De Groene Cockpit berekent kosten van schone

Download Report

Transcript De Groene Cockpit berekent kosten van schone

De Stadsregio Arnhem
Nijmegen heeft voor de
aanbesteding van de ovconcessie die in december
ingaat een nieuw model
ingezet: De Groene Cockpit.
Daarmee kan een ov-autoriteit
berekenen wat de inzet van
milieuvriendelijke ov-bussen
kost. De stadsregio stelt het
model gratis beschikbaar.
De Groene Cockpit berekent
kosten van schone bussen
Gastauteur Erik van der Staak (Van der Staak Business Logic) foto Fotopersburo Dijkstra
Een van de belangrijkste vragen bij aanbesteding van
een ov-concessie is welke (milieu)eisen moeten gelden
voor het materieel. Immers, hoe hoger de eisen,
hoe duurder het wordt. En hoe duurder het materieel,
hoe minder geld er overblijft voor het lijnennet en het
aantal ritten. Willen we diesel, gas, hybride of elek­trisch? Of maken we zelfs de stap naar waterstof?
Vragen we uit op functionele eis of op techniek?
Wat zijn de consequenties van een bepaalde keuze?
Elke ambtenaar die verantwoordelijk is voor een
ov-aanbesteding moet zich een weg banen tussen
politieke wensen en commerciële belangen van ver­voerders en de voertuigindustrie. Wat kan er? Wat is
wáár? De ambtenaar krijgt zoveel informatie over zich
heen gestort dat alleen een objectieve, kwantitatieve
afweging uitkomst biedt. Die is ook van belang voor
Gedeputeerde Staten (GS) en het Dagelijks Bestuur.
Zij moeten zich immers verantwoorden voor een
doelmatige inzet van publiek geld.
Financiering
Hoeveel geld beschikbaar is voor de ov-concessie is
vooraf duidelijk. Op basis van de Wet BDU verkeer en
vervoer ontvangen provincies en stadsregio’s een
uitkering voor het verkeers- en vervoerbeleid.
Andere beleidsdoelen zoals sociale cohesie, econo­mische versterking of emissiereductie mogen niet
uit dit potje worden betaald. Voor vergoeding in aan­merking komen de kosten voor tank to wheel. Deze
parameter geeft aan hoe goed een aandrijftechniek
is voor de luchtkwaliteit. Een ov-autoriteit die midden
in de samenleving staat wil echter ook rekening
houden met de gevolgen voor het klimaat. Ze krijgt dan
te maken met de kosten voor well to wheel, waarbij ook
de productie en distributie van de brandstof mee­wegen. Om die extra kosten te dekken moet de ovautoriteit dus andere bronnen aanboren. Bijvoorbeeld
externe financiering door belanghebbenden, verkrij­ging van zekerheden of vermindering van kosten- en
betrouwbaarheidrisico’s. Dit is de weg die de Stads­regio Arnhem Nijmegen heeft bewandeld.
Vergroening
Het bestuur en de gemeenten van de Stadsregio
Arnhem Nijmegen hebben hoge ambities op het gebied
van de vergroening en uitstootreductie van het openbaar vervoer. Maar tegen welke prijs? Welke risico’s
kan je dragen? En hoe pak je zoiets aan? Gemeentelijke
milieuspecialisten en ov-specialisten van de stads­regio sloegen de handen ineen. Gezamenlijk is het
rekenmodel De Groene Cockpit ontwikkeld, een
aanpak vastgesteld en een business case gemaakt.
Dit is een groot succes gebleken. Kosten zijn ver­laagd. Risico’s voor de opdrachtgever zijn wegge­
nomen. Er is een omvangrijke uitstootreductie en
vergroening van het ov tot stand gebracht.
Simulatiemodel De Groene Cockpit laat voor een
nieuwe concessie de kosten en baten zien van voer­tuigaandrijvingen op gas, diesel, inductie en water­stof. Daarbij ligt het accent op de uitstootreductie van
schadelijke stoffen. In het model zijn zes scenario’s
uitgewerkt in een business case. Daar komen kosten
uit per jaar en per kilometer. De scenario’s zijn te ver­gelijken met het referentiemodel, de huidige techniek.
Maar ook de weg naar zo’n scenario, het transitiepad,
is volledig doorgerekend. Een transitie kost tijd, want
niet alle technieken zijn al uitontwikkeld en ze hebben
vaak hoge aanloopkosten.
De Groene Cockpit maakt in een maatschappelijke
kosten-batenanalyse (MKBA) ook de kosten en baten
zichtbaar. En de MKBA is ook weer doorvertaald naar
de business cases, zodat van de scenario’s niet alleen
de echte euro’s maar ook de maatschappelijke euro’s
in beeld komen.
Het is zaak om goed te luisteren naar alle markt­
partijen – van financier tot ov-bedrijf – om de risico’s
vast te stellen. Die risico’s worden financieel door­gerekend. Ze kunnen worden verkleind of weggeno­men door de concessie-eisen aan te passen aan de
nieuwe inzichten. Een onzekerheid kan ook weg­-
13 09 2012 ov magazine
25
Processturing
transactieverliezen. Vaak kunnen deze verliezen worden
•de resultaten moeten beschikbaar zijn voor alle markt­-
Om model De Groene Cockpit goed te kunnen vullen is een
partijen en worden opgenomen in de aanbestedings­
verkleind of weggenomen door onzekerheden weg te nemen.
doordachte werkstructuur vereist, en de medewerking van
documenten
Bijvoorbeeld door looptijden af te stemmen op afschrijvings­
veel partijen. Kort gezegd gaat het om:
• actief risicomanagement
termijnen, door vergunningsverleningstrajecten te verkorten
•een onafhankelijke voorzitter/programmamanager die het
•onafhankelijke audit/second opinion door een universiteit of
of de beschikbaarheid van een locatie of een regeling te
garanderen. Een goed inzicht in opdrachtgever en opdracht­
onafhankelijk onderzoeksinstituut
vertrouwen heeft van bestuur, marktpartijen en
nemer, in hun zakelijke en bestuurlijke afwegingen en
stakeholders
• round tables en marktconsultaties met opdrachtgever,
Een punt van aandacht binnen het programmamanagement is
besluitvorming is nodig om vraag en aanbod op elkaar af te
vervoerder, bouwer, technologieleverancier en financier
de risicoverlaging (mitigatie) om de kosten te drukken. Over
stemmen. Een belangrijke voorwaarde is dat betrokkenen
•interacties tussen de opdrachtgever en de markt moeten
het algemeen ontstaan risico’s doordat vraag en aanbod niet
bereid zijn om te luisteren en hun standpunten zo nodig te
goed op elkaar zijn afgestemd. Hierdoor ontstaan
wijzigen.
transparant zijn en niet vooringenomen
visie
voorwaarden
politieke
doelen
maatschappelijke doelen
Bestuur: opdrachtgever
mandaat
opties
Onafhankelijk regie en
risicomanagement
wensen
Belanghebbenden
rijksoverheid
kennis en
onderzoek
analyse
spanningsveld
marktverkenning
verslaglegging
communicatie
andere overheden
consumentenorganisaties
burgers
programmamanagement
visie
opdrachtgever
creëren
toets in
ontwikkel- de markt
team
opstellen
scenario’s
data
bouwen
verzamelen
rekenen
toetsen:
resultaat
ronde tafel
termopstelling met
sheets in
termsheets bestuur
afstemmen bestek
reizigersorganisaties
personeel en
vakbonden
modelontwikkeling en modelgebruik
eisen
bedrijfszekerheid
Resultaten
De resultaten van de simulatie en de scenario’s waren
zo inzichtelijk en betrouwbaar dat de Stadsregio
Arnhem Nijmegen besloot om de gewenste uitstoot­
reductie niet meer als optie uit te vragen maar in het
bestek als eis op te nemen. Een andere wens bleek
na de simulatie vervoerkundig en financieel niet haal­baar en werd daarom als optie uitgevraagd, namelijk
de inzet van 5 waterstofbussen in de stadsdienst van
26
13 09 2012 ov magazine
gunningswaardering
Markt: vervoersbedrijven
kosten/
baten
vallen door een gemeentebesluit. Bijvoorbeeld over
de beschikbaarheid van een locatie, of de duur van
een vergunningentraject. Dit leidt dan tot lagere
kosten. Zo ontstaat afstemming tussen het milieu­deel en het exploitatiedeel van de business case.
offertes
risico’s
financierbaarheid
techniekkeuze
/proven
technology
Arnhem. De overige inzichten kwamen als eisen in het
bestek van de ov-concessie. Zo koos Arnhem Nijme­gen voor functionele eisen: de Europese emissienorm
EEV, geen fossiele brandstoffen en materieel dat niet
ouder is dan tien jaar. Het eindresultaat van de aan­besteding was dat de winnende vervoerder Hermes
met 225 groengasbussen gaat rijden, Arnhem breidt
het trolleypark verder uit, investeert in nieuwe trolley­bussen op groene stroom en begint een proef met
waterstof.
Regionale keten
Om de well-to-wheelkosten zo laag mogelijk te hou­den is het nodig om een regionale keten op te zetten.
Zo kan er lokaal waterstof, elektriciteit of groengas
worden geproduceerd. In de stadsregio Arnhem
Nijmegen start Afvalverwerking Regio Nijmegen
(ARN) binnenkort met de productie van lokaal gepro­duceerd groengas. Dit was het uitgangs­punt van het
groengasscenario. Groengas ontstaat uit gft-afval,
rioolslib en andere groenstromen. Het is dus geen
fossiele brandstof. Bij de verbranding van groengas
komen weinig schadelijke uitlaat­gassen vrij. En
omdat planten al eerder CO2 hebben vastgelegd blijft
de samenstelling van CO2 in de atmosfeer nagenoeg
gelijk. Van het groengas dat ARN produceert gaat
jaarlijks 12 miljoen kuub groengas naar de bussen
van Hermes. Er komen vier vulpunten.
Werking van het model
Het model bestaat uit een instellingen- en een resultatendeel.
Bij de instellingen staan de kenmerken van de concessie, zoals
de dienstregeling en de samenstelling van de gewenste
busvloot. Op het parameterblad komen de kostenposten, zoals
brandstof, personeel en milieufactoren (de hoeveelheid
bussen vermeldt het model onder andere de actieradius per
Het model kan ook de uitstoot van schadelijke stoffen
brandstoftype en de storingsgevoeligheid. Bij de transitiepaden
berekenen. In de MKBA staat deze uitstoot voor verbetering of
worden alle parameters verder uitgewerkt per technologie en
verslechtering van de sociaal-maatschappelijke kwaliteit van
in de tijd.
leven. Scenario’s kunnen met elkaar en ten opzichte van de
In het resultatendeel komen per scenario de kosten te staan.
referentie worden vergeleken. De uitstoot wordt ten slotte ook
Door ze te vergelijken met de referentiekosten worden de
in geld uitgedrukt zodat de ‘schaduwkosten’ bekend worden.
meer- en minderkosten duidelijk.
fijnstof, de tank-to-wheel- en well-to-wheelkosten). Van de
Transitiepaden
Input variabelen
Samenstelling busvloot
Kenmerken concessie
aantal bussen
278
routelengte
74
diesel
electrisch
route kenmerken
Kosten en schaduwkosten
Diesel III
Diesel VI
55
gas
MIXED
Vergelijking tussen scenario’s
200
Diesel IV
34
Groengas
250
kosten
afschrijving
brandstof
personeel
onderhoud
150
100
optie A
16
STREEK
200
50
waterstof
STAD
300
schaduwkosten
optie B
optie C
H2
Uitstoot
Aardgas
Model parameters
200
CO2
180
160
Kostenfactoren
afschrijving
Milieu
fijnstof
Bussen
capaciteit
Hybride
Inductie
NOx
140
120
100
Fijnstof
Trolley
80
60
brandstof
40
brandstof
onderhoud
tank to wheel
personeel
well to wheel
Nu
Toekomst
storingen
Aanbod
De Stadsregio Arnhem Nijmegen stelt haar ervaring
met het rekenmodel en het procesmanagement ter
beschikking aan de ov-wereld. Het model is techniek­onafhankelijk en kan worden toegepast in iedere
(voorgenomen) concessie en bij iedere aanbestedings­techniek: openbaar Europees, onderhandse gunning
of concurrentiegerichte dialoog. Elke ov-autoriteit
kan het model naar wens uitbreiden of aanpassen.
Van gedwongen winkelnering bij de modelbouwers
is geen sprake. Iedereen die bekend is met Vensim
en systeemdynamica (SD) kan het model inzien en
gebruiken. Het aanbod betreft het gebruik van:
• model, spreadsheet met data en reader
20
optie A
•bestuurlijke besluitvorming met alle
onderliggende documenten
• term sheets
• second opinion.
De documenten en modellen zijn werkversies uit
2010-2011 die betrekking hebben op Stadsregio
Arnhem Nijmegen. Voor een andere concessie
gelden uiteraard andere parameters en data.
De bouwers van De Groene Cockpit kunnen helpen
bij het aanpassen van het model.
optie B
optie C
Algemene informatie: Jan Harmsen van de Stadsregio
Arnhem Nijmegen, Jan Luijten van de gemeente
Nijmegen en Gerard van Kesteren van het KpVV.
Specifieke informatie over de bouw en toepassing van
het model: Paul van Hooff van Significant BV (bouwer)
en Erik van der Staak (toepassing en programma­manage­ment)
Alle documenten en modellen zijn te downloaden via
www.destadsregio.nl/financieelmodel
13 09 2012 ov magazine
27