Cecilia Theorie deel1.indd

Download Report

Transcript Cecilia Theorie deel1.indd

Theorie
AMV1
deel 1
of
mi
sol
la
vierde noot
1
2 achtste noten
vierde rust
  
5

4
3

2

Alles op een rij!
1
  
Allerlei
Noten
2
Notenbalk
5

4




1  2 3
HET MAATCIJFER
4

TELLER:
3

 2 telt het aantal tellen in de maat: 2
 1
5

NOEMER:
4

1  2 3 benoemt de waarde van elke tel: 4 = vierde noot: 
Noten hebben een notenkopje
en een notenstok.
De stok staat aan de rechterkant
van het notenkopje.

2 3 4

 1  
  3 
1 2
MAATSTREEP
Die zet je na 2 tellen.4
Solsleutel
Maatcijfer
Maat
  
2
 

 





Een notenbalk heeft 5 lijntjes.
De lijnen tel je van onder naar
boven.
Er zijn ook 4 plaatsen tussen de
lijnen.
 
DUBBELE
MAATSTREEP
Aan
het begin
van elke notenDie zet je op het einde.
balk schrijf je een solsleutel.

 
   
Teller:
telt het aantal tellen in de maat: 2.
la
HETmiMAATCIJFERsol
TUSSEN
OP
OP
Noemer:
TELLER:
= en de 3de lijn
+
de42de
de 1ste lijn benoemtde
2de
lijn
de waarde van elke tel:
= vierde noot:
  
1
 
telt het aantal tellen in de maat: 2

NOEMER:
2
3
benoemt
 dewaarde van
 elketel: 4 = vierde noot:


 
+= 

Na twee tellen staat er een maatstreep. Door de maatstreep krijg je een maat.
In dit muziekstukje zijn er drie maten.
Maatstreep
   

      

+= 
Maatstreep
MAATSTREEP
Die zet je na twee tellen.
Die zet je na 2 tellen.
 
 
2
Dubbele
maatstreep
DUBBELE
MAATSTREEP
Die zet je op het einde.
Die zet je op het einde.


Theorie
deel 1
Alles op een rij!
2
HET MAATCIJFER
TELLER:
telt het aantal tellen in de maat: 2
Ritme


Kwartnoot
Een vierde noot of kwartnoot duurt één
tel.
NOEMER:
benoemt de waarde van elke tel: 4 = vierde noot:
Dit is een vierde rust of kwartrust.
Deze rust duurt één tel.
Zo wordt de rust gedrukt.
Kwart rust

  
2 achtste
noten
Zo schrijf je zelf de vierde rust.
 
  
Dit zijn 2 achtste noten.
Samen duren ze één tel.
Achtste noten kun je op twee manieren
schrijven.
+
DUBBELE MAATSTREEP
Die zet je op het einde.
MAATSTREEP
Die zet je na 2 tellen.
Melodie
 
Dit is sol
de noot sol.
Je schrijft ze OP de 2e
lijn van de notenbalk.
OP
de 1ste lijn
  


Dit ismi
de noot mi.
Je schrijft ze OP de 1e
lijn van de notenbalk.
1

OP
de 2de lijn


3
2

lanoot la.
Dit is de
Je schrijft ze TUSSEN de
2e en de 3e lijn van de
notenbalk.
TUSSEN
de 2de en de 3de lijn

3

Oefenen!
Naam:
Oefening 1
Teken op de linkerkant van de boot
een mooie solsleutel.
Begin op de stip!
Oefening 2
Teken eerst een solsleutel.
Vul daarna de notenbalk met noten op de golven, maar ... enkel met noten
die OP een lijn staan!
Oefening 3
Teken eerst een solsleutel.
Vul daarna de notenbalk met noten op de golven, maar ... enkel met noten
TUSSEN twee lijnen!
4
Theorie
deel 1
Oefenen!
Naam:
Oefening 4
Overteken deze solsleutels. Werk heel nauwkeurig!
   
Oefening 5
   
 
Teken zelf 10 mooie solsleutels. Verspreid ze mooi over de notenbalk.

   
   
 

 




Omcirkel
  tweelijnen: groen.
 alle noten
 OP een lijn: blauw- TUSSEN
Oefening 6


 






 







Oefening
   7 





 
Overteken eerst alle grijze noten.
Maak daarna dezelfde rij noten opnieuw in de lege maat.
5
Oefenen!
Naam:
Oefening 8
Vul elke maat met vierde noten.


 
    

 
    

 
Oefening
  9 
Vul
elke
maat met achtste noten.







 
      


       


 
      
  10
Oefening

             


Zet de maatstrepen.
          

                 
                 
Oefening
 11     
 
 ... ... ... ... ... ... ...
Schrijf
 onder

 ...elke...noot



sol
...
...
...
...
...
...
de
juistenaam.






 sol
 ... ... ... ... ... ... ...... ... ... ... ... ... ......
             



 sol ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
... ... ... ___
... ... ___
... ... ___
... ___
... ... ___
... ___
... ___
... ___
... ___
...
 sol
 sol
sol mi
sol sol lami___
mi la___
mi mi___sol
la mi___mi
la sol
mi sol
             



sol
sol
sol
mi mi la mi mi sol la mi mi la sol mi sol
Oefening

12
 sol
 ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
sol sol
sol naam
mi de
mijuiste
la mi
solheel
la nauwkeurig!
mi mi la sol mi sol
Schrijf
bij elke
noot.mi
Werk
sol sol sol mi mi la mi mi sol la mi mi la sol mi sol
 
sol
sol mi
mi mi
mi la
la mi
sol la
la mi
sol
sol sol
sol sol
mi mi
mi sol
mi mi
mi la
la sol
sol mi
mi sol
6
Theorie
deel 1
Evaluatie deel 1
Naam:
Oefening 1
Zet de maatstrepen op de juiste plaats.

  


  

Oefening 2
 

Tel
hetjuiste
 aantal... 
 

     

Hoeveel
 solsleutels?


 maatstrepen?
Hoeveel


Hoeveel dubbele maatstrepen?
 maten?
Hoeveel
Hoeveel vierde rusten?
 
 


  
  
  
Hoeveel keer sol?
  


Hoeveel keer mi?
Hoeveel keer la?
 









Vul de lege plaatsen op met sol.
Kies zelf het ritme: vierde noten of achtste noten.


  

 

 
    Hoeveel achtstenoten?  
    Hoeveel vierde noten?
  

Oefening
  3

  


7
  
  
  
8