ECTS-fiche - Stedelijk Onderwijs

Download Report

Transcript ECTS-fiche - Stedelijk Onderwijs

 ECTS-fiche
1. Identificatie
Opleiding
SLO
Module
Didactische competentie stage 2
Code
E5 DCS2
Lestijden
40
Studiepunten
6
Ingeschatte totale
90
studiebelasting
(in uren)1
Mogelijkheid tot
JA
aanvragen vrijstelling
Vereiste aanwezigheid
100%
1
De totale studiebelasting hangt af van de kennis, inzet en ervaring van de student . De ingeschatte totale studiebelasting geeft een gemiddelde weer en wordt uitgedrukt in uren van 50 minuten. Het omvat de lesmomenten, de verwerkings-­‐ en voorbereidingstijd en de evaluatiemomenten. 1 2. Inhoud
In deze module worden de inzichten, vaardigheden en attitudes die tot dan toe verworven
werden in de verschillende modules van de opleiding toegepast in het praktijkveld.
Er wordt een project uitgewerkt rond “beroepsgerichte competenties” in een secundaire
school.
De module “Didactische Competentie Stage” (DCS 2) is gekoppeld aan de module
Didactische Competentie Oefenlessen (DCO).
In DCO gebeurt de plenaire voorbereiding van het project (zie ECTS-fiche DCO) en in
DCS2 de uitvoering.
DCS 2 bestaat uit :
-
2 LT observatiestage in de stageschool
-
reflectieverslag observatiestage
-
8 LT doestage (uitvoering workshops met toonmoment)
-
bundel lesvoorbereiding(en) en didactisch materiaal
-
plenaire reflectie over de workshops (doestage)
-
schriftelijk reflectieverslag doestage
-
reflectieverslag vakdidactische initiaties ELant
De didactische competentie stage is de pre-service praktijk die plaatsvindt in een
stageschool. Onze doelgroep zijn leerlingen van de 1ste graad (A en B- instroom) of 2de
graad secundair onderwijs.
Het doel is leerlingen tijdens de doe-stage, in de vorm van een workshop van 1 dag, onder
te dompelen in de wereld van een beroep, waarbij vooral het doen en het actief
experimenteren centraal staan.
Daarnaast dienen er 2 verschillende momenten (géén 2
LT) van abstract conceptualiseren te worden voorzien.
Het thema “beroepsgerichte competenties” sluit aan bij de vakoverschrijdende eindtermen
in het leerplan.
Tijdens de uitvoering van de workshops wordt de cursist geëvalueerd door : een leerkracht
van de stageschool en/of een lector van de SLO en/of de lector-DCO/DCS 2.
Een gedetailleerde beschrijving van de opdrachten, verwachtingen en deadlines is terug te
vinden in de info-en werkbundel DCO en DCS 2. De cursisten krijgen bij aanvang van het
semester een papieren versie. De digitale versie is terug te vinden op de Digitale
Leeromgeving.
2 3. Draagt bij tot volgende competenties
1.leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen
De leerkracht kan :
-
de beginsituatie van de leerlingen en de leerlingengroep achterhalen.
-
doelstellingen kiezen en formuleren.
-
de leerinhouden en leerervaringen selecteren.
-
de leerinhouden en leerervaringen structureren en vertalen in leeractiviteiten.
-
een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm bepalen.
-
individueel en in teamverband leermiddelen kiezen en aanpassen.
-
een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen
de klasgroep.
-
observatie en evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team.
-
proces en product evalueren met oog op bijsturing, remediëring en differentiatie. -
het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en
daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en
maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen.
-
omgaan met diversiteit in de leergroep. -
leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten, zowel vanuit de inhouden van zijn/haar
vakgebied, als vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
2. leraar als opvoeder
De leerkracht kan :
-
in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op
school. -
adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met
gedragsmoeilijkheden.
-
fysieke en geestelijke gezondheid van de leerlingen bevorderen.
-
communiceren met leerlingen met diverse taalachtergronden in diverse talige
situaties.
3. leraar als inhoudelijk expert
De leerkracht :
-
beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden realiseren, en kan die
verbreden en verdiepen.
-
kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden.
3 4. leraar als organisator
De leerkracht kan :
-
een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
-
een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning
vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen.
-
op correcte wijze administratieve taken uitvoeren.
-
een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de
veiligheid van de leerlingen.
5. leraar als innovator en onderzoeker
De leerkracht kan :
-
het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
6. leraar als lid van een schoolteam
De leerkracht kan :
-
overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
-
binnen het team zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend over een taakverdeling
overleggen en afspraken naleven.
-
de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team
bespreekbaar maken.
-
in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het
schoolteam. 7. attitudes
Aan volgende attitudes wordt tijdens de module DCO en DCS 2 aandacht besteed:
Teamgerichtheid : de mate waarin iemand in staat is om een actieve en constructieve
bijdrage te leveren tot het realiseren van de groepsdoeleinden.
o
stelt informatie ter beschikking van de groep
o
is bereid om groepstaken op zich te nemen
o
helpt collega’s in nood
o
levert een positieve bijdrage aan de groepssfeer
o
stimuleert anderen om constructief mee te werken
o
ziet zijn aanpak en/of visie niet als heiligmakend
o
komt goed voorbereid naar de (plenaire) bijeenkomsten
4 Flexibiliteit : de mate waarin iemand in staat is het eigen gedrag aan te passen
naargelang de context, als problemen of kansen optreden, om het beoogde doel te
bereiken.
o
verhoogt het werktempo indien omstandigheden dit vragen
o
reageert rustig bij wijzigingen in de planning
o
kan snel inspelen op onverwachte situaties
o
stelt eigen belang ondergeschikt aan dit van de groep
o
houdt niet rigide vast aan eigen voorstellen en doelstellingen; kan
compromissen sluiten
o
bouwt mee verder op andermans inbreng
Verantwoordelijkheidszin : de mate waarin iemand in staat is om aangegane
verplichtingen en taken au-serieux te nemen; strikte hantering van afspraken, regels en
procedures.
o
komt afspraken i.v.m observatie-en doestage correct na
o
is stipt in het indienen van taken en opdrachten
o
komt op tijd naar de les
o
verwittigt tijdig de lector indien hij/zij niet stipt aanwezig kan zijn in de les
o
levert een constructieve bijdrage tijdens de bijeenkomsten
Kritische zin en leerbereidheid : de mate waarin iemand open staat voor kritiek,
confrontatie zoekt om tot efficiënter functioneren te komen, is bereid tot bijsturen.
o
luistert naar feedback en doet er zichtbaar iets mee
o
kan fouten toegeven
o
stelt vragen bij onduidelijkheid
o
kan kritiek op zijn voorstellen aanvaarden
o
weet uit de beoordelingsenquête, ingevuld door zijn klasgroep minimaal 2
leerpunten voor zichzelf te formuleren
Organisatievermogen : de mate waarin iemand in staat is om in functie van de te
bereiken doelstellingen structuur aan te brengen in tijd en ruimte, prioriteiten te bepalen
bij het aanpakken van taken of problemen en de te nemen stappen en nodige middelen
aangeeft.
o
zorgt er mee voor dat de beschikbare tijd zo efficiënt en zo effectief mogelijk
besteed wordt
o
richt zijn aandacht op de prioriteiten
o
maakt volgens de afspraken tijdig een planning op en houdt deze up-to-date
bijv. blauwdruk workshop en Excel bestand “media”
o
brengt structuur aan in eigen werk
o
gaat systematisch te werk
5 4. Doelstellingen
A. Maken van een lesvoorbereiding
Een overzichtelijke en hanteerbare schriftelijke lesvoorbereiding maken, die structureel
uitgewerkt is volgens de pos-criteriafiche en het Elant-lesvoorbereidingsformulier en
waarin :
-
een beginsituatie is uitgewerkt
-
als basis de vakoverschrijdende eindtermen (VOET-en) gebruikt worden
-
de lesdoelstellingen observeerbaar, concreet en specifiek geformuleerd zijn
-
de leerinhouden, vakinhoudelijk correct zijn uitgewerkt
-
de werkvormen op een gedifferentieerde en methodische manier worden
beschreven
-
een proces en/of productevaluatie verwerkt is
-
de media per lesfase benoemd zijn
-
twee didactische principes gedetailleerd zijn uitgewerkt
Plenair mee een tevredenheidsenquête kunnen ontwikkelen, die ingevuld wordt door de
leerlingen die de workshop volgden.
B. Stagelessen
Een stageles geven waarin/met :
-
de vakinhoud correct gegeven wordt
-
de aanpak gevarieerd, gedifferentieerd en methodisch is
-
een evaluatie op proces en/of product gebeurt; voldoende
herhalingsmomenten zijn ingebouwd
-
de didactische werkvormen flexibel en correct worden toegepast
-
de media correct worden gehanteerd
-
adequaat wordt omgegaan met grensoverschrijdend gedrag
-
een correcte houding als leerkracht : basishouding en stemgebruik
-
een correct omgang met de leerlingen : basishouding, omgang met
grensoverschrijdend gedrag en klasmanagement
De evaluatiecriteria, bij al deze dimensies zijn terug te vinden in de POS-criteriafiche
“didactisch handelen”.
C. Administratie van leerkrachten
-
de verschillende opdrachten op het juiste formulier, volgens de afgesproken
richtlijnen, correct invullen en binnen de afgesproken deadline posten op de
ELO/studentenpublicaties
6 D. Reflectie met betrekking tot de gedane stage
-
Op basis van eigen impressies, feedback door de observatoren en de
informatie vanuit de tevredenheidsenquête, kunnen reflecteren over: het
eigen didactisch handelen, de omgang met leerlingen, de omgang met
grensoverschrijdend gedrag en de aanpak van het project
-
De eigen stage-ervaringen kunnen kaderen in een reflectiecyclus van
Korthagen.
E. Attitudes
-
Teamgerichtheid : is in staat is om een actieve en constructieve bijdrage te leveren
tot het realiseren van de groepsdoeleinden.
-
Flexibiliteit : is in staat is om het eigen gedrag aan te passen naargelang de
context, als problemen of kansen optreden, om het beoogde doel te bereiken.
-
Verantwoordelijkheidszin : is in staat om aangegane verplichtingen en taken auserieux te nemen; strikte hantering van afspraken, regels en procedures.
-
Leerbereidheid : staat open voor kritiek, zoekt confrontatie zoekt om tot efficiënter
functioneren te komen, is bereid tot bijsturen.
-
Plannen en organiseren : is in staat is om in functie van de te bereiken
doelstellingen structuur aan te brengen in tijd en ruimte, prioriteiten te bepalen bij
het aanpakken van taken of problemen en de te nemen stappen en nodige
middelen aangeeft.
7 5. Werkvormen
Opdrachtsvormen :
-
partnerwerk : de workshop wordt in duo voorbereid en gegeven (peereducation)
-
werkplekleren :
-
de schriftelijke opdrachten worden thuis voorbereid en de cursisten
krijgen hierop digitaal FB via de ELO
-
projecttaken : geïntegreerde presentatie “voorstelling en inschrijving
workshops”, inschrijvingsstrook workshops en tevredenheidsenquête,
worden op de ELO gemaakt via de modules: groepen en forum
PreservicePraktijk/werkplekleren :
Tijdens de projectdag(en) is iedere cursist een volledige lesdag aanwezig. Hij geeft
hiervan minimaal zelf de helft les. Het doel is leerlingen tijdens de doe-stage, in de
vorm van een workshop, onder te dompelen in de wereld van een beroep, waarbij
vooral het doen en het actief experimenteren centraal staan.
Daarnaast dienen er
2 verschillende momenten (géén 2 LT) van abstract conceptualiseren te worden
voorzien.
Betrokkenen bij het project :
-
cursisten
-
stageschool : directie, interne coördinator, ICT-coördinator en
-
leerkrachten in de rol van observator/evaluator (er wordt naar gestreefd
om 1 leerkracht te voorzien/workshop)
-
evaluatoren (lectoren) vanuit de SLO HBO5 (er wordt gestreefd naar een
norm van 3 cursisten/evaluator)
-
lector DCO/DCS 2, die het project coördineert en mee evalueert
-
inhoudelijke en procesbegeleiding, gebeurt :
-
tijdens de lessen DCO (peerevaluatie, individuele feedback door
lector DCO/DCS 2 en zelfevaluatie)
-
via afstandsonderwijs
-
tijdens de visitatie van de coördinatoren uit de stageschool :
cursisten stellen hun project voor, krijgen feedback en kunnen vragen
stellen
Projectactiviteiten en -taken :
-
startmoment :
voorbereiding van het project gebeurt voor aanvang van
8 het semester
-
projectoverleg
-
-
met cursisten :
-
tijdens de lessen DCO
-
via ELO : forum en aankondigingen
-
via mail
met stageschool :
-
voor aanvang van het semester o.b.v. een vooraf
voorbereide vragenlijst
-
tussentijds overleg na opmaken presentatie “voorstelling en
inschrijving workshops”, opmaken blauwdruk/workshop en
oplijsting “media, leermiddelen en onkosten”
-
als voorbereiding voor de voorstelling en inschrijving op de
workshops
-
via mail voor allerhande praktische vragen
-
twee weken voor de workshops, om afspraken te overlopen
en verder af te stemmen
-
-
-
tijdens vakoverleg : gemiddeld 3 X/jaar
-
via mail
feedback :
-
mondeling : tijdens de lessen DCO van peers en lector
-
peerevaluatie
-
-
met DCO/DCS2 collega’s
feedback op opdrachten gepost bij Groepen
forum
-
plenaire bespreking, na de workshops tijdens de lessen DCO
-
individuele nabespreking na de workshops
peerevaluatie (mondeling)
-
als voorbereiding op hun workshop, na hun oefenles tijdens DCO
-
peer-en zelfevaluatie van het groepsproces (kwantitatief en
kwalitatief)
-
tevredenheidsenquête :
Deze wordt klassikaal opgesteld. Na de workshops afgenomen bij de
leerlingen en vervolgens verwerkt in een reflectieverslag.
-
eindrapportage
Deze gebeurt o.b.v.
9 -
evaluatie door cursisten over aanpak project
-
evaluatiegesprek met projectcoördinator stageschool
waarvan de lector DCO/DCS2 een verslag maakt, wordt :
-
besproken op het vakoverleg
6. Leermiddelen
-
DC-cursus
-
Bijkerk L. En van der Heide W.,“Het gaat steeds beter!, Activerende
werkvormen voor de onderwijspraktijk”; Bohn Stafleu Van Loghum, 2006.
-
Meeus W., Didactisch referentiekader. Handleiding bij de lesvoorbereiding, 2012.
-
Info-en werkbundel met bijlagen
-
POS-criteriafiche
-
maken van een lesvoorbereiding
-
didactisch handelen
-
attitudes leerkracht secundair onderwijs
-
Voet-en en Vood-en secundair onderwijs (Voet@2010)
-
voorbeeldmateriaal op ELO/documenten: lesvoorbereidingen, teasers,
blauwdruk en projectfiche
Al de leermiddelen zijn digitaal beschikbaar via de ELO/documenten.
Op de ELO wordt actief gebruik gemaakt van de modules : documenten, groepen,
aankondigingen, chat, formum, agenda en links.
7. Evaluatie
Bij de voorbereiding van de workshops wordt de cursist gecoacht door de lector
DCO/DCS 2. De workshops worden stapsgewijs in DCO voorbereid.
Tijdens de workshops gebeurt de evaluatie door : de lector DCO/DCS 2, een lector
van de SLO en een leerkracht van de stageschool. De workshops worden
geëvalueerd aan de hand van een lesevaluatieformulier.
De lector DCO/DCS 2 evalueert in de module DCS 2 de vereiste attitudes en de
didactische competenties (kennis en vaardigheden).
10 Dit gebeurt op basis van :
-
de inhoud van de uitvoering van de workshop
-
de verslagen van de evaluatoren tijdens de workshop
-
de vorderingen van de stagiair t.o.v. de oefenles in DCO
-
het (digitaal en/of papieren) portfolio :
-
reflectieverslag observatiestage
-
bundel lesvoorbereidingen en didactisch materiaal
-
het reflectieverslag doestage
-
peer-en zelfevaluatie van het groepsproces
De concrete evaluatiecriteria zijn terug te vinden in het evaluatiecontract DCS2
8. Gecombineerd onderwijs / zelfstudie opdrachten
NVT
9. Laatste wijziging
24 oktober 2014
11