoornissen.
 Lang-QT-syndroom: incidentie 1/2.000-5.000
 WPW (Wolff-Parkinson-White): prevalentie van 1 tot 3/1.000
 Syndroom van Brugada: incidentie van 1/2.000-5.000
 Catecholaminerge tachycardie
 AV (atrioventriculair)-blok
 Kort-QT-syndroom: waarschijnlijk zeer zelden
 Idiopathische ventrikelfibrillatie
PLOTSELINGE DOOD VERMIJDEN BIJ JONGE SPORTERS
Het is waarschijnlijk niet mogelijk om sterfte bij sporters tijdens training of wedstrijden volledig te
vermijden, maar met een rist maatregelen kan je de sterfte toch significant verlagen:
 educatie en opleiding cardiovasculaire reanimatie van de trainers en de verschillende
personen in het sportcircuit;
 plaatsing van een externe defibrillator op de plaatsen waar wordt getraind en waar de
wedstrijden plaatsvinden, en het publiek leren hoe de defibrillator moet worden gebruikt;
 het dragen van borstkasbescherming tijdens sporten waar er een risico bestaat op slagen op
de thorax (hockey, baseball…) om het risico op commotio cordis te verkleinen;
 familiale screening in geval van onverklaarde plotselinge dood bij iemand van minder dan 50
jaar
 presportief onderzoek vanaf 14 jaar om de 2 jaar tot de leeftijd van 20 jaar en daarna om de 5
jaar tot de leeftijd van 35 jaar.
De 10 gouden regels
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Ik breng mijn arts op de hoogte als ik pijn in de borstkas heb
als ik hartkloppingen krijg of
als ik onwel wordt bij inspanning.
10 minuten opwarmen en recupereren bij sporten.
Ik drink om de 30 minuten 3 tot 4 slokken water.
Ik vermijd sportactiviteiten als het zeer koud of zeer warm is (< - 5°C en > 30°C) en als de
lucht erg vervuild is.
7. Ik rook nooit 1 uur voor en 2 uur na de sportactiviteit.
8. Ik gebruik nooit doping en neem geen medicatie op eigen houtje.
9. Ik doe niet aan intense sport bij koorts of de eerste 8 dagen na een griepepisode.
10. Ik laat me door een arts onderzoeken voor ik weer ga sporten.
Presportief onderzoek : screening
Familiale anamnese
 voortijdige sterfte (plotseling en onverwacht, of op andere wijze vóór de leeftijd van 50 jaar als
gevolg van hart- en vaatziekten)


Familieleden <50 jaar met een hart-of vaatziekten
Bepaalde hartaandoeningen bij familieleden: hypertrofische of verwijde cardiomyopathie,
lange-QT-syndroom , het syndroom van Marfan, of klinisch belangrijke ritmestoornissen
Persoonlijke gedetailleerde anamnese
 alarmtekenen zoals pijn in de borstkas bij inspanning, ongewone kortademigheid,
hartkloppingen en syncope tijdens inspanning of net na de inspanning.
zorgvuldig lichamelijk onderzoek.
 Hartgeruis
 hoge bloeddruk
 Femorale pols om aorta coarctatio uit te sluiten
aanvullende onderzoeken

Ecg : hypertrofische cardiomyopathie, WPW ,lang QT, kort QT, Brugada, AV-blok
Kan normaal zijn bij atleten










Sinusbradycardie
Sinusaritmie
Ectopisch atriaal ritme
Junctioneel escaperitme
Eerstegraads AV-blok
Tweedegraads AV-blok Mobitz type
1
Gehaakt QRS in V1 of ORBTB
Vroege repolarisatie
Geïsoleerde voltagecriteria van het
QRS-complex voor linkerventrikel
hypertrofie
Koepelvormig verhoogd ST-segment
met omkering van de T-top in V1-V4
bij een zwarte atleet
Te onderzoeken

















Omkering van de T-golf
ST-segmentdaling
Pathologische Q-golven
Dilatatie van de linker voorkamer
Tragere intraventriculaire geleiding
Linkeras deviatie/linker anterior hemiblok
Rechteras deviatie/rechter posterior
hemiblok
Rechterventrikelhypertrofie
Volledig linker- of rechterbundeltakblok
Ventriculaire pre-excitatie (WPW)
Lang of kort QT-interval
Vroege repolarisatie type Brugada
Ernstige sinusbradycardie (< 30/min.,
pauze > 3 sec.)
Atriale tachyaritmieën
Ventriculaire extrasystolen ≥ 2 VES per
10 sec.
Ventriculaire ritmestoornissen, (couplet,
triplet en salvo’s)
Bij vermoeden van een afwijking bij het presportieve onderzoek worden aanvullende
onderzoeken uitgevoerd :echocardiografie, holter, inspanningsproef, MRI, elektrofysiologisch
onderzoek….
Conclusie
Plotselinge dood bij een jonge sporter is altijd een dramatisch gebeuren dat de hele maatschappij
beroert. Het is nog niet mogelijk om de hele populatie te screenen en er zijn nog niet voldoende
argumenten om screening bij sporters verplicht te maken.
Hoe het dossier ook moge evolueren, artsen die de zorg voor jonge sporters toebedeeld krijgen,
moeten de familie minstens melden dat een screening mogelijk is, maar dat die screening
beperkingen inhoudt. Het lichamelijk onderzoek en de anamnese zijn toch niet zo ongevoelig zijn als
altijd beweerd werd, en vormen de hoeksteen van elk screeningsonderzoek bij kinderen ter
preventie van plotse dood.
Maar sporten is gezond en blijft noodzakelijk.
De aanbevelingen luiden dan ook dat alle kinderen op schoolleeftijd moeten deelnemen aan
gemiddelde tot doorgedreven lichaamsbeweging a rato van 60 minuten per dag
Plotse dood bij sporters
Hoe groot is het probleem? Voldoende groot!
Wat is de onderliggende pathologie?
< 35 jaar aritmogene aandoeningen (ECG afwijkingen)
> 35 jaar coronair lijden (risicofactoren, zn. screening met inspanningsproef)
Richtlijnen voor een degelijk sportgeneeskundig onderzoek
Jonge ‘gezonde’ sportertjes : doe het grondig
Het competitiebeest > 35 j: risicofactoren voor coronair lijden
De professionele sporters : jaarlijks grondig onderzoek. CAVE pre-syncope tijdens inspanning
Is een automatische defibrillator nuttig in sportclubs? : JA
E.C.G. :
Hypertrofe cardiomyopathie
Verlengd QT syndroom
Syndroom van Brugada
WPW
Myocarditis
AV blok
Dokter John