Transcript Verwerkingsadvies Outdoor.

Verwerkingsadvies natuursteen tegels Outdoor
1. Verwerking in zandbed. (enkel voor dikke materialen zoals klinkers of kinderkoppen).
●
●
●
●
Opvoegen:
Voegbreedte:
Opsluiting:
Afschot:
Brekerzand, ca. 10 cm. Met 1:15 -­‐ 1:20 (cement -­‐ zand), tegen ongedierte, erosie en onkruid.
<= Afreien
Capilaar brekende puinbaan. Harde ondergrond of terras 15-­‐20 cm. in korrelgrootte > 15 mm. Zachte ondergrond of oprit 40-­‐45 cm. in korrelgrootte 20-­‐40 mm.
<= Aftrillen
Bestaande aardlaag.
<= Indien te los: aftrillen.
Niet vast opvoegen maar met zilverzand of klinkers met voegsplit.
Bij koude verwerking bestaat het risico van randbeschadigingen. 5 mm. voeg aanhouden.
Opsluitbanden verwerken met cement in de verhouding 1:4 (cement:zand).
Minimaal 1,5% van de woning af.
2. Verwerking in een gestabiliseerd zandbed.
Stabilisatielaag: 1 deel Trasscement op 6 delen schoon zand (gedraaide stabilisatie).
Puinbaan. Indien bestaande aardlaag permanent vochtig is of inklinkt; mag fijn of grof zijn.
Lijmlaag; voor een betere hechting kan op <= de rugzijde van de tegel een dot lijm worden aangebracht.
<= 15-­‐20 cm. afrijden.
<=
Optioneel 10-­‐15 cm. (bij veengrond 20-­‐70 cm.).
<= Geotextil (geweven).
Bestaande aardlaag.
●
●
●
●
Opvoegen:
Voegbreedte:
Opsluiting:
Afschot:
<= Aftrillen.
Ardex GK of Tubag buitenvoeg.
5-­‐50 mm.
Niet nodig.
Minimaal 1,5% van de woning af.
3. Verwerking op een betonplaat.
Lijmlaag op de onderzijde van de tegels <= aanbrengen.
MonoKorn in een laag 6-­‐8 cm.: Limburgs grind 4-­‐8 mm. met Tubag Trass Compound in een 5:1 verhouding mengen.
Drainagemat.
<= Optioneel.
Betonplaat met afschot.
<= Dikte door verlegger te bepalen.
<= Zorgt voor optimale afwatering.
<= Condens-­‐Diffusielaag 2 µ.
Capilaar brekende puinbaan 15-­‐40 cm. dik.
<=
Afreien en aansluitend 3 cm. laag gestabiliseert zand (1:4) aanbrengen.
<= Geotextil (geweven).
●
●
●
●
Opvoegen:
Voegbreedte:
Opsluiting:
Afschot:
Bestaande aardlaag.
<= Aftrillen.
Een dot lijm op de rug van de tegel aanbrengen.
<=
Monokorn: Grind 4-­‐8 mm. Mengen met Tubag bindmiddel. Zo ontstaat een laag drainagemortel.
<= Zorgt voor optimale afwatering.
Puinbaan. Indien bestaande aardlaag permanent vochtig is. Mag fijn of grof zijn.
<=
Ardex GK.
5-­‐50 mm.
Niet nodig.
Minimaal 1,5% van de woning af.
4. Verwerking op ondergrond van Monokorn.
Kan ook nadat de Monokorn is uitgehard: ca. 3 mm.
Optioneel 15-­‐30 cm. (bij veengrond 20-­‐70 cm.).
<= Geotextil (geweven).
Bestaande aardlaag.
●
●
●
●
Opvoegen:
Voegbreedte:
Opsluiting:
Afschot:
Ardex GK of Tubag buitenvoeg.
5-­‐50 mm.
Niet nodig.
Minimaal 1,5% van de woning af.
<= Aftrillen.