Praxismerkblatt

Download Report

Transcript Praxismerkblatt

Praktijkmerkblad 3084
Multigrond LF
3084
Multigrund LF 3084
hechtend dispersievoorstrijkmiddel,
zeer emissiearm, oplosmiddelvrij, voor binnen
Gebruiksklaar resp. met water
verdunbaar, oplosmiddelvrij,
hechtend dispersievoorstrijkmiddel. Transparant-blauwachtig, sneldrogend, zeer emissiearm, reststof bindend, water- en
alkalibestendig. Bovendien
zuinig in het gebruik, veelzijdig
toepasbaar en gemakkelijk te
verwerken.
Te gebruiken als tussengrondering in systeemopbouw met
Floortec Mineralico SL 470.
Daarnaast als hechtende grondering voor later uit te voeren
egalisatiewerkzaamheden met
gipshoudende hydraulisch uithardende vulmiddelen, bijv.
Voeg- en Wandvulmiddel 1875
en Vul- en Egalisatiepleister
143, op beton en dispersieafwerkingen binnenshuis.
Toepassing
Produktomschrijving
Voor het voorstrijken van zuigende en niet-zuigende vloeroppervlakken binnenshuis. Voor
het voorbereiden van plamuur-,
egalisatie- en nivelleerwerkzaamheden met Vloer-Vulmortel
3145, Vloer-Nivelleermassa
3115 of Vloer-Nivelleermassa
CA 3059. Te gebruiken op bijv.
beton, cementdekvloeren,
calciumsulfaatgebonden dekvloeren (anhydrietvloeren, gipsdekvloeren), spaanplaat (V100)
of OSB-plaat, gietasfalt, keramische vloerbedekking en
terrazzo.
Kleur: transparant-blauwachtig
Materiaalbasis:
oplosmiddelvrije dispersie
Dichtheid: ca. 1.04 g/cm³
Verpakking: 5 kg verpakking
Eigenschappen
Verwerking
Verdunning
Op zuigende en cementachtige
ondergronden tot max. 1:3 met
water, afhankelijk van de zuiging
van de ondergrond en de objectsituatie. Ook de verdere aanwijzingen voor de laagopbouw in
acht nemen.
Aanbrengen
Multigrond LF 3084 voor gebruik
goed omroeren of schudden en
met een roller, kwast of borstel
gelijkmatig in een niet te dikke
laag opbrengen op de voorbereide ondergrond. Op zuigende
oppervlakken ter voorkoming
van overconcentratie niet uitgieten.
Verbruik (per laag)
Ca. 50-80 g/m², onverdund
materiaal, afhankelijk van de
zuiging van de ondergrond, het
gereedschap waarmee het
materiaal wordt opgebracht, en
de mengverhouding.
De exacte verbruikshoeveelheden kunnen worden bepaald
door het maken van een proefvlak op het object.
Verwerkingstemperatuur
Niet onder +5 °C lucht- en
objecttemperatuur verwerken.
Reinigen gereedschap
Na gebruik onmiddellijk reinigen
met water.
Verdraagzaamheid
Niet mengen met andere soorten materialen.
Stand: 30.10.2014
Bladzijde 1 van 4
Praktijkmerkblad 3084
Droging (+20 °C, 65 % rel.
luchtvochtigheid)
Uitdamptijd
Voordat de grondlaag wordt
overschilderd, moet deze transparant zijn opgedroogd.
Voor het vervolgens egaliseren
met Vloer-Vulplamuur of VloerNivelleermassa:
op cementachtige ondergronden
ca. 10 minuten;
op niet- of zwak zuigende
ondergronden
ca. 15-30 minuten;
op hout en spaanplaat
ca. 2 uur;
op calciumsulfaatgebonden
dekvloeren
ten minste 24 uur.
Als tussengrondering in
systeemopbouw met Floortec
Mineralico SL 470:
na het opbrengen van de 1e
laag
ca. 10 minuten;
na het opbrengen van de 2e
laag
ca. 2 uur.
Als hechtmiddel voor daarna uit
te voeren
pleisterwerkzaamheden met
gipshoudende, hydraulisch
uithardende vulmiddelen, bijv.
Voeg- en Wandvulmiddel 1875
en Vul- en Egalisatiepleister
143:
ca. 1 uur afhankelijk van de
ondergrond, laten
uitdampen/drogen.
Opslag
Laagopbouw
Koel en vorstvrij ca. 12 maanden
houdbaar. Aangebroken verpakking goed sluiten.
Met water aangemengd materiaal binnen 1 week verwerken.
Ondergrondvoorbehandeling
De ondergrond moet vast, permanent droog, schoon en draagkrachtig zijn en vrij zijn van uitbloeiingen, sinterlagen, bekistingsolie en lossingsmiddelen,
corrosiebevorderende bestanddelen en andere tussenlagen die
de hechting tegengaan. In principe moet de ondergrond voldoen aan de bouwtechnische
normen. De ondergrond moet
hierbij beschermd zijn tegen opstijgend vocht. Bitumenhoudende afwerklagen en in water opzwellende en andere zachte lagen moeten volledig worden verwijderd. Resten van bijv. oude
gronderingen, lijm en plamuurmassa’s op geschiktheid, draagen hechtvermogen controleren.
Niet draagkrachtige lagen door
bijv. frezen, schuren of stralen
verwijderen. Calciumsulfaatgebonden dekvloeren met korrelgrootte 16 machinaal opschuren
en schoonzuigen. Bij laagdiktes
>10 mm calciumsulfaatgebonden dekvloeren voorbehandelen
met een isolerende grondering
(bijv. daarvoor geschikt epoxyhars). Informatieblad 2/2002 van
het Bundesverband Estrich und
Belag e.V. (BEB) in acht nemen.
Betonoppervlakken ontdoen van
bekistingsolie en cementmelk.
Gladde, dichte ondergronden
zoals vacuümbeton opschuren/
opruwen. Zie afhankelijk van de
toepassing ook VOB deel C, DIN
18363 resp. 18365.
Declaratie
Gevarenklasse
WGK 1, volgens VwVwS.
Productcode
D1.
De actuele gegevens in het
veiligheidsblad in acht nemen.
Bij lagere temperaturen en/of
een hogere luchtvochtigheid rekening houden met een langere
droogtijd.
Bladzijde 2 van 4
Praktijkmerkblad 3084
Grondering en egalisatie met Vloer-Vulplamuur en/of Vloer-Nivelleermassa 1)
Ondergrond
Grondlaag 4)
Beton, cementdekvloer
Multigrond LF 3084,
waar vereist
1 : 1 tot max. 1:3 met
water verdund
Met calciumsulfaat
gebonden dekvloer
(anhydrietvloer,
gipsdekvloer)
Multigrond LF 3084,
1 : 1 met water
verdund
Gietasfaltdekvloer 2),
spaanplaat (V100), OSBplaat 3), of terrazzo- en
keramische
vloerbedekking
Multigrond LF 3084,
onverdund
Pleisterlaag
Vloerbedekking/
verzegeling
Vloerbedekking, PVC-, CVvloeren etc., verlijmd met
Dispersielijm LF 392 of
Universale Fixering LF 394
afhankelijk van de
eisen VloerVulplamuur 3145
en/of VloerNivelleermassa 3115
of VloerNivelleermassa CA
3059
of
Designvloer 3055 verlijmd
met Eenzijdige lijm LF 3061
of Hechtlijm LF 3064 in het
systeem met Fix-Grond LF
3063
alternatief
verzegeling met Floortec
PU-Vloerverzegeling ELF
847 of Floortec 2K-EpoxyVerzegeling 848 5)
Vloeroppervlakken
waarvan waterbestendige
lijmresten zoveel mogelijk
zijn verwijderd
1)
Als tussengrondering in systeemopbouw met Floortec Mineralico SL 470 de informatie uit het
praktijkmerkblad Floortec Mineralico SL 470 in acht nemen.
2)
Gietasfalt (over het gehele oppervlak gezandstraald) volgens DIN 18560 en 18354, hardheidsklasse
IC 10 of IC 15. Aanwijzing "Gietasfalt" in aanmerking nemen.
3)
Spaanplaat resp. OSB-plaat volgens DIN 68771 moet vastgeschroefd en/of over het gehele oppervlak
vastgelijmd zijn.
4)
De betreffende uitdamptijden afhankelijk van de ondergrond aanhouden.
5)
De informatie uit de praktijkmerkbladen Vloer-Nivelleermassa 3115 en Floortec PU-Vloerverzegeling
ELF 847 of Floortec 2K-Epoxy-Verzegeling 848 in acht nemen en de opbouw uitvoeren zoals in deze
bladen aangegeven.
Grondering van wanden en plafonds, binnen als hechtmiddel voor daarna uit te voeren
pleisterwerkzaamheden met gipshoudende hydraulisch uithardende vulmiddelen
Ondergrond
Beton,
dispersieafwerkingen
binnen, bijv.
dispersieverf,
kunststofmassa en
glasweefsel met een
intacte afwerking
Grondering
Pleisterlaag
Eindafwerking
Multigrond LF 3084,
onverdund
met gipshoudend,
hydraulisch uithardend
vulmiddel, bijv. Voeg- en
Wandvulmiddel 1875,
Vul- en
Egalisatiepleister 143
afhankelijk van de gekozen
verdere systeemopbouw na
de grondering met Lacryl
Voorstrijkmiddel ELF 595 met
bijv. dispersieverf,
kunststofmassa,
CreaGlasweefsel en andere
soorten wandbekleding
Bladzijde 3 van 4
Praktijkmerkblad 3084
Opmerkingen
Leghandleidingen opvolgen
Voor het gebruik en de verwerking moeten de handleidingen
voor het leggen en de productinformatie van de fabrikant van
de vloerbedekking in acht worden genomen. Hierbij dient vooral te worden nagegaan en in
aanmerking te worden genomen
welke specifieke eisen de ondergrond stelt en welke materialen
en middelen hierop bevestigd
kunnen worden.
Bij gietasfalt
Het plamuren van oude gietasfaltdekvloeren is afhankelijk van
de samenstelling, de leeftijd, de
sterkte en het gebruik ervan.
Bovendien zitten er vaak scheuren in deze dekvloeren of zijn ze
bros geworden. Zelfs voor de
opname van spanningsarme,
cementachtige egalisatiemassa's zoals Vloer-Vulmortel
3145 en Vloer-Nivelleermassa
3115 is deze ondergrond niet
sterk genoeg. Wij adviseren voor
dergelijke ondergronden VloerNivelleermassa CA 3059 te gebruiken. Hierbij moet de hardheidsklasse zo nodig worden
gecontroleerd in een asfaltlaboratorium. Raadpleeg, indien
nodig, de Brillux adviesdienst.
Informatiebladen van het
Bundesverband Estrich und
Belag e. V
Bovendien moet het informatieblad van het Bundesverband
Estrich und Belag e. V., Troisdorf (BEB): "Beurteilen und
Vorbereiten von Untergründen,
Verlegen von elastischen und
textilen Bodenbelägen, Schichtstoffelementen (Laminat), Parkett und Holzpflaster. Beheizte
und unbeheizte Fußbodenkonstruktionen" (Beoordelen en
voorbereiden van ondergronden,
leggen van elastische en textiele
vloerbedekking, elementen van
gelaagd materiaal (laminaat),
parket en houtblokjesvloeren)
2/2002 in acht worden genomen.
Overige informatie
De gegevens in de praktijkmerkbladen van de toegepaste produkten in acht nemen.
Aanwijzingen
Dit praktijkblad werd met in acht
neming van de Duitse wetgeving, normen, voorschriften en
richtlijnen opgesteld. Alle gegevens werden op basis van de
actuele Duitse versie vertaald.
De inhoud leidt niet tot aansprakelijkheid. De klant/gebruiker
wordt niet daarvan ontbonden,
onze produkten op hun geschiktheid voor het gestelde doel
te testen. Overigens gelden
onze algemene handelsvoorwaarden.
Bij het verschijnen van een nieuwe uitgave van dit praktijkblad
verliezen de voorgaande gegevens hun geldigheid. De actuele
versie vindt u op internet.
Brillux Benelux b.v.
Schuttevaerweg 15
3044 BA Rotterdam
Nederland
Tel. +31 (0)10 29234-89
Fax +31 (0)10 29234-70
www.brillux.nl
[email protected]
Bladzijde 4 van 4